Platina voor Paula en Lubi!

met categorie:  

  (foto:J.Smets)

Zaterdag zouden Paula Van Aeken en Eusebio - 'Lubi' De Coninck worden gehuldigd in ons stadhuis voor hun platina huwelijk.  Zeventig jaar lief en leed met mekaar mogen delen: het is niet iedereen gegeven.  En als dat dan ook nog mag gebeuren in blakende gezondheid is dit helemaal uniek te noemen.  Jammer genoeg gaat de viering in de kolommenzaal van het stadhuis niet door.  Tot het  einde van dit jaar zijn om begrijpelijke redenen deze huldigingen geschrapt.  Ja: ook hier steekt dat vervelende virus stokken in de wereld.  Ook in onze familie worden we hiermee geconfronteerd.  Mijn ouders zouden voor hun diamanten jubileum ook op het appèl zijn.  Niet getreurd: ook op andere manieren kunnen de feestelingen in de bloemetjes worden gezet.

Lubi en Paula zullen het glas wel heffen aan de overkant van het stadhuis - in hun appartement in 'In den Boer à la Mode' op de hoek van Grote Markt en Scheerstraat.  Zij wonen dan ook - als één van de weinigen op deze toch wel aparte locatie met een uitzicht dat weinig Mechelser kan zijn...  Weinigen zijn dan ook zo aan hun stad verknocht als dit echtpaar dat ondertussen - ongelooflijk maar waar - reeds 92 en 93 kaarsjes mochten uitblazen.  Ze houden erg veel van hun stad.  Paula is een geboren Maneblusser.  De wieg van Lubi stond véél verder, en eerder bij toeval - door het lot van de geschiedenis beslist - kwam hij terecht in deze stad.  De kleine Eusobio Garcia werd immers geboren in Barakaldo, een voorstad van de Baskische haven-en industriestad Bilbao.  De Spaanse burgeroorlog bracht hem als vluchtelingenkind naar ons landje.  Hier werd hij geadopteerd door het Mechelse echtpaar Emiel en Maria De Coninck-De Meyer.  Nu is Lubi zoals hij door de meesten wordt aangesproken één van de weinige nog levende 'nino de la guerra'.  In onze Dijlestad kon Lubi zijn leven uitbouwen - met succes.  Maar in Mechelen vond hij ook het geluk: hier kwam hij zijn Paula tegen.  Het was het begin van een erg mooie, lange relatie.  Paula en Lubi: echt en hecht geluk.

Op 19 juni 1950 zouden ze trouwen...  Maar ook toen leek het aanvankelijk niet te lukken.  Door problemen met de paperassen kwamen de Spaanse ouders van Lubi te laat.  Het bruidspaar wachte tevergeefs aan het stadhuis.  Het huwelijk ging niet door.  Het feest wel.  En beiden keerden naar de ouderlijke woning terug.  Zo ging dat in die tijd.  Op 24 juni werd alles gelukkig overgedaan.  Met alle ouderparen deze keer.  Eén huwelijk - twee huwelijksfeesten. 

 

Lubi en Paula zijn bekende Mechelaars. Dit heeft alles te maken met het feit dat dit sympathieke koppel jarenlang de bekende sanitairzaak De Coninck heeft uitgebaat aan de Veemarkt.  Nu heeft zoon Guido al vele jaren de zaak overgenomen.  Maar beiden hebben hem lang én met veel talent en zin in werken aan de zijlijn bijgestaan.  Misschien is dit ook wel één van de redenen dat ze zo vitaal zijn bebleven.

De firma De Coninck - ooit ontstaan uit de kopergieterij van de pleegouders van Lubi en later omgeturnd tot een zaak in kranen en pompen - was de eerste sanitairzaak met een toonzaal van complete badkamers.  De zaak werd later fors uitgbebreid.  De familiezaak bestaat nu 93 jaar.  Ook dit kan tellen.  In straffe cijfers kan de moeilijk wedijveren met de familie De Coninck!

Al een vijftiental jaren wonen Paula en Lubi in het mooie pand op de Grote Markt. Ooit stond 'In den Boer à la mode' in de Befferstraat, maar toen de plannen voor het onvoltooide Paleis van de Grote Raad  na vele eeuwen opnieuw werden opgerakeld en op deze plaats het huidige stadhuis zou verrijzen, diende dit historische huis te verhuizen.  Steen voor steen werd dit pand met rococco-elementen verplaatst naar deze plek op de Grote Markt.  Gelukkig maar.  De gevel is heel fraai te noemen en ook het interieur is dat.  Een deel van de muren is bekleed met Mechels goudleer.

 

(foto: Jan Smets)

 

Van achter de kleurrijke venstertjes van de grillig gevormde ramen of vanop hun balkonnetje kunnen Paula en Lubi genieten van de levendige Grote Markt en het zicht op het stadhuis aan de overkant.

Wie had het ooit kunnen denken dat het leven van Lubi er zo zou uitzien?  Oorlogsgruwel bracht hem hier.  In 1937 werd de tienjarige Eusebio gescheiden van zijn Spaanse ouders.  Het jongetje met de Baskenmuts werd een chauvinistische Maneblusser en een nauwgezette 'archivaris' van de Mechelse geschiedenis...  Lubi was de jongste van vijf kinderen.  Hij is de enige die nog overblijft.  Enkele jaren geleden stierf zijn oudste zus, Felisa - nét voor haar honderdste verjaardag.  Vader werkte in de ijzererts-hoogovens van Bilbao tot de Spaanse burgeroorlog uitbrak.  Terreur werd gezaaid tijdens het Franco-regime.  Er heerste angst en hongersnood.  Bilbao werd gebombardeerd.  De schrik heeft er bij Lubi lang ingezeten.  Men groeide er op als straatkinderen...

 

 

Het internationale Rode Kruis zorgde er voor dat kinderen tussen acht en twaalf jaar uit getroffen gezinnen konden emigreren naar het buitenland.  Dit was hard voor de mama van Lubi.  Ze moest haar oogappel zien vertrekken naar een ver en onbekend land.  Zou ze hem ooit terugzien?  Maar ze diende overstag te gaan toen de troepen van Franco de stad naderden...  Een vreselijk dilemma.  Een moeilijk afscheid.  Heel emotioneel.

 

(foto: Jan Smets)

 

In 1937 vertrok de 'Habana' uit de haven van Bilbao... Lubi was één van de 32 000 Baskische kinderen die zo naar verschillende Europese landen werden gebracht.  Britse militaire escortes begeleidden het schip dat later veilig aankwam in La Rochelle in Frankrijk.  Daar werden alle kindern ingeënt en opnieuw verdeeld.  Lubi zat in de groep die naar Parijs moest.  Maar niet lang, want hij was bestemd voor België.  In Heist-aan-Zee wachtten 120 Baskische kinderen in een kolonie tot hun lot bekend werd.

In onze stad hadden verschillende instanties burgers gesensibiliseerd om vluchtelingenkinderen op te nemen.  Emile en Marie De Coninck die in de Stassartstraat een kleine kopergieterij uitbaatten, en erg veel verdriet hadden om hun doodgeboren kindje Oscar, gingen hier op in. 

 

(De Spaanse ouders, en...de Mechelse pleegouders...)

 

De naam Eusobio was moeilijk te lezen.  Beiden interpreteerden het als 'Lubi' en dat is zo gebleven.

Op de dag van aankomst speelde aan het station een fanfare en een enthousiast wuivende menigte verwelkomde de kinderen.  Lubi vond het spannend en plezant.  Iedereen werd verzameld in cinema Rex en toen werden de kinderen verdeeld.  Zijn pleegouders verwelkomden hem met open armen.  Snel leerde hij onze taal, en al lachend vertelde Lubi dat het vloeken in het Vlaams nog sneller ging.  School liep hij in het Atheneum.

Regelmatig kwam iemand van het Spaanse Rode Kruis op inspectie in de opvanggzinnen.  Maar men was erg tevreden over de verzorging van Lubi.  Af en toe schreef hij nog naar zijn Spaanse ouders, maar heimwee had hij niet echt.  Later vernam hij dat zijn moeder en de andere kinderen waren gevlucht naar Frankrijk en dat z'n vader en oudste broer krijgsgevangen waren genomen.

In april 1939 eindigde de Brugeroorlog en de vele Spaanse ouders wilden hun kinderen terug.  Lubi wou echter niet weerkeren daar hij zich thuis voelde in Mechelen.  Zijn familie woonde trouwens nog niet terug in Bilbao...  Later zou de Tweede Wereldoorlog de kwestie nog verwarrender maken.

Het echtpaar De Coninck heeft toen een schriftelijk bewijs gevraagd aan de moeder van Lubi of hij niet ben hen mocht blijven wonen.  Zo werd ook beslist.

Als jonge twintiger leert Lubi Paula kennen en ze verloven zich.  In 1949 - na de oorlog - gaan ze beiden met pa en ma De Coninck naar Bilbao om de Spaanse familie op te zoeken die Lubi 12 jaar niet meer had gezien.  Ook dit was erg emotioneel.  Zijn moeder had een kind zien vertrekken en zag een volwassen zoon weerkeren.  Maar het Spaans had Lubi grotendeels verleerd.

 

(Paula en Lubi op weg naar Spanje...)

 

Verloofde Paula werd met open armen ontvangen en aanvaard als dochter.  Moeder zag ook wel dat de toekomst van Lubi in Mechelen lag.  Toch moet het voor haar hartverscheurend geweest zijn.  Bij het afscheid vielen Paula en moeder mekaar wenend in de armen.  Elk jaar opnieuw gingen ze toch op bezoek naar Spanje.  Elke keer opnieuw was het weer zwaar bij het afscheid nemen.

Van de 8 Baskische kinderen die ooit in Mechelen verbleven, is Lubi alleen hier gebleven.

Paula en Lubi kregen één zoon: Guido.  Nog steeds was Lubi geen Belg, ook al wou hij afstand doen van zijn Spaanse nationaliteit.  Maar dat liep niet van een leien dakje.  Het verliep heel moeizaam en pas in 1958 wer Lubi Belg nadat de voorwaarde was vervuld dat hij 15 jaar in ons land had gewoond.  Nadien werd hij ook nog officieel geadopteerd door zijn pleegouders en volgde de naamsveranderen.  Zo kon hij ook van hen erven.

Zo werd Eusebio Lopez Garcia Lubi De Coninck.  Zo werd Guido pas toen hij in het tweede leerjaar zat ook een De Coninck.

 

(foto: Jan Smets)

 

Dag en nacht hebben Paula en Lubi aan hun toekomst gewerkt.  Paula was hierin van onschatbare waarde.  Ze was altijd een sterke, daadkrachtige vrouw, en dat zegt ze van haar vader te hebben.  Pal stond ze steeds achter Lubi en samen bouwden ze de zaak uit.  Dat was een kolfje naar haar hand.  Voordien was ze aan de slag bij meubelzaak Valenteyn.  Ze kende dus het klappen van de zweep.

Van de Stassartstraat waar ze bleven wonen verhuisde de zaak naar de Katelijnestraat tegenover de Zelestraat (1950-1954).  Nadien kregen ze de kans om een groot pand te kopen aan de Veemarkt waar tot dan toe de industriële wasserij De Lelie was gevestigd.

De zaak groeide en bloeide. Lubi had een vooruitziende blik en was zijn tijd vooruit.    Later werden ze bijgestaan door zoon Guido en zijn vrouw Marina Lenaerts.

Zeventig jaar hebben ze geknokt, hard gewerkt, mekaar graag gezien...  Nog steeds stralen ze als een pas verliefd koppel. 

Een hele dikke proficiat Paula en Lubi!  Jullie gaven en geven kleur aan Mechelen!  Klink maar op dit platina jubileum!  Van harte. Samen met jullie familie. Op jullie gezondheid en doe er nog maar wat jaartjes bij!

 

(foto: Jan Smets)