Flying doctor Tony De Bondt...

met categorie:  

  (foto's: Jan Smets)

Met de ingebruikname van het immense Sint-Maartenziekenhuis vorige week werd geschiedenis geschreven...  Hiermee kwam ook een einde aan de campussen in de Mechelse binnenstad én Duffel.  Het lot van het voormalige Sint-Jozefziekenhuis ('de kliniek van Peeters') in de Leopoldstraat en OLV-gasthuis - nadien Dodoensziekenhuis aan de Zwartzustersvest werd hiermee voorgoed bezegeld.  Een nieuw tijdperk is aangebroken. 

Vandaag praat ik met Tony De Bondt die jarenlang chirurg en hoofdgeneesheer was in het Stedelijk OLV-ziekenhuis.  Op zijn 59ste ging de onlangs 82 jaar geworden dokter op pensioen.  Honderduit vertelt hij over zijn werk in het ziekenhuis én over zijn grote passie: vliegtuigen.  In de tuin van zijn woning - een prachtig verbouwde 18de eeuwse hoeve aan de Hoogstraat in Zemst - even voorbij Hombeek - staat nog een Piaggo uit 1960.  Tony kocht het toestel in 1974.  Het behoorde tot een lot van vier vliegtuigen.  Hij heeft er aardig wat uurtjes mee rondgevlogen.   Wegdoen kan hij het toestel niet.  Ook al was het nadat het erg beschadigd werd bij een buiklanding (Tony zat niet zelf aan de stuurknuppel), niet meer vliegveilig.   Ook de buren zouden het toestel missen.  Passanten bekijken het nog steeds bewonderend, schoolkinderen komen het bekijken en er worden nog communiefoto's bij genomen...  Het vliegtuig heeft té veel herinneringen voor onze 'flying doctor'...

 

Tony De Bondt wordt op 10 oktober 1936 geboren in OLV-waver als 3de van 5 kinderen.  Vader die van Malderen afkomstig is, is er gemeentesecretaris.  De moeder van Tony is van Steenhuffel.  De lagere school doorloopt hij in OLV-Waver, waarna hij naar het Mechelse Sint-Romboutscollege gaat...  Daar wordt hij ook klasgenoot van mijn vader... 

 

Het was dik tegen mijn goesting.  Ik ging er niet graag naar school.  Ik kwam van een dorpsschool waar we veel plezier beleefden en in Mechelen  werd ik bekeken als een 'boerke' van den buiten. Met al die pastoors en strenge wetten... Niks voor mij.  Je mocht er bijvoorbeeld  niet naar de meisjes kijken of je vloog 3 dagen buiten.  Ik ging steeds met de fiets of met de stoomtram (de 'zwètten tram') van Waver naar Mechelen.  Toch hadden we een toffe klas.  We hielden oprecht van mekaar, en 2 keer per jaar komen we nog samen.  En dat is toch uitzonderlijk na al die jaren.  Dan gaan we eten in het restaurant van ColomaPlus.  Maar we worden allemaal een dagje ouder.  Zowat met de helft van onze retorica blijven we nu nog over.  Oud-klasgenoot, Willem Loosen, die later als fysiotherapeut nog een collega werd in het ziekenhuis, organiseert onze bijeenkomsten al jaren.  In november is het weer zover...

 

Na de jaren op de schoolbanken van het Sint-Romboutscollege, verkast Tony naar Leuven waar hij gaat studeren aan de universiteit.

 

 

Ik ging niet alleen...  Ook klasgenoten Jos Gobien (die later tandarts werd in Mechelen), Jos Fannes, de onlangs overleden Werner Marinus, Seppe Poortmans, Willem Loosen, Jos Smets, en nog een paar anderen: ze gingen allemaal naar Leuven.  We waren er allemaal door in het eerste jaar.  Gek genoeg buisde de primus van onze klas Jef Titteca in dat eerste jaar.  Toen moest je nog Grieks/Latijn hebben gedaan om geneeskunde te mogen studeren.  Gelukkig maar.  Dat is toch een meerwaarde.  Van onze klas zijn er velen priester geworden.  Maar om diverse redenen zijn ze bijna allemaal uitgetreden.  Ook bij mij heeft men nog geprobeerd me op dat pad te zetten.  Maar nee: een roeping had ik niet...

 

Vrouw Mancy monkellacht...  "Zon' goeie Katholiek als jij..."

 

Ach, een atheïst zal ik me niet noemen.  Maar van het instituut Kerk moet je me niet meer klappen.  Ik heb té veel gezien.  Zoveel hypocrisie... zoveel schijnheiligheid.  En wat heeft men ons allemaal wijsgemaakt in die tijd...

 

In het eerste jaar komt Tony met grote onderscheiding over de eindstreep.

 

                             

 

In het tweede jaar kwam ik er door met 'voldoening'Ik vond immers dat ik té veel had gestudeerd in dat 1ste jaar.  Het mocht dus iets minder zijn...  Maar 2de zit heb ik nooit gehad.  Anders was ik mijn vakantie kwijt en dat wou ik niet.  Na mijn algemene opleiding heb ik verder gestudeerd voor chirurg.  Hiervoor moest je toen je laatste 3 jaar onderscheiding hebben.  Anders mocht je de studies niet aanvangen.  Zo konden er maar 4 starten aan de opleiding.  Ik deed algemene chirurgie en daarna ook plastische - reparatieve - chirurgie.  Dat bewees later wel zijn nut toen ik abdominale operaties deed.  Zo kon ik met zorg operaties uitvoeren die mooiere littekens nalieten.

 

Tony studeert nog in Leuven als hij huwt met Mancy Magielsen. Mancy is Nederlandse van afkomst.  Haar moeder en de moeder van Tony waren bevriend.

In 1965 studeert Tony De Bondt af en komt hij terug naar Mechelen.  Eerst is hij nog in militaire dienst (3 maand in de Gentse kazerne en daarna in het militair hostpitaal van Antwerpen). Halftijds werkt hij in het Stedelijk OLV-ziekenhuis dat dan nog geleid wordt door Dokter Toen.  En halftijds heeft Tony nog een job in het Elisabethziekenhuis in de Stassartstraat, de 'kliniek van Dubois'. (nu hotel Elisabeth)

 

Dokter Dubois was een fijne mens en een hele goeie chirurg.  Hij heeft me veel geleerd.  Ik werkte graag in dat kleine ziekenhuis dat maar een capaciteit had van een 80-tal bedden.  iedereen kende iedereen...  Ik weet wel heel zeker dat Dokter Dubois me graag had gehouden in zijn kliniek.  Maar ik kon nadien voltijds werken in het OLV-ziekenhuis.

 

Tony vertelt dat hij nog altijd een hele verzameling notitieboekjes heeft uit die tijd.  Tot in detail schreef hij steeds op wat hij leerde bij het bijwonen van operaties in binnen-en buitenland. 

 

 

...tof wélke draad werd gebruikt, welke steken men uitvoerde...  Iets was je opschrijft vergeet je niet vlug.   Ik had de gave om snel te kunnen opereren.  Ik was immers zowel rechts-als linkshandig.  Het linkshandige - waarvoor ik vroeger veel 'mot' kreeg, heeft men er gelukkig niet uitgekregen.

 

Het OLV-ziekenhuis telt nog veel gasthuisnonnen toen Tony er begint.  Die werken in die tijd nog aan een minimumloon dat maar de helft bedraagt van wat de anderen er verdienen.  Later wordt dit aangepast.

 

Ik had veel respect voor de zusters.  Ze vertegenwoordigden niet minder dan 800 jaar geschiedenis in de gezondheidszorg.  Vooral ook met Zuster Gemma die directrice werd van het OLV-instituut voor verpleegkunde in de Augustijnenstraat had ik een boon.  Dat was echter bilateraal.  Ze was ook van OLV-Waver afkomstig; was heel 'normaal' en best erg verstandig. 

 

In die jaren zestig is alles nog niet goed gestructureerd in het ziekenhuis vertelt Tony.  Als hij er aan de slag gaat als chirurg zal hij na een tijdje ook permanent 3 assistenten en stagiairs in opleiding toegewezen krijgen.  De eerste operaties voert Tony nog uit in het oud-gasthuis in de Keizerstraat.  Nadien wordt de nieuwe blok aan de Zwartzustervest gebouwd.  ("door 3 architecten: een socialist, een katholiek en een liberaal.  Maar veel kaas van ziekenhuisarchitectuur hadden ze niet gegeten, zodat nadien nog heel wat fouten dienden hersteld te worden!") In die beginjaren is kinderarts Dokter Dequeecker er nog hoofdgeneesheer.  Nadat deze op pensioen gaat eind jaren '70 vraagt men aan Tony of hij hem wil opvolgen...

 

Eigenlijk wou ik dat niet.  Ik had immers zo weinig tijd over als chirurg.  Maar goed...  Wekelijks vergaderingen met de OCMW-raadsleden over financies, boekhouding...  Het was helemaal wat anders.  Toch ben ik ziekenhuisboekhouding beginnen studeren, zodat ik tenminste zou begrijpen wat men er allemaal vertelde.  Maar dat verklapte ik niet.  Men vroeg zich toen wel af hoe ik dit alles zo goed kende?

 

(bij de verhuis van de Besloten Hofjes uit het gasthuis naar Busleyden waar ze worden gerestaureerd...)

 

Op zijn 59ste levensjaar beslist Tony om er mee te kappen.  Hij wou op pensioen.

 

Men geloofde het niet toen ik het vertelde.  Op mijn laatste werkdag heb ik nog zo'n 20-tal operaties uitgevoerd.  En dan was het gedaan.  Ik ben niet weggegaan omdat de chirurgie me tegenstak.  Nee.  Ook niet voor m'n patiënten...  Want ik werd door hen betaald met dankbaarheid.  Dat gaf altijd veel voldoening.  Maar toen de politiek zich hoe langer hoe meer met de geneeskunde ging bemoeien, was het voor mij ineens genoeg.  Ik ben dus gestopt.  Mijn assistent, chirurg/uroloog Dokter Claerebaut die toch nog 7 jaar jonger was dan ik, stopte gelijk met mij.  Hij woont nu in de Dordogne...  Toch heb ik al die jaren met véél plezier gewerkt.  Ook hard gewerkt.  Dag en nacht. Ik droeg steeds een grote verantwoordelijkheid. Maar altijd  werkte ik met goesting. 

 

Nadat Tony op pensioen is gegaan, verandert het ziekenhuis van naam.  Het heet nu 'Dodoensziekenhuis'.  Pas later gaat het stedelijk ziekenhuis op in Sint-Maarten, samen met Sint-Norbertus van Duffel.  En nu is er dan het nieuwe grote ziekenhuis.  Tony vindt het goed, maar het is "een fabriek..."

De eerste 5 jaar van zijn ziekenhuiscarrière wonen Tony en echtgenote Mancy in de Colomastraat.  2 kinderen krijgen ze: een zoon en een dochter.  Renzo en Carmen (en ondertussen hebben ze ook 3 kleinkinderen).

Mancy kan niet aarden in Mechelen.  Ze woonde voordien altijd landelijk en doordat ze altijd heel erg veel van honden en paarden hield, wil ze naar 'den buiten'... Daar zou ze veel beter haar passie kunnen beleven.  Mancy doet als profruitster aan dressuur, rijdt wedstrijden...  Die liefde heeft ze doorgegeven aan haar dochter.  Veel paarden heeft ze nu niet meer op het domein in Zemst.  Enkel nog miniatuurpaardjes.

Tony:

 

Paarden is écht iets voor Mancy.  Zelf ben ik altijd wat bang geweest van deze dieren.  Vliegtuigen zijn mijn passie!  Dat had ik al van kindsaf.  Het boeide me al van toen.  Ik zag de eskaders overvliegen in de oorlog, en viel er eentje neer in de buurt dan liep ik er als kind naartoe...  Het heeft me nooit losgelaten.  Toen ik 2 jaar geleden jarig was heeft mijn zoon me een fantastisch cadeau gegeven: ik mocht in Engeland met een spitfire vliegen.  Gewéldig.  Ik mocht aan de stuurknuppel zitten, loopings doen...

 

Tony wou al vroeg leren vliegen.  Maar zijn ouders zijn er vierkant tegen.  Van Mancy mag het wel.  Maar de tijd ontbreekt eerst.

 

 

Toch heb ik doorgebeten.  Ik wou en zou piloot worden.  Voor die examens studeerde ik tussen 2 operaties door.  Vakken als meteo, navigatie, mechanica... ik kreeg toen de kans om in 1974 mijn Piaggio te kopen in München - het toestel dat hier nog in mijn tuin staat.  Gebouwd in Bremen had het nog maar 300 vlieguren gehad.  Da's echt niet zo veel.  Het stond gestald op het Grimbergse vliegveld.  Ik heb mijn jongensdroom kunnen waarmaken.  Maar ik heb er veel voor moeten doen.  Later leerde ik ook een Sabenapiloot kennen, en ik kreeg dan de kans om met opleidingsvliegtuigen de lucht in te gaan.  Later heb ik nog een 2-motorig vliegtuig gekocht. Het was hélemaal mijn ding.  Maar mijn werk als chirurg primeerde.  Mancy had haar paarden.  Ik mijn vliegtuigen.  Voor haar waren die toestellen eerder een 'gebruiksvoorwerp' om 'ergens' te geraken.

 

2 beroepspiloten van het Nederlandse leger vragen in 1982 om eens te mogen vliegen met de Piaggio.  In Zwartberg maakt het toestel een buiklanding.  Normaal gaat een waarschuwingslicht branden en hoort de piloot een signaal als het landingsgestel is ingetrokken.  De man zet het geluid af omdat het een onaangenaam geluid is...  Met alle gevolgen van dien.

 

Het beschadigde vliegtuig staat hier nu.  Met weemoed denk ik terug aan mijn eerste vluchten met dit toestel.  het was een comfortabel reis-en acrovliegtuig.  de schroef had een verstelbare spoed en verder was het voorzien van flaps en had het een goed uitgeruste cockpit.  de instrumenten zijn nu allemaal uit het vliegtuig verwijderd. Ook de motor.  Maar ik geniet er nog altijd van om het hier te kunnen zien... 

 

 

Tony specilaliseert zich in luchtvaart-en ruimtevaartgeneeskunde.  Ook dat nog.  Hij schrijft handboeken die nu nog gebruikt worden door leeling-piloten.

Tony toont me het vliegtuig...  Hij praat er over met erg veel liefde...

 

Men denkt altijd dat het een erg dure hobby is.  Maar dat valt best mee.  Het onderhoud deed ik altijd zorgvuldig. Alle kennis schreef ik netjes op in boekjes - net zoals ik deed toen ik voor chirurg studeerde.  Sleutelen aan het toestel deed ik ook zélf.  Weet je: als je ne mens terug ineen kan steken, lukt dat ook met een vliegtuig (lacht)...

 

 

Nog altijd in de wolken...  Chirurg en piloot: Tony De Bondt.  Dromen koesteren, waarmaken en beleven... Is het zo dat men jong blijft?