De kroon van Margareta en andere Mechelse ontdekkingen in Aachen

 

  (foto's: Jan Smets)

Het is altijd bijzonder leuk om in het buitenland 'Mechelse ontdekkingen' te doen.  Nou moet je niet bepaald in Aachen zijn om daar massa's kunst uit de Dijlestad te bekijken.  Nee: dat niet.  Toch heb ik wel een paar aardige dingen ontdekt tijdens een citytripje in deze Duitse stad net over de grens.  Aachen heeft een geschiedenis die teruggaat tot de Romeinen, en bezit één van de belangrijkste en mooiste kerken uit het Avondland: de Dom.  Karel de Grote resideerde in deze bijzondere stad en de schatkamer van deze Dom beschikt over een waanzinnig aantal kostbare kerkschatten van Europa, teruggaand tot de tijd van deze illustere keizer.  Daar wil ik het nu verder niet in detail over hebben.  Dit moet je daar zelf maar eens gaan ontdekken.  Het loont méér dan de moeite.  Eén van deze topstukken is ongetwijfeld de kroon van 'onze' Margareta van York.  De weduwe van Karel de Stoute woonde nadat haar man sneuvelde in Nancy nog lang in Mechelen.  De Engelse prinses was de stiefgrootmoeder van de nog bekendere 'andere' Margareta - die 'van Oostenrijk'.  De Bourgondische tijd ging naadloos over in de Habsburgse... Drie jaar voordat Margareta van York in Mechelen kwam wonen, ondernam ze in 1474 een reis naar Aachen, om er...deze kroon te schenken aan de Dom.  Ze had er haar redenen voor.  De kroon was elf jaar geleden bijna  éénmalig te bewonderen in Mechelen, waar ze zou worden tentoongesteld in de prestigieuze tentoonstelling 'Dames met Klasse'... Maar de organisatoren zijn toen jammer genoeg niet geslaagd in hun pogingen om ze naar onze stad te krijgen...

 

 

De erg godsdienstige Margareta had dus vooral devote redenen om de kroon te schenken aan het Mariabeeld in de Aachense Dom. De kinderloze hertogin was een beetje vertwijfeld omdat ze drie jaar na haar huwelijk onvruchtbaar bleef.  Ze had hiervoor al meerdere bedevaarten ondernomen.  Maar: er waren ook andere motieven mee gemoeid. 

Ze was ook een steunbetuiging aan haar doorluchtige echtgenoot, Hertog Karel de Stoute die de ambitie koesterde om te worden erkend als Rooms koning.  Daar had deze kerel veel voor over.   In die zin was de reis naar Aachen ook politiek getint.  Aachen was immers sinds de Middeleeuwen de plaats waar het kroningscermonieel van de Duitse koningen plaatsvond.

Op 22 juli 1474 kwam ze zonder haar man in Aachen terecht.  De kroon schonk ze aan het Mariabeeld in de kerk en voor het Jezuskind liet ze zelfs speciaal een nieuw kroontje maken.

Op de kroon staan witte rozen in email en het Franse devies op de kroon laat blijken dat dit kostbare stuk de schenking is van een Engelse prinses uit het Huis van York. Ook zie je de  met liefdesknopen vervlochten initialen C en M. 

De kroon zou ooit gemaakt zijn ter gelegenheid van de kroning vanhaar broer Edward tot Engelse koning, ofwel voor het huwelijk met Karel in 1468. 

Sommige decoratieve elementen van de kroon werden al in de Middeleeuwen  vervaardigd, en misschien werd ze hier en daar wat aangepast voor de schenking aan de Domkerk.

Kom je in Aachen: bezoek dan zéker deze schatkamer.

 

 

Een museum dat een bezoek overwaard is is het Suermondt-Ludwig-Museum dat de naam draagt van de weldoeners Barthold Suermondt die met zijn schenkingen op het einde van de 19de eeuw de basis van de collectie legde, en van zijn echtgenote Irene Ludwig.

Het kunstminnende Aachense echtpaar verzamelde vele jaren lang kunst in binnen-en buitenland. 

Het bezit een unieke verzameling van middeleeuwse sculpturen en altaren, en schilderijen uit Duitsland en de Nederlanden van de 12de tot de 16de eeuw.

En hoe kan het ook anders: als men spreekt van houtsnijwerk ontdek je vaak Mechelse kunst.  Het Mechelse vakwerk is over de hele wereld verspreid geraakt en tal van musea bezitten houtsnijwerk van onze stad.  Denk maar aan de beroemde 'Mechelse popjes'.

Ook in Aachen kwam ik er dus mee in contact!

Een bijzonder mooi beeldje van ik dit wel: 

 

 

Het stelt een zegenend Christuskind voor.  Het werd in Mechelen gesneden in de vroege 15de eeuw uit notenboomhout.  De polychromie is nog steeds origineel.

 

Wat verder deed ik een andere ontdekking:

 

 

Dit is de Heilige Michaël.  Rond 1500 werd het in onze stad gebeeldhouwd.  Het is uitgevoerd in eikehout en ook de polychromie is nog origineel.  Het kwam ooit in het naburige Köln terecht, maar het echtpaar Suermondt-Ludwig kon het in 1907 verwerven.

 

In het boeiende museum hangen ook tal van waardevolle schilderijen.  En warempel: ik kwam er ook een Mechelaar tegen!    Een schilderij - 'De Heilige Familie' voorstellend - werd gemaakt door Vincent Sellaer.

Deze kunstenaar werd ook al eens Vincent Gelderman genoemd.

Veel over de man is er niet te vinden.  Van zijn gegevens zijn er vele verloren gegaan in de stadsarchieven ten gevolge van branden, plunderingen en godsdienstoorlogen.  Vincent zou geboren zijn in Mechelen in 1490.  Hij overleed in 1564.

Hij wordt geroemd als Vlaamse renaissanceschilder die voornamelijk religieuze en mythologische taferelen borstelde.  Geweten is dat hij ooit op studiereis Noord-Italië bezocht.

Een mooi werk is het alleszins:

 

 

Mechelen?

...te ontdekken in Aachen...

 

 

 

 

Wees toch zo geen provinciaaltje dat wereldburger speelt. De naam van de Duitse stad is Aken in het Nederlands en niet Aachen. Of ga je nu voortaan ook schrijven over Mechelse kunst in Wien, London of Tournai ? Het feit dat er een Nederlandse naam is bewijst de Europese belangstelling en uitstraling van Brabanders en Vlamingen eertijds. Alleen streken en steden waar veel contacten mee waren, kregen een vernederlandste naam. Niemand vernederlandste Viareggio of Vicenza maar Venetië, Milaan, Rome, Florence kregen wel een Nederlandse naam want voortdurend reisden mensen naar daar. Het feit dat Mechelen, Leuven, Antwerpen, Brugge, Gent enz. wel Franse, Italiaanse of Engelse namen kregen bewijst de vele politieke en commerciële banden in de middeleeuwen. In Holland genoot alleen Den Haag die eer. Sommige van die namen zijn verdwenen zoals Gulik (Willem van Gulik in De Leeuw) = Jülich, Robeke = Roubaix, Kantelberg = Canterbury enz. Omgekeerd gebeurde ook: Mechlin (en niet dat belachelijke Malines) wordt nu nog alleen voor kant gebruikt; voor de rest is het gewoon Mechelen in het Engels. Maar steden als Aken en Keulen die zo nauw verweven zijn met de geschiedenis van Brabant, met het land van Loon en Opper-Gelre (met de onhistorische naam Limburg bedacht door oen Willem I) verdienen hun aloude Nederlandse benaming.

Bedankt janarthurleo om dit wereldburger spelend provinciaaltje hierop te wijzen.  Ik bezit natuurlijk niet uw alomvattende intelligentie.  Ik ben u daarom ook zeer erkentelijk om deze door mij gemaakte fouten te herstellen  ;-)

Mastrisjt? ;-)

en heum, heum, Bois-le-Duc?

 

En Salaire-sur-sable?? en Jardins à la fin? en Bourg des faucons? en Pluspourribarage???

Hahaha

Die goede Smets moet niet boos zijn. Als hij gelijk heeft, krijgt hij van mij  gelijk (zeker als het die alomvattende intelligentie betreft) En dank voor de erkentelijkheid maar het was graag gedaan.

Nog iets over die Bois-le-Duc. Uiteraard had die stad een Franstalige benaming. Den Bosch  ligt dan ook niet in Holland maar in (vandaag Noord-)Brabant. Ze was tezamen met Brussel, Leuven en Antwerpen een van de vier leden van de Staten van Brabant (het rudimentaire parlement van het hertogdom) en een belangrijk handelscentrum. Na de verovering door een zoon van Oranje bleef ze 160 jaar onder een bezettingsregime van de Republiek.

allez ze zijn weeral vertrokken, zucht