(foto's: Jan Smets)
"Zoek in alles het positieve!" zei hij altijd. "Hij was zéker een gelukkig man. Vake focuste op de mooie dingen in het leven. In zijn kinderjaren liep hij een aantal kwetsuren op. Zijn moeder stierf in ht kraambed toen hij een jaar of zeven was. Maar daar wou hij later allemaal niet te veel bij blijven stilstaan. Vake was een levensgenieter en een sociaal bewogen man. Zo wil ik hem ook altijd blijven herinneren. Niet alleen als de bekende en getalenteerde acteur maar vooral als 'groot mens'.... Hij was een levend voorbeeld voor mij"
Veerle De Vos praat rustig en met veel liefde over haar vader. Samen halen we herinneringen op aan Mandus. Ik zit met haar en met 'moeke' Godelieve Van den Broeck, zijn weduwe, in de gezellige woonkamer van het appartement in de Bleekstraat. Mandus De Vos heeft ook nog in deze blok gewoond, maar wél in een ander appartement. Na zijn plotse dood kon Godelieve het emotioneel niet meer aan om daar te blijven. Ze blééf geconfronteerd met de plek waar hij stierf. De herinneringen verhuisden mee, maar kregen een andere 'plaats'. Dat lukte beter zo. Ook Mandus kreeg een andere 'plek' in hun leven en dat van Koen, zijn zoon. "Dood ben je pas als je bent vergeten..." herhaalt Veerle de bekende woorden. Zo is het. "Mandus komt nog regelmatig bij ons over de vloer, hoorde ik onlangs zeggen door een aantal mensen op de viering van het zestigjarig bestaan van MMT-t'Arsenaal en het afscheid van directeur Michaël De Cock. Zijn naam zou geregeld vallen in een gesprek. Dat doet me deugd!" vult Godelieve aan. Op 19 augustus zal het reeds twintig jaar geleden zijn dat Mandus - op zijn zestigste - heel onverwacht stierf aan de gevolgen van een hartaderbreuk. Twintig jaar reeds. Ik sta er zelf versteld van dat het al zo lang geleden is.
Terwijl ik deze woorden tik zie ik op de scheurkalender dat één van de heiligen van deze dag Bonaventura is...
Mandus was een BV avant la lettre - lang voordat deze term in zwang kwam en lang voordat de boekskes het leven van sterren van showbizz en TV meenden te moeten fileren tot op het bot. Mandus zou er ook niet in 'gepast' hebben. Hij was de bescheidenheid zelve.
Op de planken van het Mechels Miniatuur Theater verdiende hij zijn sporen - in de glorieperiode met de broers Verreth, Jaak Van Assche, Tuur De Weert en natuurlijk ook nog vele anderen... Maar deze vijf - de meesten generatiegenoten - waren wel de bekendste koppen van het theater. De roem oversteeg onze stad, het MMT was waanzinnig populair en werd hélemaal succesrijk door de legendarische TV-reeks 'de Collega's' - 'Het Eiland' van de jaren zeventig'...
Mandus zou vele mooie rollen vertolken (zélf was hij het meest trots op zijn prestatie in 'Wachten op Godot') én het stuk 'Het Machtig Reservoir' dat hij samen speelde met René Verreth. Het was een iconisch stuk en het staat nog op het netvlies gebrand van erg velen die het ooit zagen. 'Het Machtig Reservoir' zou 500 keer de zalen laten vollopen!
Zelfs in Nederland ging men regelmatig op tourné en ook onze Noorderburen gingen overstag voor het theatergezelschap uit Mechelen.
Maar voor de modale Vlaming zou Mandus altijd 'Bonaventuur Verastenhoven' blijven. Zo zal hij in de herinnering voortleven: als de nichterige regelneef op dat ministeriebureau tussen collega's Jomme Dockx, Mireille Puis, De Pesser, Vanhie, Persez, Betty Bossez... Zo zal hij in de herinnering voortleven. Het was een leuke rol en het gaf hem grote bekendheid. Maar...hij was beslist méér dan dit typetje.
Ik scheur het blaadje van de kalender...
Mandus was een Trotse Mechelaar. Hij woonde erg graag in deze stad die hem 'adopteerde'. Toch bleef hij ook steeds die heimatlievende Pajot. Hij werd immers in 1935 geboren in het Brabantse Asse in een gezin van elf kinderen.
Ook Godelieve was daar geboren en getogen. En het is daar dat ze mekaar ook hebben ontmoet, verliefd werden en waar ze later later nog vaak naar terugkeerden.
"54 jaar woon ik nu ongeveer in Mechelen, maar we gingen dikwijls naar Asse. Mandus was dan ook een familieman. Nu leeft van het grote gezin nog maar één zus. Mandus gaf er vele jaren les aan de academie. Onze kinderen volgden hem daar ook. Zo leerde ons Veerle er bijvoorbeeld dwarsfluit spelen..."
Godelieve vertelt met warmte over de man die ze zo graag gezien heeft. Herinneringen om te koesteren. De gezondheid is niet zo optimaal meer en haar mobiliteit is beperkt, maar ze is dankbaar voor de goede zorgen die haar kinderen haar geven.
Mandus wou al van jongsaf toneel spelen, maar zijn vader zie 'njet'. Hij had dan wel een goeie band met zijn vader, maar bij dit standpunt bleef deze laatste wel. Daar viel niet aan te tornen. Zelf was vader best kunstminnend, maar studeren voor een serieus beroep was dé boodschap. Mandus volgde Germaanse aan de universiteit en na zijn kandidatuur zei hij zijn vader: "Zie je wel dat ik het kan!" Want verstandig was hij best wel. Met dit bewijs lag de weg nu open om dictie, voordracht en toneel te studeren...
Godelieve maakte een parrallel verhaal mee. Ze wou piano leren spelen, maar ook haar vader (die nochtans ook erg artistiek aangelegd was) zag zoiets niet zitten voor zijn dochter. "Dat is niks voor een vrouw!" Muziekschool volgde ze later wel. Maar naar het Koninklijk Conservatorium gaan was uit den boze. Godelieve zou uiteindelijk kleuterleidster worden...
De vaders van Mandus en Godelieve waren vrienden. Na de mis deden ze regelmatig een babbeltje met mekaar. De jonge Armand (want dat was de officiële naam van Mandus) zong in het kerkkoor. En zingen: dat kon de getalenteerde Mandus erg goed!
"Hij won vele zangwedstrijden" vertelt Godelieve fier. "Ik was bevriend met zijn zus, en toen ik hem eens zag optreden in de parochiezaal liet ik me ontsnappen: amai, wat een knappe broer heb jij! Ze moet het hem verteld hebben tijdens de pauze, want na afloop schonk hij mij de gekregen bloemen..."
De vader van Godelieve was journalist bij De Standaard en hoofdredacteur bij het Volk.
"Peter was een begaafd man met vele gaven. Hij was bijvoorbeeld héél bedreven in papierknipkunst en maakte pareltjes van kunstwerken. Hij was een groot artiest. Zo ontwierp hij geboortekaartjes, een ex libris voor ons vake, en ik weet niet nog allemaal... We hebben nog vele werken van hem hier in huis..."
Veerle toont een prachtwerk dat hij maakte voor zijn schoonzoon Mandus ter gelegenheid van de vierhonderste voorstelling van 'Het Machtig Reservoir'. Ik zie er de watertoren in verwerkt en de silhouetten van de twee acteurs..., maar ook andere betekenisvolle details als de hopslingers die verwijzen naar het Pajottenland, de wapenschilden van Asse en Mechelen...
Het kunstenaarsbloed zat overduidelijk in de familie van hen beiden. Een oom tekende ook en een broer van Godelieve schilderde en beeldhouwde. Veerle toont me een aantal van hun werken. Ook Mandus waagde zich aan beeldende kunst. Vooral aquarellen maken deed hij graag. Hij had zich voorgenomen om zich daar later nog meer mee bezig te houden... Die kans heeft hij niet meer gekregen.
Veerle wijst naar een mooie aquarel van Assisi die Mandus maakte na een jongerenreis naar Italië. Ze vertelt gniffelend een anecdote. "Hij kreeg daar de kans om met zijn makkers bij een religieuze plechtigheid te zingen. Ze deden dat in het voor de Italianen onverstaanbare Vlaams. Gelukkig maar. De pastoor daar vond het gewéldig, maar hij heeft nooit geweten welke onfatsoenlijke koldertaal ze daar ten berde brachten..."
Toneel bracht Mandus naar Mechelen.
In het Sint-Romboutscollege zou hij dictieles geven. In het college was ook zijn oudste broer Carlo De Vos, die priester was, actief als leraar.
En Mechelen : dat was natuurlijk het Mechels Miniatuurtheater. En Mandus verhuisde met het theater mee: van de Sotscop in de OLV-straat naar de Thaborstraat (toen nog Molenstraat), en van daar naar de Oude Brusselstraat en nog later naar de Hanswijkstraat..., spelend en werkend onder Frans Dijck, Luc Philips..., met collega's als Alice Toen en nog zovele anderen... Het succes van het kleine theater groeide en bij elke verhuis verdubbelde het aantal toeschouwers. En Mandus maakte het allemaal actief mee.
Het was een mooie tijd. Het MMT was een tweede thuis. Voor hem, maar ook voor zijn gezin.
In 1996 besliste hij om te stoppen met lesgeven. Hij was zestig en het was genoeg geweest. Hij wou meer tijd voor andere dingen en beslist ook meer tijd voor zijn ondertussen vier kleinkinderen. Dochter Veerle (°1960) had er toen drie en zoon Koen (°1961) had een zoontje van een half jaar op dat dat moment.
"Nog enkele jaren toneelspelen in het theater, en dan stilaan afbouwen. Zo had hij het gepland. Nog af en toe een rolletje aannemen in een televisiereeks, maar het mocht allemaal wat minder worden. Tijd voor familie, voor grotere reizen: zo zag hij het..."
De zomer van 1996 maakte een kruis over deze plannen.
"Ik herinner me nog of het gisteren was. Enkele dagen voordien was hij nog bij de dokter langsgelopen die hem na een bloedonderzoek gerust stelde: Mijnheer de Vos: jij kan wel honderd jaar worden! Maar alles valt natuurlijk niet te voorspellen. Die 19de augustus had hij telefoon gekregen van het theater. Een repetitie zou niet doorgaan omdat de tekstbrochures nog niet klaar waren. Die lagen nog bij de drukker. Eigenlijk leek hij het niet zo erg te vinden. Het was een mooie zomerdag en hij wou met moeke en de kleinkinderen naar Hofstade. Was er toen al iets niet in orde? We weten het niet. De man in de bank waar hij voordien nog even een verrichting deed had opgemerkt dat hij wel erg transpireerde. en in het Rijksdomein zocht vake die nochtans een zonneklopper was de schaduw op. Toch at men nog lekker in het Bootshuis. Paling in 't Groen (de rekening van dat uitje zit mee in een plakboek met herinneingen...). s' Avonds kookte hij nog thuis: consommé met duifjes. Vake was immers een prima hobbykok en won ooit een kookwedstrijd met een recepte met bier..en hopscheuten. Nadien keek hij TV. Heel toevallig verscheen hij die avond in wel drie programma's! Op de toenmalige BRT werd 'Het Pleintje' heruitgezonden, en op RingTV was er een interview met hem. Zelfs op VTM werd hij ten tonele gebracht. Hij zapte tussen de drie zenders. We vonden dat wat overdreven, maar hij lachte: het is om te zien of ik er nog goed voorkom.... Later die avond was er dan het programma 'Op de Koop toe' met Emiel Goelen, en het ging ondermeer over ginseng. Daar was hij door geboeid, want hij gebruikte dat ook..."
Heel gedetailleerd - als in een minitieus uitgetikt script - vertelt men over zijn laatste dag, zijn laatste uren...
"Hij zat naast mij in de zetel" vertelt Godelieve. "Ik vond dat hij een eigenaardig uitdrukking kreeg... Het is vlug gegaan. Ik zag dat het ernstig was. Ik kreeg geen verbinding met de hulpdiensten en belde ons Veerle om de ambulance op te roepen. De MUG kwam langs."
Veerle vertelt verder: "Ik ben met moeke in een andere kamer gaan zitten terwijl men met de reanimatie bezig was. We hebben samen gebeden dat hij er zou doorkomen, maar hoe langer het duurde kwam het besef dat het écht niet goed was... Na drie kwartier voelden we dat het voorbij was. Het was heel confronterend. Nonkel Carlo kwam langs, mijn broer Koen... Er werd overlegd, de eerste praktische dingen besproken, getelefoneerd, de pers verwittigd... Onwezenlijk. Alles gebeurde in een soort roes.
Het was voorbij. Mandus De Vos was niet meer. Ongeloof. Zo jong nog.
Het nieuws ging rond als een lopend vuurtje. Alle kranten hebben er over bericht. Het was ook die noodlottige maand dat An en Eefje werden teruggevonden... Een memorabele zomermaand. Een augustus met een rouwrandje.
"De begrafenisondernemer vroeg ons om na te denken over een tekstje. Los van mekaar hebben Koen en ik, en...ook ons moeke hetzelfde tekstje opgediept: 'Voor een dag van morgen' van Hans Andreus. Het was hélemaal ons vake. Hij had dit stuk poëzie vaak voorgedragen. Het is een mooie liefdestekst. Ook op mijn huwelijk werd hij voorgelezen. Bij zijn afscheid was het eveneens passend. Nu treed ik nog af en toe op in poëzieprogramma's, en telkens opnieuw breng ik dit gedicht als eerbetoon aan ons vake..."
De Sint-Petrus en Pauluskerk aan de Veemarkt waar de toch wel sterk gelovige Mandus enkele dagen voordien nog als lector had gelezen, was te klein. Zijn parochiekerk was tot de nok gevuld. Velen konden niet binnen. Over de zevenhonderd gedachtenisprentjes waren gedrukt...
"Niemand van zijn collega's van het theater kon het aan om te lezen in de uitvaartviering. Men vond dit té emotioneel. Ook zijn goeie vriend, woordkunstenaar Francis Verdoodt zag dit niet zitten. Uiteindelijk heeft Eddy Van den Eynde, leraar in het zesde leerjaar van het Sint-Romboutscollege, deze taak op zich genomen..."
Ooit zei Mandus dat hij voor zijn 65ste zijn schup zou afkuisen.
Of hij het meende? Feit is dat hij moeilijk overweg kon met de aftakeling van een lichaam. Ook ging hij niet graag op bezoek in een ziekenhuis. Daar kon hij niet goed tegen. Zo'n aftakeling is hem bespaard gebleven. Hij stierf in het harnas als vital jonge zestiger. Godelieve vraagt zich af hoe hij nu als tachtigjarige zou zijn. Dat is moeilijk voor te stellen.
"Voor hem was het een te vroege maar toch mooie dood. Voor wie achterblijft is het wel hard. Plots vielen vele contacten weg. Ik was de vrouw van een bekend acteur en Mechelaar en dat opende vele deuren. Het sociaal isolement dreigde. Als weduwe word je nog zelden gevraagd..."
Mandus had vroeger al lachend een ideetje gedropt:
Hij zei dat als hij ooit zou sterven, wilde verast worden en uitgestrooid worden over de hopvelden van zijn geboorteplaats. En hij zou het fijn vinden als de mensen die later een Geuze uit dat Pajottenland zouden drinken, 'iets van Mandus' zouden proeven in die goddelijke drank...
Mandus zou niet uitgestrooid worden in het Pajottenland, maar begraven worden in een urne in een gerecupereerd oud graf op het mooie kerkhof van Mechelen. Dit hergebruik van een graf op het monumentale kerkhof - iets dat toen nog vrij nieuw was - werd in de pers vermeld.
19 augustus 1996. Toen stond het leven stil.
Op 5 november van dat jaar zou Mandus 61 geworden zijn.
Het jaar nadien zou hij door de Mechelse Cultuurraad postuum gehuldigd worden.
"De contacten met de collega's van het MMT zijn verwaterd. Dat is geen verwijt, maar wel een vaststelling. Zo gaat het leven nu eenmaal. Maar wekelijks ontmoet ik nog de weduwe van de vroegere directeur, Frans Dijck. We zijn vriendinnen. En met de jubileumviering van het MMT hebben we de meesten nog eens ontmoet. Zijn mede-acteurs waren niet alleen collega's maar ook vrienden. Met de Verrethen zijn we vroeger nog op vakantie geweest. Ook met Jaak Van Assche. Met diens vrouw, Heddie Suls heb ik ook steeds goed opgeschoten..."
Mandus stond zelf niet zo graag in het middelpunt van de belangstelling. Toch vond hij wel dat hij als publiek figuur respect moest hebben voor toeschouwers en fans. Daar hadden ze recht op.
"Als je in de media je brood verdiende, moet je het publiek ook iets teruggeven. Maar verder moest men hem op privégelegenheden wel gerust laten. Het kon hem erg boos maken als deze grens soms werd overschreden. Alhoewel, hij soms zélf wel een grapje uithaalde. Ik herinner me dat we als gezin in de GB waren, en ik en moeke liepen voorop. Hij speelde toen voor de grap even 'Verastenhoven' en hij haakte zijn pink in die van onze Koen. Toen zag je de mensen kijken en denken: 'zie je wel! Hi jis écht zo, en hij valt op jonge mannen...' Plezier dat hij toen had!"
Godelieve werd kleuterleidster en stond ondermeer voor de klas in de Ursulinen en in de gemeenteschool in de Acaciastraat. Ze deed dit tot het moment dat dochter Veerle naar het eerste leerjaar ging. Toen stopte ze op vraag van Mandus. Hij vond het fijn om samen zijn rollen voor te bereiden. Godelieve vroeg hem op en ondertussen dronken ze samen hun aperitiefje. Met deze methode lukte het hem het beste. Zo leerde hij zijn rollen vanbuiten.
"Ook Koen en ikzelf deden het met hem op deze manier. Hij speelde zijn rol, en wij 'deden' de tegenpartij. Hij stond enorm graag op de planken. Hij ging niet werken, maar hij zei altijd dat hij ging 'spelen'. Toch was het hard werken. Hij kon wel eens kwaad worden als mensen dit minimaliseerden. Met de jaren werd dat van buiten leren steeds moeilijker. Hij werd het een beetje moe. Het was daarom ook dat hij stilaan wou uitbollen. Ik vraag me nu soms af in welke programma's hij zou opgedoken zijn mocht hij nog leven? En of hij zou meegedaan hebben aan spelprogramma's? Ik zie hem zelfs helemaal zitten in 'de Slimste Mens'. Dat zou pas iets voor hem geweest zijn. Hij was heel intelligent..."
Veerle vertelt het met bewondering.
"Bovenal was hij een lieve man, een familieman. Toch kon hij soms heel streng zijn. Ik mocht veel later beginnen uitgaan dan mijn leeftijdsgenoten. Moeke was eigenlijk ook streng en samen trokken ze aan hetzelfde zeel. Een 'nee' bij vake was géén 'ja' bij ons moeke! Vake was plichtbewust. Hij zou nooit iets beloofd hebben dat hij niet kon waarmaken. Hij had een hekel aan mensen die hun beloftes niet nakwamen."
Godelieve en Mandus waren een hecht koppel. Naast het MMT dat een tweede thuis voor hen was, waren ze ook actief in hun parochie en Godelieve was jarenlang ondervoorzitster van de plaatselijke KAV. Dit deed ze uit sociale bewogenheid maar ook om iets om handen te hebben. Ze zat anders immers vaak alleen tijdens de toneelopvoeringen.
"Vake was een gezelschapsmens. Een man van het goede leven. Als evangelie voor zijn uitvaart kozen we voor de 'Broodvermenigvuldiging'. Dat paste helemaal bij hem vonden we. Hoe vaak hoorden we niet van hem: 'zet je er bij!'. Het was hier steeds een open huis. Iedereen was welkom bij mijn ouders in de Bleekstraat. Het gebeurde niet weinig dat men hier bleef slapen in de zetel als het te laat werd. Zo hebben hier in ons salon Josse De Pauw, Agnes De Nul en Marijn De Valk (waar ik als jong meisje stiekem verliefd op was...) nog geslapen. Dat ontdekte ik soms als ik 's morgens wakker werd en de living binnenkwam..."
Toneel was het leven van Mandus. Het Mechels Miniatuur Theater was de verlenging van de woonkamer in de Bleekstraat. En dat was het ook voor de andere gezinnen.
Godelieve vertelt dat ze vroeger ook achter de schermen meewerkten als vrouwen van de acteurs.
"Zo deed ik mee de vestiaire, verkocht programma's, verhuisden we , poetske ik de toiletten met Joske, de vrouw van Manu, enzovoort... Ook de kinderen deden mee... Tot het schilderen van de ruimtes toe... Ze waren als acteurs een hecht team - een groep vrienden, ook al hadden ze een verschillend karakter. Maar ze vulden mekaar aan. En dat was hun sterkte. Soms was er als eens 'ambras' maar dat komt overal voor. Grote ruzies waren er niet... Zo was bijvoorbeeld Tuur De Weert eenhele kalme, maar die kon ook rake dingen zeggen. Er werd dan naar hem geluisterd. Een maand geleden hebben we op de viering nog vele herinneringen opgehaald. Er werd in de speech opgemerkt dat we met velen aanwezig waren, maar...het hadden er méér moeten zijn... Zovelen zijn van het toneel verdwenen. Ik denk aan Frans Dijck, aan Manu, aan Mandus, aan Chris De Volder, aan Tessy Moerenhout die helaas ook zo vroeg gestorven is...(ik kon goed met haar overweg...), aan Jenny Tanghe... Maar ook aan anderen die achter de schermen werkten...
Het MMT is heel populair geweest en had een vast en trouw publiek. René Verreth was ook vaak regisseur en bracht graag geëngageerde stukken op de planken zoals 'Jan Rap en zijn maat', 'Rosalie Niemand', 'De zoon van de schrijnwerker'... en vele andere. Zijn collega's lachten dan wel eens: daar is hij weer met zo'n geëngageerd toneelstuk, maar het publiek smaakte dat toen erg. Zulk toneel was toen 'in'.
De man van Veerle, Patrick, was ook werkzaam in het theater. Meer dan dertig jaar was hij er aan de slag als toneelmeester en zorgde hij voor het licht, de klank, het decor..
"Het begon als studentenjob en Patrick is gebleven. Hij en ons vake waren twee handen op één buik. Mijn ouders waren voor hem als een moeder en een vader en beschouwden hem als zoon. De dood van ons vake heeft hem wel een krak gegeven. Zijn dood heeft ons tweede huis zo'n beetje 'kapot gemaakt'. Het MMT was voortaan 'anders' geworden voor ons, al pikken we nog wel af en toe voorstellingen mee in t'Arsenaal als de gezondheid het toelaat..."
Veerle was jarenlang directrice in de basisschool van Den Ham, maar is jammer genoeg moeten stoppen wegens gezondheidsredenen. Zoon Koen studeerde kunstgeschiedenis en is nu journalist bij VRT.
"Ons vake en Koen vonden mekaar in de wereld van de kunst. Ik herinner me vakanties dat we van het ene museum naar de andere kerk holden, en zij konden daar in mijn ogen vreselijk over doorbomen..." Veerle lacht.
Er zijn zovéle herinneringen aan de acteur, de echtgenoot, de vader... Mandus is nog sterk aanwezig. Fysiek is hij verdwenen, maar hij leeft voort in huis, in de gesprekken....
"Soms worden we geconfronteerd met beelden van hem op TV, zoals onlangs nog bij een uitzending naar aanleiding van het overlijden van Gaston Berghmans. Ons vake had een klein rolletje in een sketch. Dat doet wel raar. Voor ons blijft hij de man van zestig, de leeftijd waarnaar ik zelf nu langzaam naar opschuif? We kunnen hem niet voorstellen als tachtigjarige. Hoe ik graag zou hebben dat hij zou voortleven in de herinnering van de mensen? Goh ja..; Misschien als iemand die sterk was op de scène en er veel plezier aan beleefde, maar vooral als groot mens, een levend voorbeeld voor mij. Veel leerde ik van hem. Hij kon bijvoorbeeld razend kwaad zijn als er na de voorstelling alleen maar bloemen waren voor de acteurs en niet voor de technici. Dan gaf hij zijn boeket aan de mensen van de techniek. Voor hem was iedereen op de sociale ladder gelijk! In mijn hoedanigheid als directrice heb ik dat voorbeeld gevolgd, en ik zorgde er voor dat de poetsvrouw en de vrijwilliger hun plaatsje kregen... En verder? Hij was een overtuigde Vlaming uit het Pajottenland, lid van Volksunie, aanwezig op Ijzerbedevaarten en bewust lid van het Vlaams Neutraal Ziekenfonds. Later zou hij in de Mechelse politiek nog opkomen voor CVP. Zo wou hij zijn steentje bijdragen als tegengewicht voor de opkomst van het Vlaams Blok in die jaren. Want daar had hij het persoonlijk moeilijk mee..."
Aan één van de muren van het met kunst volgestouwde appartement hangt een erg sprekend schilderij van Mandus. Levensecht... Ik kijk er met grote bewondering naar....Godelieve vertelt:
"Het is geschonken door een kunstenaar die anoniem wou blijven. Nu nog weet ik nog altijd niet wie het maakte. Maar het is prachtig..."
Mandus.
Maneblusser en Pajot.
Twintig jaar geleden stapte hij van de scène.
Twintig jaar geleden viel het doek, dimden de voetlichten en verstomde het applaus.
We bleven allemaal vol ongeloof zitten op de theaterstoeltjes toen hij voorgoed in de coulissen verdween.
Voor zijn 65ste wou hij zijn schup afkuisen, zei hij ooit al lachend. Of hij het meende?
Hij volgde het zelfgeschreven scenario.
Als in een retrospectieve - een haast even onwaarschijnlijk als morbied toeval - werden die noodlottige avond drie programma's met Mandus getoond op TV. Een In Memorium die de hoofdrolspeler zélf nog mocht bekijken.
Hij zapte van het ene naar het andere kanaal als wou hij zélf - onbewust - terugblikken op wat bijna voorbij was...
Het licht ging uit.
Mensen zijn pas écht weg als over hen gezwegen wordt.
Vandaag lichten de spots terug op. Vandaag schuift het doek weer open. Het publiek veert op en de staande ovatie is voor hem.
Voor even staat hij er weer als toen.
Hij deed ons lachen en huilen, deed ons stil worden, nadenken, toonde ons het schone en wist ons te ontroeren.
Op dat schone heeft hij zich ook steeds gericht. Want daarin schuilt het ware geluk.
Waar je ook bent Mandus: het ga je goed! We proeven je misschien niet in de Geuze van jouw Pajottenland, maar in al die kleine dingen die je ons naliet. En we beamen: Het smaakt naar Mandus! En da's de pure, eerlijke smaak van het leven!
Waarom de VRT in deze zomertijden, of wat er moet voor doorgaan, geen herhaling brengt van "Het machtig Reservoir" is voor mij een raadsel als je dagelijks de herhaling van "De Kampioenen" voor de zoveelste keer moet ondergaan. OK! Die serie en de acteurs daarin hebben zéker ook hun verdiensten. Maar zoals VDB ons voorhield "Trop is teveel!".
In een gesprek met mijn dochter en een klassiek geschoolde en dus beroepsmatig steeds met muziek bezig geweest zijnde leeftijdgenoot, hadden we het er deze week nog over dat de toenmalige BRT in de jaren 1998-99 een prachtig programma hadden lopen op Canvas dat werd gepresenteerd door Chris Duchausoit. "BACH MAG"
Hierin werd iedere week een andere componist van klassieke muziek op speelse wijze doorgelicht. Ik heb van dit programma G E N O T E N !!! en enorm veel opgestoken waar het deze pre-Beatles en Bowies of Queens betreft.
KUNNEN WE MISSCHIEN EEN PETITIE STARTEN OM DIE WAARDEVOLLE DINGEN NOG EENS TE MOGEN AANSCHOUWEN VOORALEER ONS LICHT UITGAAT?
Snertvoetbal hebben we de laatste weken al genoeg in onze strot geramd gekregen.
Is er niemand op deze blog die ze op de Reyerslaan kan wakker maken voor een spatje kultuur. Eén Mechelaar moet er toch te vinden zijn dacht ik zo, die zijn oud-collega's kan aanporren om ons uit de put van geestlijke zwakte te trekken. Waarom hebben wij jarenlang hoog opgelopen met Mechelaars die bij de BRT of VRT dank zij hun inventiviteit hun brood verdienden.
Kent niemand onder jullie zo'n intelligente mens die iets in de pap te brokkelen heeft bij onze Regionale Omroep?
Spijtig genoeg ken ik daar niemand, maar ik ben de eerste om die petitie mee te tekenen.
Ik heb nog niet lang een tv maar ik denk dat ik al alles zeven keer opnieuw gezien heb.
Bach mag! zalig! dat was op zondagavond en dan kon ik bij mijn moeder kijken.
Vergeet het maar. In 1998 vertrok ik bij de televisie na 33 jaar dienst en inmiddels is een groot deel van de toenmalige "jongere" medewerkers ook al met of bijna met pensioen. Weinig, zeer weinig herinnert nog aan de BRTN die in 1997 de VRT werd (Aan de nieuwsdienst hing een V die omgeturnd was tot een hakenkruis en de dienst startte een petitie om Belgisch in de benaming te behouden. Ik scheurde de petitie in stukken toen ze in mijn bureau belandde). Wat belet de VRT iets aan cultuur te doen ?
1. De anarchie die ik heel de tijd gekend heb (geloof maar niet dat de politiek er de baas was. Wij producers deden waar we zin in hadden) is veranderd in een gestroomlijnde organisatie waar iedereen iedereen in het oog houdt, elkaar overstelpt met honderden mails om later de paraplu open te trekken. Je zal nooit meer interviews lezen die de eigen organisatie becritiseren want dan wacht de deur. De vaste benoeming die wij bezatenen en die ons beschermde, is immers sinds 1996 afgeschaft.
2. De laatste ernstige examens werden in 1995 georganiseerd. Sederdien recruteert men met "assesments", een codewoord dat verhult dat alleen de vrienden en de vrienden van de vrienden nog een kans krijgen om bij de omroep af en toe aanwezig te zijn (er wordt nog minder gewerkt dan vroeger, wel meer geïntrigeerd). Zes miljoen Vlamingen mogen wel voor de "betaaltelevisie" belasting betalen maar zij zelf, hun kinderen of kleinkinderen hebben geen kans er te werken omdat er geen examens meer zijn. Zij die welkom zijn, denken er niet aan de situatie te veranderen en de commerciële logica (kijkcijfers) te stoppen of ze vliegen zelf (zie punt 1)
3. Bij de oude televisie was er een dienst Ernstige Muziek olv mijn goede collega Hugo Sledsens. Sinds de komst van zwansbaron De Graeve is die dienst tegengewerkt en tenslotte opgeheven. Dezelfde baron liquideerde het symfonisch orkest en het koor. In 1997 kreeg ik 2 miljoen van het keizer Karelcomité olv Cas Goossens en Jacques van der Sichel om 3 programma's over Karel V te produceren. Zijn Mechelse jaren wou ik prominent in beeld brengen tezamen met programma's over tante Marguerite d'Autriche en zoon Filips. De Graeve weigerde (zoals hij ook een programma over de boerenkrijg en het drama van Mechelen afwees) en ik vertrok. Mijn redactie mocht nog een paar jaar verder met het steengoede Histories maar ook dat werd later geliquideerd.
4. Je kan altijd eens proberen een mail te zenden naar de huidige cultuurmanager chantal.pattyn@vrt.be en ik wens je veel succes.
punt 4: wie niet waagt niet wint, maar ik vrees dat we niet gaan winnen :-