Het gaat niet goed met Jacob. En neen, ik heb het hierbij niet over iemand van vlees en bloed, maar over het reclameglasraam van 'Bieren Jacob(s)' in de Goswin de Stassartstraat. Op heel korte tijd zijn er zeven panelen verdwenen. Het glasraam is trouwens één van de laatste uit zijn soort dat in Mechelen nog te vinden is.
Het viel ook de Mechelse Cultuurraad op dat de toestand desastreus is, om niet te zeggen dat het haast vijf na twaalf is voor deze glaspartij. Dat er dus snel actie dient te worden ondernomen, is duidelijk.
Het afgeronde art-deco-glasraam sierde ooit de gevel van café in 't Rond, uit de jaren 30/40. De modernistische gevel is opgetrokken in donkere baksteen en aan de onderzijde bekleed met zwarte tegels. Vermoedelijk is het onderste deel - waarin ook de naam van het café verwerkt was - reeds lang verdwenen.
Een tweede en gelijkaardig glasraam is te vinden op de hoek van de Koolstraat en de Nattehofstraat (voormalig café Nova). Het geeft meteen een indruk hoe dit van café in 't Rond er moet uitgezien hebben.
Het glasraam van café in 't Rond stelt twee drinkende mannen voor, dat van café Nova een drinkende man en vrouw.
Brouwerij Jacobs, opgericht door César Jacobs omstreeks 1900, was gelegen aan de Olivetenvest, links van wat nu zetelfabriek Camers is. Oorspronkelijk was het een coöperatie met een aantal caféhouders die tot 1906 stand hield. Daarna nam César Jacobs de zaak weer in eigen handen tot in 1955, wanneer de brouwerij werd overgenomen door Lamot (en afgebroken).
Jacobs was afkomstig uit Hombeek maar liet door architect Vancauwenbergh een woonst optrekken aan de Koningin Astridlaan 15. De brouwerij runde verschillende cafés. Naast de twee cafés met de glasramen waren er in Hombeek café Bell Vue en aan de Auwegemvaart café Auwegem.
Wat kan er nu gebeuren met het glasraam van café in 't Rond? Er stellen zich verschillende problemen: het gebouw is geen beschermd erfgoed (maar wel vastgesteld bouwkundig erfgoed), het pand is privé-eigendom en de eigenaar heeft niet veel interesse om het geheel te behouden.
Het glasraam oogt momenteel erg triestig. Aangezien de centrale panelen verdwenen zijn, is de leesbaarheid van het geheel haast onmogelijk. Enkel 'Bieren Jacob(s)' houdt nog stevig stand (maar ook hier, voor hoe lang nog?).
Het zou spijtig zijn mocht dit glasraam uit het straatbeeld verdwijnen. Het aanwezigheid van de Mechelse brouwerijgeschiedenis zou hierdoor haast volledig in de vergetelheid komen. Van Chevalier Marin is haast niets meer terug te vinden. Zo werd recentelijk nog de belettering op het torentje van café Torenhuis door Primus afgedekt. De brouwerij zelf is totaal verdwenen. Van brouwerij Lamot bleef enkel nog het hoofdgebouw. Gelukkig is er nog Het Anker.
In 1995, toen het glasraam nog intact was...
foto R. Kokken
Achteraan rechts, de gebouwen van de brouwerij Jacobs aan de Olivetenvest (ca 1958)
Super, ja die had ik ook op de beeldbank gevonden (heb je soms enig idee welke schouw zo vervuilend is? links op de foto). https://www.regionalebeeldbank.be/beeldbank/1184266
Maar op uw foto onbreekt reeds een deel van het glasraam, voor de 'witte betonstrook' waren de panelen met de naam van het café en de S van Jacob(s). Heb tot nu toe nog nergens een foto gevonden van het volledige glasraam.
Inderdaad Wim, zelfs in 1985 ontbrak er al wat aan het glasraam. Het was me nog niet opgevallen...
Gelet op de positie van die vervuilende schouw, denk ik dat dit de schouw van het toenmalig "Katchoefabrik" aan de Guldendal was (tegen de vierendeelbrug over de Leuvense vaart)
Ik ben van 1943 en woonde op de Astridlaan aan de Brusselpoort en ik kan me in de wijde omgeving geen andere zo'n vuile rook spuwende schouw herinneren.
Roger, ik denk dat je het noorden kwijt bent.
Die schoorsteen behoorde toe aan het gebouw in de Polderstraat waar de Mechelse karabijn en schuttersvereniging is gehuisvest.
Ik denk dat je de vraag van Wim en mijn antwoord misbegrepen hebt. Er wordt hier wel die rokende schouw links in de achtergrond bedoeld... en dat kan daar bezwaarlijk de Polderstraat zijn.
Roger, ik had die schoorsteen in de verre verte niet in de mot.
Dat katchou fabriekske behoorde toe aan Ida Ragheno, als beroep van de jongste zoon van Max Grisar en Ida en die ergens in de Mechelse binnenstad woonde, staat geschreven entrepreneur de caoutchou.