Het voorbije weekend waren het Open Monumentendagen in het Brusselse Gewest. Het was haast onbegonnen om al de opengestelde monumenten te bezoeken, een selectie drong zich dus op. Mijn oog viel op Schaarbeek, door velen gemeden maar toch heeft deze Brusselse deelgemeente heel wat te bieden. Voor mij was de spreekwoordelijke kers op de taart het bezoek aan het gemeentehuis met daarinplek voor – en daarom ook deze blog – een Mechels ambacht…
Het gemeentehuis van Schaarbeek is ontworpen door architect Jules-Jacques Van Ysendyck in neo-Vlaamse renaissancestijl en voltooid in 1887. Een fatale (maar aangestoken) brand in de nacht van 17 op 18 april 1911 legt het hele gebouw echter in puin. De heropbouw (en vergroting) gebeurt onder leiding van Maurice Van Ysendyck (zoon van); de inhuldiging van deze vernieuwbouw vindt plaats op 1 juni 1919.
Op de eerste verdieping, vooraan, is er een grote ruimte met een dubbele functie: links een trouwzaal, rechts de raadzaal en centraal een zone voor het publiek. Deze zaal is een ware staalkaart van het kunnen van de toenmalige kunstenaars met schitterend glasramen in zgn. Florisstijl, kostbare Belgische marmersoorten voor lambrisering en zuilen, eikenhouten meubilair en schrijnwerk en zes Mechelse wandtapijten.
(foto's Wim Tiri)
Deze wandtapijten werden gemaakt door de Manufacture des Tapisseries Braquenié, eertijds gelegen aan de Goswin De Stassartstraat (nu een notariaat). De weverij was een filiaal van een Parijse firma, opgestart in Mechelen in 1870. De weverij kende wereldwijd een enorm succes en leverde tapijten voor onder meer de zgn. gotische zaal in het Brusselse stadhuis (1876) en de rookkamer van de Belgische senaat (1880). De weverij stopte haar productie in 1987, mede door de goedkopere producties van de lage loonlanden. Momenteel is de Koninklijke Manufactuur De Wit de enige weverij van Mechelen.
Jan Smets schreef begin dit jaar al eerder op Mechelen Blogt over Willem Geets en de wandtapijten (https://www.mechelenblogt.be/2009/02/willem-geets-senaat).
De tapijten die nu te bewonderen zijn in de pronkzaal van het gemeentehuis van Schaarbeek zijn eigenlijk hermaakte exemplaren, de originelen gingen verloren met de brand van 1917. Maar aangezien de kartons bewaard waren gebleven, konden ze opnieuw geweven worden. Op de tapijten zijn bloeiende kersenbomen te zien; de omlijsting is weerom door de renaissance beïnvloed met Korintische zuilen en guirlandes. Links en rechts van de hoofdingang kwamen Mars (god van de oorlog) en Ceres (godin van de overvloed en de vruchtbaarheid) in de plaats van de door Willem Geets ontworpen allegorische voorstellingen van de kunst en de industrie (deze kartons waren verdwenen en konden dus niet meer hermaakt worden).
Hoewel de tapijten waren besteld in 1917, konden ze pas herplaatst worden in 1922 en 1925; door de oorlog en een gebrek aan grondstoffen kon Braquenié niet eerder leveren.
Voor meer info over het gemeentehuis van Schaarbeek verwijs ik naar een publicatie van Brussels Hoofdstedelijk Gewest: http://erfgoed.brussels/links/digitale-publicaties/pdf-versies/bskg/het-gemeentehuis-van-schaarbeek
Info over de Manufacture Braquenié kan je dan weer vinden in een publicatie van de OMD 2016: https://www.mechelen.be/brochure-omd-2016.pdf
(wandtapijten van Braquenié in de zgn. gotische zaal van het Brusselse stadhuis)
Trouwens, in Schaarbeek is nog meer "Mechels" te vinden. Zo ondermeer in Train World, het museum in en aan het voormalige station http://www.trainworld.be.