(foto's: Jan Smets)
Ik voel me zo'n beetje een 'oudstrijder' van '68. Toen was ik 25 jaar. Mijn generatiegenoten verdwijnen één voor één. Ofwel wonen ze in een rusthuis of zijn ze overleden. Ik ben een zeldzaam verschijnsel geworden. Het was een fantastische periode. Ik mis in mijn stad een 'Herten Aas' dat toen het legendarische toevluchtsoord was voor kunstenaars en wereldverbeteraars dat aan de basis lag van een beter cultuurbeleid in Mechelen. Ik werk nu praktisch 'alleen' - wat geïsoleerd. Een Einzelganger...
Dit vertelt me Willy Van Eeckhout in zijn atelier bij zijn woning aan de Brusselsesteenweg waar de zorgvuldig geselecteerde werken staan opgesteld die zullen dienen voor de op stapel staande expo in Galerie M in de Kanunnik De Deckerstraat van 2 tot 17 juni. Willy mag één van de meest markante Mechelse kunstenaars van zijn generatie genoemd worden. De tentoonstelling 'FOCUS 68' richt zich vooral op het werk van de kunstenaar uit die periode...
Eén van de meest opmerkelijke schilderijen springt me dadelijk in het oog. Het toont koningin Astrid, maar dan wel heel erg 'apart' bewerkt...
Ja, het is een bewerking van een iconische foto die indertijd heel zeker in alle openbare gebouwen of scholen prijkte. In de Herten Aas hing deze aan de muur van de gemakken. Ik heb hem onder handen genomen. Op ware grootte. Zo ontstond dit schilderij. Een beetje pop-art. In de kleuren van toen... Het was een beetje majesteitsschennis, in de geest van toen: rebellerend tegen gezag, het koningshuis, La Belgique...
Vijftig jaar is het al geleden: mei '68 zou de geschiedenis ingaan als een revolutionair baanbrekend jaar. Nog altijd spreekt deze periode tot de verbeelding.
Willy Van Eeckhout heeft dit alles meegemaakt. Nog altijd is Willy bijzonder actief, maar de tentoonstelling die nu wordt opgebouwd in Galerie M, focust vooral op het jaar '68 en de periode van net voordien. In die tijd begon Willy vooral abstract te werken.
Willy, die afkomstig is van de Mechelse Hanswijkenhoek, studeerde aan de Mechelse Academie voor Beeldende Kunsten, het Nationaal Hoger Instituut in Antwerpen, het Rijkshoger Instituut voor Kunsten te Brussel én de Rijksnormaalschool te Hasselt. Vanaf 1968 hield hij talrijke exposities en nam hij deel aan vele groepstentoonstellingen.
Tijdens de jaren 60 zocht Van Eeckhout nieuwe, vrije wegen in de schilderkunst. Hij wilde zich losrukken van de academische opleiding. Die markante jaren gaven hem een energetische stimulans. Er hing een creativiteit in de lucht die hem andere richtingen deden bewandelen.
Ik trouwde met mijn eerste vrouw in 1967, en woonde toen in de Draaibankstraat. De plastron die ik nu draag voor de foto, werd nog door mijn vrouw gemaakt van één van haar kleedjes. In 68 'maakte' ik mijn zoon Gunther. Nog zo'n creatie uit die tijd (lacht). Ik noemde hem naar Gunther Gooris, een goeie vriend en een Mechels kunstenaar die ik erg bewonderde. Ikzelf was een enig kind. In die tijd kwam ik los van het ouderlijk gezag. In den Herten Aas voelde ik me thuis tussen geestesgenoten. Het was een artistiek laboratorium. Willy Donni en Frans Croes stonden er aan de wieg van. Later braken die met mekaar, en Willy trok naar den Begijnenzolder. Ik kwam in den Herten Aas er ook mijn wijkgenoot Jan De Winter tegen, de voornoemde Gunther Gooris, den Bodo, dichter Polle Van den Brande, Beniti Cornelis... Al was ik meer artistiek bezig dan provocerend. Ik stond niet zozeer op de barricaden. Dit kon ik niet maken als leraar. Ik gaf toen les aan het Atheneum Pitzemburg. Ik moest me wel koest houden. Weet je dat ik ooit fietste door de Bruul en daar toevallig de prefect passeerde. Hij sprak me aan. Ik dacht dat hij een opmerking zou maken over mijn jeansbroek. Maar hij berispte me omdat het niet 'stond voor een leraar om door de Bruul te fietsen'!...
Willy vertelt me hoe hij 68 ziet... Die tijd begon een democratiseringsproces. Studenten en arbeiders waren erg solidair met mekaar.
De muziek uit die tijd was ook fantastisch. Daar kan de hedendaagse popmuziek niet tegen op. Het was de tijd van protest tegen de oorlog in Viëtnam, Dolle Mina's en het Rode Boekje van Mao. Iedereen liep daar mee rond, en ik begreep dit eigenlijk niet zo goed als je weet wat die Mao allemaal uitstak. Er werd geprotesteerd tegen de luchtvervuiling en we werden er om uitgelachen. Dat kon toen 'geen kwaad' dacht men. Daar werd tegen geprotesteerd. Maar in den Herten Aas kon je wel door de rook snijden... In die jaren dacht ik ook wel nogal zwart/wit. Zonder franjes.
Rond 68 ontstond de Drapeauschilderkunst. 'Drapeau' staat voor vlag...: aan elkaar grenzende kleurtoetsen, al of niet overeenkomstig met een nationale vlag, exploderende in een dynamisch kleurenfeest. De vreugde van het schilderen spat er af. Je ziet toevallige en onverwachte kleurcombinaties. Dikwijls tekende Willy rechtstreeks met de tube voor de opbouw van de compositie: het geraamte of de kapstok van het schilderij. Vertrekkend vanuit een kern werd het doek geleidelijkingevuld, zoals een zich uitbreidende stad of een cellenaangroei. Sommigen zien er stadsplannen in, of luchtfotografie... In de tekeningen van 1965- 1966 en 1967 is dit onderzoek al duidelijk bespeurbaar...
Tegelijkertijd ontstaan ook collages door de liefde die Willy voelt voor het papier en het genot van het plakken. Later worden dit palimpsesten.
Willy Van Eeckhout wilde zich rond 68 afzetten tegen de olieverf. Voor hem betekende deze verf het symbool van de té tradionele opleiding aan de academie. Offsetinkt en lakverf dienden als vervanging. In de brieven en tekeningen die hij toen maakte verschenen ook stempels.
Pas later werd de 'heilige' olieverf weer in ere hersteld.
De drapeauschilderkunst ontwikkelde zich in de jaren 70 tot jazzpaintings, waarin de muziek in kleur en ritmische structuur omgezet werden.
Het democratiseringsproces van die jaren uitte zich ook in de kunst. In die tijd exposeerde ik veelal in café's en restaurants, en niet in een galerie. Dat vond ik toen te commercieel.
(sinds 1991 werkt Willy in De Gieterij, de gerenoveerde kopergieterij in de Stationstraat. Dit grote atelier van 200 vierkante meter stelt hem in staat ook grote formaten te creëren)
Willy zou van zijn eerste vrouw scheiden. Zijn tweede vrouw verongelukte toen ze boodschappen ging doen. Zijn derde vrouw stierf aan de gevolgen van een hersentumor. Willy was haar mantelzorger... Hij kreeg zijn portie tegenslag te verwerken...
in de kunst ben ik een Einzelganger geworden. En ook in mijn privéleven. Al zeven jaar ben ik alleen. In deze stad mis ik een kroeg waar ik met collega's bij een pint een babbeltje kan doen. Ik mis den Herten Aas. Van daaruit werd toen geageerd tegen het tamme cultuurbeleid van Mechelen. En eerlijk: het is volgens mij niet beter nu. Als den Herten Aas nu nog zou bestaan zouden we flink van 'onzen theater' maken. Ja: dat mag je zeker opschrijven. Ook krijg je als kunstenaar geen artikel meer in een krant...
Een blad neemt hij nog steeds niet voor de mond...
Willy Van Eeckhout: oudstrijder van 68.
Willy vertelt me dat hij de samenwerking met galeriehoudster Marleen deSmet van Galerie erg apprecieert. Samen weten ze een heel boeiende expo op te zetten, die het bezoeken overwaard zal zijn. De galerie heeft de laatste jaren al een mooie reputatie weten op te bouwen met tentoonstellingen van grote Mechelse kunstenaars als Jan De Winter, Brice Heyndels... Met Willy Van Eeckhout wordt deze lijn doorgetrokken. In het jaar dat mei 68 wordt herdacht past deze expo rond Willy Van Eeckhout wonderwel in het plaatje.
Je kan de tentoonstelling in de Kanunnik De Deckerstraat 56 bezoeken vanaf 2 juni tot en met 17 juni, telkens op zaterdag en zondag van 13 uur tot 18 uur. Alle andere dagen op afspraak.
Op de tentoonstelling is ook het boek 'Ga jij maar schilderen' - een uitgebreide monografie door Frans Boenders, dat een prachtig overzicht van het werk van Willy geeft, te verkrijgen.
Eerder verschenen artikel op Mechelenblogt over de kunstenaar:
www.mechelenblogt.be/2013/04/ga-jij-maar-schilderen