Sporting Mechelen helemaal in het nieuw!

 

(foto's: Jan Smets)

Fier, blij en ook een tikkeltje ontroerd stonden ze erbij: de jarenlange voorzitter van voetbalclub Sporting Mechelen, Jos De Boeck en zijn echtgenote Joske - al die tijd de bezige bij achter haar man.  Hun inzet voor deze Mechelse club is altijd groot geweest.  Vanavond konden ze hun geluk niet op.  Vanavond werd immers feestelijk de nieuwe infrastructuur van de voetbalclub aan de Jubellaan ingehuldigd.  Deze grondige renovatie was méér dan nodig.  Op 17 februari ging de eerste spade in de grond - gehanteerd door de schepenen Walter Schroons en Koen Anciaux.  En nu kon er geklonken worden op het beëindigen van de werken.  Tal van genodigden waren aanwezig om dit moment mee te maken in de gloednieuwe kantine: medewerkers, spelers, sympathisanten, politici, buren van de aangrenzende Stenenmolenstraat én François De Keersmaecker, erebondsvoorzitter van de KBVB...

 

 

 

Er is de laatste maanden enorm hard gewerkt op het terrein.  Meest opvallend was de afbraak van het oude, aftandse gebouw uit 1952.  Het was tot op de draad versleten, en het had in de verste verte niet meer het uitzicht van hoe het er bij aanvang uitzag.  Een zadeldak verving vele jaren geleden al de voormalige tribune. 

Maar nu ging het hele bouwwerk tegen de grond, met de hele verouderde en te kleine kantine, de kleedruimtes..  Een stukje nostalgie verdween.  Voorgoed. 

Het was broodnodig.  Dat vertelt me Jos De Boeck die al sinds 1975 actief is in de club. Naast die functie vervulde hij tal van andere taken in het circuit van het provinciale voetbal.  Vanaf 1976 nam hij ook de organisatie van de Beker Van Loey op zich. Sinds 1984 zetelt hij in de Raad van Bestuur en vanaf 1995 werd hij voorzitter...

 

  (Jos De Boeck)

 

In 1981 stond het water ons Sportingbestuur hoog aan de lippen.  Bijna letterlijk dan.  Het was niet de eerste keer.  Betonrot en een onvoldoende waterdichting zorgden voor een gebouw met emmers in de beide chalets om het binnendruppelend water op te vangen.  De tribune en het dak van het gebouw moesten dringend gerenoveerd worden.  Zo hebben we het jaar nadien, in 1982, de tribune afgebroken en werd ze vervangen door een zadeldak met golfplaten.  Maar er was méér dat diende verbeterd te worden.  De verlichting was minimaal  te noemen op het A-terrein en op het B-veld achteraan, aan de zijde van de Colomakerk was het bij regenval zo drassig dat voetbal quasi onmogelijk werd.  Bij warm en droog weer werd er dan weer in een zandbak met stuifzand gespeeld - De Sahara zou er jaloers op zijn...

 

Zo kon het echt niet verder.  Het ledenaantal van de club bleef aangroeien, en het bestuur ging op zoek naar een definitieve en duurzame oplossing, op de locatie aan de Jubellaan, of...elders.

De knoop werd doorgehakt en er werd besloten om aan de Jubellaan te blijven.  Sporting was immers heel erg verankerd in de buurt.  Maar dan moest er wel héél wat verbeterd worden aan de infrastructuur.

 

(enkele jaren geleden bij aanleg kunstgrasveld)

(Alexander Vandersmissen, Koen Anciaux en Jos De Boeck)

 

Zes jaar geleden werd de vernieuwing ingezet op vraag van de club en met de goedkeuring en financiering van het stadsbestuur en AGB SAMIn 2011 werd een kunstgrasveld aangelegd met een nieuwe verlichting op de plaats waar voorheen het slijkerig of zanderig terrein lag.  Op 24 november van dat jaar werd het kunstgrasveld ingehuldigd.  Drie jaar later werd een projectdossier ingediend dat paste in het streven naar een aangepaste infrastructuur.   En zoals ik al zei: op 17 februari werd de eerste spadesteek gegeven voor de bouw van het nieuwe voetbalchalet dat meteen de eerste stap is in de verdere vernieuwing van het complex.  Want inderdaad: in een volgende fase worden ook de beide resterende velden onder handen genomen.  ...

 

(met de schepenen Stefaan Deleus, Walter Schroons, Marc Hendrickx en Koen Anciaux)

 

Dan was het tijd om de gedenkplaat in te huldigen.  Een mijlpaal in de geschiedenis van de club...  Schepen van Sport, Walter Schroons:

 

  (Walter Schroons)

 

Dit is een mooi moment voor deze voetbalclub.  Enne: binnenkort volgen ook nog de vernieuwingen van de infrastructuur van Zennester Hombeek en KFC Muizen.  Voetbal is en blijft iets dat mensen beroert en bij velen is het 's maandags hét gespreksonderwerp op de trein of op het werk.  En stel je maar eens voor dat de kranten na een weekend niet over voetbal zouden schrijven.  Het zou een dun gazetje worden...  Maar voetbal is vooral ook een groot sociaal en divers gebeuren.  Sinds kort hebben we in onze stad acht ploegen waarbij het eerste elftal uitkomt in de provinciale reeksen.  Al die ploegen zorgen er voor dat meer dan 2500 spelertjes en spelers op een gezonde manier aan sport kunnen doen.  En ik kan niet genoeg mijn bewondering uitdrukken voor de vele vrijwilligers die daar dag in dag uit aan meewerken....

 

Zo is dat!  Het gaat om mensen die het terrein in orde brengen, om trainers en délegué's, om ticketverkopers, cafetariamedewerkers, schoonmakers van de kleedkamers, administratieve krachten...  Té veel om op te noemen.

 

 

 

Schepen Schroons vertelt me ook dat hij vindt dat sport in het algemeen, en voetbal in het bijzonder er in slaagt om heel divers te werken: jongens en meisjes, autochtonen en allochtonen, G-sport...  Kinderen kunnen zich na schooltijd op sportieve én gezonde manier uitleven, en er wordt hen ook discipline bijgebracht.  Samen spelen, samen winnen en samen leren verliezen.

 

Daarom was en is het zo belangrijk om te zorgen voor een degelijke infrastructuur.  Bij een rondleiding enkele jaren geleden was ik snel overtuigd dat het probleem urgent was.  (lacht)  Ik verdenk hem wat extra tochtgaten of lekken gecreërd te hebben...   Snel kwamen we tot een financieel vergelijk.  De stad investeerde hier zwaar in.  Het project kost zo'n 2,7 miljoen Euro.  De club betaalt de stad jaarlijks een bijdrage in de investeringskost.   Vandaag zien we een prachtig nieuw complex met op het gelijkvloers tien kleedkamers en twee kleedkamers voor scheidsrechters, technische ruimte, een EHBO-post en een secretariaat.  De scheidingswand die weldra zal worden geplaatst biedt de mogelijkheid om de cafetaria op te delen.  De tweede fase start na dit voetbalseizoen in mei en zal duren tot aan de start van volgend seizoen.  Het A-veld wordt binnenkort eveneens omgevormd tot kunstgrasveld.  En tenslotte voorzien we nog een kleiner veldje wat als een voetbalspeeltuin kan aanzien worden voor de allerkleinsten...

 

Vanavond was ook François De Keersmaecker aanwezig.   Elf jaar lang was hij voorzitter van de KBVB en dat was de periode dat het Belgische voetbal een ware transformatie onderging mét betere resultaten voor de nationale ploeg.  Ook heeft de ere-voorzitter nog steeds een band met Mechelen.

 

  (F.De Keersmaecker)

 

Schepen Schroons wou zéker ook Jan Keppens bedanken die samen met Katrien Van Dessel het project opvolgde voor AGB SAM.  En hij deed dat met verve!

 

  (Jan Keppens)

 

 

Sporting Club heeft een boeiend verleden.  Zoveel is zeker.  De voetbalclub werd op 15 juni 1951 boven de doopvont gehouden.  Toen speelde men nog op het terrein van de meubelfabriek Sedia op Schonenberg.  Al heel snel werd uitgekeken naar een nieuw terrein en men vond dat aan de Jubellaan.  In 1952 verkreeg de nog jonge vzw de vergunning om voetbalvelden aan te leggen.  Op 18 mei van dat jaar werd de eerste steen gelegd.  En deze is bewaard gebleven!  Vandaag kreeg hij een ereplaats!

 

 

Sporting Club wou hogerop.  Ambitie was er voldoende!  Maar het sportingpad liep niet altijd over rozen vertelt Jos...

 

Van 1958 tot 1967 beleefde onze club een moeilijke periode.  Zakelijke problemen brachten mee dat de terreinen dienden verkocht.  De Antwerpse bouwpromotor Extensa werd de nieuwe eigenaar, maar omdat deze met de gronden niet veel aanvangen kon, mocht Sporting haar infrastructuur blijven behouden.  Ook de omgeving ontwikkelde zich verder tot een bloeiende wijk tussen Tervuursesteenweg en spoorlijn Mechelen-Brussel.  Zo bleken de velden in 1973 toch klaar voor ontwikkeling en zag het er naar uit dat de club zou moeten verhuizen....  Maar het stadsbestuur schoot gelukkig ter hulp.  Na lange onderhandelingen kwam het in 1978 tot een grondruil tussen stadsbestuur en Extensa.  Sinsdien is de stad eigenaar van het complex...

 

 

Jos:

 

De vernieuwing op Sporting is een enorme opsteker voor alle spelers, medewerkers en sympathisanten.  Nog steeds is onze club er een die prat gaat op haar profiel.  Sporting is een familiale club.  Iedereen die zich loyaal in ons project inschrijft krijgt hier de kans om te voetballen op een verantwoorde, veilige en begeleide manier onder het motto 'voetbal voor iedereen'.  Geslacht, afkomst en aanleg spelen hier geen rol.  We stellen ons tot doel om jongeren te leren voetballen.  Maar doorheen het samenwerken leren ze samenleven binnen een duidelijk en strikt afsprakenkader.  De jongens en meisjes die ons toevertrouwd worden leren doorheen voetbal te werken aan de eigen talenten.  Maar tegelijkertijd leren ze omgaan met eigen en andermans beperkingen...

 

En dat is pas een mooie boodschap te noemen...

 

(buren van de aan de velden grenzende Stenenmolenstraat)

(ondervoorzitter van de Club, Dirk Vanstappen en schepen Greet Geypen, die ook wijkbewoonster is...)

(schepenen Koen Anciaux en Walter Schroons met tussen hen de ere-voorzitter van de Voetbalbond...)

(François De Keersmaecker en schepen Marc Hendrickx)

(midden: voorzitter van Woonpunt Alexander Vandersmissen - wijkbewoner - speelde als kind al voetbal op Sporting...)

(rondleiding door ondervoorzitter Dirk Vanstappen)

(ook een ruime fietsenstalling werd voorzien...)

 

(vandaag werd ook een speciale dank uitgesproken aan AGB SAM met Katrien Van Dessel en Jan Keppens, Architectenassociatie ARAS met Tom Verbeeck en Sven Cappan, Bouwfirma IBO met werfleiders Herman Fransen en Lars Willemen, Rafelec-Budts electriciteit en informatica met Guy Van Camp, Bumaco HVAC en sanitair, Macobo veiligheid, Studio 10 met Jeroen Van Ruijssevelt en Werner Goris, werkgroep KSCM met Saar Vanstappen, Griet Van Cutsem en Guy Vermoesen en Dirk Vanstappen)

 

 

 

Hallo Jan
 
Ik las je artikel en bewonderde de foto's die je plaatste in je artikel over 'De Sporting'.
Dat bracht bij mij een hele resem herinneringen naar boven. Ik was twaalf jaar toen de club werd gestart op een wel héél  bijzondere wijze. Mijn broer Karel en ikzelf liepen enkele jaren mee in de jeugdploegen.
 
Meubelfabriek Sedia waar de eerste voorzitter van Sporting Mechelen boekhouder was had, zoals elke firma die dat verkoos in de oorlogsjaren kunnen blijven doorwerken. Dat was goed voor de arbeiders die er werkten. Dan hoefden ze ook niet naar Moffrika te verkassen.  Maar zo'n firma haar betrachting is, zoals dat met elke zaak het geval is, opgericht om enige winst te maken. Die oorlogsjaren hadden Sedia geen windeieren gelegd.
Die oorlogswinst werd door de Belgische Staat bij de overwinning op het nazisme onmiddellijk geblokkeerd. Er was echter een achterpoortje om die gelden terug vrij te krijgen. Men moest daarmee een vereniging van openbaar nut oprichten. Boekhouder en voetballiefhebber Léoneke Van Loey liet dit ei van Columbus niet aan zijn neus voorbijgaan en startte de procedure om de fondsen nuttig te gaan besteden. Sporting was geboren.
 
Men kocht de landbouwgronden van de gebroeders Dams, groot genoeg om er twee voetbalvelden en een tribune van te maken. Men stelde die broers aan als onderhoudsmensen van terreinen, tribune en kleedkamers.
Een tribune in derde provinciale afdeling was een nooit geziene luxe in die laagste regionen van het Belgische voetbal. Zelfs heden ten dage is een summiere ijzeren stang op betonnen paaltjes, die men indien het nodig mocht blijken om roest tegen te gaan al eens een likje verf geeft, meer dan voldoende om op te leunen tijdens de slaapwekkende vertoningen die men er meestal kan bijwonen.
De zitplaatsen op die tribune staken de zitplanken van Malinois en Racing met lengtes voorbij. Dat waren namelijk cinema- of theaterklapstoelen die door Sedia nog ergens in hun stock werden gevonden of misschien wel speciaal aangemaakt. Er was geld genoeg en het mocht wat kosten. De voorzitters en bestuurslui van de bezoekende ploegen hun kinnebakken zakten van verbazing bij het aanschouwen van al die luxe tot op het gras van de prachtig aangelegde terreinen Onder de tribune bevonden zich naar ik me meen te herinneren zéker een viertal kleedkamers met ruime douche plus nutslokalen. Ik herinner me dat we ons op verplaatsing als jeugdspelertjes van derde provincialer Sporting Mechelen op Lierse en Lyra nog moesten wassen in een gelakte teil waarvan vele schilfers lak na intens gebruik de geest hadden gegeven. En in de lente kon het zijn dat er in die teilen buiten de roestplekken ook nog enkele dikkopjes hun pret niet op konden.
Er was ook een ruime kantine en men zou naast die kantine in de nog af te werken grote ruimte een oefenzaal maken. Maar die droom is naar mijn weten niet direct in daden omgezet.
De eerste ploeg bestond meestal uit stilaan uitbollende goeie tweede-keuzespelers van Malinois versterkt met enkele spelers uit het Brusselse.
Na elke trainingsavond werd er in café Dams schuin tegenover de Vredestraat op de Tervuursesteenweg, een koffietafel aangericht voor de spelers van eerste en reserveploegen. Geld was blijkbaar geen probleem want ook wij de jeugdspelertjes deelden in die hoogconjunctuur. Ieder jaar was er een kerstfeest voor ons en kregen we snoep en sporttassen plus koeken met chocolademelk en was er animatie voorzien
De toenmalige ploegtrainer was Fons Rits, een bekende oud-speler van het Malinois uit het interbellum. Die kwam later op de avond bij ons in het aan het station gelegen café van mijn ouders geregeld een glas drinken met de Brusselse spelers die hun trein namen in het station. Dat was niet meer of niet minder dan teambuilding avant la lettre.
 
Wat ik me uit die beginjaren vijftig nog herinner was de jaarlijkse competitiewedstrijd tegen Maccabi, de voetbalploeg van de joodse gemeenschap uit Antwerpen. Die ploeg bracht steeds een groot aantal supporters mee. Bij die gelegenheid stonden Tervuursesteenweg en Stenenmolenstraat tjokvol grote, meestal zwarte Buick, Chevrolet, Oldsmobile, Packard en andere Cadillacs van de diamantbazen-sponsers-supporters van Maccabi.
Voetbal was nu niet direct het grote doel in mijn jeugdig leven. Je moest daar tevéél rondjes rond het terrein voor lopen tijdens de trainingen. Ik schakelde vlug over van veldspeler naar doelwachter. Maar we hadden in onze ploeg al een keeper die meestal de bal in drie keer kon vastklemmen en ik was nog maar aan vijf. Het einde carrière kwam met rasse schreden nader. Zéker toen ik op training in een onbedaarlijke lach schoot toen trainer Rits met zijn basketpantoffels (hij had maar voetbalschoenen met noppen moeten dragen maar kalknagels beletten hem dat) uitschoof op het vochtige gras en zich stevig het staartbeen bezeerde bij het neerkomen op zijn achterwerk.
Ik mocht: " Stante pede de clubinstellingen verlaten en hij wou me nooit meer terugzien!!!". De brave man meende dat niet zo exact, maar ik durfde mijn kop niet meer laten zien op Sporting Mechelen. Ik ben dan maar na enkele maanden basketball gaan spelen Bij Racing Mechelen.
 
 
 

Bedankt voor deze leuke aanvulling...

Schitterend verslag Jef!  Eén klein schoonheidsfoutje: de familie heette Daems en niet Dams en ik kan het weten :-)