Walter Smits: op de planken én op het water

met categorie:  

  (foto's: Jan Smets)

Ik kan me beslist een onaangenamer tijdverdrijf voorstellen.  Deze namiddag was ik op stap met Walter Smits - rasechte Mechelaar, joviaal en praatgraag.  Heerlijke man.  Het werd een urenlange babbel 'tussen wal en schip'.  Voor mij haalde hij speciaal de rondvaartboot 'Malinska' uit de 'garage', en als enige passagier vaarde ik met hem de Dijle af.  Kapitein Walter vertelde honderduit over zijn jeugdjaren, het theater, en zijn geliefde Mechelen.  Het gesprek was niet afgerond toen De Cirque de deuren wou sluiten, en daarom besloten we om er nog een stukje aan te breien in Den Akker (dat legendarische café dat heel binnenkort geschiedenis zal worden)....

 

 

Walter is van het bouwjaar 1947.  Als kind woonde hij op de Liersesteenweg, recht tegenover 'de ploan'.  Zijn moeder had er ook haar hele jonge leven doorgebracht, en was na haar huwelijk in het ouderlijke huis blijven wonen.  Toen was het nog écht een 'ploan'.  Op dit oude oefenplein oefenden de mannen van de cavalerie van de kazerne Baron Michel.  Hier leerden ze paardrijden.  Begin jaren vijftig van vorige eeuw begon men te bouwen op deze lege vlakte, en op een ouwe foto staat de kleine Walter met zijn drie jaar jongere zusje, te kijken naar de bouwwerken.  Hier verrees nadien een hele nieuwe wijk met appartementsblokken en huizen...  De naam 'de Ploan' is echter blijven doorleven.

Moeder was onderwijzeres, en zou dat zijn tot haar pensioen.  Ze stond dan ook in het stedelijk onderwijs, en anders dan in het Katholieke net mocht men ook na het huwelijk nog blijven lesgeven.  Moeder was juf van het eerste leerjaar in het stedelijke schooltje op de BattelsesteenwegVader Smits was bediende en hield zich bezig met boekhouden en facturatie.

Walter liep school in het Atheneum.  En daar kreeg de toneelmicrobe hem voorgoed te pakken.  De aanleg zal hij wel gehad hebben.  En misschien zat het ook wel in de genen...

 

In die tijd werd alleen zogenaamd 'stichtend' toneel op de planken gebracht: stukken uit het klassiek repertoire, van Molière tot Shakespeare.  Eén maal per jaar speelden we toneel met de meisjes van het Lyceum.  En dat was natuurlijk dé gelegenheid om die meisjes te ontmoeten.  Anders verliep dit allemaal strikt gescheiden.  Op een zaternamiddag brachten we dan een voorstelling in de toneelzaal van de RMS aan de Zandpoortvest, en 's avonds speelden we dan voor de ouders.  Mechelen was een échte toneelstad.  Het krioelde hier van amateurtheaters.  Ook mijn vader speelde amateurtoneel.  Als overtuigd socialist was hij aangesloten bij 'Gelijkheid en Recht'. Ze brachten hun stukken in een zaaltje boven het Volkshuis of in de Stadsschouwburg.

 

De tijden waren helemaal anders.  De levensovertuiging bepaalde waar men werkte, voor welke voetbalploeg men supporterde en bij welke verenigingen men zich aansloot.  Als socialist was het ondenkbaar dat vader Smits een Malinwa-fan zou zijn.  Hij supporterde voor racing...

 

 

Op zijn achttiende levensjaar begint Walter Smits te werken.  Na hier en daar een korte job, gaat hij aan de slag bij Electrabel.  En daar zou hij blijven werken van 1969 tot bij zijn pensioen in 2005.

 

Ik had natuurlijk ook architect kunnen worden, want daar had ik wel belangstelling voor, of ik had kunnen kiezen voor een theateropleiding.  Maar dat heb ik niet gedaan.  Thuis dacht men nogal 'voorzichtig' over die dingen.  Vooral moeder.  Vast werk hebben was belangrijk.  Maar toneel loopt wel als rode draad door mijn leven, en ik ben steeds actief gebleven in het amateurtoneel.  Enkel toen m'n kinderen geboren werden, stond het op een lager pitje...  Ik werd vader van vier kinderen.

 

Toch blijft hij verbonden met het amateurtoneel.  Walter gaat regelmatig kijken naar voorstellingen.  Zo is hij ook vaak te vinden in de Sotscop in de OLV-straat waar  het toenmalige MMT haar eerste stek had.

In de jaren tachtig valt Walter alleen.  De kinderen zijn nu ook groter geworden, en er komt tijd vrij.  Hij beslist om een toneelopleiding te volgen.  Zes jaar lang, van '89 tot '95 zit hij op de toneelschool.  Zo leert hij ook heel wat mensen kennen, en viavia kan hij een aantal kleine gastrolletjes versieren op VTM in series als 'Familie', 'Bompa lawijt', 'Spoed'....

 

Het waren steeds kleine rolletjes, éénmalige optredens.  Ik had al wel te kennen gegeven dat als er ergens een grotere rol was, men mij zeker mocht bellen.  En dan kwam er uit het niets de vraag voor een fulltime-rol.  Studio Amusement had de rechten gekregen van 'Slisse en Cesar'.  Ik heb er casting voor gedaan, en werd aangenomen voor de rol van de wat naïeve Cesar.  Oorspronkelijk was' Slisse en Cesar' een driedelig toneelstuk van Jos Gevers.  Het kende een gigantisch succes.  Jos Gevers speelde zélf de rol van Cesar.  Ik heb de stukken als jonge gast  nog gezien in de KNS. In de vroeger jaren tachtig werden de toneelstukken dan verfilmd door de BRT met Ward de Ravet als Slisse en Jan Reussens als Cesar.  Ook An Peeters had een grote rol als 'madam Slisse', en Alex Willequet speelde de 'facteur'.  Jan Reussens was trouwens ook een Mechelaar.  Hij was een neef van mijn moeder die ook Reussens heette.  Zélf heb ik Jan nooit ontmoet.  Jan Reussens speelde de rol met verve.  En nu mocht ik hem 'opvolgen'.  Er werden voor de remake nieuwe verhalen geschreven.  Walter Rits kreeg de rol van Slisse en Bruno Schevernels werd 'facteur'.  We hebben het jarenlang gespeeld met veel voldoening.  Ik heb er twee jaar verlof zonder wedde voor genomen op mijn werk.  En na die tijd keerde ik terug naar Electrabel...

 

77 afleveringen van telkens 27 minuten zijn er toen opgenomen.  Ze werden bedacht en geschreven door één man. 

 

 

Vader en moeder hebben me nog meegemaakt op TV.  Moeder was er aanvankelijk niet zo wild enthousiast over.  Weet je: je geeft je werk op 'den ellentrik' toch niet zo maar op voor zoiets.  Een vaste betrekking en werkzekerheid waren voor haar heel belangrijk.  Ook haar bezorgdheid over wat 'de' mensen hierover zouden zeggen', hield haar bezig.  Pas als ze werd aangesproken over het feit dat haar zoon Walter zo 'goed bezig' was, leek ze het te geloven.    Het was een hels tempo.  Op maandag worstelde ik me door de teksten voor de volgende afleveringen.  Op dinsdag werd gerepeteerd voor de eerste aflevering (we namen er twee op op een week).  Op woensdag repeteerden we voor de tweede.   Op donderdag deden we het nog eens over met de camera voor aflevering één, en de dag nadien herhaalden we dit stramien voor aflevering twee.  Zaterdagnamiddag werd er opgenomen, en die avond hernamen we hetzelfde voor een 120-man tellend publiek in de studio in Boortmeerbeek.  Toen werd het lachen van de toeschouwers geregistreerd.  Zondag was het rustdag...

 

De oorspronkelijke 'Slisse en Cesar' werd gespeeld in onvervalst Antwerps, maar Mike Verdrengh vond dat het in verkavelingsvlaams moest.  Er waren toen al heel wat series in het Antwerpse dialect, en men wou dat ook andere streken zich konden herkennen in de serie.  Een tikkeltje jammer, vond Walter.  Ook had men weinig tijd om fouten te herstellen.  Het opnametempo was erg hoog. 

Later speelde Walter nog regelmatig op televisie.  Zo kreeg hij ook een rolletje in 'Vlaamse Velden', waarin hij een boer speelt die de vluchtende Marie verstopt op zijn boerderij.  De opnames vonden plaats in Bokrijk.  Maar veel voldoening haalde Walter Smits ook uit de VRT-serie 'Quiz me kwik' waarin hij gestalte gaf aan een zware autist.  Hij vond het erg 'plezant' om doen, en het verhaal was top!

 

 

Walter Smits was niet alleen op de grote buis te zien.  Ook in het Mechelse amateurtoneel bleef hij actief.  Zo zou hij tien jaar lang - tot ongeveer in het jaar 2000, voorzitter zijn van Theater Korenmarkt.

 

Het was dé bloeiperiode van dit theater.  We kochten zelfs een eigen zaal aan de Korenmarkt, waar voordien muziekhandel de Monte was.  Nu is dit theater in andere handen, en geeft men ook vaak podium aan andere gezelschappen.  Af en toe speelde ik in het verleden ook in De Peoene (vooral toen ze nog actief waren achter café D'Hanekeef...).  Het is verbazend hoeveel Mechelse acteurs later bekendheid verkregen buiten de stadsgrenzen.  Ik denk hier aan onderandere Carry Goossens, Vic De Wachter, Gilda De Bal (waar ik vroeger nog mee speelde als ik zo'n 17, 18 jaar was), Camilla Blereau, Tuur De Weert, Jaak Van Assche, de broers Verreth, Vic en Walter Moeremans...  Ook met een jongere actrice als Tine Van den Brande speelde ik ooit samen...

 

Ook regisseerde Walter een aantal keer in het Garagetheater in Duffel, maar vooral in het Antwerpse amateurtheater 'PEG' verdiende hij zijn sporen.  Naar eigen zeggen heeft hij er 'veel schone dingen kunnen doen'...

 

Een drietal jaar geleden speelde ik de monoloog 'Novecento'.  Het is een prachtig stuk - héél virtuoos van taal.  Het brengt het verhaal van een vondelingenjongejte dat in een kartonnen doos wordt gevonden op de piano van de eersteklas-afdeling van een boot die migranten overbracht van Europa naar Amerika.  Men hoopte dat rijke mensen hem zouden meenemen en hem een beter leven schenken.  Maar dat gebeurt niet, en hij zal z'n hele leven op het schip blijven, waar hij door zelfstudie een knap pianist wordt.  Het is een stuk waar ik veel voldoening aan gehad heb.  Na al die tijd ken ik nog flarden tekst van buiten...

 

Na zijn pensioen wou Walter niet in een zwart gat vallen.  Hij droomde er zelfs van om grote delen van het jaar te gaan varen in Frankrijk.  Maar dat zag zijn vrouw met wie hij ondertussen zo'n twintig jaar gehuwd is, niet zo zitten.  Zij zou ondermeer de kleinkinderen niet kunnen missen.  De droom werd opgeborgen.  Maar als de Franse kanalen niet zouden lukken, kon het misschien wel de Mechelse Dijle worden?

 

Walter ging aankloppen bij de Toeristische dienst of ze misschien iemand konden gebruiken om af en toe in te springen op de rondvaartboot Malinska van Philip De Prest.  Dat zag men inderdaad wel zitten. 

 

We begonnen met twee, en nu zijn we met vier gepensioneerden die de dienst beurtelings bemannen.  Zo'n twee halve dagen ben ik in het toeristische seizoen aan de slag.  Ik had vroeger al een vaarbewijs behaald, maar moest nog een extra getuigschrift behalen voor het varen met passagiers (EHBO, brandbestrijding...)

 

Deze zomer was de 'Boottocht op z'n Mechels' een groot succes.  Het werd een toffe, net iets andere aanvulling van het 'gewone' vaarschema.  Het zijn de bekende stadsgidsen van de Plezante Wandeling, Ferre Uytterhoeven en Rudi Demets die voor de animatie zorgen.  Maar ook Erik Vekemans en Walter Smits himself doen afwisselend mee. 

 

Het is zo'n beetje gebaseerd op het stamien van de Plezante Wandeling met een mix van mopjes, liedjes en anecdotes.  Er is zelfs een heel leuke bewerking van 'aan de oevers van de Dijle' op de 'Ode van de Vreugde' van van Beethoven...  We planden oorspronkelijk zo'n vijf vaartochten.  Uiteindelijk hebben we er vijfentwintig (!) gedaan.  Volgend seizoen gaan we hier zeker mee verder!

 

 

Walter praat met veel enthousiasme over zijn nieuwe job.   De rondvaartboot kent zeven dagen op zeven een groot succes.  Volgend toeristisch seizoen start al vroeg: op 26 maart.  De helft van het meevarend publiek bestaat uit Nederlanders.  Maar in de zomervakantie ziet Walter ook vele grootouders met hun kleinkinderen bootje-varen.  Mechelaars laten ook al eens graag familie of kennissen zo kennismaken met hun stad. 

 

Nederlanders zijn meestal erg vriendelijk en erg geboeid door wat ze te zien krijgen.  Ik krijg vaak goeie reacties.  Maar ook Engelsen en Duitsers ontvang ik op m'n boot.  Bij hen is Mechelen vaker een onderdeel van een langere trip in onze contreien.  Nederlanders plannen Mechelen meer als dag-of weekendtrip.  Ik ben als kapitein ook zo'n beetje 'acteur', maar ook ambassadeur van mijn stad.   En dat kan je maar enkel als je deze stad graag ziet.  Zo kan ik ook tips geven aan toeristen.  Het is een toffe job.  Het contact met de mensen is bijzonder prettig.  Mensen op vakantie zijn dan ook meestal goedgezind...

 

Walter houdt veel van Mechelen.  Hij ziet de positieve veranderingen in deze stad, maar als het van hem afhangt hoeft ze niet verder te groeien.  Dat relatief kleine en gezellige ziet hij graag behouden.  Walter woont in de Dageraadstraat en heeft een boon voor de groene plekjes in Mechelen, zoals het Vrijbroekpark en Montreal, en de dijken van vaart, Dijle en Zenne voor wandel-en fietstochtjes...  Hij wil hier beslist niet weg.  Zijn vrouw is iets minder honkvast verbonden aan Mechelen.  Ze is dan ook geen Mechelse van geboorte.  Haar moeder anderzijds, die tachtig is, en steeds in Antwerpen woonde, woont nu in een appartementsblok op de Olivetenvest, en die zou hier nooit meer wegwillen...  Ze vindt Mechelen 'het beste wat haar ooit is overkomen'

Zo lang hij het nog fysiek en mentaal aankan, wil Walter kapitein op zijn boot zijn.  Maar als hij de genen van zijn vader heeft, die 93 jaar werd, kan hij het nog wel effe uithouden. 

 

Mijn dagen zijn goed gevuld...  Varen, af en toe een rolletje in het theater, mijn tien kleinkinderen...  En er staan nog wel een aantal plannen op stapel met deze boot.  Ik kijk uit naar de openlegging van de Dijle aan de Zandpoortvest, en hoop dat we daar een aanlegsteiger krijgen.  Het zou fijn zijn dat we daar ook zouden kunnen vertrekken met onze boot. Waarom geen 'watertaxi'?  Zo zouden mensen die geparkeerd staan op de Zandpoortvest, met de boot tot in het centrum kunnen geraken.  Ook Jan Simons, manager van Lamot, ziet daar wel iets in.  Het zou een meerwaarde zijn voor congresgangers.  Een steiger aan reiscafé ViaVia behoort ook tot de mogelijkheden.  Aan het Keerdok is dat praktisch net iets moeilijker wegens de hoge kademuren.  Wat ik ook nog zie zitten?  Een muzikale boot!  Wat te denken van een vaartochtje met lifemuziek en een aperitiefje?  Moet toch kunnen... 

 

Tien jaar lang vaart de Malinska nu op de binnendijle. ( Voordien vaarde nog een tijdje een ander bootje: de 'Opsinjoor', die aangemeerd lag aan de Zoutwerf).

Mogelijk komt er ook een tweede boot.  Hiervoor wacht men nog op het fiat van Waterwegen voor een extra aanlegplaats.  Men hoopt op een toelating tegen Pasen. Zo'n tweede boot zou welkom zijn, want deze zomer diende men zelfs belangstellenden te weigeren.  en dat is jammer.

We praten uren over vroeger en nu, over toneel en toerisme...  Walter is een gelukkig man die de dag plukt, en dat straalt hij ook uit. 

 

 

Buiten is het ondertussen donker geworden...  De uren zijn gevlogen.  Mensen die met passie praten zijn boeiende mensen...  Nee: de beste stuurlui staan niet aan wal, maar staan aan het roer...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dijle Walter Smits - Foto Gimycko

Is de bewuste bewerking van ode aan de vreugde het lied dat als volgt gaat:

Aan de oever van de Dijle

Diep verscholen in het riet

zat een eenzaam arme kikker

ja te wenen van verdriet

Ziet ge daar zo sprak de moeder

Ziet ge daar die ooievaar,

het is de moordenaar van je vader

hij vrat hem op met huid en haar

potverdorie zei de kleine

heeft die smeerlap dat gedaan

pam pam pam en dan weet ik het niet meer

 er volgen nog twee stroofjes denk ik

maar dan in het Mechels zo heeft mijn groottante het mij geleerd

hélemaal Malenie...   ;-)

 

@Malenie, hieronder 't vervolg

ei die smeirlap da gedaan..

azzek groet en stèrk zal weze

zallek em oep zeún bakkes slaan

Zo gaat het verder > Vele jaren zijn verscheten                                                                                                                                   Diene kikker is nie meer                                                                                                                                     Die ooievaar is gebleven                                                                                                                                   Maar zijn bakkes doe nog zeer

 

 

 

Walter is een toffe kerel en heel bescheiden. Zijn idee van watertaxi is alleen maar aan te moedigen!

Met dank aan de bloggers voor het geheugensteuntje ;-)

 

Theater Korenmarkt in 2011 - Foto Gimycko

De melodie van "aan de oever" is Russisch van oorsprong, Stenka Rasin of zoiets. Je vind varianten hierop her en der verspreid in West-Europa, waarbij telkens de lokale stroom of rivier vermeld wordt in de tekst.

 

Inderdaad Wieland.  Ik heb er een mooie versie van, gezongen door Ivan Rebroff.

roger,

 

probeer eens de opname van een echte bas als nicolai ghiaurov, nicola ghiuselev of fjodor chaliapin op youtube i.p.v. die plaat van de berlijnse oplichter hans rippert die rus speelde. Uiteraard trad geen van deze heren ooit in mechelen op maar rippert gaf wel een concert in de sint-janskerk

Dat de melodie een Rusische oorsprong zou hebben lijkt vast te staan. Dat daarom Hans Rippert een oplichter zou zijn is mij niet duidelijk. Over dit laatste heeft trouwens het hoogste Duitse rechtshof in Karlsruhe een uitspraak gedaan. Dus opgepast. Om het even, Ivan Rebroff was een grote op de showbuhne.

@ janarthurleo,

Dat Rebroff/Rippert een oplichter zou zijn, kan me aan de reet roesten want zingen kán die man alleszins.  Ik buig dan ook diep mijn valszingend hoofd voor iemand die met zijn stem verschillende octaven aankan.

ik kan me vergissen maar was dat concert niet in sint pieter en paulus in 1972 ?