(foto's: Jan Smets)
Als metereologische vijgen na Pasen of een wat te late 1 april-grap: zo moeten we de grillen van deze dagen beschouwen. Soms lijkt er geen vuiltje of vlokje aan de lucht en krijgen we door de bloemkoolbollende witte wolken azuurblauwe luchten te zien. En dan breekt de hel los en worden we vergast op sneeuwbuien van jewelste.
"Nie normaal nemie menier" zegt ze tegen mij. We zijn deze tijden al wel meer gewend geraakt aan abnormaliteiten. Dus dit kan er nog wel bij. In mijn als essentieel bestempelde boekhandel wacht ik tot de sneeuwstorm wat tempert om me terug naar buiten te wagen. "Tien centimeter in Scherpenheuvel!" weet de binnenkomende postbode te melden. Het lijkt me wat overdreven. Zou het? Mechelen mag dan voorlopig geen record breken: wit en winters is het wel.
Van hoogzomer vorige week glijden we deze Paasdagen weerom het vorige seizoen in...
De stadse kasseien blinken nat.
Over de plassen dient gesprongen.
De warme chocomelk zal ik thuis genieten. De café's blijven ook nu nog potdicht.
De wolken wegen zwaarmoedig boven Mechelen. De uit Rome weergekeerde klokken hebben hun chocoladen lading al eerder gelost en rusten uit achter hun galmgaten, blij dat ze er 'niet meer door moeten'...
We worden niet meer gebombardeerd door eivormige zoetigheden. De sneeuwvlokken hebben het luchtoffensief overgenomen.
Ook de langorige paasspringer koos reeds 't hazepad hopend dat het gras elders groener kleurt.
Thuisgekomen schud ik de sneeuw van mijn jas en droom van zonnige terrassen. In mijn tuin bloesemen de bomen. Wit en lenterig. De al even witte sneeuw doet hun takken wel nog zwaarder wegen. Zwanger van verwachting. De narcissen hebben er al het bijltje bij neergelegd. Uitgebloemd lijken ze het niet meer te begrijpen.
"Er zijn gien seizoenen nemie menier!"