"Kinderen en bloemen maken het leven het leven waard!"

 

(foto's: Jan Smets)

We stappen de kathedraal binnen.  Er lopen al heel wat toeristen rond - bewonderend starend naar de gewelven of de monumentale preekstoel...  In haar hand heeft Rita Rosiers de sleutels van de sacristie: haar werkterrein.  Aan de sleutelbos bengelt opvallend een plastieken klavertje vier - een geluksbrenger.  Rita monstert met kritische blik het grote bloemstuk voor het altaar en plukt er een paar bijna verwelkte rozen uit.  Vanop afstand bekijkt ze het resultaat.  Ze lijkt tevreden.  Elke week komt ze zo'n drietal keer kijken naar de door haar gemaakte creaties, om ze water te geven of om ze bij te werken...

Men denkt wel eens dat ik hier aan verdien, maar niks is minder waar.  Rijstpap in de hemel zal mijn beloning zijn...  Maar 't schijnt dat je tegenwoordig je eigen lepeltje moet meebrengen, want die zijn op...  Ach, bloemen en kinderen: da's m'n lang leven.  Ze maken het leven het leven waard...

Rita lacht.  Ze straalt.  Het leven heeft haar niet steeds gespaard en ze kende wel wat tegenslagen.  Maar dat heeft haar niet klein gekregen.  Nooit bleef ze bij de pakken zitten.  Met bewonderingswaardig doorzettingsvermogen en flink wat optimisme spartelde ze er zich steeds doorheen.  Ze wil op een aantal van die tegenslagen niet nader ingaan.  'Voorbij is voorbij', en ze wil zeker niet rancuneus praten over sommige mensen en dingen die haar pijn deden.  Rita heeft ook gezondheidsproblemen en is momenteel nog in behandeling.  Maar ook hier gaat ze sterk mee om.  Ze kijkt niet naar gisteren maar naar morgen....

 

 

Het leven bestaat uit vreugde en verdriet.  Uit verdriet en tegenslagen leer je.  Doe je dat niet, dan blijf je ter plaatse trappelen.  Negativisme zet je achteruit.  Positief denken brengt je vooruit.  Vreugde en verdriet liggen dicht bij mekaar.  Het komt er op aan ze in balans te houden.  Ik filosofeer er graag over, en denk vaak na over het leven...

 

 

Dit jaar werd Rita Rosiers 65.  Ze wou hiervoor een dankmis laten opdragen.

 

Dat wou ik.  Puur uit dankbaarheid voor het leven dat ik tot hiertoe mocht leiden.  Mensen tonen soms té weinig dankbaarheid.  Ik denk dan aan een gezegde van Guido Gezelle: 'dankbaarheid is een bloemeke dat in weinig tuinen bloeit...' I.  Het leven is mooi en de moeite waard.  Ik ben dankbaar om wat mijn ouders me meegaven en ook voor de kansen van elke dag.  Toen ik mijn diagnose te horen kreeg heb ik wel even gedacht: 'Wat als...'?  Maar dan heb ik snel het roer omgegooid: 'Nee!  ik moet vooruit!  Positief denken, aanvaarden...!'  Op een dinsdag ben ik geopereerd en op Goede Vrijdag stond ik hier in de kathedraal te werken aan de bloemstukken.  Het was voor mij een beetje 'verrijzen' die Pasen.  Het begin van nieuw leven...  Zo ga ik nu ook de toekomst tegemoet!  Doemdenken is verspilling van energie, en die heb je nodig om te genezen.  Ik wil verder doen zoals ik bezig ben, alleen...zal ik twee kilometer minder lopen misschien...

 

Dat is Rita ten voete uit: een sterke madam, bruisend van energie en creativiteit.

65 jaar geleden werd ze in Mechelen geboren.  Ze noemt het nog graag letterlijk en figuurlijk haar 'moederstad'.

 

ik woon hier zo graag.  Ik vind het één van de schoonste steden in de wereld.  Mechelen heeft een écht hart.  Mechelen-Kinderstad vind ik zo'n mooie titel.

 

Moeder is van de Moenstraat in Mechelen en vader is afkomstig van Kapelle op-den-Bos.  Via de kajottersbeweging leren ze mekaar kennen.  Moeder is een grote fan van de vurige en sociaalbewogen kardinaal Cardijn.  Hij was een held voor de diepgelovige vrouw die ze was, en zijn woorden: 'wij mensen zijn geen slaven of machines'  draagt ze in zich mee.  Vader is houtbewerker en moeder naaister.

 

 

In 1945 trouwen de ouders van Rita, en ze verhuizen dan naar Weerde.  Daar kent Rita mooie kinderjaren... Haar ouders zijn er actief in het buurtleven en vader sticht er zelfs de KWB.

 

Het was een warm gezin met zeven kinderen.  We waren met vijf meisjes en twee jongens (ocharme!).  Maar ik was ook een kwajongen, en misschien ben ik dat nu nog.  Ik groeide er op in een wei met bloemekes.  Misschien is mijn liefde voor bloemen daar wel ontstaan.  Ik heb trouwens jarenlang een bloemenzaak gehad in Zemst.

 

Rita studeert voor etalagiste in Coloma.  Ze huwt en op haar 22-ste gaat ze in Mechelen wonen - een tijdlang in de Tuinbouwschool ('weer tussen de bloemekes!').  Haar verdere leven zal ze in onze Dijlestad doorbrengen buiten een achttal jaren Spanje, waar ze werkte in de toeristische sector.

 

Coloma gaf me een goeie opleiding.  Ik deed stage in de Inno in Mechelen, en werkte daarna in de Inno in Elsene.  Later verhuisde ik terug naar Mechelen waar ik burowerk deed in het restaurant van dit warenhuis.  Maar burowerk was niks voor mij...  Ik ben er gestopt met werken toen mijn moeder, amper 1 dag na haar vijftigste verjaardag verongelukte.  Ze werd aangereden op de A12 en kwam in een coma terecht.  Het zag er érg slecht uit. Ik heb toen gebeden in het Lourdeskapelletje in  de kerk van Leliëndael dat ze uit haar lijden zou verlost worden.  De andere dag stierf ze...  Ik was zwanger van mijn dochter - ons Katleen - en had al een zoontje - onze Koen.  Ik ben thuis gebleven om mijn vader bij te staan.  Ik had immers nog een broertje van 15 jaar  en een zusje van amper 9.  Ik ging bij mijn vader inwonen in Weerde, tot hij hertrouwde.  Als ik nu bloemstukken maak doe ik dat voor mijn moeder, en Ons-lieve-vrouwke, waar ze zo in geloofde. 

 

Toneelspelen zit in de genen van de familie.  Grootvader langs moeders kant speelde amateurtoneel, en ook een broer en zus staan graag op de planken. 

 

In 1985 kende ik mijn debuut bij ''t groeit' in Zemst.  Ik speelde er de turbulente tante Jeanneke... Vanaf 1990 stond ik regelmatig op het toneel bij de Dijlezonen. 

 

Teruggekomen uit Spanje volgde Rita dialectlessen bij Marcel Kocken.

 

Dat moet in 2000 geweest zijn.  Ik moest een bezigheid hebben, en wou dit absoluut doen.  En weet je: écht Mechels is niet zo gemakkelijk Ik heb mijn diploma gehaald, en daar ben ik blij om.  Wat later hoorde ik dat men vrijwilligers zocht voor het toen opgerichte Sint-Mettegenootschap dat deze typisch Mechelse traditie van het Sinte-Mettegenootschap in ere wou houden.  Dat zag ik wel zitten!  Werken met kinderen is het liefste wat ik doe.  Wat is mooier dan een kind zien lachen?  Op het Kinderfeest van Sinte-Mette begeleid ik het knutselen van de mijtertjes en meer van die dingen.  Hier kan ik me creatief in uitleven.  En ik doe niks liever dan op de vooravond van Sinte-Mette met de leden van het Genootschap een toer te maken langs de Mechelse café's om al zingend geld op te halen om het kinderfeest te bekostigen.  We noemen dat 'de Groete Sinte-Mette'.  Ik ben dan verkleed als 'den èrreme'  Weet je: als ik ooit kom te sterven wil ik begraven worden in een simpele kist.  Maar daarop moet wel mijn hoed van 'den èrreme' liggen, én het tafelkleed dat mijne mantel was.  Ja: ik weet al wel hoe ik het allemaal wil. Men moet beslist 'OlV-van Vlaanderen' spelen en op mijn doodsbrief moet staan: 'kinderen en bloemen maken het leven het leven waard'.  Dit is mijn leuze!

 

 

(Sinte-Mettegenootschap...)

 

Rita die alleenstaand is, heeft buiten haar twee kinderen ook nog vijf kleinkinderen.  Ze zijn alles voor haar. Ze houdt heel erg van hen, en ze wordt ook door hen op handen gedragen.

 

Het enige moment dat een kind echt van jou is, is het als het in je buik zit.  Daarna geef je het aan de wereld...

 

Het geloof is belangrijk voor Rita.  Het houdt haar recht bij tegenslagen. Dat heeft ze van haar moeder.  Elk jaar probeert ze mee te lopen in de Hanswijkprocessie.  Ook drie Cavalcades maakte ze al stappend mee, en ze lacht: een vierde ziet ze ook nog wel zitten...

 

 

(Hanswijkprocessies...)

 

Naar de mis gaande in de Jezuïtenkerk OLV-van Leliëndael in de Bruul, krijgt ze een nieuwe uitdaging aangeboden...

 

In deze kerk werden de bloemen steeds verzorgd door de echtgenote van Herman Verwaetermeulen, Nell De Potter.  Maar toen ze overleed zocht men dringend iemand anders.  Ik heb me toen op 'de eerste rij gezet'.  Sinsdien maak ik hier de bloemstukken.  Niet lang daarna kreeg ik ook een vraag vanuit Sint-Rombout.  An Vanderbeek van de bakkerszaak zorgde tot dan voor de bloemen in de kathedraal.  Ze werden geleverd door een bloemist, en An zorgde dat ze water kregen.  Elke week maak ik nu bloemstukken voor Sint-Romboutskathedraal.  Op vrijdagnamiddag koop ik mijn bloemen bij Van Gastel en ga dan aan de slag.  Ik kan me er creatief in uitleven en krijg de vrije hand.  Wel dien ik me natuurlijk te houden aan de voorgeschreven liturgische kleuren doorheen het jaar.  Ik doe het niet om complimenten te krijgen, maar ik geef het toe: het streelt mijn ijdelheid als ik er toeristen foto's van zie nemen, of mijn werk geapprecieerd wordt.   Dat geeft me voldoening. Ik ben soms zalig moe nadien. Een grote en fijne opdracht kreeg ik bij de aanstelling van Jozef De Kesel tot aartsbisschop.  Toen was ook het koningspaar aanwezig in de kathedraal.  Het werd een lange dag, en ik was moe.  Maar nadien belde deken Guy De Keersmaecker naar mij en hij zei: 'schitterend!  Nu geloof ik helemaal in u!'  Toen was ik trots. 

 

Naast het bloemschikken voor kathedraal en Leliëndael is Rita met nog 101 andere dingen bezig.

 

Ik ben eindelijk met pensioen om vinnig voort te doen!  Een jaar geleden deed ik mee in het stuk 'Straatje zonder Einde' dat Pier De Kock regisseerde.  Het werd gespeeld door mensen in kansarmoede.  Ik diende er in de huid ter kruipen van een 'kwade madam' , en was tegenspeelster van Annick Verhaert.  Ik stond erg achter dit toneelstuk.  Het schudde mensen wakker en deed hen misschien nadenken over mensen die in de kansarmoede verzeild geraakten en zette hen in een ander, gunstiger daglicht.  Ik heb dit stuk met veel liefde gespeeld.  Trouwens: ik wil alles doen met liefde. Nu werk ik mee met Pier aan 'Opsinjoor' - een jaartraject met kansarmen.   Ik heb het financieel ook niet te breed.  Dat durf ik bekennen, maar het voordeel is dat uit zo'n situatie veel creativiteit kan groeien.  

 

Zonder optimisme kom je er niet.  Zonder wilskracht ook niet....

 

 

(Nieuwjaarsrecepties op de Grote Markt...)

 

Ik had al dood moeten zijn bij mijn geboorte.  De dokter stelde mijn vader voor de keuze: "de moeder of het kind?..."  Mijn vader wou de keuze niet maken: "ik moet ze allebei hebben!"  Ik heb het gehaald!  Vier keer kreeg ik stuipen en ik was regelmatig ziek, maar hier zit ik.  Het leven heeft me niet klein gekregen.  Soms laat ik wel eens een traantje.  Maar dan doe ik dat achter het hoekje.  Niemand hoeft dat te zien.  Mensen kunnen tegenslagen krijgen, maar je mag nooit bij de pakken blijven zitten.  Ik zeg dan: "schiet in gang! Doe wat je nog wél kan" .  Ik mag me een gelukkige vrouw noemen.  Ik ben content om de kleine dingen en mijn geluk zit in mijn kinderen en kleinkinderen.  Daarnaast probeer ik sociaal bewogen te zijn.  Van het weinige dat ik heb geef ik elke maand 5 Euro aan Artsen zonder grenzen.  Da's niet veel, maar ik bewonder hun werk.  Ik naai verder ook voor de vzw Prinses Harte, doe komiskes voor mijn 95-jarige buurvrouw en en als ik iemand met een probleem zie vraag ik me af hoe ik het zou kunnen oplossen... Het maakt mezelf en anderen rijker.  Ik zet me ook in bij SOS Hulpbetoon in de Jan Bolstraat.  Tegen de Kerstdagen maken we dan bloemstukjes en knutselen  van oude wenskaarten nieuwe.   Alle dagen wil ik bezig zijn.  Onlangs vroegen ze me of ik  in het bestuur van Femma wou meewerken.  En dat doe ik nu ook.  Ik ben misschien een zonderling, maar ik heb geen televisie.  Wanneer zou ik kijken?  Ik wil vanalles doen!  Ik heb immers later nog tijd genoeg om in 'mijn doos' te liggen.  Ik zou me er nu maar in liggen te vervelen: stel je voor: altijd op mijn rug, geen koffietje meer, niet meer kunnen babbelen...  Ik zou mijn leven niet anders willen herdoen.  Spijt heb ik van niets.  Het leven is te kort om spijt te hebben.  Het helpt je ook niet vooruit.  Je moet het hoofd boven water trachten te houden en zeggen: 'Kome wat komt...' 

 

Hoe het met de wereld gaat houdt haar bezig.  Ze vindt het heel erg wat er deze dagen aan vreselijke dingen gebeurt...

 

Maar dan denk ik: dat is niet de eerste keer in de geschiedenis.  Er komen betere tijden.  Laat ieder in zijn eigen waarde en geloof, met wederzijds respect voor mekaar.  De overkoepelende God zal wel oordelen...

 

 

"Een glimlach is het mooiste accesoire..."  zegt ze dan.  Ze voegt de daad bij het woord.  ik zie een tevreden vrouw.  We lopen door de kathedraal.  Bij Onze-Lieve-Vrouw van Mirakelen houdt ze even halt.  Dat doet ze steeds.  Wat verder krijgt ook Pater Damiaan van haar de volle aandacht.  "Die weet ook wat afzien is..." 

 

Tegenslagen, miserie, afzien: Rita ging er niet aan tenonder.  Zij blikte steeds vooruit, dankbaar om wat was en hoopvol om wat komen mag.  In haar hand houdt ze de sleutelbos met het Klavertje Vier vast. 
Rita heeft het geluk in eigen handen...