(foto's: Jan Smets)
Schrijven zit de geboren Mechelaar en voormalige journalist Luc Van Balberghe in het bloed. Helemaal kan hij zich uitleven als toneelauteur. Dat is al jaren zijn 'ding'. Hij heeft dan ook heel wat toneelstukken op zijn palmares. Boeken schrijven is iets totaal anders natuurlijk. Maar Luc schijnt nu toch de smaak te pakken te hebben. Zopas rolde zijn tweede roman van de drukpers. 'De eikelraper' ligt niet in de lijn van 'de man in de kathedraal', de succesvolle debuutroman die las als een trein en waarin op intrigerende wijze op zoek gegaan werd naar de 'ware Rumoldus' - een wervelende en verrassende speurtocht naar de mysterieuze ontstaansgeschiedenis van onze stad. (een geschiedenis die soms doelbewust vervalst werd...). Het blijft uiteraard een roman en het is geen strikt wetenschappelijk werk. De nieuwe roman is een even verrassend boek geworden, maar kan in niets vergeleken worden met de voorgaande. "Schrijftechnisch was er flink méér werk aan", zegt Luc me. "Elk woord werd afgewogen en er werd soms meer geschrapt dan geschreven". 'De eikelraper' heeft je in z'n ban vanaf de eerste pagina en laat je niet meer los. En...het blijft nog lang nazinderen. Het boek mag dan doen nadenken over de grote levensvragen: 'De eikelraper' is géén opsomming van ideeën maar een écht verhaal. Het boek dat 145 pagina's telt werd in eigen beheer uitgegeven, kost 23 euro en is verkrijgbaar in de boekhandel of via de internetboekhandels.
'De man in de kathedraal' ging niet alleen vlot over de toonbank maar werd ook erg gewaardeerd. Nu nog is het boek te bestellen, en het is een aanrader voor elke Mechelen-liefhebber (maar het boek is sowieso ook te smaken door niet-Maneblussers. Het verhaal dat zich weliswaar afspeelt in een Mechels decor is universeel).
Het schrijven van het boek vergde veel van Luc. "Dit doe ik nooit meer..." zegt hij me.
Twee jaar heb ik er aan gezwoegd en er is veel research aan vooral gegaan. Het was erg inspannend daar ik in die periode ook nog werkte. Het schrijven zélf nam zo'n zes à zeven maand in beslag.
Luc woont in Bonheiden. In zijn tuin staat een erg grote eikenboom van bijna dertig meter hoog, met een prachtige brede kruin. Elk jaar laat hij zijn eikels vallen op het omringende gazon. Sommige jaren zijn er dat veel, en andere jaren zijn er dat...héél veel. In de herfst bedekken ze het gazon, en die moeten dan ook verwijderd worden willen ze later niet uitgroeien tot nieuwe eiken...
Dat vraagt veel werk. Ik dien ze bij mekaar te harken en wekelijks in zakken weg te brengen naar het containerpark. Vorig seizoen heb ik zowat duizend kilogram bij mekaar geharkt. En terwijl ik zo bezig was, bedacht ik me: is er nu afstomperder werk dan dit? Steeds maar weer diezelfde rituele handelingen. Net zoals bandwerk. Je wordt toch 'zot' van zo'n dagelijks haast autistische werk. Toch zijn heel wat mensen best gelukkig dat ze zoiets kunnen doen. We kijken misschien neer op bandwerk: maar het is goed dat het bestaat en dat niet alles wordt overgenomen door machines. Door gesprekken met bandwerkers leerde ik dat mensen heel tevreden kunnen zijn door dit soort arbeid en zich ook verantwoordelijk weten voor hun werkzaamheden. Over dit alles dacht ik na, harkend in mijn tuin...
Luc begon te fantaseren. Stel dat hij nu een werkbroeder in een klooster zou zijn en dat hij alle dagen eikels diende op te rapen. Hoe kan je dat dan opbrengen? Is het geen ultieme les in nederigheid?
Zo werd voor Luc het harken zelfs 'plezant'. Hij begon systemen te ontwikkelen om het werk vlotter en leuker te laten verlopen. Hij begon te filosoferen. Hoe langer hoe meer voelde hij zich verbonden met die eenvoudige werkbroeder.
Ik kwam haast in trance. In die bewustzijnsvernauwing kwam er ruimte vrij voor andere dingen. Ik dacht na over de dingen des levens... Over ouder-worden, over mijn leven dat al grotendeels voorbij is (ik kom steeds meer overlijdensberichten tegen van mensen die van mijn geboortejaar, 1950 zijn...), over de dood (van mezelf, van mijn ouders...), over de liefde (ik ben al 45 jaar samen met mijn vrouw en ondanks meningsverschillen en ruzies zijn we nog altijd bij mekaar, en zorgen we voor mekaar...) , over poëzie en kunst, over de zin van het lijden, over het al dan niet bestaan van God... Toen ik over dit alles vertelde tegen een kennis gaf deze me de raad op het op te schrijven, of er een boek over te maken...
Luc begon er aan... Hij wou het verhaal loskoppelen van deze tijd en neemt ons mee naar het einde van de 18de eeuw. Naar de Franse Republiek. Het verhaal gaat niet over de katholieke Kerk, maar is wel te situeren binnen een joods-christelijke structuur. Het gaat over de grote levensvragen. Het doet nadenken. Zowel een gelovige als een vrijzinnige kan er zich in vinden.
Een dorpspastoor brengt een 17-jarige verweesde boerenzoon naar het klooster. De jongen droomt ervan om ooit abt te worden. Misschien zelfs paus. Wie weet? Toch dient hij eerst een lesje in nederigheid te leren. Hij moet eikels rapen! Het is een routineus en schijnbaar geestdodend werkje. Maar het maakt zijn hoofd leeg en het brengt hem in trance. Helemaal zen. Het verhoogt de spiritualiteit en het geeft de jongeman ongewone inzichten.
Luc Van Balberghe deelt met de werkbroeder dezelfde inzichten. Je kan best genieten van 'stom werk'. Je kan er wel degelijk een innerlijke rust door ervaren.
Ook bij het schrijven heb ik datzelfde gevoel ervaren. Het schrijven gaf me diezelfde rust. Ook lezers lieten me weten dat ze er een zen-gevoel bij kregen.
Luc is Nelly De Keye erg dankbaar. Zonder haar was het boek er ook wel gekomen, maar het was zeker niet zo goed geworden. Daar is Luc van overtuigd.
Mechelaarster Nelly De Keye is een goeie vriendin van mij. Al jarenlang - sinds onze jeugdjaren. Zo'n zestig jaar zelfs. Onze moeders waren schoolvriendinnen. Soms zagen we mekaar lange tijd niet, maar altijd vonden we mekaar terug. Elke keer als er een hoofdstuk af was liet ik het haar lezen om er de tikfouten uit te halen. Maar ze deed véél meer. Ze gaf haar bedenkingen en ze heeft inspiratief veel bijgedragen. Het is mijn verhaal, maar de wisselwerking van ideeën hebben dit boek verrijkt.
'De eikelraper' is een verhaal zonder helden en zonder actie... Maar het neemt je mee op sleeptouw en het laat je niet meer los. Bezinning en zingeving, dood en leven, poëzie en kunst, zin van het lijden en het al dan niet bestaan van God...
Onder de eikenboom liggen massa's eikels die bij mekaar dienen geharkt... 'Stomme' eikels en een routineus afstompend werk... Of toch niet? 145 bladzijden harken we tot een haast magisch-realistisch en onverwacht einde er een punt achter zet... Of is het een komma...?