(foto's: Jan Smets)
Van alle onze monumenten in onze stad is het Hof van Nassau misschien wel het meest verborgene. En dit heeft alles te maken met het feit dat deze restanten van het voormalige Bourgondische stadspaleis ingekapseld zijn binnen de muren van de freinetschool Villa Zonnebloem aan het Berthoudersplein. Heel onlangs werd de eerste fase van de restauratie van dit verwaarloosde pand opgeleverd. En het moet gezegd: het resultaat van de buitenrestauratie oogt bijzonder mooi. Nu kan later de binnenrestauratie een aanvang nemen. Vergelijk het zelf maar: op de bovenste foto zie je het gebouw zoals het er voorstond in het najaar van 2017 (directrice Rilke Dekeuckelaere en kleuterleidster Trien Bogaerts poseren voor de gevel), en op de onderste foto zie je wat de opknapbeurt heeft opgeleverd... Het is beslist een pareltje geworden!
(voor en na...)
Het gebouw wordt sinds 2000 beheerd door het Gemeenschapsonderwijs. Villa Zonnebloem gebruikt op dit moment maar een erg beperkt gedeelte van het pand. In de toekomst zou de school op de gelijkvloerse verdieping een klaslokaal willen inrichten. Maar dat kan nog een poosje duren. Het interieur is immers sterk verloederd en werd tot voor kort nog helemaal overwoekerd door ongewenst groen.
Weinig Mechelaars kennen het Hof van Nassau. Toch was dit ooit een meer dan prestigieus stadspaleis uit de 15de-16de eeuw dat een huiskapel en traptoren bezat. In die tijd was het pand nog veel groter met bijgebouwen, tuinen en stallingen.
Het resterende gebouw heeft nog wél heel wat autenthieke elementen zoals de natuurstenen kapel, laatgotische schouwen en de originele dakstructuur.
Waarschijnlijk werd het Hof gebouwd op de fundamenten van de voormalige residentie Berthoudershof. In 1475 kwam het Hof in de handen van de bisschop van Kamerijk, Jan III van Bourgondië die het na zijn dood naliet aan zijn bastaardkinderen.
Nadien werd het eigendom van de Zeeuwse Margareta van Borsele, echtgenote van een Brugse Heer van Gruuthuse. Nadat haar man in ongenade viel bij het Habsburgse Hof verkocht ze het. De naam 'Hof van Gruythuyse' veranderde in 'Hof van Nassau' toen Engelbert II van Nassau de nieuwe eigenaar werd. Meer dan een eeuw bleef het in het familiebezit van de Nassau's. Engelbert werd zelfs president van de Grote Raad.
Het Hof van Nassau was een door kunstenaars, edellieden en ambachtslui druk bezocht stadspaleis.
Het Hof werd in de loop der eeuwen regelmatig verbouwd.
Na de dood van landvoogdes Margareta van Oostenrijk verloor het Hof zijn belangrijke positie, en zeker toen de Zandpoort ontplofte en zowet een derde van onze stad in puin kwam te liggen, was de glorieperiode voorbij.
Filips Willem van Nassau, zoon van Willem van Oranje, deed het Hof van de hand en vestigde zich in het Brusselse Hof van Nassau.
Tijdens het bewind van Albrecht en Isabella werd het Hof van Nassau omgevormd tot Godshuis.
Toen in de onmiddelijke buurt van het Hof een cavaleriekazerne werd gebouwd in 1757 kreeg het te maken met verdere verminkingen. De kazerne in expansiedrift brak nog een aantal bijgebouwen en de oorspronkelijke galerij af. Het huidige resterende gebouw werd gered doordat het de officierswoning werd.
Nadat de kazerne verdween in de vroege jaren dertig werd de stad eigenaar van het Hof. Barakken werden afgebroken, woningen opgetrokken en ook de brandweer mocht er zich huisvesten, totdat in 1948 de Rijksmiddelbare school hier werd opgericht. Het Hof werd een klaslokaal voor metaalbewerking.
In 1977 werd het Hof van Nassau uiteindelijk erkend als beschermd monument om zijn artistieke en historische waarde.
En nog eens zoveel jaren later breekt opnieuw 'de lente' aan voor de overblijfselen van dit voormalige Bourgondische stadspaleis. En dat we hier blij mee zijn! Onze stad die maar al te graag haar Bourgondische troeven wil uitspelen krijgt hier nog een meerwaarde mee!
Hallo Jan
Tijdens het opstarten van de nieuwbouw van de Rijksmiddelbare School in 1948 zat er in het Hof van Nassau slechts één klas van de vier 6de lagere leerjaren die de school toen rijk was. De leraar die met zijn zesde jaar in dat gebouw mocht lesgeven was de heer Van Maele. Toen was er nog geen sprake van een metaalafdeling. Die zijn er slechts later bijgekomen in het gebouwtje aan het sportveld dichtbij de Bleekstraat gelegen nadat de nieuwbouw er al meerdere jaren stond.
Ikzelf heb in de lagere afdeling van de RMS in het derde studiejaar op de Speeqvest gezeten waar nu het Hof van Egmont huist. Wij zaten daar in een piepklein klasje boven de koetshuispoort op de vest. Het vierde jaar bij de fenomenale heer Diddens die als oudstrijder van "den Grooten Oorlog" dagelijks verslaggeving daarover deed aan zijn klas zaten wij in de Lange Nieuwstraat. Op die gronden staat nu een turnzalencomplex. Het vijde bij de heer Vanderstappen en het zesde bij Sooi Wouters konden wij doorlopen in de OLV-straat in het gebouw waar nu de Kamer van Koophandel gevestigd is. Allemaal gebouwen met een ziel en geschiedenis in Mechelen Aan al deze verbrokkeling van gebouwen en plekken om les te geven kwam in 1951/52 een einde toen de spiksplinternieuwe bouw op de Zandpoortvest in gebruik kon worden genomen.
Jef,
Behalve de Speecqvest heb ik ook alle door jou opgesomde gebouwen mogen smaken. In het 1e middelbaar kregen we op de eerste verdieping van "het kasteeltje" lessen handenarbeid van M. Van Schoor. Het heeft mij toen dikwijls verbaasd dat we, toen we met dat klasje die gammele trap beklommen, er nooit door gevallen zijn. Die "nieuwe tijders" gebruikten bij de bouw van het hof van Nassau blijkbaar heel goed hout.
In de tweede helft van de jaren 50 nam de tuinbouwafdeling van "Boer Louis". (de echte naam van die leerkracht heb ik nooit geweten) haar intrek in dat vervallen gebouw.