(foto's: Jan Smets)
De lente hangt in de lucht. Het is nog vrij fris, maar je voelt dat er een nieuw seizoen in de startblokken staat. De zon doet vriendelijke pogingen om de dag kleur te geven. En daar slaagt ze ook in.
Op deze lentemorgen sta ik voor de deur van het aartsbisschoppelijk paleis aan de Wollemarkt: een relatief eenvoudig classicistisch gebouw - streng en wars van allerlei overbodige opsmuk. Boren trillen en afsluithekkens schermen stukken van de gevel af. Want het paleis wordt op dit moment grondig gerenoveerd. Dit is dan ook broodnodig. Kardinaal Jozef De Kesel die ik wat later zal ontmoeten op zijn bureau, vertelt me weinig last te hebben van de ongemakken die zo'n werken toch met zich meebrengen. Hij stoort zich niet aan het 'lawaai'. Nochtans woont hij in een aanpalende vleugel van het gebouw. Zijn appartement bevindt zich in de concièrgewoning links van het oorspronkelijke paleis...
Ik bel aan. Drempelvrees heb ik niet echt. Maar toch stap je een gebouw als dit niet binnen zoals je dat doet in een café op de Grote Markt. De deur gaat open en ik moet slechts kort wachten voordat ik opgehaald wordt.
Het interview was al langer aangevraagd en welwillend toegestaan. De drempel is dus echt niet meer zo hoog dan die vroeger moet geweest zijn. Ik kan me alleszins niet voorstellen dat ik met Kerkvorsten als Mercier of Van Roey gezellig een kop koffie zou hebben gedronken en mijn vragen zou mogen afvuren hebben. Die tijden zijn wel degelijk voorbij. Ook al blijft de kardinaal toch één van de belangrijkste gezagsdragers in ons land: de tijd dat deze hoogste in rang geplaatste kerkleiders in groot ornaat en met vorstelijke kardinaalsrode mantels rond zich gedrapeerd werden geportretteerd ligt lang achter ons.
Dat zie je ook in één van de grote ontvangstruimtes in het paleis. Het grootste staatsieportet van een majestueuze kardinaal Mercier beheerst de ruimte. Ook al zijn voorgangers hangen aan de muren - hun deftige waardigheid uitstallend. Met Leo Suenens komt er een stijlbreuk, en zeker met kardinaal Godfried Danneels. De gouden lijst is ingeruild voor een veel soberder kader en het geschilderde portret toont ook de menselijke karaktertrekken van de Mechelse aartsbisschop. Dat is evenzo - en misschien nog meer - met het schilderij van Monseigneur André Léonard dat een Koen Fillet meesterlijk van hem geborsteld heeft...
Ik had kardinaal De Kesel al eerder kunnen ontmoeten. Maar de man heeft uiteraard een erg drukke agenda. In december werd Mgr. De Kesel tot kardinaal gecreëerd in in Rome en nadien was hij op de dag van afspraak ziek. Uitstel is geen afstel, en na wat zoeken naar een nieuwe datum was het vandaag eindelijk zover.
Na een gesprek dat hij net heeft afgerond, is het mijn beurt.
Kardinaal De kesel had ik al een paar keer in levende lijve gezien. Zo zag ik hem bij de inhuldiging van de pas gerestaureerde Hanswijkbasiliek waar hij na het officiële gedeelte heel gemoedelijk een praatje maakte met de aanwezigen - het glas Gouden Carolus in de hand. Afstandelijkheid is hem vreemd. Heel kort refereerde ik naar mijn boek 'Mechelen. Een stad vertelt' dat hij ten geschenke zou gekregen hebben van de Mechelse parochiepriesters.
De Kesel hanteert - zoals ik toen ook ervaren had - een heel eenvoudige stijl. Hij is erg toegankelijk en hij heeft een beminnelijke glimlach die maakt dat je je dadelijk op je gemakt voelt. Hier is de 'Kerk-Vorst' vér weg.
Ik neem plaats over hem in het salonnetje op zijn bureau en ik krijg een kop koffie aangeboden.
Zoals vele gesprekken starten, begin ik met een korte openingszin over het weer. Lente dus - een mooie dag. Zélf heeft hij er nog maar weinig van gemerkt. Hij was nog niet buiten geweest. Door de vensterramen zie ik een stuk van de mooie en grote aartsbisschoppelijke tuin. Binnen afzienbare tijd zal dit fraaie park publiek worden. De binnenstad krijgt er een openbare groene long bij. Het paleis zal enkel nog het stuk tuin tussen de twee vleugels links en rechts achter het hoofdgebouw privé houden.
Op 6 november 2015 werd Jozef De Kesel benoemd als nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel.
Op dat moment was hij bisschop van Brugge. Die taak kreeg hij toegewezen in 2010. Dit bisdom had toen een op zijn zachtst gezegd nogal turbulente periode achter de rug.
Bisschop De Kesel had gedacht langer aan de slag te zijn in het bisdom Brugge, maar eerder verrassend werd hij door Rome voorgesteld om aartsbisschop te worden. De Antwerpse bisschop, Bonny, leek de gedoodverfde opvolger van André Léonard te worden. Niet dus. En zo verhuisde Jozef De Kesel van de Westvlaamse hoofdstad naar onze stad.
Op 12 december werd Jozef De Kesel in de Sint-Romboutskathedraal aangesteld. De metropolitane kerk zat afgeladen vol met familieleden, tal van gelovigen, vertegenwoordigers van de diverse godsdiensten in ons land, én met het koningspaar. Ook de pers was ruim aanwezig.
Mechelen was natuurlijk geen onbekend terrein voor hem.
Vanaf 2002 was hij al hulpbisschop van Mechelen-Brussel geweest. In dat jaar werd De Kesel - die tot dan bisschoppelijk vicaris was in het bisdom Gent, gewijd tot bisschop. Hij koos voor de leuze: "Met U ben ik christen". De nieuwe bisschop stond in voor het vicariaat Brussel.
Aan deze eerste periode op het aartsbisdom kwam dus acht jaar later een einde met zijn overplaatsing naar Brugge. Nog maar amper een paar maand voordien had aartsbisschop André leonard hem benoemd tot hulpbisschop voor het vicariaat Vlaams Brabant en Mechelen... Het was dus niet voor lange duur. Het werkterrein werd verlegd naar de Westvlaamse kerkprovincie.
Maar...
Bisschop De Kesel keerde weer... En deze keer als aartsbisschop!
Ik was ook wel wat verrast, maar ik heb deze benoeming aanvaard. Zo gaat dat in de Kerk. Ik kwam ook graag naar Mechelen. Ik vind het een erg aangename stad. Brugge is dat natuurlijk ook, maar ze wordt wat overrompeld door de toeristen. In Mechelen is enorm veel te zien. We hebben hier prachtige historische kerken en vele monumentale gebouwen. De Sint-Romboutskathedraal is een pareltje van Brabantse gotiek en stond model voor vele andere kerken in deze stijl. Ik ben hier erg gevoelig aan door mijn grote interesse in geschiedenis. Deze stad wordt bepaald door zijn verleden. Je voelt gewoon dat dit niet zomaar een 'ordinair' stadje is. Ik denk aan de rijke geschiedenis te tijde van de Bourgondiërs: Karel de Stoute, zijn weduwe Margareta van York, Margareta van Oostenrijk... Niet te vergeten dat de grote keizer Karel V hier ook zijn kinderjaren doorbracht! De Nederlanden waren in die tijd erg belangrijk en Mechelen had hierin een centrale rol. Nadien kreeg Mechelen dan nog de titel van aartsbisschoppelijke stad. Tot het Concilie van Trente was de bisschop van Kamerijk gezagvoerend bisschop. Maar dat bisdom was véél te groot en nieuwe bisdommen werden gesticht: Brugge, Gent, Antwerpen, Namen, Mechelen... (Luik bestond toen al als bisdom). Men wilde dat de bisschop dichter bij het volk zou staan. De eerste twee aartsbisschoppen waren eerder wereldlijke leiders. Pas met de derde - Mathias Hovis (die trouwens geboren Mechelaar was) veranderde dit een beetje. De man deed pionierswerk op pastoraal gebied. (Ik was trouwens zijn biografie - 'De helse dagen van bisschop Mathias Hovius' - aan het lezen toen ik mijn aanstelling vernam.). De eerste aartsbisschop - de Granvelle - was meer een soort van 'kardinaal Richelieu'. Hij resideerde vooral in Brussel en is nadien ook snel naar zijn geboorteland Frankrijk teruggekeerd...
In de kathedraal vind je van de meeste aartsbisschoppen een grafmonument. De eerste zijn erg indrukwekkend, soms protserig en groots te noemen. Maar de stijl veranderde in de loop der tijden... Ook de invulling van het ambt onderging grondige wijzigingen - zéker na de Franse Revolutie toen er een scheiding kwam tussen Kerk en Staat.
In een zijkapel zie je ook het praalgraf van kardinaal Joseph Mercier. Aan de muur hangt een herinneringsplaat aan de 'Mechelse gesprekken'. In het aartsbisschoppelijk paleis is de tafel bewaard waarrond deze belangrijke gesprekken werden gevoerd.
Die Gesprekken werden in 1921 opgestart. Ze waren toen baanbrekend te noemen. Het lag niet zo in de geplogenheden. Het waren verkennende gesprekken tussen Katholieken en Anglicanen. Kardinaal Mercier die later vaak eenzijdig op zijn stellingname over het 'Vlaams' werd getaxeerd, had beslist meer in zijn mars. Hij nam 'ferme' standpunten in, en was iemand naar wie men in de hele wereld opkeek om zijn moedige uitspraken in Wereldoorlog I, maar ook in academischische kringen werd hij erg gewaardeerd. Na het overlijden van Mercier werden de gesprekken stopgezet door zijn opvolger Van Roey. Toch werkt men aan verdere toenadering. Vorige week had ik nog een ontmoeting met de bisschop van Yrok. In 2021 zou men graag iets doen om deze Mechelse Gesprekken te herdenken. We zullen nog zien welke vorm dit zal aannemen. Het is nog lang...
Kardinaal De Kesel woont en werkt in het paleis aan de Wollemarkt. Zijn voorganger, aartsbisschop Léonard, woonde afwisselend in Mechelen en Brussel. Hij hield niet zoveel van de stijl van het classicistische paleis.
Om de veertien dagen gaat de bisschoppenconferentie door in de Refugie van Sint-Truiden dat een onderdeel is van het paleis en schilderachtig gelegen is aan het Groen Waterke waarover een Mechelse versie van 'de brug der zuchten' de link maakt tussen de twee paleisdelen. Kardinaal De Kesel houdt erg van de Refugie. Het is dan ook erg mooi en historisch.
Je merkt dat kardinaal De Kesel houdt van deze stad. Dat steekt hij niet onder stoelen of banken.
Ik loop graag rond in de stad. Zo hou ik voeling met de stad en de mensen. Ik word herkend, soms aangesproken... En dat is goed. Je moet onder de mensen komen. Anders vervreemd je. We wonen nu met twee kardinalen in één straat. Aan de overkant - wat verder - schuin over het paleis, in de Stassartstraat, woont kardinaal Godfried Danneels. Ik ontmoet hem regelmatig. Ik moet de straat maar oversteken. We hebben ook wel wat affiniteit met mekaar. Eigenlijk komen we bijna uit dezelfde streek. Mgr.Danneels is van het Westvlaamse Kanegem, en ik ben afkomstig uit het Oostvlaamse Adegem - dicht bij de grens met West-Vlaanderen. In ben op 17 juni 1947 geboren als het zesde kind in een rijtje van elf. Mijn vader en grootvader waren burgemeester van ons dorp dat nu een deelgemeente is van Maldegem. Mijn oom Leo De Kesel was hulpbisschop van Gent...
Een neef van zijn vader: Daniël Omer De Kesel was norbertijn in de abdij van Averbode en werd erg bekend als 'Nonkel Fons' bij de Goede Pers van Averbode. (weet je wel: Zonnekind, Zonnestraal, Zonneland...)
Jozef De Kesel volgde lagere school in Adegem en deed nadien zijn humaniora aan het Sint-Vincentiuscollege in Eeklo. Nadien studeerde hij verder aan het Sint-Paulusseminarie in Gent en de faculteit in Leuven (kandidaturen geschiedenis). Van daaruit werd hij naar Rome gestuurd waar hij het baccalaureaat en de licentie in de theologie behaalde.
Op 26 augustus 1972 werd Jozef door zijn oom, bisschop Leo,tot priester gewijd in zijn geboortedorp.
Jozef De Kesel werd godsdienstleraar in zijn vroegere school in Eeklo maar ook docent aan de Sociale Hogeschool van Gent. Vervolgens werd hij professor en prefect aan het Gentse Groot Seminarie en leraar aan het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen waar hij in 1992 voorzitter van werd.
In de jaren tachtig was hij gastdocent aan het Brugse Groot Seminarie en aan de Leuvense universiteit.
Ik kom nog regelmatig in Adegem. Twee broers en een zus wonen daar nog in mijn geboortedorp. Andere familieleden wonen ook in de streek, in Gent en Eeklo...
Monseigneur De Kesel voelt zich thuis in deze stad en hij houdt ook van de diversiteit in Mechelen. Ik hoor parrallellen met de visie van burgemeester Bart Somers in zijn betoog.
We moeten samen leven. Onze levens moeten we delen. We kunnen er allemaal aan werken. Wederzijds. Diversiteit is de toekomst. Er is geen andere toekomst dan deze. We moeten het 'wij-gevoel' versterken. 'Wij' en 'zij' is niet goed. Als Kerk is dat ook onze boodschap: eerbied voor de andere, niet verdelen, geen misprijzen voor wat anders is. Solidariteit en broederlijkheid (toevallig ook waarden die de Franse Revolutie hoog in het vaandel voerde) zijn diepchristelijke waarden. Vrijheid is belangrijk, maar vrijheid is er ook om verantwoordelijkheid op te nemen. Vrijheid is maar zinvol als je beschikbaar bent voor de andere. De Kerk in Mechelen heeft goede contacten met andere godsdiensten in deze stad. Lokaal kan ik me hier minder mee bezig houden. Ik doe dit vooral op nationaal vlak. In Mechelen is dit een taak van hulpbisschop Leon Lemmens. Ook in dit paleis is de diversiteit doorgedrongen. Zo heb ik bijvoorbeeld een Chaldeeuwse huishoudster: Hulya. De levendige Chaldeeuwse gemeenschap telt zo'n vijfhonderd gezinnen in deze stad! Ik ben ook een groot bewonderaar van de sociaalbewogen paus Franciscus die toch wel getekend wordt door zijn Latijns-Amerikaans verleden. Hij is heel open. Dat hoor ik ook van vele andere collega's waar ook ter wereld...
Tijden veranderen. Ook de Kerk veranderde heel ingrijpend. Het kerkelijk gezag brokkelde af en het aantal kerkgangers is de laatste decennia drastisch teruggelopen. Vele kerken lopen haast leeg en er dient ernstig nagedacht over andere of nevenbestemmingen van deze gebouwen. In onze stad werd de Minderbroederskerk een hotel, in de Heilig-Hartkerk heeft de Russich-Orthodoxe geloofsgemeenschap een stek gevonden, de Sint-Janskerk zal ook een museumfunctie krijgen, de Sint-Petrus en Pauluskerk zal eveneens gebruikt worden voor concerten... Ook de bijna gerestaureerde Sint-Jozef Colomakerk zal kunnen aangewend worden voor tentoonstellingen, ontmoetingen, concerten...
Hierin dienen we de kerk in het midden te houden. Al deze kerken werden ooit gebouwd in een tijd dat deze infrastructuur erg nodig was. We moeten als Kerk bereid zijn om deze dialoog aan te gaan. Een kerk is er niet meer alleen voor de christelijke gemeenschap, maar is er voor iedereen. Een kerk moet een open huis zijn voor elkeen: voor gelovigen, voor zoekenden, voor mensen die er willen bidden, de rust opzoeken... Kerken hebben ook een grote symbolische betekenis. Het zijn publieke en open gebouwen. Ze hebben hun grote (kunst)historische waarde, maar zijn ook méér dan een museum...
(inhuldiging gedenkplaat van de gerestaureerde Hanswijkbasiliek)
Naast dat materiële erfgoed is er ook dat 'mobiele' erfgoed, zoals de beroemde en eeuwenoude Hanswijkprocessie toch mag genoemd worden. Binnen twee maand trekt ze weer door de Mechelse straten.
Het christendom is een levende godsdienst en ze behoort ook tot ons cultuurbezit. Zo'n uiting als een processie is zinvol. Er zijn verschillende manieren van identificatie met zulk een gebeuren. Maar dit moet kunnen. Elk beleeft dit op een andere manier. De Kerk moet dan ook een huis zijn waar verschillende vormen van toebehoren mogelijk zijn. Je ziet dat ook in Brugge met de Heilig Bloedprocessie op Hemelvaartsdag of met de Virga Jessefeesten in Tongeren. Het is cultuurchristendom, maar het is beslist ook meer!
Of de kardinaal een lievelingsplekje heeft in deze stad?
Ja. Dat heeft hij zeker. Meerdere zelfs. Hij vindt het Hof van Busleyden prachtig. Zo houdt hij vooral van de Keizerstraat. De kardinaal vindt dit zo'n inspirerende en mooie plek tussen de vroegere paleizen van de beide Margareta's. Hij vindt ook het Hof van Savoye - nu gerechtshof - een schitterend gebouw. Het is uniek van stijl en het is één van de eerste renaissancegebouwen in de Lage Landen.
Maar het was ook historisch een belangrijk paleis. Heel veel groten der aarde kwamen er langs - van denkers als Thomas Moore en Erasmus tot kunstenaars als Dürer. Margareta was een groot politiek figuur maar daarnaast ook een kunstminnende vrouw. Ik heb veel interesse in die geschiedenis. Het is een heel waardevolle plaats. En dan is er niet veel verder aan de Veemarkt de vroegere jezuïetenkerk - nu Sint-Petrus en Pauluskerk. Natuurlijk is de Sint-Romboutskathedraal heel bijzonder, en de toren is magnifiek, maar een eenvoudiger gotische kerk als de Katelijnekerk weet me te bekoren. Ze heeft iets huiselijk.
Kardinaal Jozef De Kesel is waarlijk een échte Mechelaar geworden. De Oostvlaming heeft zijn thuis gevonden in de Maneblussersstad.
De overgang is niet moeilijk geweest. Ik pas me eigenlijk altijd vrij goed aan. De meest ingrijpende verhuis was eerder van Gent naar Brussel. Maar ik hou wel van onze hoofdstad. Ik ben er graag aan het werk geweest. Mechelen is heel aangenaam. Het is geen dorp, niet klein, maar anderzijds ook niet te groot... Dit is een stad op mensenmaat.
Het klinkt misschien wat brutaal, maar ik durf het uiteindelijk toch vragen...
In de crypte onder het hoogkoor van de Sint-Romboutskathedraal liggen de graven van de meeste Mechelse aartsbisschoppen. Het is een vrij eenvoudige crypte die enkle een tijdje wordt opengesteld rond Allerheiligen.
Eén plaatsje is er nog maar over in deze kelder...
Een: er zijn drie 'wachtenden' die er misschien ooit komen te liggen. Denkt de kardinaal daar ooit over na?
Dat is iets dat me helemaal niet bezig weet te houden. Als ik sterf zullen ze wel doen wat ze willen met mij...
Ik geloof het graag.
De bescheiden en rustige man die Jozef De Kesel is, heeft andere prioriteiten. De tijd van grote kerkvorsten op ongenaakbare sokkels is voorgoed voorbij. Elk woord dat een kardinaal zegt wordt kritisch gewikt en gewogen. Dat heeft hij ook moeten leren, zegt hij. De Kerk is ingrijpend veranderd. Aartsbisschoppen ook. Geen staatsieportret meer met een uitbundig vergulde lijst, geen statige kardinaalsrode mantel, geen troon, geen praalgraf...
De kardinaal wil tussen de mensen vertoeven: getuigend, overtuigend, maar met respect voor andere meningen en mensen met andere achtergronden.
Het is middaguur als ik afscheid neem na een gemoedelijke en open babbel.
Buitengekomen hoor ik naast het dissonante geluid van een boor de beiaardklanken van Sint-Rombout die deze eerste lentedag nog zaliger doen aanvoelen.