Zo ver als je de rook van de schouw ziet vliegen...

met categorie:  

(foto's: Jan Smets - Clément De Rooster)

Hij komt uit de schuur.  Stapje voor stapje en enigszins behoedzaam.  Hij kijkt ons aan, leunend op z'n schop.  De ouderdom heeft hem getekend, maar ondanks zijn gebogen houding - of nee: nét daarom dwingt z'n verschijnen respect af.  Dit is het resultaat van een levenslang hardwroetend werken.  Kromgewerkt.  Dat tonen ook zijn handen.  Handen die de grond hebben klaar gemaakt om vruchten voort te brengen, de koeien gemolken...  Z'n gelaat is doorploegd, maar zijn ogen tonen zowel zachtheid als wijsheid.  Ik denk spontaan aan belegen woorden als 'noest' en 'verknocht' en 'geworteld'...  Ze klinken als ontsnapt uit een Vlaamse boerenroman uit lang vervlogen tijden.  Maar ze passen hier wonderwel...

 

Clément komt naar ons toe en we schudden mekaar de hand.

 

                                      

 

Ik moet opletten dat ik niet val.  Ik ben voorzichtig.  Een tweetal jaar geleden ben ik hier buiten gevallen.  Ik geraakte niet meer recht en dacht dat ik hier ter plaatse zou sterven.  Wat later werd ik bewusteloos en zo vond men mij de andere dag, liggend in het bevroren gras.  Vier dagen heb ik op de intensieve gelegen - tussen leven en dood.  Ik werd zelfs opgegeven.  Maar ik herstelde...  Toch blijf ik last hebben van mijn rechtbovenarm.  Ik denk door een onderkoelde spier...

 

Maar verder maalt hij er niet om.

Sinds enkele jaren is de 88-jarige boer weduwnaar.  Hij krijgt gelukkig hulp bij het huishouden en dagelijks komen familieleden over de vloer.  Verder probeert hij zo zelfstandig mogelijk te leven.

De boerderij uit 1888 staat op 'De Warande' aan de Oude Leestsebaan in Battel, op een boogscheut van het Zennedorp Leest....

 

 

Dit is het hoogste punt van Battel.  Mijn vader vertelde dat de grond vroeger tot tegen de dakgoot kwam.  De naam 'Warande' duidt op een hoogte in de poldergronden.  Hier zochten de boeren droge grond voor hun beesten als de polders te nat werden...  Mijn grootouders hebben de zavelberg die zowat 20 are was gedeeltelijk uitgegraven om hier hun boerderij te bouwen.  Mijn grootvader Victor, die we 'peter' noemden, zou volgens de overlevering eerst een gat in de berg hebben geboord.  En geleidelijk werd nadien de hele berg afgegraven.  De zavelgrond werd verkocht om gemengd met kalk als mortel te dienen bij het bouwen van vele huizen in Leest en Hombeek.  Met paard en kar kwam men hier de grond afhalen...

 

De Rooster is een gekende naam in Battel en Leest.  Toch kwam de eerste De Rooster - Hendrik De Rooster, die de overgrootvader is van Clément, van Duffel.  Hij trouwde een meisje van Hombeek en vestigde zich hier op een voor die tijd betrekkelijk grote boerderij op de Warande over het Vorendonkstraatje.  Nu blijft er nog een klein huisje over.  Later zou de grond verdeeld worden in vijf loten.  Grootvader Victor De Rooster en zijn vrouw Catharina Van der Poel uit Battel, verwierven één van de stukken en bouwden hier hun boerderij...

 

  (Victor en Catharina)

 

Mijn grootmoeder Catharina Van der Poel werd geboren in het Spreeuwenhuis,  een eenzame hoeve midden de Mechelse polder, een weigebied dat zich uitstrekte tussen de Dijle, Battelsesteenweg en Neerweg in Battel tot achter de huizen van de Olivetenvest.  In de inmiddels verdwenen hoeve die ik nog zag als kind toen ik er steeds met de school voorbij kwam als we gingen zwemmen in den Ouwen dok, zaten in de muren nog gemetste arduinen kanonballen van het leger van Napoleon!  Haar vader, Sooi Van der Poel, was opzichter van het poldergebied.  Later zou zijn zoon André, die de jongste broer van m'n grootmoeder Catharina was, dat werk verder zetten.  'Sooi Poel' liet zijn dochter in het bevolkingsregister van Mechelen opschrijven als 'Catharina', maar dar ging haar Brusselse meter niet mee akkoord.  Ze wou immers niet dat ze met de toen gebruikelijke roepnaam 'Jean(nette) door het leven zou gaan.  Dat klonk té volks.  Toch zou ze haar hele leven gekend blijven als 'Net' Van der Poel.  Haar doopkinderen heetten allemaal 'Jeanne' en wij blijven tot in mijn generatie 'die van Net'...  Grootmoeder Net woonde   hier - weduwe geworden - in huis.  En als ik en mijn zusje Jeanne haar speels plaagden, zat ze met haar stokske achter ons.  Ik was zeven jaar toen ze stierf...

 

(het Spreeuwenhuis...)

(Net Van der Poel met haar kleinkinderen Clément, Maria en Jeanne...)

 

 

Catharina 'Net' Van der Poel trouwt in 1888 met Victor De Rooster en ze besluiten op de verworven grond op de Warande hun hoeve te bouwen.

De Oude Leestsebaan was toen slechts een karrespoor dat Leest met Mechelen verbond.  De eerste brug over de Leuvense vaart moet je situeren ter hoogte van de brug van de autosnelweg.  Ze verbond de Oude Leestsebaan met de Landweg om aan 'Den Eik' aan te sluiten op de Battelsesteenweg.  De Leestsesteenweg had toen nog weinig betekenis.  Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd deze beter aangelegd: en dit was veel werk voor de arbeiders die anders verplicht zouden tewerkgesteld worden in Duitsland...

 

De boerderij die op de oorspronkelijke zavelberg werd opgetrokken, was een rechthoekig gebouw van 20 meter op 8,4 meter.  De kostprijs was 3500 Belgische frank en het waren Leestenaars die haar hebben gezet: metser Kobe Vloeberg en schrijnwerker Noldus Teughels.  Generaties lang oefenden ze dit beroep uit.  Nu nog leven er nazaten van hen in Leest...  Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het huis vergroot met een achterkeuken en een bergplaats voor karren en materiaal...

 

Victor en Net kregen vijf kinderen.  De oudste, Marie, huwde met slotenmaker Alfons De Nijs en ging wonen achter de Battelkerk.  Gust werd onderwijzer en zou als frontsoldaat aan de IJzer terechtkomen.  Later werd hij onderwijzer in Hombeek.  Hij trouwde met ene Clementine Diddens uit Hofstade en zou daar ook gaan wonen.  Bij een zwempartijtje in de put van Hofstade is hij verdronken...  Zoon Clément vond zijn vrouw Louise Van den Ende in Hombeek en verdiende zijn kost als melkventer in Mechelen - de toer die hij trouwens van zijn moeder, Net, overnam...

Louisa - 'tante Wis', een ander kind van Net en Victor, had een zwakke gezondheid.  Ze huwde nooit.  Zij is de enige tot hiertoe die in deze boerderij werd geboren en er ook stierf in 1963.

 

Mijn vader, Willem, die geboren werd in 1899, kreeg als 19-jarige bij het overlijden van zijn vader Victor in dat laatste oorlogsjaar, de uitbating van het bedrijf op zijn schouders.  Hij trouwde in 1927 met mijn moeder, Julie Somers, een boerendochter van de Leestse Rennekouter.  Samen zetten ze de boerderij verder...

 

(huwelijk Willem en Julie)

  (Willem De Rooster)

 

Zo ging dat in die tijd.  Men vond zijn partner in de naaste omgeving.  Onder de schaduw van de kerktoren als het ware.  Clément monkellacht.  Ook hij trouwde in 1955 een meisje uit de buurt: Leonie De Smet, een boerendochter van de Bist (nu Aland) in Leest, niet ver van Kapelle op den Bos...

 

Je zocht in die tijd niet verder dan daar waar je de rook van je schouw zag vliegen...

 

(Clément en Leonie)

 

Grootouders Victor en Net zijn in hun bedrijfje gestart met drie à vier melkkoeien.  Dagelijks werd de melk naar de stad gebracht om er huis aan huis te verkopen...

 

De kinderen gingen met die kar mee naar school.  De jongens gingen naar de oefenschool aan de Minderbroedersgang.  Dat was een lagere school die verbonden was aan de normaalschool voor de opleiding van onderwijzers.  De meisjes uit het gezin liepen school bij de Zusters van Liefde in de Koeistraat. (nu Merodestraat).  En na de middag moesten ze van Mechelen te voet terug naar de boerderij, thuis aan de Warande...

 

De koeien gingen in het weideseizoen naar het Vrijbroek dat toen nog lang geen park was.   De opening van het seizoen werd gevierd met een kermis op de Hombeeksesteenweg.  De Mechelse boeren hadde er recht op 'vrijgeweide''.  Dit was een erfdienstbaarheid die hen toeliet tegen betaling van een kleine beheersvergoeding per kop, hun dieren gratis op die weiden te plaatsen.  Dit gebied werd later door de provincie verworven die dit recht afschafte omwille van de verminderde belangstelling van de boeren...

 

 

De boeren wilden hun vee nu op eigen weiden dichter bij huis, die ze door te bemesten vruchtbaarder en intensiever gingen uitbaten. Het Vrijbroek werd omgevormd tot Vrijbroekpark...  Weet je dat de Battelse boeren met Battelkermis op de tweede zondag van augustus, ook zo'n soortelijk 'vrijgeweide' kregen in de beemden tussen Hogeweg, Dijle en Leuvense vaart?  Het Battelse vee verhuisde dan tijdelijk naar daar...

 

In de onmiddelijke omgeving van de boerderij van Victor en Net De Rooster werd zelfs een velodroom aangelegd!  Lang heeft dit alles niet geduurd, maar het is wel een leuke anecdote in de Battelse geschiedenis...

 

Grootvader Victor startte samen met zijn neef Theofiel De Rooster uit de Warandestraat én molenaar Edmond Verelst met een wielerbaan ten zuiden van ons huis waar het dan herberg 'In de Velodrome' werd.  Meulder Verelst had een windmolen aan de Pennemeestersstraat en een meulderij aan de Gentsesteenweg.  Die molen is later ingestort.  Ik heb de ruïnes nog geweten.  De grond waar de velodroom werd gebouwd was oorspronkelijk bedoeld om er een nieuwe molen te zetten.  Die is er trouwens nooit gekomen.  In 1911 werd de wielerbaan aangelegd. Maar het was allemaal van korte duur.  In 1914 dynamiteerde het terugtrekkende Belgische leger de Zennebrug in Leest en de houten afsluiting van de wielerbaan werd door de Duitse soldaten afgebroken om dienst te doen als noodbrug.  Voorbij was de velodroom.  De betonnen piste zou nadien alleen nog enkele jaren gebruikt worden als vermaak voor de fietsers uit de omgeving, en latere generaties kinderen noemden de omgeving de Indianenberg!  Ons vader had het voorspeld dat het met die wielerbaan niks zou worden.  Het had te weinig succes.  'In Mechelen moet je met voetbal komen, niet met koersen...', zei hij dan...

 

 

En de boer... hij ploegde voort...

Clément werd in 1930 geboren.  Na zijn zus Jeanne in 1928 en nadien kwam Maria in 1934...

 

  (plechtige communie 1941)

 

Officieel heet ik Jan, maar niemand kent me zo. Mijn peter was nonkel Clément van Hombeek.  Ik deed m'n lagere school in Battel en was de eerste van de klas.  Maar ik studeerde niet graag.  Ik wou liever pjeid rijden op het land of de koeien melken.  De onderwijzer probeerde nog aan te dringen.  Maar ik had m'n besluit genomen.  Ik zou stoppen met school.  Het maakte wel dat mijn zussen daardoor konden studeren.  Beiden werden regentes kleding.  Ze zijn me daarom ook altijd heel dankbaar geweest dat ze hierdoor deze kans kregen.  Mijn zussen waren altijd meer in Battel te vinden.  Jeanne was zo ook één van de stichteressen van de meisjeschiro van Battel en is er altijd heel actief geweest in het verenigingsleven.  Jeanne trouwde met Rik De Wolf uit Hoboken, een ambtenaar van het ministerie van openbare werken.  Ze hebben altijd naast ons gewoond.  Nu woont een dochter van hen, Kathleen, in dat huis.  Maria trouwde met Herman Aeyels uit Lebeke die werkte bij de Douane.  Ze bouwden hun huis over de parochiezaal - in de Bergestraat. (nu Battelse Bergen).  Ik was meer aangetrokken tot Leest, en heb wel wat bestuursfuncties opgenomen in de plaatselijke boerenbond.  Mijn vrouw Leonie was er ook actief in.  Leonie ging naar de kerk in Battel, en ik ging naar Leest... Tot 75 jaar heb ik geboerd.  Ik heb altijd geire gemolken.  Tot 1000 liter verzamelden we hier op een drietal dagen en die kwam men hier dan afhalen van de melkerij.  Ik heb mijn keuze van destijds nooit beklaagd, al was het hard werken.  Veel vrije tijd hadden we niet.  Toen  we 's zondags op visite gingen bij de familie van Leonie, moest ik eerder weer naar huis keren om de koeien te melken...

 

(deze luchtfoto van de boerderij hangt in het huis van Clément...)

 

De boerderij werd in de loop van de jaren uitgebreid met een betonnen kippenhok en een machinebergplaats.  Akker-en weidegrond werden bijgepacht zodat de veestapel groeide.  Land-en tuinbouwteelten veranderden in de eerste helft van vorige eeuw van tomaten, erwten, kleine boontjes, spruiten, rogge, haver, witloof, aardappelen, bieten en rapen naar snijbonen, spruiten, kuilmaïs en aardappelen.

 

Mijn vader, Willem De Rooster, stierf in 1977.  Mijn moeder, Julie, in 1984.  Ik en mijn vrouw Leonie startten als laatste generatie op deze boerderij.  Onze vier kinderen, Wim, Ria, Gerd en Luc zullen de zaak niet verder zetten.  Ze werden landmeter, regentessen en industrieel ingenieur.  In het jaar 1955 bouwde ik een loods voor de berging van hooi en voor de graanoogst.  Voor de Tweede Wereldoorlog werd dit nog gedaan met de hand - met pik en haak.  Ze werden dan op het veld in schoven verzameld om daarna met een door het paard getrokken machine gemaaid te worden, maar met de hand in bussels te worden gebonden en verzameld onder de loods.  In het najaar of in de winter kwam een ondernemer met een door een tractor aangedreven dorsmolen het graan op de boerderij dorsen.  Enkele jaren later kwam de pikdorser die het maaien en dorsen op het veld combineerde.  Het graan zou bij ons uit het teelplan verdwijnen en onder de loods werd een koestal voor 20 melkkoeien met automatische drinkbakken en melkmachines ingericht.  Het duurde telkens zo'n twee uur om ze allen te melken.  Voor mijn koeien huurde ik een wei van 6 hectare achter de Gentsesteenweg.  In 1968 verdween het laatste paard op het bedrijf en kwam de motocultor in 1975, en nadien de tractor.  Ik ben in 1988 gestopt met het melken van koeien.  Met een zware stier verdween in 1997 het laatste dier van de stal...

 

Alles gaat voorbij...  de dingen en de mensen...  Het waren de laatste dagen van de in 1988 opgerichte boerderij...

Hard werken, haast nooit vakantie...  Enkel toen de dieren weggingen op de boerderij, konden Leonie en Clément al eens een weekendje weg...  verder dan je de rook van de schouw zag vliegen...

 

 

Zo zijn we met de familie eens naar het Duitse Arnsberg gegaan waar ik als soldaat lag. Op 1 februari 1950 ging ik binnen.  Met Pasen kon ik voor de eerste keer naar huis.  Het was volop Koude Oorlog, en het oorspronkelijke dienstjaar werd verlengd tot 18 maanden...  Wel ben ik er 7 kg verzwaard - wellicht door het regelmatiger eten en het ontwikkelen van spieren...

 

 

En ontspanning?  Wat deed een boerenzoon in die schaarse vrije tijd?

 

Met een nonkel ging ik 's zondags toen ik 15 à 16 jaar was af en toe naar het voetbal kijken.  De ene week gingen we naar de Racing en de andere week naar de Malinwa.  Weet je wel: de generatie van Bert De Cleyn, Torke Lembrechts, Rik Coppens, Rik De Saederleer...  M'n nazaten zijn grote supporters van KV-Mechelen.  En kleindochter An Verbruggen is nu omroepster bij die club.  Een felle hoor!  Toen ik met haar vroeger al eens ging supporteren dacht ik 'Gij gaat nog eens kletsen krijgen' zoals zij hevig tekeer ging!

 

Terloops vraag ik Clément wat hij weet van het monumentale graf van de familie De Rooster op het kerkhof van leest...  Hoe zit dat met die verwantschap?

 

 

Da's een heel verhaal.  Weet je: mijn overgrootvader Willem die van Duffel naar Leest was gekomen, had vier zonen waarvan mijn vader Victor er één was.  Er was ook nog een andere zoon: Jacob - Tist' , en die had dan weer een zoon: Jan Baptist - Clément De Rooster.  Hij was rijk geworden, en dat kwam vooral ook doordat hij collaboreerde met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.  Hij kocht het Kasteel De Borcht aan de Rupeldijk in Heindonk, en bewoonde dat vanaf 1941.  In 1944 stierf zijn eerste vrouw Maria Sels op de leeftijd van amper 37 jaar.  Hij zou nadien trouwen met z'n schoonzus.  Maar de zaakjes die hij deed met de bezetter brachten hem na de oorlog in nauwe schoentjes en zijn kasteel werd verbeurd verklaard.  Het is deze De Rooster die een concessie aanvroeg voor dit grote grafmonument dat we nu nog kennen.  Alles van deze Clément De Rooster werd aangeslagen, behalve de grafkelder.  Heel de stam van Tist De Rooster ligt daar begraven.  Met Allerheiligen wordt die kelder nog eens opengelegd.  Clément stierf in 1963 in Heidelberg.  Af en toe kwam hij wel eens op bezoek op de boerderij, bij zijn neef, mijn vader.  Maar ik vond het wel 'ne speciale'...

 

Tot 75 jaar is Clément boer geweest op zijn boerderij op de Warande.

Hij ploegde en zaaide en oogste, en molk...  en de seizoenen die kwamen en gingen.  En de jaren gingen voorbij.

 

(bij het Gouden Huwelijk van Willem en Julie: Clément, Jeanne, Willem en Julie, Maria)

(enkele jaren geleden: bij de 85ste verjaardag van Jeanne: Clément, Maria en Jeanne...Het was de laatste foto van hen drie samen...)

 

Ik heb van niks spijt.  Het was een schone stiel.  Ik zou het terugdoen als ik jong was.  Maar nu is het allemaal anders.  Mijn kinderen mochten hun goesting doen.  Ze hebben allen gestudeerd.  De boerderij wordt niet meer verder gezet.  Het is voorbij.  Mijn vrouw Leonie is enkele jaren geleden overleden.  We waren gelukkig samen.  Ze was een zorgzame vrouw die goed kon koken en erg dienstbaar was.  Ook mijn zussen Jeanne en Maria en hun echtgenoten zijn overleden...  Alleen vallen is niet alles.  Ik ben de enige van deze generatie die overblijft - in mijn familie én mijn schoonfamilie...

 

Zijn ogen worden wat vochtig.  Hij wijst naar een fotootje...

 

Maar dit was het ergste..  Hier heb ik het meeste van geweten.  Dit is mijn kleinzoontje Geert Verbruggen.  M'n oudste kleinzoon.  1989.  Ik had hem van de school in Battel afgehaald.  Hij was toen acht, negen jaar oud...  Toen we op de boerderij aankwamen wou hij dadelijk met zijn véloke gaan rijden.  Tweehonderd meter verder is hij in een bouwput verongelukt.  Er waren waterwerken aan de gang op de Oude Leestsebaan.  Zoiets vergeet je nooit...

 

Hij herpakt zich...

 

 

Ik zie al die kleinkinderen graag.  Soms was het hier een echte crèche.  Allen kwamen ze hier naartoe.  We hielden ze allemaal bij.  Het waren de schoonste jaren vanmijn leven.  Fietsen met de kleinkinderen: zo kon ik de zorgen uit m'n kop zetten.  Met m'n jongste kleinzoontje Robbe vooraan op mijn fiets... Schoon herinneringen...

 

Clément De Rooster dwaalt door het verleden.  Hij zwijgt.

 

Zijn handen liggen op tafel.  Handen die hebben gewerkt - handen die hebben gewroet en gezaaid in de vruchtbare voren... De familiegrond bewerkend...

Tussen Battel en Leest, op de zavelberg van de Warande.

Oude Leestsebaan - de stad is ver weg - verder dan je de rook van de schouw ziet vliegen...

Rimpels doorploegen zijn markante gezicht dat boekdelen spreekt en grote persoonlijkheid uitstraalt. 

Karakterkop.  Gebeiteld haast.

En daarin die zachte wijze ogen.

Noeste arbeid - verknocht aan dit lapje grond niet ver van de Zenneboorden waar Mechelen landelijk wordt...

Geworteld.

Vergroeid.

De adjectieven proeven als ontsnapt uit een ouwe boerenroman.

Maar ze passen wonderwel.

Misschien gaan mensen en dingen wel voorbij - als de rook uit de schouw en de drijvende wolken...

...maar wat écht is heeft eeuwigheidswaarde.

Als de wereld draait in een steeds doller ritme en de waan van de dag verblindt, zal de boer verder ploegen.

En als hij dan - moe en oud geworden - de schop aan de kant zet en de dieren het erf hebben verlaten...

dan blijven er de verhalen die de stenen, de oude muren en de kluiten van de zavelberg stil verder vertellen...

daar op de Warande...