Mechelen is sinds kort een attractie rijker. Hoewel het geen museum is, is het ook meer dan een galerij. Je wordt er niet gestoord door kriskraslopende bezoekers die soms ongeïnteresseerd naar een kunstwerk kijken, maar je krijgt mooi georkestreerd schilderij voor schilderij te zien met een soms pakkende maar deskundige uitleg.
Het Kunstuur is een ware aanwinst voor Mechelen, een mooie aanvulling bij de vele monumentale kerken en musea, of plekken waar ook kunst te zien is. Waar ooit met de poppen 'Tijl en Luppe' werd, gespeeld heerst nu de rust van de verf. Zelf ging ik ook al een kijkje nemen, geprikkeld door de vele aankondigingen en commentaren, en ja, ik kwam, zag en was zeer tevreden.
Neen, je hoeft echt geen kunstkenner om een bezoek aan Het Kunstuur te brengen. Bij het binnenkomen krijg je een audiogids. En het enige dat je nadien moet doen is luisteren, kijken en genieten. Gedurende het bezoek, dat één uur duurt, krijg je 32 topwerken te zien, gemaakt tussen 1887 en 1938. Een korte periode, maar net wel een periode met verschillende kunststromingen waarbij je een staalkaart krijgt van het kunnen van de toenmalige kunstenaars.
Veel schilderijen komen uit privé-bezit en werden haast nooit aan het publiek getoond. Een unieke kans dus om deze te bewonden.
Uiteraard er ook een knipoog naar Mechelen; zo hangen er werken van Rik Wouters en Prosper de Troyer naast schilderijen van Gustave Van de Woestyne (die een belangrijk iemand uit Mechelen geschilderd heeft).
Rik Wouters (geboren in Mechelen op 21 augustus 1882, overleden in Amsterdam in 1916) volgde les aan de Mechelse Academie voor Schone Kunsten. In Brussel leerde hij zijn vrouw, zijn muze, Nel kennen. Ruim driekwart van zijn oeuvre is een ode aan haar. Het getoonde schilderij dateert uit 1912, geschilderd wanneer het koppel in Bosvoorde woonde. Opvallend is het witte ovale gezicht, dat het schilderij een Japanse sfeer geeft. Bijzonder ook is de lichtinval en het kleurenspel. Een tweede schilderij is dan weer rauw en zeer persoonlijk, het is een zelfportret met de zwarte ooglap uit 1915. Het vormt een enorme tegenpool met het levenslustige portret van Nel.
Kathie Vierstraete (naast kunstliefhebster ook chirurg neus, keel en oren) vertelt over het tweede schilderij: "Had Rik Wouters vandaag geleefd, dan hadden we zeker nog meer moois van hem gezien".
Mark Uytterhoeven mag met veel plezier vertellen over een schilderij van Prosper De Troyer (1880-1961), zijn grootvader. Naast Mechelaar was De Troyer ook een tijdgenoot van Rik Wouters. Het tentoongestelde werk, De blonde Katrijn uit 1936, is een binnenzicht van café Leyden aan de Plaisancebrug. Het is een vrolijk en kleurrijk schilderij waar heel wat op te zien is: een schipper, een aperitievend koppeltje, een opspringend hondje,... en centraal de accordeon-spelende blonde Katrijn. Uytterhoeven getuigt: "Was mijn grootvader een caféganger ? Volgens de overlevering, zijnde mijn grootmoeder, niet. Maar ik denk dat hij, op zijn dagelijkse wandeling naar het Vrijbroekpark wel vaker dat café is binnengegaan, hij zou het anders niet zo mooi hebben kunnen verbeelden".
Eén na één passeren de schilderijen de revue. Zo is er een werk van Valerius De Saedeleer dat de koppenberg weergeeft. Tom Boonen zegt over dit werk: "De Taaienberg ligt in een prachtig landschap. In de wedstrijden hadden we zelden of nooit tijd om rond te kijken maar op de trainingstochtjes die we organiseerden met de ploegmaats in de streek hadden we natuurlijk wel voldoende tijd om te genieten van de mooie uitzichten. Soms vraag ik mij ook wel af of Valerius de Saedeleer ooit de tijd heeft genomen om naar de Ronde van Vlaanderen gaan te kijken".
Ook in de tweede kamer hangen vrolijke schilderijen naast eerder sombere werken. Maar elk hebben ze een verhaal. Kardinaal-aartsbisschop Jozef de Kesel becommentarieert een schilderij van Gustave Van De Woestyne, De slechte zaaier uit 1908, een topwerk uit de Phoebus Foundation. Stijn Coninx inspireerde zich voor de film Daens op een werk van Eugène Laeremans, De dronkaard uit 1898: "En op een avond, tijdens de opnames in Polen van de film ‘Daens’ was er een fantastisch moment omdat de cameraman, Walther Vanden Ende, die schildert met licht, die riep mij in ene keer, na een shot en die zei 'Stijn, ik heb Laermans gezien', ongelooflijk".
De Baadsters (1920) van Théo van Rysselberghe straalt dan weer van de vrolijkheid. Van Rysselberghe (1862-1926) was een impressionist. Hij werkte niet met stippels zoals de pointillisten, maar met een beheerste structuur van stippen en vlekken, met lange en brede toetsen om meer volume en beweging te creëren. Dit schilderij maakte deel uit van een reeks van vier besteld voor een atrium in het hotel van Paul Nocard in Neuilly-sur-Seine (Parijs).
De voormalige Heilige Geestkapel is weerom een waar mekka voor de kunstliefhebber. Acteur Jo de Meyere mocht de tentoongestelde werken een stem geven. In de kapel hangen realistische genrewerken van Emile Claus naast een impressionistisch werk van Léon De Smet; een expressionistisch doek van Frits Van den Berghe naast een melancholisch werk van Valerius De Saedeleer.
Voor mij was een bezoek aan Het Kunstuur een uur om niet snel te vergeten. Niet alleen de keuze van de tentoongestelde werken en de aangepaste scenografie, maar ook de soms pakkende getuigenissen van de sprekers geven een goede indruk, een goed gevoel. Het smaakt voor mij naar meer.
Nog tot 30 september 2020
Info: www.hetkunstuur.be
Café Leyden moet je wel situeren langs de andere kant van de vaart, zodat Prosper De Troyer niet zover moest ornlopen om zich te kunnen laven! De Leiden was niet zover van de Rotterdam!
https://www.regionalebeeldbank.be/beeldbank/1945019
Café Leiden bevond zich aan de Plaisancebrug tussen de Ridder Dessainlaan ("Parklaan") en de Hombeekse stwg. Het werd volledig afgebroken en is thans een appartementenblok met onderaan het Uitvaartcentrum Thibaut.
foto uit verzameling Luc Croonen
en t is meteen aangepast se :)