(foto's: Jan Smets)
Er bestaat natuurlijk zoiets als 'tijdloosheid'. Jazeker. Maar deze man was beslist 'bij de tijd'. En dan heb ik het natuurlijk over de illustere Jacob Willmore, al denk ik dat deze man bij de meesten toch een nobele onbekende is. Maar als ik vertel dat deze rond 1670 in Engeland geboren Jacob naar onze stad uitweek en als uurwerkmaker voor eeuwig en altijd zou verbonden worden met ons legendarische torenuurwerk: dan gaat wellicht een lampje branden. Jacob Willmore vervaardigde inderdaad het reuzegrote uurwerk van Sint-Romboutstoren, met vier wijzerplaten die de grootste waren van de hele wereld. Een huzarenstuk! Nu ga ik niet de 'uurwerkstrijd' van 2014 oprakelen. Of zeker al niet de discussie oppoken. Het is wat het is. Een referendum besliste over het al dan niet reconstrueren van deze wijzerplaten. De pleiters van 'Rombout wordt wijzer' dienden de duimen te leggen. 54 procent van 'dé' Mechelaars wilden de platen niet meer terug. Het is wat het is. Ik heb me gezworen daar in het openbaar de eerste honderd jaar geen woord meer over te reppen. Over de maker wil ik het wél eens hebben.
In het julinummer van 'Uurrologisch nieuws' wordt flink wat aandacht geschonken aan deze geadopteerde Engelsman die in Mechelen zijn leven zou uitbouwen. En met jou wil ik samen dit uitstekende artikel bekijken. Het tijdschrift is een initiatief van het Uurwerkgezelschap dat in 1999 als niet-commerciële vereniging voor liefhebbers en verzamelaars van tijdmeetinstrumenten en uurwerken werd opgericht. De vereniging ijvert er voor dat de kennis op het gebied van uurwerken en de aandacht hiervoor in Vlaanderen aanwezig blijft. Hiervoor organiseert het tal van activiteiten en geeft men dit tijdschrift uit...
Wie was nu deze Jacobus, en waarom kwam hij in hemelsnaam naar onze Dijlestad afgezakt?
Jacob werd in een Katholiek gezin geboren, en je moet weten dat in de tijd dat hij het levenslicht zag in Engeland, deze Katholieken een minderheid waren. Ze hadden het niet onder de markt en leefden zo goed als ondergedoken. Tolerant waren Cromwell en de zijnen niet voor andere godsdiensten dan het Anglicanisme. Het gevolg was dat vele van die vervolgde Katholieken verkozen om de emigreren.
Het artikel meldt dat bij die emigranten bijzonder veel uurwerkmakers waren. De uurwerkmakerij was over de Noordzee vrij hoogstaand. Veel meer dan op het Europese vasteland. In Engeland was men technologisch een stapje verder.
Zo verkoos Jacob Willmore ook om te verkassen naar Vlaanderen. De eerste vermelding van Jacob vinden we in de parochieregisters van Sint-Jan in Mechelen. Op 23 juli 1705 huwde hij hier immers met Catharina Blancquarts en begint zijn 'Mechels verhaal'. Maar laat ons beginnen bij het begin.
Waarschijnlijk volgde hij een tienjarige opleiding tot uurwerkmaker in Londen. Maar verdere gegevens ontbreken hierover. Toch kunnen we er van uitgaan dat hij zijn opleiding rond 1685 is begonnen als leerjongen om later aanvaard te worden als 'freeman'.
In het laatste kwart van de 17de eeuw maakten velen - zoals ik eerder schreef - de oversteek naar het Europese vasteland. Calais was lange tijd een Engelse enclave vanwaar er velen verder uitzwermden. Velen trokken naar Holland - vooral naar Amsterdam. Diegenen die om godsdienstige redenen vertrokken waren, kozen eerder voor Noord-Frankrijk of Vlaanderen. Waar Jacob Willmore die eerste jaren na zijn vertrek uit zijn geboorteland terecht kwam valt niet meer te achterhalen.
Na de godsdiensttroebelen die hier lelijk hadden huisgehouden kwam hier stilaan de economie terug op gang.
Jacob Willmore heeft zijn eerste uurwerken gemaakt in Mechelen en later in Antwerpen. Deze waren technisch zeer verzorgd en van uitstekende kwaliteit en afwerking, vermeldt het artikel. Vermoedelijk - denkt men - heeft hij zich niet verder bekwaamd in Vlaanderen. Die kennis had men hier niet. Misschien heeft hij veel geleerd van andere uurwerkmakers in Calais? Latere contacten met uurwerkmakers uit Calais kunnen hierop wijzen.
Het zou natuurlijk ook kunnen dat Jacob naar Amsterdam is gereisd in het kielzog van een zekere uurwerkmaker Fromanteel uit Southwark. Een aantal uurwerken van hen beiden vertonen immers gelijkaardige technische kenmerken.
En dan trouwde hij dus in Mechelen waar hij kort voor 1705 zou terecht gekomen zijn. een eerste huwelijksaankondiging werd bekendgemaakt, maar een tweede en derde volgen niet omwille van de 'twijfelachtige vrijheid van de bruidegom'. Vertaald wil dat zeggen dat Jacob niet kon bewijzen dat hij gedoopt was en aldus niet kerkelijk zou kunnen huwen. Uiteindelijk lukt dit toch op 23 juli 1705 door een 'verklaring van de doorluchtige juridische functionaris' die de beide echtelieden een eed liet afleggen voor twee getuigen. Dit compromis verving dus de nooit gevonden doopacte.
Het jonge koppel ging wonen aan de Grote Markt.
Rond 1705 contacteerde de stad Willmore voor het vervaardigen van vier wijzerplaten voor onze Sint-Romboutstoren. Is het misschien nét daarom dat hij naar Mechelen verhuisd was? Wie zal het zeggen?
In zijn contract wordt Jacob Willmore een 'vermaarde werktuigkundige en een behendige horlogiemaker genoemd. Een Engelsman van geboorte die in Mechelen woont'.
Hij was dus zowel werktuigkundige - lees 'smid' - als uurwerkmaker.
In 1705 was het echt niet mogelijk om te overleven enkel maar met uurwerkmakerij. Het torenuurwerkmaken vroeg ook om deskundig smeedwerk en vergulden buiten het uurwerktechnische.
Op 29 december van dat jaar keurde de Stedelijke Raad het ontwerp goed en aanvaarde ze het model van de wijzerplaten en de geschatte kosten.
Zoals dat gaat met een officiële opdracht duurde het nog een hele poos voor de uitvoering van het werk, maar tussen 15 augustus en 17 oktober van 1705 werden de vier platen toch bevestigd aan de flanken van de toren.
Op dat moment waren deze wijzerplaten de grootste ter wereld. De grote cirkel had een diameter van 11,72 meter en een omtrek van 36,92 meter. De uurcijfers hadden een lengte van 1,96 meter en de uurwijzer had een lengte van 3,62 meter.
De kosten voor werk, materialen en een drinkpenning voor Willmore en zijn werklieden waren van de geschatte waarde van 2400 gulden opgelopen tot 5558 gulden.
Verder voorzag het contract als vergoeding voor het onderhoud in het betalen van een pensioen van 200 gulden per jaar voor een periode van 14 jaar.
Begunstigde was Jacob, of in geval van zijn overlijden, zijn vrouw Catharina Blanckaert. (tenminste als zij in Mechelen bleven wonen...).
Je mag Jacob Willmore echt wel dé officiële horlogemaker van onze stad noemen in die tijd.
In de Eerste Wereldoorlog werden de wijzerplaten zwaar beschadigd en later stormweer zorgde voor verder verval, zodat uit veiligheidsoverwegingen de restanten verwijderd werden in 1963.
In 2014 volgde dan het referendum waaraan we allen nog wel wat herinneringen zullen hebben. Mochten de wijzerplaten terug geplaatst worden had dit 700 000 Euro gekost.
Het artikel schrijft: "Als men het bedrag uit 1706 - 8358 gulden - omrekent naar de hedendaagse munt, komt men op eenzelfde bedrag uit; in 1706 vond men het geld goed besteed. In 2014 vond men van niet..."
Het gezin Willmore kreeg vier kinderen die allen in Sint-Rombout werden gedoopt: Jacobus Michael die slechts één jaar werd; Catharina, die op 31-jarige leeftijd in Bruyssel stierf; Elisabeth die ook maar één jaartje mocht worden,en... Jacobus waarover larer meer...
Jacob Willmore werkte veel aan bestaande torenuurwerken. Of hij er veel zélf vervaardigde valt niet meer op te sporen.
Voor het bestaande torenuurwerk in Mechelen maakte Willmore een soort regulatuur om het uurwerk af te stellen.
Ook werd hem gevraagd om buiten de stad nog klokken en beiaarden te herstellen. Zo zou hij in Lier gevraagd geweest zijn om er de beiaard te keuren en te herstellen.. Dat zou hij heel 'deughdelyck ende constigh' gedaan hebben.
Toch zou Willmore vooral furore maken als maker van staande klokken. De meeste van deze klokken zijn gesigneerd. Bij sommigen is 'A Malines' toegevoegd.
Uit de Mechelse periode van Jacob Willmore zijn een vijftiental staande klokken bekend. Ongetwijfeld maakte hij er meer. Ze zijn allemaal erg verzorgd en gegraveerd en sommige hebben astronomische aanduidingen. Omstreeks 1710 maakte Jacob een pendule - de enige trouwens die van hem bekend is. (waarna in het artikel een uitgebreide beschrijving volgt van deze bijzondere pendule).
In 1720 stopten de betalingen van de stad aan Jacob. Tot zolang moet hij zeker in Mechelen hebben gewoond (ten bewijze een gesigneerde wijzerplaat die hij nog in dat jaar maakte). Daarna verhuisde Willmore naar Antwerpen waar een kapitaalkrachtiger publiek woonde. Vanaf dan zien we 'A Anvers' verschijnen op zijn uurwerken. In Antwerpen werd hij tot meester-horlogemaker aangesteld.
Toch zou zijn werk in Antwerpen minder kwalitatief worden. Ook was hij er minder lang actief. Jacob Willmore zou in de Scheldestad overleden zijn rond 1725. Een overlijdensbericht werd niet gevonden...
Zijn weduwe Catharina huwde op Valentijnsdag in 1726 in de Sint-Romboutskathedraal met Henricus Van de Ven uit 's Hertogenbosch. Hiervoor diende ze dispensatie te vragen. Het huwelijk kwam er immers nog geen jaar na het overlijden van Jacob.
Het jongste kind van het echtpaar Willmore, die ook Jacob werd genoemd, zou amper veertien jaar zijn bij het overlijden van zijn vader. Jacobus/Jacques de jonge leerde heel wat van van hem, maar een écht uurwerkmaker was hij toen nog niet. Zijn moeder keerde weer naar Mechelen. Hij bleef in Antwerpen waar hij vooral klokken en torenuurwerken herstelde.
Men suggereert soms dat Willmore op het einde van zijn leven aanzienlijke schulden had. Maar gaat het om de vader of de zoon? Wel is het zo dat zoon Jacobus ooit voor de rechter kwam in verband met een betwisting van een lening. Het dus waarschijnlijk om hem. Later zou Jacobus naar Brussel zijn verhuisd. Waarschijnlijk werkte hij er financieel niet volgens de regels. Nog later zou nog eens een proces volgen. In Aalst zou hij in 1729 gevraagd worden om het torenuurwerk te repareren omdat dat amper twee jaar oude uurwerk serieuze mankementen vertoonde. Na het herstel door Willmore had men dertig jaar lang geen enkele klacht meer.
Zoon Willmore vestigde zich nadien in Gent waar hij in 1744 huwde. In Gent ging hij verder met zijn werk als uurwerkmaker...
Jacob Willmore... Het begon allemaal in Engeland. Zijn naam is vervaagd bij velen, maar hij was werkelijk 'bij de tijd'!
Wie er ongetwijfeld veel meer over kan vertellen is Jozef Op de Beeck van het Mechels horlogeriemuseum in de Lange Schipstraat! Een bezoek overwaard! De laatste maanden herstelde hij met veel geduld en vakkennis een originele 17de eeuwse staande klok van Willmore!
Is drie maal scheepsrecht ?
Of is dit gewoon een dikke typo ?