Nog een paar maand te gaan en het station gaat tegen de vlakte. Voor de ene was het tijd voor iets nieuws, voor de andere een monument dat verdwijnt. Voor Mechelen zal dit met de nieuwbouw het vijfde stationsgebouw worden.
Eerst was er een tijdelijke houten barak, die moest doorgaan als officiële eindehalte van de eerste spoorlijn komende van Brussel. Na een paar jaar kwam er een neoclassicisitsch gebouw dat echter al snel niet meer voldeed aan het toenemende spoorverkeer. Daarom werden ruim dertig jaar laten, in 1871 al, gekozen voor een heel andere aanpak.
Het neoclassicistisch station was geen gebouw met een bijzondere architectuur. Het was opgetrokken volgens een concept zoals vele stations gebouwd werden. Een gelijkaardig voorbeeld staat nog in Ronse. Centraal was er de stationshal met twee wachtzalen (deze voor eerste en tweede klasse en deze voor derde klasse). Daarnaast was er ook een bagagedepot en een postkantoor. Afwezig waren perronoverkappingen.
Het nieuwe station werd ontworpen door Emile Janlet (1839-1918), een belangrijke Vlaamse neo-renaissancearchitect. Janlet ontwierp onder meer de zuid(dino)-vleugel van het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel. Het Mechelse stationsgebouw was lang maar ondiep met erachter een stalen perronoverkapping. Net zoals vele andere grote bouwwerken was ook hier gebruik gemaakt van metaal in combinatie met traditionele materialen als bak- en natuursteen. De bouw werd begonnen in 1883 en volledig afgewerkt in 1888.
Het nieuwe station werd enkele meters achter de oude classicistische gebouw opgetrokken. Hierdoor kon er na afbraak een groot stationsplein aangelegd worden om het toenemende verkeer op te vangen.
Centraal in het gebouw was een grote hal, die in oppervlakte zelfs groter was dan deze van het station van Antwerpen maar in Mechelen een stalen tongewelf had. In deze hal waren de loketten en het bagagedepot. Ze gaf ook toegang tot de wachtzalen 'eerste en tweede klasse' (met 'spijszaal'- restaurant) in de rechtervleugel en 'derde klasse' (met 'buvette' - buffet) in de linkervleugel.
In de linkervleugel waren er ook de loketten van het post- en telegraafkantoor ('les bureaux des telégraphes et des postes'). Tussen deze kantoren en de sporen waren ook ruimten om de post meteen van de trein te kunnen overladen. Het (tweetalig!) ontwerp voor een bord voor het postkantoor is bewaard: 'Betaling, geldverzendingen, verzekerde brieven, effecten en rentebriefjes, postliggende voorwerpen'
Achter het stationsgebouw was er ook nog een enorme stalen overkapping met plek voor zes sporen.
Het stationsgebouw van Janlet raakte in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd door de bombardementen van de geallieerden op 19 april 1944. Zo was het postkantoor was zwaar getroffen. Ook was het glas van de perronoverkapping op veel plaatsen verdwenen.
Desondanks dat het gebouw kon gerestaureerd worden, werd onder druk van het socialistisch stadsbestuur en met komst van Expo '58 besloten om het te slopen. Een nieuw station kwam in de plaats, gebouwd met de nieuwste materialen zoals aluminium, een station dat nu ruim 60 jaar later weer zal verdwijnen.
Dit en nog veel meer informatie kan je lezen in 'Stationsarchitectuur in sneltreinvaart' dat je vrij kan downloaden.
Meer beeldmateriaal (over dit en het latere station) kan je vinden op de Beeldbank Mechelen.
Is het niet dat het "Expostation" na ruim 60 jaar zal verdwijnen?
Er is nog een station dat sterk lijkt op ons 2e station: dat van Lier
klopt, en zo stond ons land vol met zulke 'copy-paste' stationsgebouwen. Nu zoveel jaar later zijn ook deze weer bijna overal verdwenen.
In elk geval is het stationsbuffet aan restauratie toe.