(foto's: Jan Smets)
Vele eeuwen was het zo: in een stad werd gewoond én gewerkt. Het waren twee functies die onlosmakelijk met mekaar verbonden waren. Het gonsde van bedrijvigheid in onze steden en de industrialisering deed dit nog toenemen. Een stad trok als een magneet arbeiders aan. Men werkte waar men woonde en dit alles had zo zijn gevolgen. Tijden veranderen. Een stad evolueert hoe langer hoe meer naar een plaats waar men woont. En bedrijven vertrekken naar elders - ver van de stadsmuren verwijderd. Mechelenbinnenstebuiten puurde voor deze tweede zomerwandeling dit thema uit. Zondagnamiddag werd onder een loden zon gestapt door heden en verleden. Woensdagavond wordt deze wandeling herhaald. Gidsen van dienst waren - en zijn - dit keer Peter Meuris en An Slaets. De groep werd bij vertrek aan de IJzerenleen netjes opgedeeld, en ik ging mee op stap met An, die om zich te beschermen tegen de zomerzon een petje op het hoofd had gezet. Haar kleinzoon had haar gezegd dat ze 'haar klak achterstevoren diende op te zetten'. Zo zou ze er immers meer als een 'werkmens' uitzien. Zo gezegd, zo gedaan...
De Mechelse binnenstad was altijd al een werkplek. Net zoals in andere steden. Gilden en ambachten organiseerden lange tijd de arbeid. Met de stoommachine komt een kentering. Een ware (r)evolutie. De industrialisering brengt alles in een stroomversnelling. Niet langer blijft men werken in kleine ateliertjes, maar er komt een ware schaalvergroting op gang. Dit had zo zijn gevolgen. De stad begint een wildgroei te krijgen van kleine arbeiderswoningen. Want wie wou werken trok in grote getale naar de stad. Ook vervoer van en naar de steden werd hoe langer hoe meer belangrijker - voor afvoer en aanvoer van producten... De mobiliteit nam toe...
Zo ging het lang... Maar alles is dus in evolutie. Momenteel maken we de omgekeerde beweging mee. Mechelen wordt hoe langer hoe meer een woonstad.
Wie werkt er nog in eigen stad? Hoe organiseren we ons vadaag? Waar vinden we in Mechelen flexibele werkplekken en satelietkantoren...? Vele vragen... Weerom stof voor boeiende discussies....
Terug naar lang vervlogen tijden...
Vanaf de 13de eeuw ongeveer beginnen werknemers zich te verenigen in gilden. Voor elk beroep was er wel een gilde of ambacht te vinden. Ze hanteerden hele strenge regels. Ondermeer over het productieproces. De reglementen werden opgenomen in een keure. In die gilden trof je leerjongens, gezellen en meesters aan, en om te stijgen in de rangorde diende je proeven af te leggen. De belangrijkste gilden waren vertegenwoordigd in het stadsbestuur. Tot die orde behoorden ambachten als de vleeshouwers, de marktlieden, de schoenmakers, de bakkers en brouwers, de leemplakkers, en vele andere. Daarnaast had je ook nog tot de 'mindere' beschouwde gilden als die van de kousenmakers, de hoveniers, de kuipers enz...
En soms verliep het contact van de gilden met het stadsbestuur goed, en soms waren de verhoudingen stroever. De gilden zorgden voor een aantal sociale regelingen. Vele van die toen verworven rechten liggen aan de basis van de sociale wetgeving die we nu nog kennen (zoals zondagsrust enz.).
Heden zien we toch weer een aantal verschuivingen. Het lijkt soms wel of de klassieke vakbonden hun beste tijd hebben gehad. Hier en daar zie je beroepscategorieën zich verenigen in nieuw opgerichte organisaties. De solidariteit tussen arbeiders en bedienden is wat aan het verdwijnen... Gaan we terug naar 'de gilden' van weleer? Uiteraard aangepast aan de huidige tijd?
Dit vertelde An ons aan het monumentale gildehuis van de visverkopers: De Zalm aan de Zoutwerf...
Als toemaatje kregen we nog het verhaal over 'blauwververs' en 'roodververs' en het 'gilde van de drapiers'... Maar hiervoor moet je woensdagavond maar de wandeling in jouw agenda zetten... Alles mag natuurlijk niet verklapt worden...
Niet veel verder aan de Zoutwerf staat nu een modern appartementenblok. Maar tot in 1964 was hier een belangrijk bedrijf gevestigd: Bloemmolens Nielsen. In dat jaar diende men de zaak te sluiten als gevolg van een brand die dit fabriek in de as legde.
De industrialisatie deed Nielsen groot worden... Zo zag je dit meer in Mechelen. Er was ook een andere maalderij wat verderop: aan de Volmolen was De Bontridder te vinden. Ook dit is reeds lang geschiedenis. Bloemmolens Nielsen staat als symbool voor deze evolutie.
Veel industrie kan je in deze stad niet meer vinden.... Geluid-en geuroverlast: we vinden het allemaal niet zo leuk meer in de buurt waar we wonen. En zulke bedrijven zorgen ook voor veel extra vervoer... Nee: bedrijven verhuizen naar ver buiten de ring. Wooneenheden worden opgetrokken op de gronden van voormalige industriële werkplekken. De dunne draad tussen werken en wonen lijkt doorgeknipt in de stad. Zelfs een aantal vrije beroepen verhuizen naar elders.
Politici bepalen nog steeds welke functie die vrijgekomen grond krijgt. Zij hebben natuurlijk ook hun bepaalde visie op 'de stad'. Criteria voor bepaalde verhoudingen tussen wonen en werken in de stad zijn nergens in wetgeving vastgelegd. Ook hierover kan je best discussie voeren.
We klommen via het Maalderijstraatje naar boven. Ook dit smalle straatje zie je een ware metamorfose krijgen. Op de hoek van deze straat en de OLV-straat wordt een grote appartementsblok gepland. Waar vroeger ateliers gevestigd waren, zullen nu binnenkort Maneblussers hun woonstekje vinden.
De Mechelse archeoloog Wim Tiri die één van de deelnemers aan de wandeling was, merkte terloops op dat hier in dit straatje zijn overgrootvader een marmerbedrijf had. Hij leverde trouwens het marmer voor de bouw van het Afrikamuseum in Tervuren. En daar is Wim best trots op. Hij vertelde dat zijn overgrootvader (die de naam 'Peeters' droeg) één van de eersten in onze stad was die een auto en een telefoon bezat!
Achter de hoek, in de OLV-straat, staan nu een aantal panden leeg. Zij zullen binnen afzienbare tijd ook gesloopt worden om het nieuwe appartementsblok te kunnen optrekken. In één van die gebouwen met achterliggende werkplaats was het houtbedrijf SWELVET gevestigd: een creatieve plek - het initiatief van twee jonge mannen die interieurvormgeving studeerden in Mechelen. En dat project kende aardig wat succes. Maar ook zij dienden te verhuizen. Nu kan je ze vinden in de Maurits Sabbestraat.
An vertelde dat één van haar grootvaders ook een houtbedrijf had op de Leuvensesteenweg. Niks is 'nieuw'. Ook andere meubelmakers mochten gebruik maken van de machines van het bedrijf van opa. Zoiets zie je nu in andere vormen opnieuw. Het bedrijf is nu reeds lang gestopt. Op de plaats tref je ...woningen aan.
Toch overleven nog een aantal 'oude' familiebedrijven in de binnenstad. Zo kan je op de Korenmarkt, in het prachtige pand 'De Clippel' nog steeds het bedrijf van 'klokken-en torenuurwerken Michiels' terugvinden. Klokken worden al heel lang niet meer gegoten bij Michiels, maar de laatste telg van de familie, Luc Michiels, is nog steeds zelfstandig torenuurwerkmaker-en hersteller. Voorouder Edouard Michiels kocht het huis in 1890. De zaak bevond zich vroeger in de OLV-straat. De Clippel heeft achteraan in de tuin, met zijuitgang naar de Adegemstraat een groot atelier dat losgekoppeld is van het woonhuis. Luc heeft geen directe opvolging, maar is als jonge zeventiger nog altijd actief. Alles laat vermoeden dat hij - heel erg gevoelig voor de geschiedenis van zijn stad - op één of andere manier later nog 'iets' wil doen met deze 'historische nalatenschap' van één van Mechelens bekendste familiebedrijven met uitstraling...
(de bronzen plaat hangt aan de voorgevel aan de Korenmarkt. Het atelier heeft een uitgang aan de Adegemstraat. Meerdere bedrijven hadden hier en in de nabijgelegen De Langhestraat een uitgang...)
Een ander al even Mechelse familiebedrijf is de overbekende Manufactuur De Wit in de Schoutetstraat, gevestigd in een gebouw met allure: de refugie van Tongerlo. Het bedrijf dat zich hier bevindt in dit historische pand heeft wereldfaam. Op de wandeling passeerden we er later...
In de Adegemstraat liepen we een winkel voorbij...: AWARD. Ook heden ten dage worden nog ambachtelijke spullen gemaakt. De winkel wordt gerund door een moeder en haar dochter. Ze vervaardigen mooie handtassen, hoeden en sjaals en doen vaak mee met de Dag van de Ambachten. Alleen zijn winkel en atelier ook van mekaar gescheiden. Het atelier bevindt zich in Battel.
Zo werd het tijd voor een broodnodige tussenstop om de dorstigen te laven. Met dit uitzonderlijke warme weer was dit meer dan welkom. We staken Kraanbrug over, richting Groot-Begijnhof waar we in het Moreelshuis op adem konden komen. Het Moreelshuis wordt uitgebaat door 'Sjarabang'. (een weetje: dit mooie pand met tuin kan je ook privé afhuren voor allerlei activiteiten, feestjes...). Het behoorde natuurlijk niet tot het thema van deze gegidste wandeling: maar terloops was het toch wel leuk om de resultaten van de restauratiewerkzaamheden aan de Begijnhofkerk te kunnen bewonderen...
Het Moreelshuis (mét vroegere lijkhuisje van het begijnhof!) ligt in de straat met die naam: Moreelsstraat. Maurus Moreels was een bekend Mechels schilder die zijn atelier had in de nabijgelegen Katelijnestraat. Hier hadden trouwens meerdere kunstenaars indertijd hun atelier... Niet eigenaardig. Elke wijk van de stad had zo zijn eigen bedrijvigheid... (denk bijvoorbeeld ook maar aan de leerlooierswijk in de Ham om maar iets op te noemen...)
Van de Katelijnestraat was het maar een boogscheut tot de Kanunnik De Deckerstraat. Dadelijk viel ons hier het Mediabedrijf Koeken Troef op. Het is opvallend hoe veel van zulke bedrijven de weg naar onze stad wisten en weten te vinden!
In deze straat stond tot eind jaren zeventig de privékliniek Sint-Rombouts. Nadien stond het vele jaren leeg. In dit grote pand met achterliggende tuin dat nu een buurtpark geworden is met openleggen van het Duivelsvlietje, huist sinds 2011 het Ondernemershuis Oh-Mechelen.
We werden er vriendelijk en met deskundige uitleg ontvangen door Daphne Storms, Community Manager. Over de vier verdiepingen zijn 33 kantoren of werkplekken gevestigd en 6 vergaderzalen. Hier helpt men startende ondernemers met lef. Deze zijn vaak verbonden met de creatieve of maatschappelijk sector. (vormgevers, juristen in de materie van patentenrechten, interieurarchitecten, citylab, productiehuizen, dataprotection, Brussels Jazz Orchestra...) Het Oh is een project van de stad dat wordt geholpen door Europese subsidies. In feite verhuurt men hier 'dienstovereenkomsten'.
Daphne vertelde ons dat men hier ondernemers wil inspireren, motiveren en ondersteunen.
Men kan een aantal jaren een werkruimte huren. Op je eigen tempo kan men hier aan de slag gaan. Werk en privé worden zo gescheiden, en wat héél belangrijk is, is het feit dat men hier andere ondernemers kan ontmoeten. Netwerken kan nieuwe deuren openen. Aan het koffieapparaat worden vaak boeiende gesprekken gevoerd...
Mechelen is met het Ondernemershuis een trendsetter geweest in Vlaanderen, en is ook het enige project van dien aard dat door de lokale overheid wordt ondersteund.
Deze vormen van 'nieuw werken' kregen navolging in initiatieven als ARTENOVA in de Consciencestraat waar mensen uit de kunstenaarsbranche hun ding kunnen doen, of Wagenoord aan de Maurits Sabbestraat dat een co-werkplek is in de voormalige Garage Festraets. Maar het is daarnaast ook een eetbar en evenementenlocatie.
Wandel je virtueel graag eens rond in het Oh?
De stad is altijd al een belangrijke werkgever geweest. In de Befferstraat hielden we halt aan het moderne gebouw 'De Zeeridder' . De naam herinnert aan brouwerij 'Chevalier Marin' die hier ooit gevestigd was.
Mechelen telt zo'n 1000 à 2000 werknemers - voltijds of deeltijds. In de loop van de tijd zijn een aantal stadsdiensten geprivatiseerd te worden. De toestand wijzigt dus al eens, en een vergelijking met andere steden is moeilijk te maken.
Zo zijn een aantal takken van de groendienst uitbesteed en ook is er nog niet zo lang een zogenaamd zorgbedrijf opgericht tussen Mechelen en Sint-Katelijne-Waver dat alles wat met zorg aan huis, dienstencentra en woonzorgcentra bundelt. Dit personeel valt dus niet langer meer onder 'de stad'.
Ook is er sinds 2008 een nauwe samenwerking tussen stad en OCMW. Het lijkt nu wel een evidentie, maar dit was lang niet zo in het begin. Mechelen was op dit gebied een trendsetter. Onze stad mag eveneens trots zijn op hoe het vorm geeft aan het zogenaamde Artikel 60 waarbij men mensen poogt in het arbeidscircuit te krijgen door hen een beroep aan te leren, of hen bij te staan in het zoeken naar werk.
Het Huis van de Mechelaar was ook een hele verbetering. Toen het zo'n 15 jaar geleden de deuren opende, was het ook een vernieuwend project. Alle stadsdiensten kan je nu op één plek terugvinden, wat vereenvoudiging en tijdswinst betekent. Mechelen was ook één van de eerste steden die hier mee van start ging.
'Werk in de stad' kan je ook nog meestappen op woensdagavond 8 augustus. 19 uur vertek voor een drie uur durende wandeling aan de IJzerenleen. 8 Euro cash of 6 Euro met voorinschrijving bij UIT. Drankje onderweg niet inbegrepen.
Op zondag 12/9 (14u) en op woensdag 15/8 (19u) kan je mee voor de gegidste wandeling 'Meester, hij begint weer!' over het rijke schoolverleden van Mechelen.
Jammer - het zal de eerste keer zijn in vele jaren dat ik één van de zomerwandelingen moet missen. Géén verslag op Mechelenblogt volgende keer... Gelukkig krijgen deze tochten volgend jaar in juni een herhaling.
Een aanrader!