Vorige week vrijdag werd door Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele - onder een nat lentezonnetje - symbolisch het licht op groen gezet voor een grondige restauratie van de buitengevel van het Aartsbisschoppelijk Paleis. Deze gevel heeft dringend een nieuwe afwerking nodig, ook de luiken (die in 2013 uit veiligheidsoverwegingen werden weggenomem) worden hersteld en teruggeplaatst.
Mechelen werd in 1559, bij de nieuwe kerkelijke indeling van de Nederlanden, zetel van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel. In 1596 kocht aartsbisschop Matthias Hovius het oude Hof van Lilloo en het refuge van de abdij van Affligem aan de Wollemarkt om deze in te richten als aartsbisschoppelijk paleis.
In 1717 gaf kardinaal Thomas-Philippe d'Alsace de opdracht om een nieuw paleis te bouwen in classicistische stijl volgens een plan opgemaakt door een Italiaans architect. Het duurde echter tot 1759 vooraleer dit paleis met drie vleugels om een binnenplaats was afgewerkt. Zijn opvolger Joannes-Henricus Franckenberg liet aan de noordzijde een vierde vleugel aan de tuinzijde aanbouwen. Deze vleugel, met zuilengalerij en balkons op de binnenplaats, werd voltooid in 1779. Ook kocht Franckenberg de tuin van het aangrenzende refuge van Tongerlo aan en liet deze in strak geometrisch vorm heraanleggen.
Het paleis werd in 1798 als Nationaal Goed verkocht. Meteen volgden de sloop van de nieuwe tuinvleugel, een deel van de oostvleugel (het 'quartier d'étranger' - het gastenkwartier) en het interieur. Het gebouw werd ingericht als brouwerij. Na de aankoop van het complex in 1818 door de Hollandse provincie Antwerpen volgde tussen 1820 en 1823 een uitgebreide restauratiecampagne onder leiding van hofarchitect Charles Vander Straeten. De U-vormige plattegrond bleef en de buitengevels en het interieur kregen een laatclassicistisch uitzicht.
Na de werken trok aartsbisschop Engelbertus Sterckx in 1832 in het volledig vernieuwde aartsbisschoppelijk paleis. Sindsdien is het onafgebroken de residentie gebleven van de Mechelse aartsbisschoppen.
In 2016-2018 werd de westvleugel van het paleis gerenoveerd en aangepast aan de hedendaagse normen met behoud en herstel van de originele elementen. De aankleding daterend uit de jaren ’60 werd verwijderd en waardevolle historische elementen werden gerestaureerd.
De gevelwerken kaderen in een nieuw beheerplan voor de komende twintig jaar en beoogt de volledige restauratie van het aartsbisschoppelijk paleis. Minister Matthias Diependaele maakt voor de werken 795.620,32 eur vrij. Bij de persvoorstelling benadrukte hij dat 'ons erfgoed toont wie we zijn, en dan is het ook zeer belangrijk dat we dit in ere houden en bewaren. Het zijn echter moeilijke tijden vandaag en we zitten in een diepe crisis. Daarom is ook de afgeweging gemaakt om toch geld te steken in deze restauratie om aan de volgende generaties door te geven vanwaar wij komen'.