(foto's: Jan Smets)
Tussen Kerst en Nieuwjaar mag ze twee kaarsjes uitblazen. Nog geen twee maand na de geboorte van 'kroonprins' Juul kwam zijn nichtje ter wereld. Dat deed ze toen al op verrassende wijze. Want daar heeft ze een handje van weg, mijn kleine prinses. Niks is wat het lijkt bij haar. "'t Is dan ook een vrouwtje" zou zijne majesteit zeggen. Met haar meest charmante glimlach weet ze me in te pakken, en haar guitige pretoogjes bedotten mij terwijl ik er bij sta. Subtiele theatraliteit is haar aangeboren. En ik wéét het. Ik besef het. Maar ik laat me graag om de tuin leiden. Mijn dochters schudden dan met het hoofd. "In onze tijd..." hoor ik ze denken... Ik zou ze meeloodsen naar de nieuwe bib. Kwestie om zo vroeg mogelijk, speels en spontaan, wat cultuur bij te brengen. Zelf ben ik een méér dan fervent boekenliefhebber en de planken waar al deze dierbaar gekoesterde schatten hun plaats op gevonden hebben, kreunen onder het gewicht. Ik kom zélf weinig of nooit in een bib. Ik geef het toe. Dit is tegelijkertijd dom en duur. Ik moet mijn boeken onder eigen dak weten - ze rangschikken, kunnen raadplegen en liefkozen wanneer ik het wil... Maar nu Het Predikheren er zo aanlokkelijk bij ligt te wezen, ga ik hier toch een tikkeltje verandering in proberen te brengen. Ik ga me inschrijven, en neem haar mee - mijn schelmse ukkepuk. Mijn kleine, eigen-zinnig schattige Mies...
Hier, bij haar grootouders heeft ze ook een boekenrekje waar we zorgvuldig wat in boekhandels en op rommelmarkten verzamelde leuke boekjes hebben geplaatst. Dikke gekartonneerde lectuur met afbeeldingen van dieren of andere tot de verbeelding sprekende attributen of dingen-des-levens. Het gaat van 'Rupsje-nooit-genoeg' tot 'Tien kleine rubbereendjes' en 'kikker en rat'. En daar bladeren we dan geregeld in. Of...moet ik er uit vertellen. Soms één keer, soms twee keer, en soms nog meer...
Maar vandaag gaan we dus naar de échte bib. Pop moet ook mee. Spreekt vanzelf. Nadat ik me ingeschreven heb wil ze zélf de trap op, haar hang naar zelfstandigheid demonstrerend.
De kinderafdeling dus.
Ik moet zeggen: ze mag er zijn. Zo heel anders dan de wat muffige parochiale 'boekerij' in 't Kranske op de Tervuursesteenweg héééél lang geleden. En ook heel anders dan het filiaal van de stedelijke bibliotheek in de gemeenteschool van de Wilgenstraat, net om de hoek van m'n ouderlijke huis in de Acaciastraat , waar ik soms twee maal per week naar toe ging om boeken te ontlenen. (ik was dan ook een échte boekenwurm).
Aan de eerbiedwaardige en indrukwekkende ouwe balken hangen marionetten en andere pluchen dieren. En de boekjes staan of liggen uitnodigend op schabben of in bakken. En daartussen ligt er speelgoed. Kortom: een kinderparadijs - uitnodigend en attractief.
Dat vindt ook Mies. Ze vindt haar gading.
Na wat wikken en wegen - het concept 'lenen' educatief en op niveau uitgelegd, vertrekken we met een klein stapeltje boekjes waarin Nijntje en andere helden in opdraven.
Beneden gaan we nog effe iets drinken in de koffiebar. Lekker gezellig. (kleine suggestie: voorzie misschien ook wat kinderstoeltjes?) Een grootvader en zijn kleindochter. Haar oogjes blinken en ik smelt. Ik besef het. Zij weet het. Ik krijg een knuffel en het smelten gaat nog sneller dan een gletscher in opgewarmde tijden.
In dit stuk speelt zij de hoofdrol en mag ik figureren als aangever. Zij is de ster. Ik zie in gedachten mijn dochters het hoofd schudden en denken aan hun vader in hun jonge jaren.
Hier in de bib. Vake en Mies.
En ik denk:
dit is pure Mies-en-scène.