(foto's: Jan Smets)
50 jaar het beste van jezelf geven - met hart en ziel, pure gedrevenheid: dit is Jef Du Bin uit Muizen ten voeten uit. 50 jaar lang schreef hij geschiedenis bij toneelkring "Ik Dien". Dat deed hij als schitterend acteur maar ook als regisseur. Maar hij deed meer dan dat: hij was en is gewoonweg dé bezieler van "Ik Dien". Dat zal iedereen beamen. Het was dan vanavond ook méér dan terecht dat hij in de Kolommenzaal van ons stadhuis werd gehuldigd om dit onbaatzuchtige en jarenlange vrijwilligerswerk...
(schepen Björn Siffer)
In de samenleving heb je drie soorten mensen: mensen die niet weten wat er gebeurt. Mensen die weten wat er gebeurt en mensen die dingen doen gebeuren...
Zo zei het cultuurschepen Björn Siffer. En dat laatste slaat helemaal op Jef.
50 jaar is een jubileum, maar ook en bovenal een onderscheiding voor volharding. Volharding is een menselijke deugd die in onze vluchtige tijden met al even vluchtige engagementen meer en meer schaars goed wordt. de amateurverenigingen en bij uitbreiding de meeste vrijwilligersorganisaties weten dat. Ook daarom ben ik zeer verheugd om samen met u Jef Du Bin vandaag te mogen huldigen. Want jullie weten als geen ander wat een hoeksteen betekent, hoe onmisbaar een duivel-doet-al is, wat écht engagement betekent...
Jef hoort het aan gezeten tussen zijn familie en vrienden en naast zijn glunderende echtgenote Mieke Van Rompaey, die samen met hem terecht in de eer mag betrokken worden.
Jef werd in 1947 geboren, en dit jaar wordt de bekende Muizenaar 70 jaar. Hij had nog een broer, Jan, die ondertussen overleden is. Heel zijn beroepsleven was hij onderwijzer, en dit in het Sint-Theresiacollege van Kapelle-op-den Bos. Zo stond hij in het vijfde en zesde leerjaar. Later werd hij ook directeur en kwam er de basisschool van Ramsdonk bij. Nog later stond hij in voor de begeleiding van leerkrachten en directies. Het is Mieke die het me allemaal influistert, want Jef moet nu druk de feliciaties in ontvangst nemen.
Mieke die van Willebroek afkomstig is, huwde in 1969 met haar Jef, en sinsdien is ze ook Muizense. Samen kregen ze drie dochters: Lieve, Annemie en Elke en negen kleinkinderen.
Jef kwam altijd als geen ander op voor zijn zaak, en hiervan getuigen er velen. Zeker ook bij het Koninklijk Mechels Toneelverbond weet men dat. Jef Du Bin verdedigde steeds met verve de belangen van het amateurtoneel in de toneelcommisssie. Van 1978 tot 1987 was hij er voorzitter van. En omdat hij dat deed met onuitblusbaar vuur nam hij deze functie opnieuw op van 1996 tot nu.
Mieke vertelt:
De toneelkring "Ik Dien" werd door de vader van Jef (die dezelfde naam droeg) en zijn nonkel Karel Du Bin gesticht in 1929. Ze deden dat samen met nog anderen natuurlijk, zoals ook zijn peter Jef Verhavert en de toenmalige pastoor Loos. Deze laatste was ook zo door de toneelmicrobe gebeten dat hij in z'n latere parochie Wintam nog een tweede toneelkring heeft gesticht.
In 1966 begon hij in de kring als acteur, en in 1973 werd hij regisseur. Maar ook elders zette Jef zich in voor de gave van het woord. Tussen 1983 en 2014 was hij 31 jaar lang voorzitter van het dr.De Gruytercomité. Uit deze kweekvijver stammen vele nationale talenten, want er zit flink wet potentieeel en kwaliteit in de Mechelse amateurscène!
Jef kreeg ook heel wat onderscheidingen zoals het Pro Artejuweel, de Gouden Ring van het Amateurtoneel en de Prijs van de Stad Mechelen voor verdienste op cultureel gebied.
Björn Siffer:
Jef, je hebt Mechelen mee een gezicht en een ziel gegeven. De theaterwereld, het publiek, de stad en ik zijn je daar dankbaar voor!
Mieke:
Vroeger werd er alleen door mannen gespeeld, maar toen ik in Jef zijn leven kwam was het tijd dat ook vrouwen meespeelden. Ik heb al die tijd graag gespeeld. Nu werk ik ook mee achter de schermen en als schatbewaarder. Voor de vertoning valt bij ons de huishouding stil. Dan wordt alles gegeven voor het toneel. Maar het geeft ons veel voldoening. We zijn een hechte vriendengroep en dit heeft ons ook veel steun gegeven toen ons Harteke (kleindochter Harte Muyldermans) overleed. 't Kranske waar we al die jaren in speelden wordt nu verkocht, en we hopen dat de nu leegstaande Sint-Albertuskerk een gemeenschapsruimte kan worden. Dit is echt nodig voor deze buurt die nog zal aangroeien. We wachten het antwoord van het Bisdom af... Jef heeft het er lastig mee. We hopen...
Jef:
Toneel is altijd een hobby van ons twee geweest: van Mieke en mezelf. Als je dit niet doet als koppel hou je het niet vol. Ik wil er graag nog verder mee gaan zolang ik kan. Nu hebben we zo'n veertigtal leden. Ook jongeren spelen toneel bij ons. Niet overdreven veel, maar ze zijn er wel. Vroeger was ik wel een strenge regisseur, maar ik ben wel milder geworden met de jaren. Ik had ook een strenge reputatie op school. Men had schrik om bij mij in de klas te komen, maar eenmaal ze bij mij dan op de schoolbanken zaten, hadden ze me wel graag.
De drie dochters hebben ook altijd op de Muizense planken gestaan. En ook de kleinkinderen deden dat. De oudste kleinzoon, Sander, die nu 22 jaar is, doet momenteel zelfs zijn masterproef aan het Lemmensinstituut.
Vorig jaar speelde nagenoeg de ganse familie in het stuk 'Waar de ster bleef stille staan'. Tijl, het zoontje van Elke speelde het kindje Jezus, Elke zelf was de duivel en Annemie regisseerde!
Zaterdag wordt Jef Du Bin nog gevierd in 't Kranske in Muizen. Eerst is er een ludiek gedeelte vertelt dochter Annemie, waarop teruggeblikt wordt op deze 50-jarige geschiedenis. Nadien volgt een officieel gedeelte met toespraken zoals van Freddy Van Vlasselaer van het Koninklijk Mechelse Toneelverbond en de schoonvader van Annemie, Johan Cluytens die Jef het ereteken en de oorkonde 'Open Doek' zal overhandigen vanuit de organisatie amateurtheater in Vlaanderen. Oud-schepen van Cultuur Frank Nobels zal dan de medaille van de Minister van Cultuur aan Jef mogen geven.
Voorzitter Jan Van den Wijngaert van de toneelkring 'Ik Dien', vertelt het volgende over zijn vriend Jef:
(...) "Ik Dien" was vroeger een mannenvereniging die leed aan een chronische aderverkalking en bloedarmoede en die zich amechtig verder sleepte van de ene herneming naar de andere, snakkend naar nieuw leven, naar jong bloed. Het was dan dat ik de echte Jef heb leren kennen. de bestaande situatie was voor hem een uitdaging en een aanleiding om in actie te komen. Bij de jeugd wist hij via uitspraaklessen belangstelling voor het theater op te wekken. Bij het bestuur wist hij in overleg de integratie van de jeugd in de bestaande structuren te forceren. Dankzij zijn overtuiging, zijn aanpak en zijn doorzettingsvermogen was "Ik Dien" in 1970 een verjongde en gemengde theatervereniging. Vanaf het begin zag hij ook het totaalplaatje. Acteren was voor hem meer dan acteur zijn en een rol spelen. Decorbouw, rekwisieten, schminken, zaal in orde brengen - alle aspecten van een productie waren ieders verantwoordelijkheid. Nu lijkt dit doodnormaal maar in die tijd was het zeker en vast vernieuwend en origineel. Bovendien streefde hij voortdurend naar kwaliteitstoneel, niet door te kiezen voor hoogdravende dingen maar wel door theater te brengen dat verzorgd en af was, dat vlot verliep en gesmaakt werd door het publiek. Met dit doel werd er ook opnieuw geïnvesteerd in decor, belichting en klankinstallatie. In hetzelfde kader situeert zich ook de introductie van wat in Ik Dien terminologie 'vreemde regisseurs' werd genoemd. Het was dus toen al duidelijk dat Jef voortdurend op zoek was naar vernieuwing, verbetering en verruiming. het was dan ook totaal in lijn hiermee dat hij na de gemeentefusies in 1976 "Ik Dien" binnenloodste in het Koninklijk Mechels Toneelverbond...
Jan vertelt nog dat Jef leeft voor zijn mensen, zijn vereniging en zijn ontspanning. Hij noemt het dan ook een voorrecht om met hem te mogen samenwerken. Voor Jan is het zo een permanente uitdaging om verder te doen.
('De Wraak van El Nek'r' op de Haverwerf in april 2009 ter gelegenheid van 'Stadsvisioenen)
Dochter Lieve zegt het zo:
Het toneel is ons met de paplepel meegegeven. De liefde voor het woord hebben we te danken aan ons moeke en vake. We gingen al heel jong mee kijken en genieten van toneel. Ons Elke kon de zinnen letterlijk meezeggen. Als ze moe was, dan legde ze zich op twee of drie stoelen neer en viel ze in slaap. Ons Annemie, die kende later alle stukken bij naam en bij regisseur. Ons moeke die bleef ons vake steunen maar zei wel steeds haar eigen mening. Achter elke grote man staat een sterke vrouw en dat is ons moeke zeker en vast! Nu nog, als ik hen samen zie vertrekken naar de zaal om te gaan repeteren, met hun plooibak waar het kaske in zit, hun brochures, enz..., dan denk ik: wat moet het toch zalig zijn om zoveel jaren samen dezelfde passie te kunnen delen! De vele discussies over 'de inzet voor theater' volgden later. Vaak praatten we samen aan tafel over de repetities, de aanwezigheid van leden enz. De lat werd voor ons als dochters van de regisseur vaak heel hoog gelegd. We moesten het voorbeeld geven en altijd aanwezig zijn. Toch ondervond ons vake dat dat niet altijd meer lukte en begon hij hier veel flexibeler mee om te gaan. Theater zit in ons bloed. Samen eten aan tafel was zalig omdat daar vaak zinnen en fragmenten van toneelstukken over de tafel vielen. Ons vake is ook iemand die iedereen een kans wil geven om te genieten van toneel. Zijn goedgelovigheid in mensen was zijn sterkte, maar hij trachtte steeds bij iedereen het onderste uit de kan te halen...
Bij Annemie klinkt het niet anders:
Ik herinner mij vooral dat mijn zussen en ik op vrijdagavond of in de vakantie mee mochten naar de repetities. Maar niet vooraleer ons heel duidelijk gemaakt werd dat we stillekes moesten zijn en ons in stilte moesten bezighouden. Tijdens de voorstellingen hadden wij onze vaste plaatsen - in het midden op de eerste rij - en omdat we al tal van repetities hadden meegemaakt, konden wij - vooral ons Elke - hele stukken mee opzeggen. Wanneer we niet stil genoeg waren, keek ons moeke van op de scène eens boos in onze richting en dan werden we wel weer wat rustiger. We wisten goed genoeg dat die blik voor ons bedoeld was. Naarmate we ouder werden, namen we geen kleurboeken meer mee, maar iets 'veel cooler' of helemaal niks en ook onze voorkeur van zitplaatsen in de zaal veranderde. Nu volgen we liever alles vanachter in de zaal. Ik ben dankbaar voor alle kansen die we kregen van ons vake, en al die mooie momenten. Ik op mijn beurt heb ze aan mijn kinderen doorgegeven...
De mensen gaan zitten, ieder gesprek verstomt
als ons vake 't podium opstapt, de theaterzaal binnenkomt
Muziek zwelt aan, buiten sluit men de poort
Binnen de muren van 't Kranske wordt cultureel 'gescoord'.
De lichten doven, één spot gericht
Op Pabolo de held uit het stuk, zijn gezicht
En ik mag dichtbij het podium, vooraan op d'eerste rij,
een toekomst als souffleur, misschien weggelegd voor mij
Een beetje stilte graag, het zijn de avonden dat ik
met grote ogen kijk naar mijn helden, ik geef geen enkele kik.
Een beetje stilte graag, er wordt muziek opgenomen,
Bij ons thuis, voor 't toneel, geen enkele taak te veel
iedereen zingt en zoekt mee, naar de juiste tune voor dat ene effect
die bij die speciale passage hoort, ja, die past perfect
Een beetje stilte graag, hier wordt een rol geleerd,
en ik mag helpen, ik ben daar als tiener in gespecialiseerd
Ik ben dan soms ook een hoofdrolspeler als ik
Uit het boekje mag lezen om 't oefenen met ons vake,
Streng ben ik
Een beetje stilte graag, hier wordt een podium gemaakt,
ons vake heeft al 't gerief, en ook nog het talent,
elke keer opnieuw een makkie, 'omtovert' hij de hele tent
En ik doe hem thuis na, 'k maak buiten op onze koer
een bureautje uit hout of zo, dat is wel niet zo stoer...
Ikzelf kijk veel liever, en hou van dat moment
dat je even 'alles' vergeet, dat je alleen 'daar' bent
rillingen over de rug, haren recht in je nek,
De spiegel van verbeelding, stilt je culturele 'trek'
Wanneer de mensen gaan zitten, ieder gesprek verstomt
als ons vake 't podium opstapt, de theaterzaal binnenkomt...
(dochter Elke)
Meester Du Bin roept goede herinneringen bij me op van het 5e en 6e lagere op het Sint-Theresiacollege in Kapelle-op-den-Bos, midden jaren '80. Al zie ik ook de cola-schriftjes nog zo door de klas vliegen, waarin we onze franse woordjes telkens 10x meer moesten overschrijven als het weer niet foutloos was. Ik kwam gemakkelijk aan 50x hetzelfde woordje opnieuw schrijven... Ook mijn aangepaste versie van "Al die willen te kaperen varen" viel niet echt in de smaak, en dat heb ik ook geweten. Maar vooral vond ik hem een zalige man om naar te luisteren, een die meer geduld had dan zijn collega's bij de fratsen van zijn leerlingen. Al kreeg hij het toch wat benauwd toen de onvermijdbare les seksuele opvoeding eraan kwam, en er verrassende vragen werden gesteld.
Dat hij daarnaast zoveel betekende voor Muizen en het lokale toneel, heb ik nooit geweten.