(foto's: Jan Smets)
Hij kwam s'avonds thuis van zijn werk en had zijn laatste beet nog niet binnen of hij trok naar de zolder. Aan zijn weefgetouw. Het was gewoon zijn passie. Veel zagen we hem dan niet meer. Midden in de nacht riep ons moeder dan naar hem: "Henri! wanneer komt ge nu slapen?"
Zo herinnert het zich, Monique Van de Werf. Zo herinnert ze zich haar vader, Jan Hendrik Van de Werf. Hij werkte lang bij de de bekende Mechelse firma's Braquenié, Geets en later de Manufactuur De Wit. Daar oefende hij het beroep van tapijtwever uit. En hij was érg goed in die stiel. En hij leefde voor zijn vak. Hij kon er gewoon niet mee stopppen. Eénmaal thuisgekomen deed hij verder. Urenlang. Voor zijn kinderen, Pierre en Monique... Amper zestig jaar oud overleed hij. In 1960. Monique was nog maar net twintiggeworden. Haar broer elf jaar ouder.
Het was heftig. En tien weken later stierf ook onze moeder. Ik was pas uit de rouw. Ik ben zwart blijven dragen. Zo ging dit in die tijd. Emotioneel was het erg zwaar.
Ik praat met Monique in haar woning aan de Tervuursesteenweg in de Hanswijkenhoek... Zelf is ze nu ook weduwe geworden. Mille, haar echtgenoot, ontviel haar twee jaar geleden. Kinderen heeft ze niet. Bij de pakken is ze niet blijven zitten. Ze wil onder de mensen blijven komen, haar hobby's blijven beoefenen, handwerk... , Femma... Moedig als ze is slaat ze zich er door...
Mijn vader werd in 1899 geboren. Hij woonde met zijn ouders, broer en zus op de Brusselsesteenweg. Mijn grootmoeder was huisvrouw en grootvader kweekte chrysanten. Moeder was van dezelfde wijk. Zo leerden ze mekaar ook kennen. Na hun huwelijk verhuisden ze naar de Tervuursesteenweg naast Roos en Vinus van de stoofwinkel. Op veertienjarige leeftijd ging hij op aanrader van mijn nonkel Pierre werken bij de firma Braquenié. Daar leerde hij de stiel.
De Doornikse broers Braquenié hadden in 1870 in onze stad een weefatelier opgericht. En hiermee bouwden ze verder op de eeuwenlange traditie van de tapijtweverij. Met succes. Niet minder dan Willem Geets tekende kartons voor hen. Hun tapijten waren héél gegeerd. Vooral tijdens het interbellum hadden ze succes. Ze vervaardigden wandtapijten in neo-stijlen en ook wel kopies van antieke tapijten. Pas in 1987 zou de firma stoppen.
De firma De Wit waar Henri later aan de slag ging, zag het levenslicht in 1889, en was dus een concurent van Braquenié. Heden staat de vierde generatie - Yvan Maes De Wit - van deze familie aan het hoofd van deze Koninklijke Manufactuur. Het vak leerde deze laatste van zijn grootvader Gaspard de Wit. Nu houdt de firma zich vooral bezig met de reiniging, conservatie en restauratie van wandtapijten en textillia uit museum-en privécollecties. In het monumentale historische pand, de Refugie van Tongerlo in de Schoutetstraat huizen ze sinds 1985.
Meer nog dan Braquenié wist De Wit de afspraak met de tijd niet te missen. Gaandeweg begon men zich er toe te leggen op eigentijdse werken van moderne ontwerpers. Misschien is dit ook wel één van de redenen dat ze bleven groeien en tot op de dag van vandaag succesvol zijn.
Ons vader bekwaamde zich stevig in dit aloude ambacht. Hij had een grondige stielkennis, en hij kreeg het voorrecht om gezichten en handen te weven, wat toch wel wat ervaring vereiste. Hij ging er hélemaal in op. Hij kon er simpelweg niet mee stoppen. Tot thuis toe. Urenlang zat hij op de zolder te werken. Hij verkocht niks. Het was allemaal voor zijn kinderen...Hij wou ons ook wel de kneepjes leren kennen, maar daar gingen we niet op in. Stom eigenlijk. Nu heb ik er spijt van. Mijn broer Pierre werd wel garnierder. Later maakte hij zetels die ons vader dan 'opmaakte'... Veel vertelde vader nochtans niet over zijn werk op de manufactuur. Ik hoorde dus weinig over collega's. Wel denk ik dat er in de manufactuur veel discipline van de arbeiders werd gevraagd.
Vader Henri was een bescheiden man. Hij werkte in stilte... Meer hoefde voor hem niet...
Moeder was echter héél trots op het werk van haar man. Ze zou zelfs een voorbijlopende kat aangesproken hebben om binnen te komen kijken naar de kunstwerken van haar man. Vader had dat niet graag. Dan werd hij een beetje kwaad. Ons vader was een doodbrave man. Hij zei geen woord te veel. Ik heb hem éénmaal boos geweten toen ik stiekem eens aan een tapijt wou werken. Maar ik verknoeide het, en hij heeft er veel werk aan gehad op het terug in orde te krijgen... Vader vond zijn onderwerpen soms op postkaarten. Dan vergrootte hij de tekening om die dan uit te werken. Soms lachtte hij: "na mijn dood ga ik nog beroemd worden!" Maar dat meende hij eigenlijk niet.
Henri maakte tal van wandtapijten op zijn zolder. Maar ook grondtapijten, en werken met veel groen en bloemen, die 'verdure' werden genoemd... Daarnaast hield hij zich bezig met naaldwerk.
Hij kwam zelden buiten. Hij bleef op zijn zolder. In de buurt was een cinema, maar daar ging hij niet naar toe. Steeds maar weven... Moeder hielp bescheiden mee. Als bij het weven van kleur diende gewisseld, onstond er een spleet in het tapijt. Dan naaide zij die zorgvuldig dicht. Maar eigenlijk deed ze dit niet zo graag. Ze babbelde er liever over... Zélf hield ze het bij breien. verder niets.
In 1954 schenkt België aan de Verenigde Naties een immens wandtapijt dat nu nog in het hoofdkwartier van de Uno in New York hangt! Het toont een vredesduif die naar een fontein van Goede Wil vliegt...
Het is hondervijftig vierkante meter groot. Tien meter op vijftien meter! Vader heeft hier aan meegewerkt. Daar was hij trots op.
(Henri Van de Werf zit uiterst rechts aan het weefgetouw...)
Ik was vijftien jaar toen ik mijn latere echtgenoot Emiel Verrijken leerde kennen. Hij was net als ik van de Hanswijkenhoek. Mijn moeder vond dat ik nog te jong was...
"Mille: zeg ook eens iets!", zei ze dan. Maarmijn vader gaf enkel als antwoord: "goa hebt al alles gezegd...", en hij ging verder met zijn werk. Toen we trouwden zijn we in het huis van zijn bomma aan de Tervuursesteenweg gaan wonen.
Op twintigjarige leeftijd verliest Monique haar beide ouders. Vader had een hartziekte. Deze werd hem dan ook fataal. Broer Pierre was lang vrijgezel, maar zou later later huwen met een vrouw die nog enkele jaren ouder was. Kinderen kregen ze niet meer. Ook Monique en Mille blijven kinderloos.
Onze Pierre overleed in 2001. Toen kwamen alle wandtapijten die vader voor hem maakte naar hier. Bij al diegene die ik al erfde van hem. Ik heb nu een bijzonder grote verzameling. Vele hangen hier in huis. In alle formaten. Het is puur kunstambacht. Mille zag dat niet altijd zo graag, maar hij liet mij doen. Het is zo jammer dat dit niet meer gewaardeerd wordt. Zo is dat ook met het kunstige Mechelse meubel. Je krijgt dit aan de straatstenen niet meer kwijt.
Monique bezit nu een indrukwekkende verzameling wandtapijten. Ze zou het doodjammer vinden dat die later zomaar zouden 'verdwijnen'...
Ik kan er in feite moeilijk afstand van nemen. Toen ik er ooit eentje van verkocht deed dat een beetje raar. Maar ik zou het erg vinden dat als ik ooit naar een rusthuis zou gaan dit alles zou moeten 'opgeruimd' worden. ik vroeg eerder reeds aan de firma De Wit of ze die wilden overnemen. Maar ze bedankten hiervoor. Niemand kent er trouwens onze pa nog. Ook wilde ik de hele verzameling schenken aan de stad, maar een schepen gaf me ten antwoord dat er nog zovéél steken in hun kelders die ze zélf niet kunnen hangen. Hij vond ze wel mooi. Dat wel. Niemand wil ze... Ik ging bij een antiquair ten rade en die zei me binnen zestig jaar nog eens langs te komen. De jeugd wil zoiets niet meer. Maar zestig jaar kan ik natuurlijk niet wachten. "Ga aan een boot staan in Antwerpen als er Amerikanen aanmeren" zei hij nog. "Die kopen dat dadelijk!" Maar zie je me daar al staan? nee toch...
(details van een paar wandtapijten die Henri weefde...)
Monique mijmert... Ze weet niet wat ze met die tapijten moet aanvangen... Ze zijn haar zo dierbaar. Ze herinneren aan haar vader... Graag wil ze er een mooie bestemming aan geven. Ze vindt het zo jammer dat al die kunstwerken die het resultaat zijn van zoveel noeste arbeid - zo liefdevol uitgevoerd - geen waardige bestemming zouden krijgen...
Haar ouders zijn beiden al zovele jaren geleden overleden. Haar broer eveneens. Haar resten de herinneringen... Vader Henri maakte dit alles voor zijn kinderen. Alleen Monique blijft over.
Twee jaar geleden stierf ook mijn man Mille. Op 14 december 2016. Hij zou dit jaar tachtig zijn geworden. We hadden de Kerstboom net gezet. Mille hield daar eigenlijk allemaal niet zo van... Binnenkort komen die dagen weer aan... Dat zal zwaar worden. Gelukkig heb ik mijn bezigheden en blijf ik niet tussen mijn vier muren zitten... Dat helpt.
Ze toont me de wandtapijten die her en der in huis hangen. Ze zijn de stille getuigen van een oud Mechels ambacht... Maar meer nog vertellen ze een dochter van haar vader... Zijn avondmaal was amper op, of hij trok naar zijn zolder...tot diep in de nacht - om te weven... Memories om te koesteren...
(wie eventueel belangstelling zou hebben in wandtapijten kan Monique steeds contacteren: mauwkemonique@gmail.com )
Recente reacties
1 jaar 10 weken geleden
1 jaar 38 weken geleden
2 jaren 5 weken geleden
2 jaren 24 weken geleden
2 jaren 28 weken geleden
2 jaren 31 weken geleden
2 jaren 32 weken geleden
2 jaren 35 weken geleden
2 jaren 35 weken geleden
2 jaren 36 weken geleden