"We komen van ver..."
Het was iets wat mijn overgrootvader André Van der Poel met stellige zekerheid wist te vertellen. Ikzelf heb 'Dré van Sooi Poel' nooit gekend. Hij overleed in 1950. Maar ook zijn enige zoon, Jef, bevestigde het. "...van Holland", werd er dan aan toegevoegd. We namen het aan als waarheid en stelden er verder geen vragen naar. Het zou wellicht kunnen. In ons landje is de naam 'Van der Poel' relatief zeldzaam. Hier dragen zo'n 171 de naam. (vergelijk dit met 'Smets' en je komt aan 12294 naamdragers!). In Nederland is dit nét iets anders. Daar lopen zo'n 4111 Van der Poels rond. Wereldwijd zijn er 7122 Van der Poels.
Ik buig me met Petra over de oude trouwfoto van ons beider groottante, Elisabeth Van der Poel. Links van de bruid zit haar man Bert, en rechts zijn gezeten André Van der Poel en zijn vrouw Marie Van Santfoort.
Op de foto herkent Petra haar grootvader Jef. En ik zie op de foto ook mijn grootmoeder Jeanne staan, en.. haar zussen Louisa en Finne. Allemaal Van der Poels, samen op het groepsportret geschoten op het hof van de hovenierswoning van Dré aan 'Den Eik' op de Battelsesteenweg.
Petra is samen met haar vader Corneel, haar tante en haar zus de enige die de naam Van der Poel nog draagt. Onze overgrootvader had naast zijn zoon Jef verder enkel dochters.
"We komen van ver..." Dat zinnetje begon ons wel te intrigeren. We wilden wel eens weten van wanneer onze familie dan de landsgrenzen zou zijn overgestoken om zich hier in het Mechelse te vestigen. Zo begonnen we er aan. Met weinig kennis van zaken, maar wel met de nodige nieuwsgierigheid en enthousiasme. We gingen van start in het stadsarchief en begonnen de grond rond onze stamboom voorzichtig om te ploegen -wroetend in het verleden - stapje voor stapje. Het grijze verleden werd iets minder grijs, en een aantal namen van vergeten voorouders kwamen bovendrijven. Puzzelstukjes van een familiegeschiedenis...
André Van der Poel (met een kleine 'd' - het was iets wat mijn grootmoeder Jeanne maar wat graag wist te vermelden), was een merkwaardig man.
(André Van der Poel)
Hij was de jongste zoon van Sooi Van der Poel. Hij had nog een ongehuwde broer, Jomme, die een tijdlang bij hem inwoonde aan de Battelsesteenweg, en nog een drietal zussen. Eentje - Catharina - die steevast 'Net' werd genoemd, huwde een De Rooster van Leest. Een andere zus, Maria-Elisabeth trouwde met een Scheltiens en verhuisde van Battel naar de Adegemstraat... Allemaal niks bijzonders. Leuk om weten als familie. We maakten een besloten Facebookgroep aan - Petra en ik - om al wat we zouden vinden deelachtig te kunnen maken met dichte en verdere familieleden.
André werd hovenier. Hij woonde met zijn gezin in een eenvoudige woning naast kasteel Beaulieu op de Battelsesteenweg. Maar ondanks het feit dat het huis er relatief 'simpeltjes' uitzag, 'boerde' André goed. Hij bezat flink wat grond in Battel, en ondanks het feit dat ze hard werkten om de kost te verdienen, zat hij mooi in de slappe was. Naast hovenier was 'Dré Poel' ook nog dijkgraaf van het aanpalende poldergebied.
(de in de jaren '60 afgebroken woning Van der Poel naast kasteel Beaulieu op de Battelsesteenweg...)
Het gaf hem een zekere status. En dat toonde hij graag. In het toen nog overwegende agrarische Battel droeg mijn overgrootvader een hoed, en dat viel op naast al die petten... En zijn vier dochters waren zijn 'uithangbord' en zijn trots.
Zijn enige zoon Jef, was de 'kroonprins' en de dochters afficheerden de voorspoed van de Van der Poels. Ze deden dingen die voor meisjes uit de Mechelse burgerij niet zo verbazingwekkend waren, maar wél opvielen in deze 'uithoek'. Zo mochten ze af en toe naar de Opera in Antwerpen, mochten ze met de koets naar de stad rijden én kochten ze hun jurken in het chique modehuis Hirsch in Brussel.
"We moesten wel hard werken, maar we hadden niks tekort. Op onze tafel was er nooit een tekort." Dat vertelde mijn grootmoeder Jeanne-van-den-Dré.
"In de kerk van Battel hadden we onze eigen stoel met koperen naamplaatje, en toen we binnenkwamen keken de mensen naar ons. Sommigen stonden zelfs recht..." Ik moest er altijd wat om glimlachen. Ik kan me er iets bij voorstellen, hoe de Battelaars naar die vier jongedames in hun mooie toiletten moeten opgekeken hebben... Dat er af en toe wat afgunst was, is ook niet verbazingwekkend. Zo vernam ik later ook dat sommigen met enige jaloezie spraken van 'de schètkonten van den Dré'...
(mijn groomoeder, Jeanne Van der Poel (re-boven- met haar zussen)
"We kwamen van ver..."
"...van Holland..."
"onze naam is met een kleine 'de' geschreven..."
We worstelden ons doorheen de geschiedenis. Zo goed en zo kwaad mogelijk. We zochten hulp, we kregen raad... En stilaan werden we er meer bedreven in.
En we zochten naar onze roots. Dat ging vrij goed. Laag voor laag en stapje voor stapje gingen we verder. We stoften de familiegeschiedenis af. En telkens als we een nog oudere Van der Poel op het spoor gekomen waren, werden we lichtelijk euforisch.
Maar...
Was het verhaal dat onze familie 'van ver' kwam, wel écht waar? Want hoe ver we ook gingen: De Van der Poels bleken generaties lang geworteld in de Mechelse grond... Telkens opnieuw werden de geboorteaktes opgesteld in Battel, Leest of Heffen... Waarschijnlijk was het een verkeerd begrepen verhaal, een familiemythe...
19de eeuw, 18de eeuw... Altijd maar weer opnieuw vonden we onze voorouders terug in de regio rond de Dijlestad.
17de eeuw... Uit de nevelen der tijd doemt een Markus op in Leest...
We doken de 16de eeuw in , bij een Antonius Van der Poel, in...Leest...
"We komen van ver..."
Maar dan kregen we hulp van enige genealogen die heel beslagen zijn en al decennialang hun sporen verdienden met hun opzoekingswerk. Dan begon het verhaal steeds merkwaardiger vormen te krijgen.
De stamboomkundige die ons hielp, wierp een heel nieuw licht op de familienaam 'Van der Poel', en...bracht ons op het spoor van een familiewapen!
Nu werd het helemaal te gek. We lachten tegen mekaar, en overwogen al om onze naamkaartjes aan te passen. Dit leek ons wel heel ver gezocht. Maar toch! We legden al wat we vonden bij mekaar. We verifieerden wat we hadden. Maar het klopte als een bus.
In 1505 droeg een voorvader van ons een wapenschild. Jasper Van der Poel had een familiewapen, met vier kwartieren waarop 'merlets'. Het wapen ging enige generaties mee tot ene Jan Van der Poel in 1586.
Nu was de nieuwsgierigheid helemaal gewekt. Nooit hadden we durven dromen dat we zo ver in de geschiedenis zouden geraakt zijn.
Maar de lijn van onze familiegeschiedenis wikkelt zich steeds verder af in het verleden. Jasper Van der Poel, Daneel Van der Poel, Aert Van der Poel... En dan - dan - stootten we op Salomon Van der Poel.
Salomon Van der Poel...
We kunnen het haast niet geloven.
Salomon was ooit Heer van Cadzand.
Euh?
Zijn moeder van wie hij de naam kreeg was een jonkvrouw Van der Poel! Zijn vader, van wie hij een bastaardkind was, is niet de minste.
We trekken grote ogen.
Zijn vader is ... jawel: graaf Willem IV van Holland!
(graaf Willem IV)
Die graaf werd in 1308 geboren als tweede zoon van Graaf Willem III de Goede en Jeanne de Valois...
Hij regeerde van 1337 tot 1345 - het jaar dat hij sneuvelde bij Warns in Friesland. Hij was dan 38 jaar oud.
Willem IV moet een moedig ridder geweest zijn volgends de kroniekschrijvers. Hij werd daarom ook al eens Willem de Stoute genoemd.
In 1336 huwde hij met Johanna Van Brabant. Ze krijgen een doodgeboren kind. De graaf zal geen wettige nakomelingen nalaten, en de troon gaat over op zijn zus. Wel heeft hij een aantal bekende bastaardkinderen...
En eentje van die bastaards is dus deze Salomon Van der Poel...
Met hem start onze familiegeschiedenis.
Nee, we gaan onze blazoenen niet oppoetsen, en nog minder voelen we het wel heel sterk verdunde blauwe bloed door onze aders stromen... De geschiedenis liep zoals ze moest lopen. Een familie groeide, kreeg kinderen, klein-en achterkleinkinderen... En vanuit dat verre, verre verleden vertakte de boom zich met een oneindig aantal nieuwe twijgen.
Maar ergens - heel diep in ons - geeft het Petra en mij, toch wel een heel bijzonder gevoel.
Battel.
Den Eik.
Een familieportret. Geschaard rond het bruidspaar zitten en staan ze daar allemaal: de Van der Poels. Met kleine 'd'.
Ze hovenieren en ze boeren goed. En Dré van Sooi Poel draagt een hoed, en zijn dochters schrijden als prinsessen de kerk binnen. Maar op het veld dient hard gewerkt....
"We komen van ver..."
Zo vertelden ze dat, maar ze wisten 'begot' niet hoe de vork aan de steel zat.
Het doorvertelde verhaal werd waziger en waziger.
Maar uit de dikke mist is hij opgedoken:
de Graaf van Holland.
Willem IV.
Salomon Van der Poel
Van bastaard tot boer.
De ridder vocht zijn veldslagen en de boer ... hij ploegde voort...
(met bijzonder veel dank aan mijn achternicht Petra Van der Poel die ontzettend veel tijd en energie steekt in het opzoekingswerk! )
____________________________________________________
Ondertussen zijn we wat wijzer geworden. En dit dankzij Rigo Hinderyckx. Hij wijst ons op een paar fouten die we maakten. Ik geef ze hier weer. Ik heb het niet in de tekst hierboven willen verbeteren. We nemen de correcties in dankbaarheid aan. De essentie van 'mijn verhaal' blijft overeind. En dat is dat onze familiestamboom wel verre wortels heeft. Dit is enkel nog boeiend voor ons persoonlijk. Ik wou alleen maar het verhaal brengen dat stamboomonderzoek soms grote verrassingen kan opleveren.
"Philippe Van de Poel of Salomon van Maldeghem waren géén heer van Cadsant, maar stammen er wel van af. Er is wel een Hollandse basterdlijn met de naam van de Poele ontstaan. Dat klopt. Jan Aelman (en niet Salomon) was de naam van het buitenechtelijke kind dat graaf Willem III (niet IV) verwekte bij Gertrude Van de Poel (afstammelinge van de stamvader Philippe Van de Poel). Deze basterdlijn voerde wel een ander wapen. Indien het vertoonde wapen met de merlettes en het kruis werkelijk door burgemeester Jasper Van de Poele gedragen werd, dan is hij inderdaad afstammeling van de rechte bloedlijn en niet van de Hollandse basterdlijn. Ik heb geen idee tot welke lijn jij hoort. Dat kun je enkel uitmaken door je voorouders te reconstrueren of ook nog door DNA van je vader, broer of oom te vergelijken met mijn DNA. Mag ik er ook op aandringen dat je vermelding maakt dat de afstamming van de van Maldeghem's (inclusief Van der Poele) berust op een hypothese van mij, gezien dit nergens te boek staat. "
@ Jan
De twijfel sluipt langzaam bij mij naar binnen. Jan, hoe moet dat nu als we mekaar, ons stalen ros voorttrappend, tegenkomen op kanaal- of rivierdijken? Groet ik je als voorheen met een simpele "dag Jan" of gedraag ik me eerbiedig en groet ik je met een drieroller van mijn rechterarm, die ik vervolgens tegen de borst klem. Een saluut zoals ik die uit menige 'cloak and daggerfilm' uit mijn musketierstijd mocht opsteken? Of blijft het zeer volks bij 'Jan' en 'Jef' ôô gaget?'
Zullen we het bij 'Jan' en 'Jef' houden? ;-)
Een 'Violet Bouquet' die al begint te hyperventileren bij het minste zweempje blauw bloed dat ze in haar omgeving meent te ontwaren, herken ik niet in mij....
Maar leuk was deze ontdekking wel. Dat geef ik grif toe. Ook al lopen hier wel (mééééér dan) ettelijke 'nazaten' rond van die Salomon Van der Poel, bastaard van deze 'illustere' Hollandse graaf: het is een verhaal om te koesteren...
Maar weet je: mekaar kruisend langs de Leuvense vaart, zal ik je voortaan wel met meer 'hoofsheid' begroeten vanop mijn ros Jef. 'Jeuh, de manne!' past nu misschien minder bij mijn status...
hello Jan,
zonder aan muggezifterij te willen doen is uw graaf Willem IV niet gesneuveld in 1445 maar in 1345 in Warns. (vingerfoutje denk ik)
De slag bij Warns op de Rode Kliffen is enigzins te vergelijken met onze slag in de Groeninghe Kouter.
Op de plaats genoemd "ferkearde wei",de plaats waar de Hollanders in de pan werden gehakt door de (voor het eerst) verenigde Friezen , staat een zwerf kei waarop gebeiteld staat "leaver dea as slaef".
Als amateur-genealoog vind ik het héél knap via opzoekingen over een voorvader-boer, te belandenbij de adel van de 14de eeuw !
grtjs
Je hebt uiteraard gelijk. Het moet 1345 zijn. Tikfoutje. Bedankt om me er op te wijzen.
@Jans,
"begroeten vanop mijn ros Jef"?
sedert wanneer spreek jij uwe velo aan met "Jef"?
;-)
Ja Jan, dat wordt een hoed met een grote pluim om die hoofs te kunnen afnemen in het voorbijrijden...Ik zie het zo voor me!