Kardinale (on)deugden (2)

 

(foto's: Jan Smets)

Het was in die beginjaren allemaal niet zo bepaald rustig in dat nieuwe aartsbisdom Mechelen.  En dat is op z'n zachtst uitgedrukt.  Ondanks het feit dat onze eerste aartsbisschop, de van Besançon afkomstige Antoine Perrenot de Granvelle de spreuk 'Houdt vol' in zijn wapenschild had vermeld, houdt hij het in onze stad voor bekeken.  Amper aangesteld in 1561 verdwijnt deze kardinaal drie jaar later al met de staart tussen de benen.  Hij blijft wel titulair aartsbisschop tot zijn dood in Madrid in 1586.  Granvelle rust niet in de Sint-Romboutskathedraal zoals al zijn opvolgers (buiten kardinaal de Roquelaure die in Frankrijk begraven werd), maar in zijn geboortestad.  Tenminste: tot aan de Franse Revolutie - want nadien verdwijnen zijn stoffelijke resten bij de schending van het graf.  Het vergaat zijn opvolger Hauchinus ook niet voor de wind.  De man krijgt de Beeldenstorm en nog meer godsdiensttroebelen op zijn dak.  Mechelaar Hovius die na hem kwam krijgt te maken met de Engelse Furie en ander fraais. Pas als in 1586 een eind komt aan het Calvinistisch bewind komt onze stad in rustiger vaarwater terecht.  Antwerpenaar Boonen zetelt daarna op de bisschopstroon en kan zich meer focussen op de religieuze 'materie'. Hij wordt geconfronteerd met het eerder ketterse jansenisme en door zijn sympathie voor hen komt hij in conflict met Rome.  Maar dat wordt bijgelegd.   In 1655 sterft Jacobus Boonen.  In de coulissen staat de in Maastricht geboren aartsbisschop van Roermond in de coulissen om het hoge kerkelijke ambt te bekleden...: Andreas Cruesen.  Zijn wapenspreuk luidt 'Wijsheid overwint het lot'...

Ik loop met Hugo Smits door de kathedraal, geboeid door het verhaal dat hij me vertelt aan de hand van de grafmonumenten die we in de kerk aantreffen van al deze kerkvorsten....

 

 

Cruesen rust onder het hoogkoor van de kathedraal - in een eenvoudige crypte, waar ook drie van zijn voorgangers en opvolgers begraven liggen.  Zijn monumentaal grafmonument vinden we links in het hoogkoor. 

De vader van Andreas is schepen in Maastricht en zijn moeder, Margareta Vaes is een burgemeesterdochter uit Tongeren.  De jonge Andreas krijgt de kans om in de Eeuwige stad te studeren en zal later in Wenen ook nog eens de graad van doctor in de theologie behalen.

Hij wordt kanunnik in Cambrai en in 1641 aartsdiaken van het Hertogdom Brabant waarna hij benoemd wordt tot bisschop van Roermond.  De weg naar de top ligt open!  Zes jaar later wordt hij aangestelde tot aartsbisschop van Mechelen.  En hier maakt hij dadelijk korte metten met die 'ambetante' jansenisten.  Bovendien verbetert hij de opleiding en bijscholing van de geestelijken.

Maar... hij wordt vooral bekend als 'bouwmeester'.  In 1665 spreekt hij Mechelaar Lucas faydherbe aan om een monumentaal hoofdaltaar te ontwerpen waar het reliekschrijn van Rumoldus in zou bijgezet worden.  En...als hij dan toch bezig is mag hij ook zijn grafmonument vervaardigen.  De knielende aartsbisschop zit er tussen 'de Tijd' en een zegevierende Christus.

 

 

Het wordt een indrukwekkend geheel.  Zeker als de deuren van het altaar open staan en het reliekschrijn zichtbaar wordt.  Op de zijkanten van het altaar wordt het wapenschild van Cruesen afgebeeld...

 

 

 

De voor zijn tijd al behoorlijk oude bisschop bij zijn aanstelling, sterft op 75-jarige leeftijd in 1666 in Brussel.  Hij is 'maar' 9 jaar aartsbisschop geweest, maar onder zijn bewind kreeg onze stad toch wel enkele belangrijke bouwwerken.  Immers: ook met de bouw van de kerk van Leliëndael werd gestart evenals die van de nu bijna volledig gerestaureerde kerk van Hanswijk.  Ook bekostigde hij de nieuwbouw van het jezuïetencollege.

Kleine anecdote: de aartsbisschop van wie het grafschrift vermelde dat 'hij de dood niet vreesde' werd op gevorderde leeftijd met succes 'van den steen gesneden', en deze ingreep verliep goed...  't Is maar dat je het weet...

 

 

En dan is het de beurt aan Joannes Wachtendonck!  Net als de derde aartsbisschop - Mattias Hovius - is hij een Mechelaar.  Achter hem zouden er geen Maneblussers meer benoemd worden tot dit hoge ambt.

Johannes is een telg van een voorname familie die zijn roots heeft in Gelderland.  Zijn vader schopt het in Mechelen tot schepen en burgemeester.

Johannaes is eerst kanunnik van het Sint-Romboutskapittel, waarna een hele reeks van andere ambten volgt zoals deken van het kapittel en vicaris-generaal.  In 1654 mag hij als bisschop Namen onder zijn hoede nemen.

In 1668 - de man is dan al 76 jaar (!) wordt hij benoemd tot onze zesde aartsbisschop.  Maar... de man zou de taak in Mechelen nooit effectief opnemen.  In maart wordt hij aangesteld, maar drie maand later overlijdt hij in Brussel toen hij op weg was naar zijn geboortestad om zijn taak op te nemen.

Hij krijgt geen groot grafmonument maar enkel een epitaaf aangebracht op de achterzijde van het praalgraf van zijn voorganger in de linkerkooromgang. Onder het medaillon met lelie staat zijn wapenspreuk in het Grieks('Roem door deugd') .

Jammer genoeg met vier spelfouten!

 

 

Opvolger Alfons de Berghes zou het langer uithouden: 19 jaar zit hij op de Mechelse bisschopstroon.  Nu kan je zijn grafmonument terugvinden rechts naast het hoofdaltaar.  De man ligt er nogal ontspannen bij.  Zijn wapenspreuk luidt: 'verneder u om u te verheffen'...   Eerlijk gezegd straalt zijn houding nu niet bepaald nederigheid uit.  Maar da's alleen mijn aanvoelen.

We lezen:

 

(...) hier in het stof slaapt de doorluchtige en hoogeerwaarde heer Alfons de berghes, graaf van Grimbergen, 7de aartsbisschop van Mechelen, primaat der Nederlanden, apostolisch legaat bij het leger van de koning, lid van de Raad van zijn Majesteit.  Door zijn pastorale ijver, godsvrucht en wijsheid maakte hij van dit bisdom een toonbeeld voor heel de Nederlanden.  Hij stierf op 7 juni 1689, 64 jaar oud, en 19 jaar aartsbisschop.

 

Hij wordt geboren in Brussel en het is daar ook dat hij sterft.  Zijn familie heeft een indrukwekkende stamboom en telt 6 ridders van het Gulden Vlies, 3 prelaten in het aartsbisdom Kamerijk en 3 prins-bisschoppen van Luik...  Dat kan dus tellen.

Alfons studeert in Leuven en klimt nadien heel gestaag in de kerkelijke hiërarchie omhoog.  Hij wordt bisschop van Doornik totdat deze stad in de handen valt van de Franse koning Lodewijk XIV.  Zo wordt hij aartsbisschop in onze stad.

Hij mag het door zijn voorganger Cruesen bestelde barokke hoogaltaar van de kathedraal inwijden.

Tijdens zijn ambtsperiode worden de martelaren van Gorcum zalig verklaard.  (in de rondgang achter het altaar kan je een reliekschrijn van hen terugvinden in een zijkapel).

De Berghes treedt streng op tegen zondagverzuim en buitenkerkelijke godsdienstige bijeenkomsten.

Na zijn dood zal zijn neef Philippe de Berghes die gouverneur in Brussel is het witmarmeren praalgraf voor zijn oom laten ontwerpen.

 

                                  

 

Het grafmonument naast hem is van zijn opvolger Humbert-Guillaume de Precipiano.  Zijn naam is al even krullerig als zijn haartooi...

Zoals de eerste aartsbisschop van Mechelen komt hij uit Besançon (of tenminste uit het nabijgelegen Rougement).  Daar is hij in 1627 geboren.

Hij bereikt de meer dan gezegende leeftijd van 84 jaar als hij in 1711 wéérom in Brussel overlijdt. 

Zijn vader is kolonel in het Keizerlijke leger en zal het schoppen tot generaal tot hij sneuvelt in de slag bij Breitenfeld tegen de Zweden.  Zijn naam dankt hij aan zijn Genuese grootvader Francesco di Precipiano.

De broer van Humbert-Guillaume - Prosper-Ambroise - treedt in dienst van het Spaanse leger.  Een heel merkwaardig maar mooi staaltje van broederliefde treffen we aan in de kathedraal.  Aan de achterkant van zijn praalgraf is in de kooromgang het praalgraf van zijn broer opgetrokken.  Een hart verbindt de graven van de beide broers...

 

(wapenschild 'Niet in het zwaard, maar in de naam van de Heer' en het hart waarvan sprake...)

  (grafmonument van de broer)

(grafmonument van aartsbisschop de Precipiano)

 

 

De Precipiano studeert in Konstanz, in Besançon en in Leuven.  Op zijn 23ste is hij al lekenabt in de abdij van Bellevaux waardoor hij er ook de beschermheer van is (én de inkomsten van de abdij opstrijkt...).  Vijf jaar nadien wordt hij verkozen tot aartsdeken van het kapittel van Besançon.

Maar al dit getouwtrek tot deze benoeming schieten paus Alexander VII in het verkeerde keelgat.  Het gaat zover dat hij de Precipiano prompt excommuniceert.  Die laatste maalt daar niet om en weet met al zijn invloed vlijtig aan zijn steile opmars verder te werken.  Toch zal hij zich in 1680 uiteindelijk verzoenen met Rome.

Nadat dit alles terug in kannen en kruiken is wordt hij tot bisschop van Brugge benoemd vooraleer hij in 1690 naar Mechelen komt.  Ook van de strijd tegen het jansenisme maakt hij een speerpunt...

Na zijn dood in 1711 zal Thomas d'Alsace de Precipiano opvolgen.  Niemand zit langer op de Mechelse kerkelijke troon dan deze kardinaal...  43 jaar lang zal hij leiding geven aan het aartsbisdom...  Maar dat belicht ik graag in een volgend deel...