(foto's: Jan Smets)
Het was een mooie zomerddag. Ontegensprekelijk. Deze julimaand bood nog net niet hét fraaiste van z'n kunnen, maar kwakkelde eerder op z'n Belgisch. Maar daarover klagen we niet. Er zijn andere dingen die ons deze dagen bezwaren. Op het moment dat we misschien tegen beter weten in dachten om de teugels wat losser te kunnen laten, worden we cijfermatig op de realiteit gedrukt. En die ziet er niet zo rooskleurig uit. We zullen dus allemaal een tandje moeten bijsteken. Willen of niet. Graag of minder graag. Maar als we ons leventje terug willen hervatten zoals we het liever hebben, moeten we nu braafjes doen wat moet. Voor jou, voor mij, voor ons. Ik voelde me vanavond een beetje teruggekatapulteerd in de tijd. Ik weet dat ik die eerste avond van de lockdown over een lege, desolate Grote Markt reed, terugkomend van m'n werk. Ook toen nam ik een foto. Net zoals vandaag - iets voorbij 22 uur. Het Blauwe Uur. Nu stonden de terrasjes er wel, en er liep wat meer volk over de markt. Vredig, gezellig en mooi. Of er geen vuiltje aan de lucht was...
Heel happy had ik me vandaag niet gevoeld. De toenemende negatieve berichten bedrukten me toch wel... Mijmerend fietste ik naar huis. In gedachten verzonken dwarste ik de Grote Markt.
En net als toen op de eerste avond van de lockdown keek ik omhoog naar 'onze' toren. Mooier dan ooit. Badend in z'n nieuwe licht, scherp z'n contouren tekenend tegen de blauwe wolkige lucht. Bewonderend keek ik, en zag dat het goed was... Zo moet God zich op de Zevende Dag gevoeld hebben als hij dan nog niet vertrokken was naar Frankrijk.
De poëzie van het Blauwe Uur drukt zich uit in beelden en vergeet de woorden. Ik ga dus ook zwijgen. En kijken. En de schoonheid in me opnemen. Niks ongerijmd in dit gratis gedicht.
Ets