(foto's: J. Smets)
Als vrijwilligers werken in een rust-en verzorgingstehuis of ziekenhuis: we kunnen er ons allemaal wat bij voorstellen. En ook: zoiets krijgt van ons mooie 'waarderingscijfers' mee. Vrijwilligerswerk in de gevangenis roept meer vragen op. Het doet bij de goegemeente meer de wenkbrauwen fronsen. Het prikkelt onze nieuwsgierigheid...
Werken als vrijwilliger achter de tralies: dit is nét wat Lien Houwen al zowat dertig jaar doet in de gevangenis van Mechelen. Zo lang reeds is ze aan de slag in het Mechelse arresthuis aan de Liersesteenweg. Noem haar gerust een ervaringsdeskundige die tal van verhalen kan vertellen over haar onbezoldigde werk in de nor.
Nu heeft ze al die herinneringen gebundeld in een boek dat zopas van de drukpers is gerold: 'Dertig jaar in de bak' vertelt het verhaal over dit vrijwilligerswerk. Ze deed het onder meer omdat haar vijftienjarige kleindochter er heel nieuwsgierig naar was. Niet dat Lien met dit boek haar werk nu wil afronden. Oh nee. Zolang ze kan, en zolang ze met de fiets van Bonheiden waar ze woont, naar Mechelen kan, wil ze het blijven volhouden.
Ik praat vandaag met een enthousiaste, goedlachse geëngageerde dame van zeventig. Geboeid en met bewondering luister ik naar haar.
Het begon voor mij in 1988. Van opleiding ben ik regent Engels-Nederlands. Ik studeerde in het instituut van de Ursulinen in O.L.V-Waver en daar was ooit mijn leerkracht Engels zuster Damiana. Ze gaf lang Engels aan gedetineerden in het arresthuis van Mechelen. Sinds ik afstudeerde waren er al wat jaartjes verstreken. Ik was gehuwd, kreeg vier kinderen, werkte niet meer in het onderwijs maar thuis als onthaalmoeder. Toen zuster Damiana door ziekte niet meer in staat was om haar vrijwilligerswerk uit te voeren, zocht ze naar een opvolgster. En zo kwam ze uiteindelijk bij mij terecht. Of dit niks voor mij was? Het leek me wel wat. Lang heb ik niet getwijfeld. Zo ging de bal aan het rollen, en wat later werd ik in Mechelen voorgesteld aan directeur De Wit en de maatschappelijke assistente Annick van de gevangenis.
In het arresthuis zitten gevangenen in voorarrest in afwachting van hun proces. En deze periode kan soms twee tot drie jaar duren. Dit is voor hen een tijd van angstig afwachten, vol onzekerheid ook...
Gevangenissen moeten nu onderwijs aanbieden, gegeven door mensen uit het volwassenenonderwijs. Dat is zo wettelijk voorzien. Toch vallen er altijd mensen uit de boot. En het is voor deze gevangenen dat Lien zich inzet. Ze geeft hen privéles Engels. Maar in de loop ter tijd is dat ook uitgebreid met Frans en zélfs met Spaans. Lien die altijd nogal taalgevoelig is, schoolde zich bij en leerde deze taal vrij snel. Voor Spaans had ze eerder al belangstelling omdat een dochter van haar werkte in Guatemala. Ze begon Spaans te leren in CVO Mechelen en in Bonheiden. In Madrid en Valencia spijkerde ze de kennis nog wat bij.
Wekelijks ga ik naar de gevangenis. Soms meerdere keren. Dat deed ik dan 's avonds toen mijn nog jonge kinderen in hun bed lagen. Weet je dat ze soms niet durfden gaan slapen omdat ze wisten dat ik naar de 'boeven' ging? Ze wilden wachten tot ik veilig thuis was. Mijn echtgenoot heeft me altijd erg ondersteund in mijn engagement. Hij stond zelf in het onderwijs en verstond mijn motivatie, gaf me soms tips voor interessante lessen. De gedetineerden die belangstelling hebben om taalles te volgen moeten zich hiervoor inschrijven. Ik heb in al die jaren veel verrijkende ontmoetingen gehad en werd geconfronteerd met hun levensverhalen, met hun verdriet hun spijt, hun hoop voor een nieuwe toekomst... en ook over over hoe zover was kunnen komen. Ik minimaliseer hun misdrijf niet en vergeet allerminst de immense pijn van hun slachtoffers. Nee. Ik ben milder geworden. Ik heb meer mededogen gekregen. Uiteindelijk kan ieder van ons mogelijk in zo'n situatie komen. Vele komen ook uit een sociaal zwakker milieu of zijn jongeren met een rugzak. Ik heb veel respect en bewondering hoe sommige gedetineerden en hun families de traumatische ervaringen een plaats kunnen geven in hun leven. Zoiets heeft steeds een diepe indruk nagelaten.
De nood naar zinvol tijdverdrijf is groot bij gevangenen. In Mechelen zitten zowat honderdveertig mensen in voorarrest. Allemaal mannen. verschillende leeftijden. Ook ouderen, maar zij zijn iets minder vertegenwoordigd dan jongere leeftijdscategorieën...
Ik hoef de feiten niet te kennen waarom ze in de gevangenis zijn beland. Ik vraag daar zélf niet naar. Ik wil discreet zijn. Ik wil de mens zien. Ook is iemand maar pas schuldig als de schuld bewezen is. Soms beginnen ze wel zelf hun verhaal te vertellen. Er groeit in de jaren dat ik met hen een eindje op stap ga soms een vertrouwensband. Ze durven soms dingen vragen die niet tot mijn takenpakket horen. Ik heb zo al eens voor iemand een kostuum gekocht dat hij zo graag had om deftig naar zijn proces te kunnen gaan. Zo is er ook een man die me huilend zijn verhaal vertelde - heel pakkend. Ik bezoek hem nu nog in de gevangenis van Leuven. Ik geef nu ook les aan een gevangene die 'verdacht wordt van radicalisering'. Hij zit al negen maanden alleen in een cel en mag met niemand contact hebben. Maar toen zijn regime versoepelde kreeg hij toestemming om Nederlands te leren. Hij wordt gebracht en na de les bel ik naar het centrum om hem te komen halen. Met het leren van Nederlands wil hij de kans om later werk te vinden vergroten. Buiten zijn moeder komt niemand op bezoek. Over zijn dossier wil ik niet veel weten. Ik probeer de mens achter de gedetineerde te blijven zien.
De periode dat gedetineerden in het arresthuis verblijven is heel slopend. Soms vraag ik me wel af waarom dit zo lang moet duren. Ook zitten er af en toe onschuldigen in het arresthuis. De onzekerheid en spanning is bij hen vaak groot. De valse hoop, de angst... Ze zitten afgesloten van de wereld. Sommigen krijgen dagelijks bezoek (ik bewonder deze mensen die dit doen erg!) en anderen zien haast niemand. Men hoort al eens zeggen dat huidige gevangenissen een hotel zijn. Vergeet het maar.
Ik vraag me af of Lien niet af en toe met een zwaar gemoed naar huis gaat...
Dat valt wel mee. Soms is het inderdaad zwaar, maar tegen dat ik al fietsend van Mechelen in Bonheiden aankom is veel van die druk afgevallen. Ook thuis praat ik er niet veel over. Maar er zijn natuurlijk dingen die je erg raken. Zelfdoding komt voor in de gevangenis. Zo stond ik ooit alleen met de pater en één cipier bij het graf van een gedetineerde die op die manier aan zijn eind kwam. Zoiets kruipt niet in je kouwe kleren. Toch haal ik veel voldoening uit mijn vrijwilligerswerk. Voor een aantal ben ik een moederfiguur.
De Mechelse gevangenis heeft bij de meeste gedetineerden een goeie reputatie, weet Lien me te vertellen. Ze ervaart de directie en de cipiers die er werken als heel menselijk. Ook al heeft ze met hen niet zo veel contact: ze voelt wel hun respect. In de loop der tijden zijn er ook meer vrouwelijke cipiers aan de slag gegaan. Dat is een goede evolutie vindt Lien. Gedetineerden letten door hen soms meer op hun persoonlijke hygiëne... Vrouwen hebben op een andere manier aandacht voor de gevangenen.
Veel mensen vinden dat gevangen hun straf verdiend hebben, en dat je daar verder niet mee bezig moeten zijn. Ze kunnen gelijk hebben. Maar ooit komen ze terug vrij en moeten ze hun plaats weer veroveren in de maatschappij en dat gaat niet vanzelf. In de gevangenis werken ze aan hn schuldbesef en een beter zelfinzicht. Opsluiten heeft slechts zin als de gedetineerden er later beter uitkomen dan ze erin kwamen. Op mijn boek heb ik al vele positieve reacties gekregen. Dat doet deugd. Het zijn mijn ervaringen, aangevuld met heel wat info over hoe het er aan toe gaat in de gevangenis. Ook verwijs ik regelmatig naar de gekende Franse auteur en filmmaker Philippe Claudel die zelf als vrijwilliger les gaf in de gevangenis van Nancy. Zijn ervaringen die hij in het boek 'Le bruit des trousseaux' neerschreef zijn voor mij erg herkenbaar.
Echtgenoot en kinderen hebben ook een steentje bijgedragen aan dit boek waaraan Lien hard heeft gewerkt. Een schoonzoon hielp met de foto's en zoon en schoondochter verzorgden het voorblad. De moeder van Lien heeft altijd gesupporterd voor het werk dat haar dochter verrichte in de gevangenis. Haar vader heeft dit nooit meer meegemaakt...
Mijn vader die van Oostende afkomstig was, maar door zijn werk in Brussel naar hier verhuisde, kende de jarenlange gevangenisaalmoezenier pater Boomgaert, die eveneens West-Vlaming was, vrij goed. De man is een paar jaar geleden overleden, maar hij was een erg gewaardeerd man bij de gevangenen. Hij was een hele lieve mens. Mijn vader was erg gelovig. Ik ben ook Christelijk opgevoed. Eén van de werken van barmhartigheid is de gevangenen bezoeken. Die inspiratie heb ik wel gehaald uit dat geloof, al ben ik zelf niet meer kerkelijk.
(pater Boomgaert)
Gedetineerden kunnen in de gevangenis nog andere cursussen volgen die gegeven worden door leerkrachten van het CVO. Het centrum voor volwassenenbegeleiding biedt ondermeer cursussen tlen in modules aan en bedrijfsbeheer.
Naast deze beroepskrachten ben ik nu de enige vrijwilligers die taalles geeft. Tot voor kort was er nog een andere dame, Lea Vavedin, die jarenlang Nederlands gaf aan anderstaligen. Voor deze vrouw heb ik veel respect. Omdat ze ouder werd is ze er nu mee gestopt. Maar daarnaast heb je ook nog Vorming Plus die af en toe 'rondom prison' inricht, waarbij vrijwilligers een rondleiding krijgen in de gevangenis, gesprekken kunnen aangaan met gedetineerden, waarna een nabespreking volgt. En elke maand is er een kindernamiddag georganiseerd door vrijwilliges. Want de band tussen een vader en zijn kinderen is uiterst belangrijk. Ik was vroeger ook lid van het zogenaamde Beschermcomité dat zowat honderdvijftig jaar geleden werd opgericht door zusters en paters. Een BC bestaat in vele gevangenissen. In Mechelen zijn het dertien mensen die bezoeken brengen aan gedetineerden die nooit bezoek krijgen. Nu pater Boomgaert twee jaar gelden overleden is zijn er nog twee jonge aalmoezeniers die op donderdagavond een misviering houden waar ook Lea aanwezig is. Kunnen praten over spijt en vergeving is belangrijk in de gevangenis. Daarnaast is er ook een imam en een protestantse aalmoezenier.
(Lea Vavedin)
Met veel interesse lees ik in het boek. Verrijkend en leerzaam. Soms ook ontroerend. Verhelderend. En ik lees ook hoe Lien in een gedicht haar ontmoeting met een gedetineerde neerschrijft...
'Dertig jaar in den bak' is een absolute aanrader voor ieder die wat meer wil weten over deze voor velen onbekende wereld achter de tralies en muren.
Lien is een warme, sterke vrouw die door haar engagement symbolische muren afbreekt en deuren opent. Geweldig hoe zij zich inzet voor mensen aan de zelfkant van de maatschappij - vaak vergeten en verguisd.
Niet evident.
Maar zij leert deze mensen weer zin te geven aan hun leven.
Niet oordelend.
Nog minder veroordelend.
Beseffend dat velen van hen geen doetjes zijn, blijven deze gedetineerden in de eerste plaats mensen.
Voor haar waren dit dertig boeiende jaren die ze voor geen geld had willen missen...
Het boek is verkrijgvaar bij Lien aan de prijs van 20 Euro.