Van duisternis naar licht...

 

(foto's: Jan Smets)

50 jaar geleden kwam er een einde aan de restauratiewerken aan de monumentale OLV-over-de-Dijlekerk.  Die was namelijk vreselijk geteisterd uit de Tweede Wereldoorlog gekomen nadat er op 19 april 1944 een brandbom viel.  De schade was enorm. Op 1 mei van dat jaar volgde nog een groter bombardement. De brand die daarop volgde was pas 2 dagen later uitgewoed.  Een latere storm zorgde nog voor meer problemen toen hierbij het zuidelijke dwarsschip begaf. In 1968 - bijna 25 jaar nadat de grootse restauratie werd opgestart, zette men een punt achter de werkzaamheden en werd de kerk ingehuldigd.  De méér dan boeiende geschiedenis hiervan wordt nu op schitterende wijze in beeld gebracht met een bijzondere tentoonstelling - die ver van statisch is.  In acht 'kamers' in de kerk wordt aan de hand van talrijke foto's, plannen, voorwerpen én gedigitaliseerde beelden dit alles verbeeld.  We vernemen alles van het rampzalige bombardement, van de clash tussen 2 architecten, over de invloed van het tweede Vaticaanse Concilie, en véél meer...

 

 

De tentoonstelling loopt een hele poos.  Tot en met 30 juni valt deze te bezoeken in deze prachtige kerk.  Alle dagen kan je er terecht behalve op woensdag.  Tot eind oktober van 13 uur tot 17 uur, en van 1 november tot 31 maart van 13 uur tot 16 uur.

 

De expo is uiteraard gratis te bezoeken.  Er kan een mooie, rijk geïllustreerde brochure worden aangeschaft aan de prijs van 5 Euro.

 

Volgende week vrijdag wordt de tentoonstelling 'Van duisternis naar licht. 50 jaar na restauratie' feestelijk geopend, met toespraken en een kleine receptie. Iedereen is welkom

 

 

Het bombardement was verschrikkelijk.  De daken brandden af en de zuidelijke puntgevel stortte in.  De klokken smolten en het interieur werd zwaar beschadigd...

 

 

 

Een langdurige restauratie volgde.  En het is deze episode uit de geschiedenis van OLV-over-deDijle, wou de Kerfabriek en de Pastorale Ploeg in de kijker zetten.

Dat vertelt me Guido Knops die zowel voorzitter is van de Pastorale Ploeg als de Werkgroep Religieus Erfgoed van deze kerk.

Het is Hugo De Cleyn de afscheidnemende voorzitter van de Kerkfabriek die tekst en uitleg geeft bij dit geslaagde initiatief...

 

  (Hugo De Cleyn)

 

Een tijdje geleden werd het idee geopperd om de 50ste verjaardag van het einde van de restauratiewerkzaamheden te vieren.  De werkgroep Religieus Erfgoed en actieve leden van onze gemeenschap hebben er hun schouders ondergezet.  Ze kregen hierbij de hulp van een aantal deskundigen, zoals Patrick De Greef die het concept uitwerkte en het scenario schreef.  Regisseur Werner Jacquet maakte een dynamisch, filmisch geheel van de gedigitaliseerde beelden.  Rogier Chorus stelde de brochure samen.  Ook onze dank aan Wim Hüsken die als deskundige faam heeft wat cultureel erfgoed betreft. En zeker wil ik alle vrijwilligers achter de schermen danken.   Aanvankelijk was de expo eenvoudig opgevat, maar het werd een steeds groter geheel.  We konden voor dit alles rekenen op de medewerking en financiële steun van deze parochie, de Vereniging van Parochiale Werken van het Dekenaat, de stad en het Fonds religieus erfgoed Mechelen, beheerd door de Koning Boudewijnstichting.  Ook heel wat instanties stelden foto's en plannen ter beschikking.

 

Onmiddellijk na de ramp van 19 april '44 sprak deken Leys de in de buurt wonende architect Désiré Beeck aan om de schade te herstellen.  Désiré was de grootvader van de bekende, in onze stad erg actieve architect Karel Beeck.  De man ging dadelijk aan de slag, maar zijn plannen werden vanaf 1950 gedwarsboomd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen...

 

Patrick De Greef vertelt er mee over...

 

    (Patrick De Greef)

 

Het interieur van deze kerk zoals we het nu kennen is grotendeels het resultaat van de restauratieperiode '44-'68.  Wil je deze kerk 'begrijpen': dan moet je de de naoorloogse geschiedenis er van kennen.  We hebben getracht het vele materiaal niet statische en saai te exposeren.  Er werd een tekst uitgeschreven die de basis voor de tentoonstelling zou worden.  8 kamers hebben we ingericht die chronologisch een licht werpen op deze periode.  Van het Rijke Roomse leven voor het Concilie tot de dagen daarna.  We zien zelfs 2 parrallelle verhaallijnen.  Het verhaal van de restauratie loopt gelijktijdig met de nieuw verworven Rooms Katholieke inzichten.  De besluiten van het Tweede Vaticaanse Concilie lieten zich hier gelden.   We starten met het bombardement en de eerste restauratiewerken van Désiré Beeck.  Hij restaureerde de buitenschil van de kerk.  Maar...werd nadien in zijn werkzaamheden belemmerd door een andere Mechelse architect - Jan Lauwers.  De werken werden stil gelegd en pas na het overlijden van Désiré Beeck - na tien jaar inactiviteit - werden de draad weer opgepakt.  Door Jan Lauwers, aangesteld door de nieuwe deken Louis De Backer... 

 

Een fraai verhaal is het niet.  De twee architecten waren mekaars tegenpool.  Karakterieel en ook qua idee naar de binnenrestauratie toe.  Jan Lauwers wou het gebouw zoveel mogelijk laten 'spreken'.  Er ging daarbij heel wat verloren...Anderzijds werd er ook wat toegevoegd.  Het hoofdaltaar moest verwijderd te worden..., Het schilderij 'de Wonderbare Visvangst' diende op zijn oorspronkelijke plaats gehangen te worden en hiervoor moest een kostbaar maar geteisterd zijaltaar vernietigd te woren (pas in 2016 werd een erg mooi beeld - fragment van dit altaar bij veilinghuis Bernaerts weerom aangekocht.  Andere stukken van dit altaar waren op de kerkzolder bewaard... Nu wordt dit alles geëxposeerd in een zijaltaar.

 

 

 

De bekende Aloïs Jans probeerde veel van de plannen voor 'zijn' kerk nog te belemmeren.  Maar toch sloeg Lauwers toe.

Jan Lauwers had zijn visie op het totaalconcept - van portaal, tot lampenkappen en glasramen toe...  Het was allemaal zijn ontwerp.

 

De inbreng van Lauwers als interieurarchitect is zo belangrijk dat dit gebouw in waarde zou verminderen mocht men deze elementen nu wegnemen.

 

 

Als architect had Jan Lauwers zijn grote verdienste.  De moderne glasramen - die aanvankelijk niet door iedereen werden gesmaakt - werpen een bijzonder licht in de kerk.  Op zonnige dagen worden vele kleurrijke lichtvlekjes getoverd op muren en zuilen.  'Het licht van Lauwers' werd een begrip.  Ik noem het wel eens - tikkeltje oneerbiedig - 'de discobar van God'...  Mooi is het alleszins. 

 

 

Ondanks dit alles had hij zijn kleine kanten.  Het conflict tussen de twee architecten mag je zeker een menselijk drama noemen.  Lauwers ging vaak dwars liggen bij elk voorstel van Beekc en hij slaagde er in om de verdiensten van voorganger Beeck 'uit te gommen'.  Haast letterlijk.  De naam en handtekening op diens plannen werden simpelweg overplakt.  Nee - mooi kan je deze historie niet noemen.  Het onlokt aan schepen Walter Schroons al lachend de opmerking dat 'architecten dus nog erger zijn dan politici...'

 

 

In 1968 werd de kerk dan eindelijk ingehuldigd.  Een nieuw tijdperk trad aan.  De laatste 'kamer' brengt een hommage aan de haast legendarische priester Bob Peeraer die in één adem met zijn kerk kan genoemd worden.  De laatste 50 jaren was hij sterkhouder en bezieler van OLV-over de Dijle die in de geest van het Concilie priester en publiek meer bij mekaar bracht.  De ouderdom begint nu wel te wegen.  Nog niet zo lang geleden diende hij noodgedwongen  zijn appartement te verlaten, en nu woont hij vlak in de schaduw van 'zijn' kerk, in het Milsenhof.

 

(Werner Jacquet)

 

De bekende regisseur Werner Jacquet heeft al de foto's die hem ter beschikking werden gesteld tot een wervelend geheel weten om te vormen.  De statische beelden werden verwerkt tot een 8-tal video's.  Hij vulde dit alles aan met extra opnames.  Een grote uitdaging was het geluid.  Wilde het niet tot een kakafonie verworden, diende het geluid beperkt te worden tot 2 kamers.  Werner wil graag Frans Verheyden bedanken die hem hielp bij het opstellen van de installaties.  Een dankwoord is er eveneens voor het Mechelse bedrijf Option Media.

 

                                        (Rogier Chorus) 

 

De brochure die Rogier Corus samenstelde gaat niet voorbij aan de twee epische verhalen van de restauratieperiode: het bombardement en herstel van de kerk, én de clash tussen de 2 architecten die diametraal tegenover mekaar stonden.

Rogier heeft heel wat onderzoek gedaan in archieven.  Vooral in dat van het Aartsbisdom.

 

 

 

Schepen Walter Schroons duidt op het belang van onze prachtige monumenten die onze kerken zijn.  Vaak gaan we overal in het buitenland kerken bezoeken, maar kennen we die van eigen stad veel minder.  Daarom is de onsluiting er van zo belangrijk.  Ook verhalen als deze dienen bewaard.  Hij feliciteert het werk van alle vrijwilligers die hun bijdrage aan deze expo leverden. 

 

  (Walter Schroons)

(17de eeuwse kostbare kazuivels, met gouddraad doorweven...)

 

(Guido Knops, Watler Schroons, Frans Verheyden en Patrick De Greef)

 

                                      

 

 

 

 

2010...

In dat jaar zal architect Karel Beeck  het modernistische decor van de Calvarie met beelden van L.Van Esbroeck, dat ontworpen werd door de grote tegenstander van zijn grootvader Désiré Beeck, vervangen door een meer bij het gotische exterieur van de kerk passende nieuwe ontwerp...

Een oud verhaal en een bitsige vete kreeg alzo een klein orgelpunt.  Noem het een detail.  Maar frappant is het alleszins.