De Riffi's: over kansen krijgen en kansen grijpen

met categorie:  

(foto's: Jan Smets)

Ze zijn er alle vijf.  Samen zitten we op de bank in de gezellige woonkamer van het ouderlijke huis in de Gustave Van de Woestijnestraat - in de wijk achter de sporthal, tussen Battelsesteenweg en Dijle.  De living heeft typische Marokkaanse elementen, smaakvol en duidelijk met zorg uitgekozen.  Op de grote salontafel staan de obligate muntthee en de marokkaanse koekjes gastvrij uitgestald.  Moeder Riffi, een lieve, bescheiden  vrouw, houdt zich op de achtergrond, nadat ze me vriendelijk heeft ontvangen in haar huis, waar ze nu als weduwe alleen woont met haar jongste zoon Nabil.  Ze wil ook liever niet op de foto, en dat respecteer ik.

Dit is duidelijk een warme thuis.  De kinderen Riffi hebben een sterke band en hebben veel respect voor hun ouders.  Dat voel je.  Dagelijks proberen ze ook - al is het maar even, tussen drukke beroepsbezigheden, familiebesognes en vergaderingen door, bij moeder langs te komen.  Vader is een paar jaar geleden op 72-jarige leeftijd overleden.  Hij was al een tijdje ziek, en stierf op vakantie in zijn geboorteland.  Toch maakte hij nog enkele gelukkige momenten mee.  Hij woonde vol trots de eedaflegging als gemeenteraadslid van zoon Hamid mee, alsook de eed van Nabil als advocaat.

Dit verhaal gaat over een familie 'nieuwe Mechelaars' die kansen kreeg, maar ze vooral ook greep.  De vijf kinderen Riffi hebben het wat men noemt 'gemaakt' in het leven.  Allen hebben ze een mooie beroepsloopbaan kunnen uitbouwen.  Ze kregen het niet cadeau, maar hebben er hard voor gewerkt.  Alle vijf hebben ze hun dromen kunnen waarmaken.  Vader die in het begin van de jaren zeventig van vorige eeuw in Mechelen terecht kwam als kleermaker, heeft hen hiertoe gestimuleerd.  toen ze nog jong waren vonden ze hem misschien té streng.  Maar dankzij hem en dankzij ook de steun van moeder - en dat benadrukken ze in koor - hebben ze hun weg gevonden.

 

Het is een mooi verhaal.  Een succesverhaal. Een verhaal ook van hoop en perspectief, een verhaal over geloof en samen-leven...  Méér dan twee uur praten we heel open met mekaar, en we ontdekken zoveel parallellen.  Allen zijn we Mechelaars, met dromen die niet zo gek ver van mekaar liggen, met dezelfde wensen en toekomstverwachtingen voor onze kinderen, met dezelfde zorgen en noden...  Tenslotte liggen een aantal wortels van ons avondland in dezelfde 'zandbak' waar ze uitgroeiden tot verschillende bomen met ander gebladerte, om het nu even simplistisch in beeldspraak te verwoorden...

Vader Riffi is afkomstig van Moulay Idriss, dat zowat de oudste Islamitische stad van Marokko is.  De stad oogt mooi op de foto's die ik te zien krijg: fraai gelegen aan de voet van het Atlasgebergte.  Ze telt ongeveer 30 000 inwoners, en zou gesticht zijn door een sultan die er zijn naam aan gaf. 

"Moulay Idriss was een afstammeling van de profeet, en hierdoor werd zijn stad ook meteen een 'heilige stad'"  verduidelijkt Nabil.  "Geografisch ligt de stad tussen de bekende keizersteden Meknes en Fez, en vroeger werd het ook al eens het Versailles van Marokko genoemd..."

Daar groeit hij dus op: vader Riffi.  Eigenlijk is hij kleermaker, maar hij komt in zijn land aan de kost als chauffeur bij Club Med.  Later zal hij overgeplaatst worden naar een vestiging van de Club op het eiland Corsica, en nadien in de Franse Alpen.  Als hij op een mooie dag in Brussel moet zijn voor administratieve verrichtingen, ontmoet hij er ouwe vrienden, en komt hij in het nabijgelegen Mechelen terecht.  De eerste Marokkaanse gastarbeiders waren hier al in 1964 neergestreken.  Hij blijft en vindt werk op de IJzerenleen, bij binnenhuisinrichting Swinnen, en daar komt zijn vakkennis als kleermaker goed van pas.  Het is helemaal zijn ding.  Heel zijn beroepsloopbaan zal hij er werken.  Dochter Tineke Swinnen die later een winkel opent in de Katelijnestraat, kwam nog niet zo heel lang geleden op bezoek bij moeder Riffi.  De band met de werkgever was dus wel goed te noemen.

Een aantal jaren woont vader Riffi als vrijgezel in onze stad.  Dan huwt hij een negentienjarig meisje dat uit zijn streek afkomstig is.  Eerst wonen ze aan de Guido Gezellelaan, en later verhuizen ze naar de Schaalstraat, het smalle straatje tussen Bruul en IJzerenleen.

 

  (Hamid)

 

"Vader liet zijn land achter zich, en vond in Mechelen een nieuwe thuis.  Gemakkelijk zal het niet altijd geweest zijn, maar onnoemelijke problemen ondervond hij niet.  De aanpassing verliep vrij vlot.  De Mechelaars stonden zeker niet negatief tegen nieuwkomers als hij.  Hij kende behoorlijk Frans, was intelligent, had een rijbewijs...  Hij heeft altijd hard gewerkt, en wou ook dat wij op onze beurt aan onze toekomst werkten..."

Het koppel krijgt vijf kinderen.  In 1973 wordt de oudste zoon geboren: Abdellatif.  een jaar later volgt Hamid, en in 1976 komt Rachid ter wereld.  Amina die van 1980 is, is de enige dochter.  Zoon Nabil sluit in 1987 het rijtje.

Nu zijn er ook reeds negen kleinkinderen.

Hamid vertelt:

"toen ik zo'n jaar of twaalf was, zijn we komen wonen in deze nieuwe wijk.  De straten waren nog niet aangelegd, herinner ik me...  Vader was streng - vooral voor mij had ik toen de indruk.  Onze beide ouders stimuleerden ons om goed te studeren.  Ja: onze beide ouders hebben ons hierin toch wel erg gesteund.  In die tijd was het niet zo evident dat Marokkaanse jongeren verder studeerden.  Nu zie je gelukkig meer en meer jongeren van onze gemeenschap die de weg naar de universtiteit vinden, en een mooie carrière kunnen uitbouwen.  Denk maar alleen al aan Mechelaar Omar Mohout die nog even meewerkte aan Mechelenblogt en  die een gerespecteerd prof is, of aan Samira Essiaf die een topfunctie heeft bij European Society for Paediatric Oncology...  De generatie van onze ouders wist vaak niet goed hoe ze hun kinderen diende op te volgen of te begeleiden.  De drempel naar de scholen was voor hen te hoog.  In tegenstelling tot nu deed het onderwijs ook minder moeite om contact met hen op te nemen.  Dat is allemaal moeten groeien.  Het was voor vele ouders een onbekende wereld.  Wij hebben dus wel de kansen gekregen.  Ons moeder ging naar de oudercontacten in de kleuterschool, en ons vader nam nadien de draad op als we ouder werden.  We liepen allemaal school in Scheppers..."

 

  (Abdelltatif)

 

Abdellatif droomt er reeds van zijn zesde levensjaar van om ooit dokter te worden.

"Hij was een strever!" lacht broer Hamid.

De oudste zoon volgt Latijn-Wiskunde en gaat nadien naar de Univ.  Hij kan het waarmaken.  Hij wordt dokter, en heeft nu een huisartsenpraktijk in de Hanswijkstraat.

Hamid volgt regentaat wiskunde-biologie-chemie in O.L.V-Waver.  Nadien doet hij er nog een jaartje scheikunde bij aan de VUB.  Na wat interimjobjes komt hij terecht in het Scheppersinstituut waar hij vroeger zélf school liep.  Vanaf 1997 is hij er wiskundeleraar.

Jongste broer Nabil kreeg zelfs nog les van hem!

"Hamid was streng voor mij.  Misschien nog strenger zelfs dan voor andere leerlingen...;"

"Daardoor wist is dat ik 'goed bezig' was"  antwoordt Hamid.

Ook zus Amina zat ooit in de klas van haar broer Hamid toe hij er stageles gaf.

De derde zoon,, Rachid, studeert handelswetenschappen in de Ham en komt terecht bij de nu ter ziele gegane Belgische Trots, Sabena.  Dat verhaal is dus jammerlijk stukgelopen, maar toch werkt Rachid nog steeds in de luchtvaart. 

"Meer dan zes maanden van het jaar zit ik wel ergens in het buitenland - vooral dan in Afrika..."

 

  (Rachid)

 

Dochter Amina volgt medische laboratoriumtechnologie aan de Erasmus Hogeschool in Brussel.  Een tijdje werkt ze nadien in het Imeldaziekenhuis in Bonheiden, om nu werkzaam te zijn in het Jan Portaelsziekenhuis in Vilvoorde.

Nabil, de jongste, studeert rechten aan de VUB, en is nu advocaat met kantoor in de Keizerstraat.  Hij houdt zich vooral bezig met strafrecht.

Vader heeft hen allen met succes hun weg zien maken.  Hij was er stil gelukkig mee.  2,5 jaar geleden overleed hij.

De familiebanden zijn erg sterk.  Overal zie je uitzonderingen, maar binnen de Marokkaanse gemeenschap komt dit wel vaker voor.  Moeder wordt dus absoltuut niet aan haar lot overgelaten, en mag rekenen op het dagelijks bezoekje van haar kinderen, zoals ik reeds schreef.  Een rustoord wordt als een noodzakelijk kwaad beschouwd, maar daar komt stilan ook wel verandering in.

Hamid is als enige met een Vlaamse vrouw getrouwd.

"Maar Katleen is één van ons!" benadrukken ze allemaal eensgezind.

"We verenigen het beste uit onze culturen, en mixen Islamitische, Christelijke en humane waarden".

 

  (Amina)

 

Zijn de Riffi's misschien wel rolmodellen te noemen voor hun gemeenschap?  Hamid noemt zichzelf eerder 'bruggenbouwer'.  Dat zijn ze eigenlijk allemaal op hun terrein.  Zeker ook Abdellatif.  Hij was lang voorzitter van Sharaf, een Mechelse vereniging die zich tot doel heeft gesteld om moslims in deze stad, met 'klassieke' Mechelaars met mekaar in contact te brengen en de banden te verstevigen.  Nu nog is hij hij actief in het bestuur van de vereniging.  Ook werkte hij al een paar keer mee aan een interreligieuze viering in Mechelen.  Er staat er trouwens in het voorjaar weer eentje op stapel...

De familie Riffi is gelovig.  Net als hun Mechels burgerschap is dit een groot stuk van de identiteit.  Hun geloof beleeft men in de moskee Al Buraq in de Generaal de Ceuninckstraat.  Daar ervaart men ook het gevoel van een gemeenschap, wat men belangrijk vindt, en daar probeert men zo goed als mogelijk aan deel te nemen.

"Misschien hebben Katholieken iets té veel 'instituut' met paus en bisschoppen, en hebben wij dat té weinig.  Dit kan ook een nadeel zijn.  Iedereen kan zowat zeggen wat hij wil.  Er is beslist wel ruimte tot interpretatie binnen ons geloof, maar het is wel belangrijk dat je er dan een goeie kennis van hebt.  Daar moet je in feite voor gestudeerd hebben.  Maar discussie is zeker mogelijk.  En daar beweegt heus wel wat.  In Arabische landen zoals in ons vroegere  thuisland Marokko is er zelfs méér ruimte voor dat interpreteren.  In België zijn moslims over het algemeen honkvaster, of hebben ze te weinig kennis.  Toch is het 'moslim-zijn' een bindmiddel."

De familie kan natuurlijk ook niet buiten de huidige spanningen die ontstaan zijn na de zware terroristische aanslagen die 2015 zo zwaar hebben getekend.  Toch benadrukt ze dat wat nu gebeurt in de wereld in de naam van het geloof, niks maar dan ook niks te maken heeft met de Islam, die een vreedzame godsdienst is.  Het radicaliseren dat vooral na de beruchte 11de september is toegenomen, heeft volgens hen meer te maken met een worsteling met identiteit en het zich nergens thuis voelen...

"Gek hoe deze extremisten in de naam van Allah spreken, maar voordien zelden of nooit in een moskee kwamen.  Ik vergelijk het een beetje met de terreuraanslagen van de anarchisten begin vorige eeuw.  Ze gebruikten dezelfde strategie.  Als moslims krijgen we al eens het verwijt dat we té weinig reageren tegen deze excessen.  Toch is er heel zeker weerwerk.  Het klopt dus niet dat we stilzwijgend toekijken.  Zowat 70 000 Islamitische theologen hebben onlangs IS en hun exploten scherp veroordeeld.  Pas een maand later werd hierover bij ons in de pers bericht, en dat frustreert ons een beetje.  Dit wordt te weinig belicht.  Wat kunnen we méér doen?  Hoe kunnen wij zomaar terreurdaden verhinderen?  We kunnen alleen maar benadrukken dat dit alles niet gebeurt in de naam van de Islam.  Het is nu eenmaal zo dat élke ideologie het risico loopt om misbruikt te worden...  Deze toestand maakt het voor onze gemeenschap nu ook wel wat moeilijker.  Zeker mensen met meer uiterlijke kentekens van moslims worden 'scheef' bekeken.  Onze maatschappij kijkt nu 'anders' naar onze jongeren..."

Hamid die als leraar en gemeenteraadslid een vrij bekend persoon is in onze stad, voelt dit in Mechelen niet aan den lijve.  Maar amper twintig kilometer verder, wordt hij het wel gewaar.

 

  (Nabil)

 

Nabil is als advocaat al meermaals betrokken geweest bij processen rond radicalisering.  In zijn beroepshoedanigheid stond hij ook Fouad Belkacem van Sharia4Belgium bij.  Uiteraard niet omdat hij sympathiseert met deze man, maar wel uit het principe dat ieder persoon recht heeft op verdediging.

"Zo iemand is moeilijk verdedigbaar.  Maar ik probeer me in zijn plaats te zetten..."

Als jongere werd Nabil een paar keer geconfronteerd met discriminatie.

"Toen ik enkele keren uitging met leeftijdsgenoten, werd de toegang tot de discotheel voor mij geweigerd.  Dit is beschamend.  Ik voelde me anders bekeken.  Dat is pijnlijk, maar het tekende me verder niet.  Mijn broers hebben deze ervaringen niet gehad.  Ze gingen ook niet uit in discotheken.  Ook mijn zus had hiervan nooit last.  Ook maakte ik onlangs mee dat een winkeldedective me opvallend bleef volgen.  Ik probeer boven deze feiten te staan.  Toch zijn er een aantal jongeren die deze frustraties opstapelen.  Als ze dan ook nog geen plaats vinden op de werkvloer, vergroot dat de onvreden met onze maatschappij..."

Hamid had van discriminatie zelden last. Toch vertelt hij dat hij bij het begin van zijn carrière als leerkracht, in 1996, vernam dat een directeur van een Mechelse school hem niet wou aannemen als interim omdat hij van Marokkaanse origine was.  Het maakte Hamid toen boos.

"Nee, de naam van deze school zal ik niet prijsgeven.  Gelukkig kon ik nadien wel aan de slag bij Scheppers.  Stilaan begin je ook meer Marokkaanse leerkrachten te zien in het onderwijs.  De drempel is lager geworden.  Ook een gelukkige evolutie is het feit dat ik zie dat Marokkaanse moeders hun weg vinden naar zoiets als een Ouderraad.  Dat merk ik alvast in de basisschool van het Scheppersinstituut.  Ook kinderen maken geen probleem van andersgekleurde vriendjes in de klas.  Ze gaan er natuurlijk mee om.  Het is een traag proces.  Maar het groeit gestaag..."

We praten ook over het dragen van de hoofddoek.  Volgens Hamid heeft dit buiten geloofsredenen ook te maken met het tonen van een identiteit - om te uiten wie je bent.  Maar hij benadrukt dat het een vrije keuze moet blijven voor de vrouw.  Een hoofddoek moet kunnen voor hem.  Dwang nooit.  Dat is trouwens verboden in de Islam, of dit nu af en toe gebeurt in de praktijk of niet.

Zijn zus Amina draagt geen hoofddoek.

"Soms zie je dat dochters hem dragen, en moeders dan weer niet.  Het moet steeds een bewuste, persoonlijke keuze zijn.  Je ziet nu natuurlijk meer hoofddoeken dan vroeger in het straatbeeld.  Maar deels heeft dat ook te maken met het feit dat vrouwen nu meer deel uitmaken van de maatschappij dan eerst, toen men vooral binnen de vier muren van de gezinswoning bleef..."

Moeder Riffi had wel altijd goeie contacten met haar buren en de school.  Door deze ontmoetingen in de buurt en aan de schoolpoort was haar Nederlands zelfs beter dan dat van vader. 

"Mechelen is haar thuis.  Hier wonen haar kinderen en kleinkinderen, en hier wil ze oud worden.  Elke jaar gaat ze wel een paar keer naar haar geboorteland om haar familie op te zoeken.  Voor de hele familie is Marokko méér dan zomaar een vakantieland..."

Hamid:

"Vroeger gingen we als gezin een hele maand naar ginds.  Met de wagen. We hebben er uiteraard vele vrienden.  Het is steeds een 'thuiskomen'.  Toch zijn we ook voor hen 'de Belgen'.  Of ik er ooit zou kunnen wonen?  dat denk ik niet...  Maar misschien wil ik er later als ik ouder ben, wel de winter gaan doorbrengen zoals anderen het doen in Benidorm..., of een b&b starten... Wie weet?"

Nabil zou er misschien wel graag wonen.  Maar concrete plannen heeft hij niet.  Het zou trouwens moeilijk zijn om daar zijn beroep als advocaat uit te oefenen.  Ook is de mentaliteit in Marokko toch nog net wat anders dan hier.  De eerste generatie had vroeger wel het plan om terug te keren.  Maar ja: men wortelde hier, kreeg kinderen, bouwde een nieuw bestaan op...  Terugkeren werd niet evident meer. 

Vader Riffi overleed in zijn geboorteland, en werd er ook begraven.  Zoals zovelen...

Hamid zou maar al te graag zien mocht er op het Mechelse kerkhof een plaats worden voorzien om moslims te begraven.  Zowat zeven jaar lang ijverde hij hier al voor.

"Je kunt je maar ergens helemaal thuis voelen als je er ooit ook begraven kan worden.  Sterven hoort bij het leven.  Ik zou als moslim graag in mijn eigen stad kunnen begraven worden.   Ik mag dan wel een uitvaartverzekering hebben afgesloten met de wens om ooit naar Marokko te kunenn worden gerepatrieerd, maar ik hoop dat ik hier toch op Islamitische manier kan worden ten grave worden gedragen.  Ik koester die droom en heb er goede hoop op.  Ik blijf het alleszins opvolgen.  Nu kan het nog niet in Mechelen.  In Antwerpen kan het op het Schoonselhof, in Evere, Turnhout en in Mol.  Misschien in de toekomst ook in Mechelen?"

Hamid blijft gemeenteraadslid nadat hij nog niet zo lang geleden afzag van het schepenambt dat hij bij het begin van het nieuwe jaar zou opnemen voor zijn partij.  Stefaan Deleus zal nu deze taak waarnemen.  Ooit werd Hamid lid van cd&v omdatdat hij vond dat deze partij het dichtst stond bij de waarden die hij van thuis meekreeg.  Het was de hoogspersoonlijke beslissing van Hamid om terug te keren naar school, waar hij algemeen coördinator was.  Drie jaar geleden koos hij bewust voor de politiek, nood hebbende aan een nieuwe uitdaging na zestien jaar onderwijs.  Nu kiest hij opnieuw voor de eerste liefde.  Op nationaal vlak blijft hij actief in de partij, waar toch wel ernstig naar zijn voorstellen wordt geluisterd.  Hij sluit niet uit dat hij ooit terugkeert naar een actievere rol in de politiek.  Politiek bedrijven is immers een microbe.  Alleszins zal hij zich maatschappelijk blijven engageren.

Dit verhaal is niet het verhaal van Hamid alleen, ook al komt hij hier wel vaak aan het woord.  Dit verhaal is eentje van een hele familie, waarvan hij wel de bekendste vertegenwoordiger is.  Ik had hem niet opgevoerd in een 'portret' op Mechelenblogt als hij nog een belangrijke functie zou hebben in de Mechelse politiek . Politici krijgen al meer dan forum genoeg.  Nu kon het dus wel voor mij...

Ondanks alles gelooft Hamid in een diverse samenleving.

"De toekomst is aan de 'mix-kes'" zegt hij.

"Mechelen doet het vrij goed.  Er wordt een goed beleid gevoerd rond diversiteit.  Echte radicalen tref je hier nauwelijks aan.  Maar er is nog werk aan de winkel.  We ontmoeten mekaar nog te weinig..."

De kinderen van Hamid en Katleen worden als moslim opgevoed.  Dat was een bewuste keuze van het paar.  De kinderen zijn ook lid van de scouts.  Meer jongeren van Marokkaanse origine beginnen hun weg te vinden naar de jeugdbeweging - vooral die uit de middenklassen.  En dat is maar goed ook.  Vroeger was dit veel minder het geval.  Dit had natuurlijk ook te maken met het feit dat de ouders het zélf niet echt kenden.

De kinderen van Hamid zien thuis geen kerstboom staan, maar komen in contact met de christelijke traditie via zijn schoonhouders.

"Mijn schoonouders zijn erg gelovig, al hebben ze soms moeite met de Kerk als instituurt.  Op Kerstavond gaan we op bezoek bij hen, en ik zorg dan voor de lamsbout.  Daar zien m'n kinderen ook een versierde kerstboom staan.  Katleen is geboeid door de islam. Ze doet mee aan de ramadan, onze vastenperiode die voor ons veel betekent als familie-en rustmoment..."

Broer Abdellatif verontschuldigt zich dat hij het gesprek moet verlaten.  Hij moet nog naar de praktijk.  Sinds kort is er nog een Marokkaanse vrouwelijke arts bij hem aan de slag.  Abdellatif is een gewaardeerd huisdokter in Mechelen, die ook Vlaamse Mechelaars over de vloer krijgt en patiënten heeft in het nabijgelegen Hof van Egmont... 

Ook zus Amina moet nu naar huis om een kindje in bed te stoppen.

Wij praten nog een tijdje gezellig door...

"Weet je: humor is ook erg belangrijk om alles te relativeren.  Maar er is hoop op een beter samen-leven.  Daar geloven we in.  De toekomst zal het uitwijzen..."

De familie Riffi wordt niet graag als 'rolmodel'betiteld.  Brugfiguren zijn ze alleszins.  Vader en moeder Riffi mogen trots zijn op hun kinderen.  In dit nieuwe thuisland bouwden ze een nieuw bestaan op.  Ze kregen kansen en ze grepen ook deze kansen.  Deze ouders gaven hun kroost de kansen tot ontplooïng en kansen om een betere toekomst uit te tekenen.  Ze zijn er alle vijf in geslaagd.  En dat is iets wat ouders overal ter wereld fier maakt.

Vader heeft het nog kunnen meemaken.  In zijn geboorteland  aan de voet van de Atlas, vond hij nu de eeuwige rust na een leven hard werken.  Hij mag tevreden zijn.  Hij en zijn vrouw hebben dat goed gedaan.

Dit is een hoopvol verhaal - een verhaal van hoop en toekomst, en de bevestiging dat het vroeg of laat wel lukken moet.  Het gaat over kansen en water bij de wijn doen, om ontmoeten en samen-leven, niet blind zijn voor de struikelblokken en de weg die nog dient afgelegd...  Maar er zit muziek in.  Ondanks alle tegenkrachten die nu zo werkzaam zijn op de meest koude manier, toont deze familie dat extremisme en haat geen sleutelwoorden zijn voor de gewone moslim.  Net als wij - gelovig, agnost of athëïst, koestert deze familie dezelfde waarden: een warm gezinsleven be-leven, en de wensdroom dat de kinderen slagen in het leven en vooral gelukkig zijn.

Een nieuw jaar start binnen luttele uren met een onbeschreven blad.  Laat ons de wens op vreedzaam samenleven in alle diversiteit als één van de eerste dromen optekenen.  Het kan, maar moet ook anders, tegen alle cynisme, angst en doemdenken in.  Een andere weg is er niet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De nagel op de kop Jan, zoals steeds!

Aufhoren. En zeker nooit buigen. Capito mijnheer JS.

Beste G.L., zou het kunnen zijn dat de wijn op de laatste lokale bestuursvergadering van het VB nogal zuur was en u niet zo goed bekomen is? 

In ieder geval is uw hierboven geplaatste zeer zure opmerking weer eentje om in te kaderen: