Wat mijn moeder mij vertelde: liefde en verraad te Mechelen tijdens WOII.

“Hier, bewaar dit pakje, doe het pas open als je in het vliegtuig zit”. Hij draait zich bruusk om en stapt met stevige pas naar de uitgang. Hij slaat even aan wanneer hij een andere militair passeert. Ze blijft kijken. Aan de deur draait hij zich een laatste keer om. Hij zwaait naar haar en slaat ook voor haar aan, secondelang. Dan verdwijnt hij in een oogverblindende plas licht.”

Karine Van den Heuvel - Huts werd geboren als dochter van Karel Van Den Heuvel, de bekende stafhouder van de Mechelse Balie. Ze trad in de voetsporen van haar vader, studeerde rechten aan de K.U. Leuven en werd magistraat. Later stapte ze over naar de Katoennatie, het bedrijf van haar echtgenoot Fernand Huts. Haar jeugd in het naoorlogse Mechelen baadde in de verhalen van haar moeder en tante en waren een bron van inspiratie, die ze deelde met haar trouwe vriend Ivo Pauwels.

Ivo, die meer dan 70 boeken schreef is journalist, eindredacteur en een gekend mediafiguur. Hij was samen met de betreurde Gertie Christoffels verantwoordelijk voor heel wat afleveringen van “Groene vingers” en wordt beschouwd als een van de allergrootste plantenkenners van ons land.

Veel van de verhalen die Karine Huts kende hadden te maken met wat haar ouders en tantes hadden meegemaakt tijdens de tweede wereldoorlog. In tegenstelling met Leuven had Mechelen in het begin niet zoveel last van de Duitse repressie. Het was zelfs zo dat de Duitsers zich zeer voorkomend gedroegen en zelfs huur betaalden voor ingekwartierde militairen. Het idee van de “Nieuwe Orde” sprak heel wat mensen aan. Ze sloten massaal aan bij  het VNV, De Vlag en Rex, wat resulteerde in een massale exodus om te gaan werken in Duitsland of de aansluiting bij de Waffen SS.

Er is heel discussie omtrent de rol van kardinaal Jozef Van Roey tijdens de oorlog. Men mag hierbij niet vergeten dat de Bolsjewieken als de grote vijand werden aanzien. De kardinaal had net voor de oorlog zelfs een pamflet laten verspreiden dat jonge priesters opdroeg de jeugd op te laten komen tegen het Bolsjewisme.

De rol van de Kerk blijft voor ons land een heikel punt. Het is in zulke gevallen af en toe wel eens nuttig naar de onbevangen mening van onderzoekers in het buitenland te kijken. In zijn boek “God in de Oorlog” stelt historicus Jan Bank dat de Belgische Kerk haar grote machtspositie wenste te behouden en eerder koos voor onderhandeling dan verzet, ook wel accommodatie genoemd. Hoe groot was het verschil met kardinaal Mercier die  gevreesd werd door de Duitsers om zijn herderlijke brieven die openlijk opriepen tot verzet. Kardinaal Van Roey nam zelfs geen stelling tegen de Jodenvervolging en het zou tot 1943 duren voor er sprake was van protest tegen de Duitse agressie wanneer de kerkklokken in beslag genomen werden. Sint-Rombouts bleef hierbij maar net gespaard. De Nieuwe Orde kon vanaf de jaren dertig rekenen op de steun van een groot deel van de katholieke bevolking. Het VNV werd opgericht door radicale leden van de Katholieke Vlaamse Beweging en de Waalse partij Rex van Leon Degrelle ontstond uit de Katholieke Actie. Dit verklaart veel.

Het boek neemt ons mee naar het Mechelen tussen 1939 en 1950, het geboortejaar van Karine Huts. De hoofdrollen komen toe aan haar drie tantes die in het boek de fictieve familienaam Calluy krijgen. De jongste heet Alice, dan komt de vijftienjarige Desirée en tenslotte de vroegrijpe en knappe Vicky, die een winkel in rookwaren uitbaat. Ze worden ook wel “de drie gratiën” genoemd, zonder verband met de bekende beeldengroep van Ernest Wijnandts.

                        Alice                                                        Vicky

 

Het verhaal komt rustig op gang wanneer we de verschillende personages leren kennen. Pa en ma Calluy, bakker Veron, zijn tweede vrouw en zonen Roland en Pierreke, en kruidenier Dolf, het geweten van de stad.

De overgang van een onrustige vredestijd naar de oorlog gebeurt bruusk. Mechelen wordt gebombardeerd en de familie gaat op de vlucht. Het boek is zo goed geschreven dat je je midden in het gewoel waant, enkel de geur van kruit en vernieling ontbreekt. En zo gaat het verder, eerst tot aan de bevrijding, en dan de repressie die niet altijd even netjes verloopt. Als rode draad in het verhaal loopt de hopeloze verliefdheid van die lieve Desirée op een jongen die totaal onbereikbaar is en de wat koelere, meer beredeneerde relatie tussen Vicky en haar rechtenstudent Jef, die jaren geduld moet uitoefenen om zijn geliefde te overtuigen. We zien vlak voor onze ogen de opkomst van het VNV, het opzij schuiven van de geliefde burgemeester ridder Dessain door de collaborerende Baeck en de dure zwarte markt. Het caféleven in de L’Amitié met zijn biljarttafels, Bachus en Den Beer blijft een ontmoetingsplaats van waaruit de collaboratie, die in Mechelen zeer sterk aanwezig is, voorzichtig wordt in het oog gehouden. We zien Joodse mensen die afgevoerd worden naar de Dossin kazerne. Er is geen enkel protest. We lijden mee honger, schuilen herhaalde malen voor de geallieerde bombardementen die honderden doden eisen, proeven het stof van ingestorte huizen en maken kennis met een vrouw die hopeloos verliefd worden op een knappe Duitse officier. We genieten dubbel mee van de schaarse leuke momenten. Dan de ommekeer, de partizanen die de ene aanslag na de andere plegen en hiervoor als onverantwoordelijk bekritiseerd worden door een groot deel van de bevolking. We observeren op de eerste rij de paniekerige vlucht van de Duitsers voor de geallieerde inval, de vreugde van de bevrijding en de zwarte bladzijde van de repressie. Het boek neemt hierin geen stelling, maar observeert en probeert te begrijpen. Dessain komt terug en sterft diezelfde dag, echter niet zonder Mechelen een laatste brief achter te laten. Desirée, die intussen net als Vicky is uitgegroeid tot een frisse jongedame, komt uiteindelijk te weten waar haar geliefde al die tijd heeft uitgehangen en het is geen leuk nieuws. De finale van haar speurtocht is meteen ook het bitterzoete einde van het boek en u zult het nooit meer vergeten. Ik gaf reeds een hint aan het begin van het stukje. Ik heb het boek in twee dagen uitgelezen en ben zelden zo meegesleurd in een verhaal dat buiten enkele details volledig op waar gebeurde feiten gebaseerd is.

De knappe Vicky trouwde als Yvonne met haar Jef, die in het echt dus niemand minder was dan Karel Van den Heuvel.

Het boek is uitgegeven bij Lannoo (EAN: 9789401472340), 301 blz, kost € 24.99 en is te koop in de boekhandel, uiteraard ook in Mechelen.

https://www.lannoo.be/nl/wat-mijn-moeder-mij-vertelde.

De door Camille Masschelein en mezelf gemaakt video met de vraaggesprek tussen Ivo Pauwels en Karine Huts is hier te bekijken:

https://youtu.be/_-XVlcezCGc

Ivo Pauwels wenst Herwig Delannoy, Geert Cleirbout en Gustave Min, bestuursleden van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde en Letteren en Kunst van Mechelen, uitdrukkelijk te bedanken voor hun deskundige hulp tijdens de voorbereiding van het boek.

 

 

 

 

 

 

 

 

Collaboratie in het stadhuis