Midden dit jaar ruimde de Wünderkamer plaats voor een kamer die volledig in het teken staat van zwart. Back to Black is de eerste zaalwissel sinds de opening van het museum in 2018. Het is de bedoeling dat in deze ruimte het museum, het publiek, de onderzoekers en de kunstenaars dieper ingaan op het maakproces en betekenis van de kleur.
Daarnaast zijn er op de zolderverdieping ook drie ontwerpen te zien van het ontwerpersduo Viktor Horsting en Rolf Snoeren, geïnspireerd op Back to Black.
Tegenwoordig wordt zwarte kledij haast alleen gedragen op plechtige gelegenheden. Zwart staat voor klassiek, ernst en zakelijkheid. Het is een kleur van soberheid en rouw. Maar zwart is ook een krachtige kleur die - vooral in de jaren 50 - gebruikt werd om te rebelleren. Tegenwoordig is zwart de kleur van de intellectuelen.
Zwarte kleding is echter veel meer dan een symbool van rouw; het kan ook sexy zijn, een teken van stijl en luxe. Bij de mannen straalt zwart gezag uit, in de vrouwenmode elegantie en stijl. Zo werd Coco Chanel beroemd met haar alomgeprezen zwarte jurkje.
Ook in de Westerse kostuumgeschiedenis is zwart altijd een heel belangrijke kleur geweest. Vanaf de renaissance worden de heldere textielkleuren ingeruild voor donkere kleuren als purper, rood en zwart, al dan niet versierd met borduurwerk. Zelfs onder de Spaanse heerschappij en de navolgende barokperiode was de modekleur voornamelijk zwart.
Bij de Bourgondiërs, want daar draait het bij Back to Black (en het hele museum) voornamelijk om, genoot zwart de voorkeur bij de adellijke hovelingen. Het zou Filips de Goede geweest zijn die uit eerbied voor zijn vermoorde vader als eerste zwarte kleding droeg. Maar allicht ook vonden de hertogen de felle kleuren 'te gewoon'. Men droeg zwart laken, brokaat en veel bont.
Zwart was een moeilijk te maken kleur. Stoffen zwart verven was duur en complex; aan de diepte van kleur bepaalde dan ook de kwaliteit. Goed zwart was dus duur en exclusief, en dat was de bedoeling. Mechelse ververs waren internationaal bekend.
Ververs van textiel op een illustratie uit 1482 (Wikipedia - British Library)
Waarom het de Bourgondiërs lukte goed zwart te maken, is een open vraag. Maar allicht hangt het samen met de introductie van het Spaanse Merinoschaap in onze streken. De wol van deze dieren is zeer fijn zodat een zacht laken kan geweven worden dat ververs gemakkelijker konden kleuren.
Dit kleuren gebeurde in verschillende stappen. Vooreerst werd de wol blauw geverfd, met indigo bekomen van wede. Nadien werden de stoffen geverfd met rood bekomen van de meekrap. Het resultaat was een donker paarse kleur dat mogelijk al een zwarte schijn had. Om de echte zwarte kleur te bekomen werd gebruik gemaakt van bruin uit galnoten en ijzerzouten.
Helaas zijn er maar weinig oude kleurrecepten bewaard, toch was er een enorme diversiteit aan verf. Net daar ligt de focus bij Back to Black. Hoe rook of voelde zwart? Hoe ging men te werk? Is zwart wel echt zwart?
Samen met wetenschappelijke onderzoekers, artistieke partners en de museumbezoekers worden de verftechnieken uit het verleden onderzocht. Alles draait om zwart, van het zwart van de Bourgondiërs tot het zwart van de Nederlandse kunstenares Claudy Jongstra.
In het museum is trouwens meer plek van zwart. Zo hangt in de trappenhal tot eind februari het werk Foundations of Black uit 2019 van Studio Claudy Jongstra.
En op de zolderverdieping hangen dan weer drie mantels van het Nederlandse ontwerpersduo Viktor&Rolf. Beiden werken al meer dan 20 jaar samen en staan bekend om hun theatrale, sculpturale en soms extravagante ontwerpen. De drie tentoongestelde mantels maakten trouwens deel uit van de Spiritual Glamour Collectie die voorbije zomer werd voorgesteld in Parijs.
Voor deze collectie gingen de ontwerpers een samenwerking aan met Claudy Jongstra. De getoonde kledingstukken bestaan deels uit wol van de heideschapen die gehouden worden op de boerderij van Claudy in Friesland. Ze verfde de wol met natuurlijke pigmenten in haar atelier, op basis van inzichten uit het Back to Black-project. De ontwerpers combineerden zwart met kleuren zoals indigoblauw en meekraprood waardoor de mantels een hedendaagse tegenhanger zijn van de zwarte gewaden van Bourgondische hertogen.
Samen met de tentoonstelling zijn er in de reeks van Soirée MuzE vier lezingen rond het thema 'zwart':
- 13/02: Het Back to Black-project: van archief, via lab en atelier tot het museum en de catwalk (Jenny Boulboullé)
- 27/02: De technologie van het zwart verven in de vroegmoderne tijd (Natalia Ortega Saez)
- 12/03: De kleuren maken de man. Over de betekenis van zwart in de laatmiddeleeuwse samenleving (Paul Trio)
- 26/03: Zwarte mensen verbeeld in de Zuidelijke Nederlanden (Esther Schreuder)
De lezingen vinden plaats in 'zaal Dodoens' van het Museum Hof van Busleyden en beginnen om 20.00u. Kaarten zijn binnenkort te bestellen bij Uit Mechelen.
Info: https://www.hofvanbusleyden.be/soiree
Ook worden er begin januari twee workshops wolverven georganiseerd, eveneens in het kader van Back to Black:
Met deze verrijkende workshop leer je zelf echte strengen wol verven in een diepe zwarte kleur, mag je je eigen zwarte verfbaden maken en het effect zien van pigment op de vezels. Experimenteren mag! Gaandeweg ontdekt je zo de wondere wereld van het ‘zwart verven’. Tijdens de workshop breng je ook een bezoek aan het Back to Black project in Museum Hof van Busleyden. De geverfde wol uit deze workshop krijgt nadien een plaats in Expanding Field, een collaboratief kunstwerk van Claudy Jongstra, dat nog tot 2021 te zien zal zijn in het museum.
Deze workshops gaan door op zaterdag 18 januari of zaterdag 25 januari, van 10.00 tot 16.00 uur in de Academie Mechelen, lokaal 209 (verzamelen aan de ingang van de academie). kostprijs: 40 euro voor de workshop (incl. museumbezoek)