Berthe ziet het daglicht terug...

met categorie:  

  (foto's: Jan Smets)

Ze blijven voorlopig zorgvuldig ingepakt in bubbeltjesplastic.  Nog even blijf ik dus op mijn honger zitten...  Maar dan wordt mijn geduld beloond als het beschermende papier en plastic worden verwijderd.  Spannend...

We hebben afgesproken in reiscafé ViaVia op deze grijze, natte dag.  Lil Meert komt uit Leuven afgezakt. Ze heeft me wat te vertellen.  Lil is een gepassioneerde fotografe en de laatste tijd is ze bijzonder geboeid in glasnegatieven.  Gedreven schuimt ze rommelmarkten af op zoek naar bruikbaar materiaal.  Niet zozeer landschappen interesseren haar, maar wel glasplaten met mensen op.  De voor haar leukste foto's retoucheert ze met eindeloos geduld.  Ze haalt het stof er af, verwijdert de eventuele vingerafdrukken, bewerkt ze met photoshop...  Kortom: een hele klus.  Maar voor Lil wel een bijzonder aangename.  Van een aantal van foto's laat ze professionele prints maken, soms van 50 op 70 cm...of groter.

Ze toont me een prachtige foto van een picknick.  De foto dateert ongetwijfeld van het begin van vorige eeuw.  Het gezelschap - duidelijk begoede burgers - zit netjes op een uitgespreide deken met een natje en een droogje 'gezellig te wezen'.  In hun handen houden ze een gebloemd kopje.  Een koffiekan, een taart en wat flessen staan klaar...  Mooi is deze foto!  Heerlijk om al die details te zien...  Lil glundert.  Terecht.  Dit is prachtwerk.

Op de foto staan allemaal leden van de Mechelse familie Seroen.  Wie wie is weet ik niet zo goed.  Maar een aantal figuren komen ook op de andere glasnegatieven voor die te vinden waren in dat ouwe kartonnen doosje dat ik vond op een vlooienmarkt in Luik...  Ik was geïntrigeerd door dat doosje.  Op het doosje stond immers geschreven: 'Seroen, Speecqvest 32.'

Ze had zich hierover verbaasd.  Mechelse van geboorte zijnde wou ze hier meer van weten.  De verkoper wist niets van de afkomst van het doosje.  Hij kon haar niet verder helpen.  Lil besloot het te kopen.  Met een kloppend hart vertrok ze er mee huiswaarts.    Deze mensen wou ze uit de glasplaat laten treden.  Eén negatief sprong er voor haar meteen uit: een jongedame geleund tegen een piano.  Wie was zij? Dat wou en zou Lil aan het licht brengen...

 

Ook al woont Lil al jarenlang in het Leuvense: haar geboortestad is ze niet vergeten.  Haar ouders bezaten een wasserij: 'Lelia'' in de Leliestraat in de Hanswijkenhoek.  In het Coloma-instituut studeerde Lil af als binnenhuisarchitecte.

Na de geboorte van haar oudste dochter bleef Lil thuis en in die periode leek het haar wel wat om een avondcursus fotografie te volgen.  Aanvankelijk dacht ze er aan om dit een jaartje te doen.  Maar ze geraakte meer en meer geboeid door fotografie en het werden er drie...  Binnenhuisarchitectuur, schilderen, tekenen, fotografie: Lil was en is duidelijk iemand die denkt in 'beelden'.  Een artistiek iemand.  Overduidelijk.

Later zou Lil een twaalftal jaar werken als freelance-fotografe voor verscheidene kranten.  Haar werkterrein was vooral het Hageland.  Ze ontmoete zo veel boeiende mensen.  Maar totaal bevredigend werk was het niet steeds. Erg creatief kon ze er niet bij zijn.

 

(foto: Lil Meert.  Het betreffende doosje...)

 

Ik heb erg veel gefotografeerd in mijn leven.  Ik merk dat ik nu meer en meer mijn camera thuislaat.  Ook op mijn vakanties kijk ik minder door de lens, maar probeer het allemaal ter plaatse 'op te slaan' op mijn netvlies.  Ik geniet van het moment. Van de sfeer, de kleuren, de geuren... Ik ben al een hele tijd in de ban van glasnegatieven.  Ik voel me soms een detective als ik er nieuwe ontdek en kan kopen.  Dan probeer ik de herkomst te achterhalen.  Wie waren deze mensen?  Wat deden ze in het leven?  Zo heb ik hier een hele mooie oude foto met kleutertjes op uitstap.  Wat is er van hen allemaal geworden?  Dan gaat mijn fantasie werken.  Glasnegatieven zijn kwetsbaar.  Ik bewaar ze in zijdepapier.  Tot de jaren veertig zie je nog dat er hier en daar gefotografeerd werd met glasnegatieven.  De glasplaten die ik ontdek hebben vaak al heel wat omzwervingen meegemaakt.  Zo is het ook met het in Luik gevonden doosje uit Mechelen...

 

 

Ik bekijk de vrouw op het glasnegatief die Lil mij toont.  Ze laat me de nog niet geretoucheerde afdruk zien. 

 

 

Ik zie een jonge, burgerlijk geklede jonge vrouw die leunt tegen een piano.  Ze draagt een witte blouse met fijne kant afgewerkte mouwen.  Op de piano staan een aantal lijstjes met portretten en aan de muren hangen er nog meer.  En partituur staat opengeplooid.  Ik lees: 'Salomé' - de naam van een opera van Richard Strauss.  Aan de rechterkant staat een plant en hangt er een soort van erelint.  Maar het is moeilijk leesbaar.

 

 

Het intrigeerde me hoe langer hoe meer.  Wie was deze vrouw?  Ik ben op zoektocht gegaan.  Deze jongedame had ongetwijfeld wat te maken met klassieke muziek.  Ik tikte in google de naam Seroen in.  En toen trad ze in het daglicht: Berthe Seroen!  Want dat moest ze zijn!  Berthe Seroen - een nu vergeten Mechelse - was ooit een gevierde operazangeres!  En inderdaad: ze woonde met haar ouders aan de Speecqvest 32.  Ik ben verder op zoek gegaan naar wie ze was.  Ik ontdekte dat ene Jan Dewilde ooit een artikel over haar schreef, en ik contacteerde hem.  De dag erna kreeg ik al een antwoord.  Mijn vermoedens werden bevestigd.  Het ging inderdaad over Berthe....

 

Lil vond de stamboom van de familie Seroen, en kwam zo steeds meer te weten.  Haar grootouders noemden Francis Seroen en Marie Cornelie Kero.  De vader van Berthe was Egide Théodore Francis Seroen (1844-1908). Hij was goudsmid in onze stad.   Berthe was het negende kind in een rijtje van twaalf.  Broers en zussen lieten haast geen nageslacht na.  Ook Berthe bleef kinderloos.  Alleen de twee jongste Seroens moeten kinderen gehad hebben...  Zijn ze in Mechelen gebleven?  Weken ze uit?  

 

Ik ontdekte dat Berthe muzieklessen volgde aan het Mechelse Conservatoium en dat ze debuteerde tijdens een huldeconcert voor de Mechelse componist en conservatoriumdirecteur Gustaaf van Hoey.    Later zou ze nog studeren aan het conservatorium in Brussel.  In 1908 debuteerde ze bij de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen.  En dit als 'Elisabeth' in Tannhäuser.   Zes seizoenen bleef ze verbonden aan de Opera in Antwerpen.  Tussendoor trad ze ook op in de Muntschouwburg waar ze vooral Wagnerrollen vertolkte.  En...ze richtte in 1909 zelfs een particuliere zangschool op in Mechelen!  Zo organiseerde ze in onze stad een aantal interessante concerten.

 

Opmerkelijk is ook een teruggevonden brief aan haar gericht waarbij men haar overtuigde om verder gaan met opera.  Want dat leek niet zo evident.

Berthe werd al snel een gevierde ster.  Vele componisten waren erg lovend over haar.  Ze moet een zuivere stem met groot bereik gehad hebben.  Bovendien had ze flink wat acteertalent.

 

Maar dan kwam de Eerste Wereldoorlog er aan.  Bleef de rest van de familie in Mechelen?  of?  Feit is dat Berthe Seroen naar Nederland is gevlucht.  Daar heeft ze dan Gerard Mastenbroek ontmoet.  Een architect die bekend werd door zijn ontwerpen van Cinema Royal en andere Amsterdamse bioscopen.  Berthe zou met hem huwen.  In Nederland, haar nieuwe thuisland, zette ze haar carrière verder.  Toch stond ze er maar een tweetal keren op het operatoneel.  Ze zou zich nadien immers toeleggen op het klassieke lied...

 

Ik lees dat ze in Evert Cornelis een vaste pianopartner ontdekte.  Samen lieten ze het Nederlandse publiek kennis maken met muziek van vele Franse componisten zoals Debussy en Ravel, en Vlaamse componisten als de Boeck, Gilson en Blockx.

Berthe stond op de planken in 'la damaiselle élue' en 'Pelléas et Mélisande'  van Debussy en in 'Shéhérazade' van Ravel.  De samenwerking met Cornelis duurde van van 1915 tot 1929. 

Met begeleider Willem Pijper verlegde ze de aandacht naar modernere liederen van Stravinsky, Bartok en vele anderen.  Ook liederen van Shubert, Schuman en Brahms stonden op haar repertoire.  Toen Pijper zich na 1932 zich meer ging toeleggen op componeren werd Phons Dusch haar pianopartner.

Vanaf 1927 ging Berthe opnieuw les geven als zangpedagoge.  Dat deed ze aan het Rotterdamsch Conservatorium maar ook aan dat van Utrecht en Amsterdam.

op 17 april 1957 zou Berthe Seroen in Amsterdam overlijden...

 

(foto's van de familie Seroen.  Ze komen allemaal uit het oude doosje met glasnegatieven...  De picknick, een uitstapje... En de laatste foto toont een olijk drietal die bij vergroting laat zien dat het om... drie vrouwen gaat)

 

Ik bekijk de foto's...  Lil heeft Berthe terug aan het daglicht gebracht. De jonge vrouw kreeg een identiteit.  Geweldig!

 

Ja, dat vond ik ook.  Dit doosje bevat bijna twintig glasnegatieven.  Dit is duidelijk een privé-collectie.  De afgedrukte foto's zullen ooit in een familie-album hebben gezeten.  Waar is het beland?  Bestaat het nog?  Of is het verloren gegaan in de loop der tijd?  Hoe is dit doosje met glasnegatieven in Luik terecht gekomen?  Wie heeft het voordien allemaal in zijn handen gehad?  Welke omzwervingen deed het?   Besefte men wie deze mensen op de negatieven waren?  Ik heb er eerst zorgvuldig alle stof afgehaald en heb de duimafdrukken geretoucheerd.  Dat doe ik steeds.  Soms weet je niks over een bepaalde foto maar is het het beeld dat zo sterk is.  Dat retoucheren is ideaal werk voor de wintermaanden...

 

Lil vertelt het me allemaal met veel passie.  Ze is duidelijk gebeten door een microbe.  Thuis hangen er een aantal uitvergrote afdrukken van zulke oude glasnegatieven.  En ze had ook al eens de kans om enkele werken tentoon te stellen in de Leuvense Universiteitsbib.

Nog regelmatig doet ze mooie vondsten.  Soms vindt ze ook niks.  Onlangs was ze ook nog op het Brusselse Vossenplein.  Maar dan vroeg men weer waanzinnige prijzen voor een aantal glasnegatieven.  Soms zijn ze dan weer wel heel betaalbaar.

 

Het heeft nu niet dadelijk te maken met het verhaal van Berthe.  Maar het is wel waard om verteld te worden.  Zo ontdekte ik in een brocantewinkel ooit een aantal negatieven waarbij de gezichten van de personen allemaal onherkenbaar waren bekrast.  Eigenaardig.  Ik kwam te weten dat de foto's werden gemaakt door een fotograaf in Poperinge.  Ik heb zijn nu ook al bejaarde zoon kunnen spreken.  De glasplaten waren op een kloosterzolder terecht gekomen.  Zusters hadden de glasplaten verkregen.  Niet voor de foto's.  Maar als je de emulsielaag van de glasnegatieven afweekte had je gewoon glas.  En dat moeten ze om één of andere redenen kunnen gebruiken hebben.  Om de mensen niet herkenbaar in beeld te laten had de Poperingse fotograaf ze al krassend bewerkt...

 

(foto: Lil Meert.  Expo.  De portretten met de bekraste gezichten...  Vooraan staat een doosje dat van binnenuit wordt verlicht.  Je hoort het krassen op de glasplaat weerklinken...)

 

De foto's uit het oude doosje dat Lil ontdekte hebben weer het licht gezien.  De familie Seroen komt tevoorschijn uit de donkere kamer van het verleden.  De figuren die er opstaan ontwikkelen zich voor de ogen van Lil tot mensen van vlees en bloed...  Ze geven wat prijs, maar houden nog meer achter.    En dat is net wat prikkelend werkt.

 

Aan een piano staat  een jonge vrouw: Berthe.  Op het partituur staat 'Salomé'.  Ooit dwarrelden  uit het geopende vensterraam van de burgerwoning op de Speecqvest pianoklanken. De vest was toen nog rustig.  Men flaneerde in lange rokken op de boomrijke boulevard.

 

De oorlog maakte er een abrupt een einde aan.

Het gordijn schoof langzaam toe.

De klanken verstomden. 

 

De Speecqvest is niet langer wat ze was.  Hier wordt niet meer gekuierd in gezapig tempo.  De auto's razen in drukke vaart voorbij in twee richtingen.  Graafmachines staan klaar voor de voorbereidende werken die deze vest een ander aanzicht moeten geven.  Aan de vensters van de woningen lees ik protesten tegen deze plannen.

Ik sta stil voor nummer 32.  'te koop' lees ik.

 

 

De herfstregen valt kouwelijk naar beneden op deze grijze dag die vergat om klaarlicht te worden.  Een fietser met natte cape rijdt vloekend in een plas.  Maar ik zie nu het raam geopend.  De gordijn wappert zacht in de lentebries.  Ik zie niets, maar ik hoor plots pianoklanken, en...hoor ik het goed?  Dan klinkt een vrouwenstem.  Zachtjes, en dan iets luider.  Heel melodieus.

 

't Zal mijn verbeelding zijn...

 

(zussen Seroen voor het venster aan de Speecqvest)

 

Wie weet...  Misschien is het zoeken naar een naald in een hooiberg?  Maar is er iemand die nog iets meer kan vertellen over deze vergeten Mechelse?  Weet iemand meer over de familie Seroen?  Je zou met deze info alleszins Lil Meert veel plezier doen...

 

 

 

 

 

Berthe Seroen is nog altijd een zeer grote naam in Nederland. Op de website van mijn Amsterdamse kennis René Seghers is een hele pagina met zeer veel details aan haar gewijd (401Dutchdivas.nl). Zij leerde Nederland en vooral Holland de Franse vocale (niet-opera) componisten kennen. Nederland had in 1914 geen echte operaschouwburgen meer zoals Antwerpen, Gent en Brussel maar importeerde meestal vooral Italiaanse gezelschappen. Seroen vond dus geen werk als operazangeres en wendde zich noodgedwongen tot concerten met Lieder en Mélodies. En ze keerde jammer genoeg niet terug naar Mechelen. Een franskiljonse criticus beschrijft haar als "petite bourgeoise" maar daar heb ik na het zien van de foto's grote twijfels over gezien ze naast de partituur van Salomé staat. Het werk dateert uit 1905 en veroorzaakte sensatie door de drie morbide moorden en de beruchte dans der zeven sluiers waarna Salomé (in theorie en tegenwoordig ook meestal in de praktijk) spiernaakt op de scène staat. Meer dan een sopraan weigerde de rol te zingen wegens te onfatsoenlijk (de New Yorkse Met schrapte de opera in 1907 na 1 voorstelling) en na uiteraard stiekem de partituur te bekijken want het is een gruwelrol die heel de tijd de zware orchestratie van Strauss moet overwinnen.

NB: Jan Dewilde was de gewaardeerde verantwoordelijke voor het VRT-orkest tot de cultuurbarbaar De Graeve Jan en later het orkest aan de deur zette.