(foto's: Jan Smets)
Thuis een kadertje van de muur halen mag je zelfs geen klusje noemen. Dat doe je in een handomdraai. Heel wat anders is het als je een door de Vlaamse overheid erkend topwerk dient te verhuizen. In Mechelen hebben we die overheid niet nodig om ons te overtuigen dat de Wonderbare Visvangst van P.P.Rubens in de OLV-over-de-Dijlekerk een meesterwerk is. Vandaag werd met héél veel zorg en deskundigheid het drieluik van de wand gehaald. Immers: heel binnenkort start de restauratie van dit schilderij. Dat zal ter plaatse gebeuren, en de bezoekers zullen dit proces dat ongeveer één jaar zal duren kunnen volgen door kijkgaten in een wand van een box die men in de zijbeuk zal plaatsen. Gek om te bedenken dat -mocht dit werk hier hebben gehangen ten tijde van WOII- het waarschijnlijk totaal vernield zou zijn geweest. De kerk van OLV-over-de-Dijle kreeg twee zware brandbommen te verwerken, nadat ze eerder al getroffen was door een bombardement en het gewelf van deze zijbeuk begaf het. Het orgel werd zwaar beschadigd, evenals het hiernaast gelegen altaar. Gelukkig hing de Wonderbare Visvangst toen al geruime tijd in het hoogkoor en niet op de plek waar ze oorspronkelijk voor bedoeld was... Noem dat gerust een gelukkig toeval....
Het schilderij is nu aan een flinke opknapbeurt toe en hiervoor werd al deze zomer gestart met het vrijmaken van de dwarsbeuk en het fixeren van de verflaag.
Mechelen is de trotse bezitter van wel twee werken van de Antwerpse grootmeester. In de Sint-Janskerk hangt immers ook een ander monumentaal schilderij van Rubens te pronken: De aanbidding der Wijzen. Ook dit is een door de Vlaamse overheid als topstuk aangeduid.
Zowat vierhonderd jaar lang hangt de Wonderbare visvangst in de tweede grootste kerk van onze stad.
Wie er alles over weet is Wim Hüsken. In een vroeger leven was hij conservator bij de stad Mechelen. Nu is hij lid van de werkgroep religieus erfgoed van deze kerk (onder voorzittersschap van Guido Knops) en projectverantwoordelijke voor de restauratie van dit schilderij. Hij vertelt me dat Pieter Paul Rubens dit onderwerp zelfs twee maal uitvoerde. Een ander werk met ditzelfde thema, maar anders benaderd, hangt in Keulen in het Wallraf Richartz-museum.
(Wim Hüsken)
Twee jaar heeft Rubens aan dit doek gewerkt in zijn Antwerps atelier. Hij voerde het uit met enkele leerlingen. Mogelijk heeft zelfs Antoon Van Dijck hieraan meegewerkt. Het werk werd aangevat in 1617. Op 2 november 1619 was het voltooid en werd het per schip van Antwerpen naar Mechelen gebracht.
Het zijn de mannen van het Mechelse Visverkopersambacht die het doek bij de meester bestelden. Enkele jaren voordien had het ambacht een nieuw retabel aanbesteed ter vervanging van de 16de-eeuwse muurschilderingen die werden aangebracht als voorlopige versieringen na de verwoestingen van de Engelse Furie in 1580. Je kan ze nu trouwens nog gedeeltelijk waarnemen achter het drieluik van Rubens.
Op 9 oktober 1617 kwam Rubens op uitnodiging van de visverkopers naar Mechelen en kon hij de situatie ter plaatse bestuderen. Hij bekeek hoe het licht viel... en daarna kon hij aan de slag met een eerste ontwerp.
Het contract werd getekend en Rubens mocht het werk uitvoeren. Hij ontving voor het schilderij de som van 1600 gulden. Het werd dus het huidige drieluik met onderaan nog een geschilderd voetstuk in eveneens drie delen. Eén tafereel is zoek geraakt, maar werd enkele jaren geleden herontdekt in Rusland door voormalig stadsbeiaardier Jo Haazen, en de andere twee bevinden zich nu in het Musée Lorrain in Nancy.
(over die 'predella' kan je zo je wil meer lezen op Facebook in de interessante groep 'Sporen van Mechelen': https://www.facebook.com/groups/162669985171000/permalink/25868077890325... )
Het werk werd in 1794 verbeurd verklaard door de Franse Republiek en verhuisde naar Parijs. In 1816 kwam het terug naar Mechelen. Nadien werd het werk voor een eerste keer gerestaureerd. In 1875 gebeurde dit opnieuw. De verflaag was op vele plaatsen vuil en gebarsten. Het resultaat van die restauratie was niet denderend en in 1901 diende de weer loskomende verf weerom gefixeerd te worden. Een laatste restauratie gebeurde in 1965-1966. Nadat dit achter de rug was, werd het schilderij vanuit de koorkapel van Sint-Dismas achter het hoofdaltaar weer naar haar oorspronkelijke plaats in de zuiderkruisbeuk gehangen.
Het altaar van het Heilig Kruis dat op de plaats stond van waar nu het drieluik hangt, werd op het einde van de 17de eeuw ontworpen door J.F.Boeckstuyns. In 1944 werd het door het instorten van de zuidelijke punt van de dwarsbeuk zwaar beschadigd. Architect Lauwers die de restauratiewerken na de oorlog heeft geleid (en ondermeer de moderne glaramen plaatste) vond dat het barokke altaar té veel aandacht opeiste en besloot het te laten verdwijnen. Gek genoeg werd hij hier onverwacht gesteund door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Het altaar werd gesloopt. (enkele delen werden later her en der in de kerk teruggevonden en in 2016 kon men op een Antwerpse kunstveiling het centrale beeld terug op de kop tikken). Na het verwijderen van het altaar werd de Wonderbare Visvangst hier terug opgehangen - zoals ik hier eerder aangaf.
Het schilderij vangt jammer genoeg te veel licht op in deze zijbeuk en dat is slecht voor de picturale laag. Tot hiertoe valt de schade nog mee, maar we moeten natuurlijk ook naar de toekomst zien. Hoe kunnen we de invloed van de schadelijke UV-stralen beperken? Plaatsen we plastieken lamellen voor het raam (die zijn immers minder zwaar dan glas...). Hierover wordt nog overlegd met Monumentenzorg natuurlijk. Op het schilderij merken we wel een lichte schimmelaantasting op. Ook de houten structuur die de drie panelen bij mekaar houdt en die dateert uit de 19de eeuw is dringend aan vervanging toe. Men gebruikte toen een minder deugdelijke houtsoort en dit zorgt voor een spanningsveld dat funest is voor de picturale laag. Kleine verflaagjes zijn hierdoor losgeraakt en zelfs verdwenen. Het drieluik is gelukkig niet te sterk vervuild. Het schilderij krijgt een behandeling tegen houtworm en schimmel. Eerst worden retouches aangebracht. De vernislaag wordt vervangen. Enorm verschil zal een ongeoefend oog niet opmerken na de restauratie. Toch zal het er héél zeker heel wat frisser uitzien. Het prachtige ciloriet van Rubens zal nog meer tot zijn recht komen! Belangrijk is deze restauratie voor de conservatie van dit topwerk voor de toekomst.
Het initiatief voor de restauratie nam de Kerkfabriek van OLV-over-de-Dijle op vraag van de stad. Een uitgebreid onderzoek volgde en de Vlaamse overheid subsidieert het werk voor niet minder dan 80 %. De restauratie werd begroot op 117 000 euro. Daarnaast is een 8000 euro voorzien voor het losmaken en weer bevestigen van het schilderij.
(Eric Stroobants, voorzitter Kerkfabriek. foto r.: Wim Hüsken, schepen Koen Anciaux en Eric Stroobants)
Het restauratieproces zal naar alle verwachting afgerond zijn in het najaar van 2021.
Het schilderij kreeg later pas de naam Wonderbare Visvangst. Oorspronkelijk werd het betiteld als 'ambachtstafereel'. Het middenste paneel toont Jezus met zijn apostelen die de van vis uitpuilende netten bovenhalen. De zijluiken laten het vinden van een 'cijnspenning' in een vis zien, en de vangst van Tobias, die met de vissenlever zijn vader het zicht kon teruggeven. De viskopers waren uiterst tevreden met de door Rubens geschilderde drieluik.
Het werk van het naar beneden halen van het zware drieluik gebeurde uiterst puntueel door specialisten van Artecura uit Herentals en Remmen uit Vorselaar, die heel wat ervaring hebben met dit soort van werken. Een montagekraan en hoogtewerker werden hiervoor de kerk ingereden.
In een later stadium zal ook de muurschildering achter het schilderij worden gerestaureerd.