(foto's: Jan Smets)
De wereld van m'n schoonvader is 'krimpend'. Heden en verleden lopen mekaar onvoorspelbaar voor de voeten. Uit de chaotische opslagplaats van z'n geheugen haalt hij steeds dezelfde jeugdherinneringen van de plank. Het zijn dingen die het diepst gegrift staan in z'n memorie omdat ze misschien het meeste indruk op hem hebben gemaakt. "Ons moeder vroeg aan onze buurman, Rik Coppens - je weet wel: die bekende voetballer - of ik als klein manneke niet met hem mee mocht gaan naar den Malinwa..." . Dat deed Rik. Sinsdien was Rik voor mijn schoonvader een nog grotere held, en werd KV-Mechelen dé ploeg...
Rik stierf in 2003 - 85 jaar oud. Hij was één van de grootsten van een gouden generatie. Met Malinwa speelde hij in drie keer kampioen: in '42-'43, '45-'46 en in '47-'48. Met Torke Lembrechts en Bert De Cleyn vervolledigde hij een trio dat geschiedenis schreef Achter de Kazerne. Maar Rik werd ook geselecteerd voor de Nationale Ploeg! 19 keer speelde Rik Coppens in het plunje van Rode Duivel - één keer zelfs samen met zijn jongere naamgenoot, Rik Coppens van Beerschot (al liep Mechelse Rik niet hoog op met Antwerpse Rik...)
Abeelstraat Hanswijkenhoek. Aan een tafel waarop tientallen oude foto's kriskras verspreid liggen en albums over zijn periode bij de Nationale Ploeg gestapeld zijn, zit ik met dochter Gwendolina Coppens. Ze is het enige kind van Rik...
Gwendoline die jaren in het Hof van Egmont werkte, en nu met pensioen is, vertelt met veel liefde over haar vader - duidelijk fier, en toch met een héél bescheiden ondertoon. Zo was ook Rik. Coppens was een ster op de grasmat, maar hier blijft de bewierroking achterwege. 'Doe maar gewoon' is het motto. Maar de herinneringen en de plaatjes van lang geleden die vertellen van roem, en bekerwinsten, van de Zegepralende Club en andere glorierijke dagen, worden gekoesterd als relikwieën. Steven, de zoon van Gwendolina, bewaart alles zorgvuldig. En dat is goed. Bompa blijft hier verderleven...
Rik Coppens wordt geboren op 3 oktober in dat laatste oorlogsjaar - 1918. Zijn grootouders woonden in de Mechelse binnenstad, aan de Dijlekant. Gwendolina vertelt dat haar overgrootmoeder altijd de prijs voor netheid won in een wedstrijd die door de stad jaarlijks werd uitgeschreven om de hygiëne van de bevolking te bevorderen... Het zal wel nodig geweest zijn in die armoedige buurten met fortjes en bescheiden woningen. Zoveel jaar later is het een 'wapenfeit' dat niet in de plooien van de vergetelheid is gesukkeld. Het is een kroostrijk gezin. Eén van de dochters huwt Riks vader, en zou met hem op de Schuttersvest gaan wonen. Daar is ook Rik geboren. een flink wat jaren oudere broer en zus gaan hem vooraf. De Coppensen blijven niet op de vest wonen, maar verkassen naar den Hanswijkenhoek waar ze huizen op de hoek van de Leuvense vaart en de Voetbalstraat, haast recht tegenover het voetbalveld waar Malinwa niet zijn eerste matchen speelde, maar wel zijn pioniersperiode beleefde, en aan zijn steile opmars begon. Heeft dat de kleine Rik doen dromen van een latere voetbalcarrière?
Van de Voetbalstraat verhuist het gezin naar de Doornenstraat in dezelfde wijk, en later, van 1927 naar de Eenheidstraat (één van die stichtelijke straatnamen van de nieuwe tuinwijk). Rik loopt school in de parochiale jongensschool in de Vredestraat, en trekt later naar de Technische school 'in 't stad'. Daar kiemt de voetbalmicrobe. En van dan begint zijn loopbaan op de groene mat. Rik huwt met Adolfine Wouters die hoedenmaaktster is - een fiere vrouw. Ze is dat ook haar hele leven gebleven. De schoonvader van Rik doet de markten. Hij is een beetje een 'foefelaar' die vanalles en nog wat aan de man probeert te brengen, zoals lijm die enkel bij hem thuis doet wat hij doen moet, maar niet bij de argeloze klant... Twee jaar geleden werd Adolfine aangereden door een chauffeur 'onder invloed' - vlak voor haar deur op de Tervuursesteenweg wordt ze weggemaaid... Ze is op dat moment 92 jaar. Ze heeft haar man Rik nog zo'n negen jaar overleefd... Tot het einde toe is ze een groot supporter gebleven die sprak met grote kennis van zake. Ze bleef de voetbalcompetitie volgen. Haast maniakaal.
Als Rik en Adolfine trouwen, trekken ze in bij de ouders van de bruid in de 'huizen van 't syndicaat' aan de Tervuursesteenweg - de wijk die licht en lucht moest brengen in de woonomstandigheden van de Mechelaars die de Groote Oorlog hadden meegemaakt. Wat later besluit het jonge paar om een huisje te huren aan het begin van dezelfde steenweg, in 'den Hoek', in de buurt van de Sint-Jozef-Colomakerk. Tien weken hebben ze dit huis 'in handen' als dit wordt gebombardeerd in die onzalige dagen van 1944. Hun huis en de naburige huizen worden tot puin herleid. Alles is onherroepelijk verloren: de woning én de nieuwe meubelen... Alleen een Mariabeeldje wordt intact vanonder de brokstukken gehaald. Nu hangt dit 'lievrouwke' nog altijd aan een muur in het huis van Gwendolina en haar man - die ook Rik heet. Gelukkig zijn er géén slachtoffers. Doordat vliegtuigen voordien briefjes dropten met de waarschuwing dat men het nabijgelegen arsenaal ging bombarderen, waren Rik en Adolfine gaan slapen in het ouderlijke huis. Met meubelen die ze kregen van de kas van 'de geteisterden', gaan ze nadien wonen in de Goudbloemstraat - alweer in den Hanswijkenhoek. In 1950 sterft de moeder van Adolfine op vrij jonge leeftijd, en men besluit terug in te trekken bij vader in het huis op de Tervuursesteenweg. Het is hun laatste verhuis. Daar zullen ze blijven wonen. Naast hen woont het grote gezin Verreydt. Eén van de kinderen is mijn schoonvader Alex... Het is in dat huis aan de Tervuursesteenweg dat elf jaar na hun huwelijk Gwendolina wordt geboren - in 1951. "Moeder had graag een jongen gehad", vertelt Gwendolina. "Op sommige foto's zie ik er dan ook bijna uit als een jongen... Kijk hier maar naar deze foto wanneer ik mijn vader na zijn vijfhonderste match op Malinwa kwam feliciteren..."
Moeder ging naar heel veel wedstrijden kijken. Ze nam me dan mee met de kinderwagen die ze parkeerde in de keuken van het Oud Chalet. Ook ik ben later vaak naar KV-Mechelen gaan kijken. Ook met mijn vader. Ik ben fier op hem. Nu nog wordt ik hierop aangesproken. Ook al is de grote massa hem misschien vergeten: velen kennen hem toch nog! Men durft hem wel eens verwarren met Rik Coppens van Beerschot, maar deze was toch zo'n twaalf jaar jonger dan mijn vader. In 1947 speelden ze nog één keer samen in de Nationale ploeg. Het was de laatste keer voor mijn vader, en voor de andere Rik was het zijn beginperiode. Ze speelden dan wel samen, maar kameraden waren het écht niet. Vader heedt 19 keer het shirt van de Rode Duivels gedragen...
(training met de nationale ploeg...)
Gwendolina houdt van haar vader, en Rik houdt van zijn dochter - zijn oogappel. Samen gaan ze vaak op stap. Sportieve Rik gaat zo met haar alle weken zwemmen in den Ouwen Dok...
Vader was een grote stevige kerel van zo'n meter 79. Afgetraind woog hij 99 kg. Bij Malinwa behaalde hij grote successen. Het was een Gouden Tijd. Drie maal achtereen speelde hij kampioen met deze ploeg. In 1953 stopte hij met spelen, na iets meer dan 500 wedstrijden. Weet je dat men dit aantal moest behalen wilde men zijn verdere leven gratis op de tribune mogen plaatsnemen? Het was een soort van 'beloning'. Nadien heeft vader nog gespeeld met de veteranen van de Rode Duivels en met de Internationale Competitie van het Spoor, want vader werkte een tijdlang in het arsenaal op het tekenburo (al kon hij niet tekenen...)
(vlnr: Lembrechts, Coppens, De Cleyn, Bertulens, Hofmans)
Rik Coppens werkt niet heel zijn beroepsleven in het arsenaal. Eerst is hij aan de slag bij een wasmachinefabrikant die in het toenmalige bestuur van Malinwa zit, en nadien richt hij met zijn schoonbroer een klein bedrijfje op van 'voetbalkaskes'...
Vader en nonkel maakten die kaskes, en moeder en tante beschilderden de houten voetbalfiguurtjes. Later zou hij met zijn schoonbroer een kunstsmederij opstarten: de firma De Paepe-Coppens, aan de Hanswijkbeekstraat, tot hij op zijn 63ste op rust gaat. Velen van zijn generatie begonnen een café. Ook vader had de kans om een café over te nemen op de IJzerenleen, zoals zijn kompaan Torke op de Grote Markt. Maar hij wou het niet. Hij wilde niet dat moeder in het café moest werken. Had hij schrik? Hij was wel wat jaloers moet je weten. Ook mijn moeder was dat eigenlijk. Ze konden mekaar niet missen - maar die uitingen van jaloezie waren best heftig! Zo konden ze jaren later nog steeds dezelfde koeien uit de sloot halen! Maar 62 jaar lang deelden ze toch maar alle leed en lief samen...
Rik Coppens zou nooit opscheppen over zijn gloriejaren. Dat doet ook zijn oudere broer Frans niet, en ook vader Coppens pocht er niet over. Maar trots zijn ze wel. "Ik ben eigenlijk te vroeg geboren voor het voetbal..;" zei hij wel eens. Roem kent hij, maar poen valt er niet te scheppen op het veld.
Voetballers waren vroeger niet de dikbetaalde vedetten die ze nu zijn. Als hij een wedstrijd wint met Malinwa, verdient hij slechts 20 frank meer dan zijn gewone weekloon bij het arsenaal. Rijk is hij van al dat voetballen niet geworden. Ook zijn kameraden van toen niet. Torke Lembrechts en Bert De Cleyn, de twee anderen van het succesvolle triumviraat, spelen ook een tijdje bij de Rode Duivels. Maar zijn beste vriend op de Mechelse grasmat was Juul Van den Driesch, en later Louis Volckaerts... Ook Swa Tuyaerts die eveneens van de Hanswijkenhoek is, is een vriend. Bij KV bleef men steeds respect hebben voor 'onze pa'. Met Lei Clijsters had hij een goeie band. De 'nieuwe' gouden generatie van de jaren tachtig waardeerde hem. Nadien minderde dat. De jongste generatie kende hem niet zo goed, al wordt ik nog dikwijls aangesproken over hem. En dat doet me toch wel wat... Ook mijn moeder was maar al te graag 'madame Coppens'. Vader bleef regelmatig naar vieringen op KV-Mechelen gaan, en kwam regelmatig samen met de mannen van zijn generatie.
(boven: Volckaerts, Coppens, Smits, Vermeulen,Laureyns, VanHazendonck. Onder: Lembrechts, Geets, De Cleyn, Bertulens, Hofmans)
Rik blijft zijn hele leven trouw aan Malinwa. Hij blijft 'zijn' ploeg - de Kakkers - volgen op de tribune. Later zit hij er samen met zijn enige kleinkind Steven, die toch niet kiest voor een voetballoopbaan... En zo verlopen de jaren, en wordt Rik ouder en moeilijker te been...
Toch wou hij niet in de rolstoel. Toen we eens aan de zee gingen wandelen weigerde hij het pertinent! Stel je voor dat iemand voetballer Rik Coppens in zo'n rolstoel zou zien! Dat kon écht niet!
(groepsportret met kannunik Dessain uiterst links. Lembrechts, Coppens en De Cleyn op de onderste rij links)
Rik Coppens is nooit weggegaan bij de Malinwa. Hij blijft zijn club trouw. Op een mooie dag krijgt Rik een droomaanbieding van voetbalclub Rome. De Italiaanse club wil hem aankopen, maar voorzitter kannunik Francis Dessain, stelt een haast onmogelijke prijs van 20 miljoen voor - een gigantisch bedrag in die tijd. Wilde hij één van zijn topspelers niet laten gaan? Rome kan dat geld niet op het rooster leggen en Rik blijft in Mechelen. Hij is hier best gelukkig mee, ook al zou hij ginds veel meer kunnen verdienen. Het stoort hem niet. Hier is zijn thuis. Adolfine is minder tevreden... Een villa in Rome klonk immers best aanlokkelijk...
Als hij 85 jaar is, sterft onze pa. Hij heeft de laatste paar weken erg afgezien. Hij had twee tumoren in zijn hoofd. Hij werd ook erg verward, en keerde met zijn gedachten terug naar zijn voetbalcarrière. In zijn ziekenhuisbed speelde hij zijn laatste wedstrijden...
(vader Coppens uiterst links)
Op 1 juli 2003 gaat het licht voorgoed uit voor één van de voetballegendes van de Malinwa, voor de Mechelse Rode Duivel uit de Hanswijkenhoek... Rik was een voetbalkunstenaar, een tovenaar met de lederen bal, een Maneblusser overlopend van sportief talent - een bescheiden volksjongen die bejubeld werd, maar bij wie de roem nooit naar het hoofd steeg. Hij schitterde in Internationale wedstrijden, maar thuis maakte hij voetbalkaskes voor de kost... Thuis was hij ook de familieman, echtgenoot van z'n fiere Adolfine, en vader van een dochter die hem niet alleen herinnert als de held van stad en land, maar als haar persoonlijke held - 'hare pa'. Rik was geel-rood in hart en nieren. Nooit sprak hij nog over wat zijn Italiaanse avontuur had kunnen worden. Dat hoofdstuk was afgesloten. Hij had vrede met hoe het gelopen was. Maar toen hij stierf vond men in zijn portefeuille een oud, opgevouwen en gekreukt telegram uit Rome...
Mijn schoonvader is nu zelf een oude man geworden. Ooit was hij de buurjongen van Rik Coppens - legende van Achter de Kazerne. Zijn wereld is krimpend, en de herinneringen struikelen chaotisch over mekaar in een onvoorspelbare match. Maar dit wéét hij nog: "Ik mocht met Rik Coppens als jong manneke mee naar 't voetbal..." Echte helden zijn niet te groot om voor een kleine trotse buurjongen de hemel te laten opengaan...
Ontroerend mooi!
Weliswaar weet elke rechtgeaarde Malinwajer dat de 3 titels niet in opeenvolgende jaren waren, maar in 1942-1943, 1945-1946 en 1947-1948. Verder een prachtig artikel !
Bedankt voor jouw opmerkzaamheid en correctie! Ik heb het aangepast in het artikel. Ik dacht oprecht dat het over drie opeenvolgende jaren ging - maar er zat dus even een onderbreking in...
Prachtig artikel Jan !!
Spijtig genoeg heeft Rik onze heropstanding (2002/03) niet meer kunnen bijwonen.
Voor ons, de 'oudere' Kakkers, is er maar één Rik Coppens én dat is den onze !!
"De man met 7 longen" (dixit Lowieke Volckaerts) :-)
Mooie getrouwe weergave van wie en wat Rik Coppens en de malinois in die tijd waren.
Kleine aanvulling misschien. Het vraagteken op de groepsfoto kan als volgt worden vervangen.
Volkaerts,Coppens,Smits,Vermeulen,Laureyns en Van Haezendonk
Bedankt GL. Ik pas het aan.
Mag ik nog een keer Jan ?
Volckaerts,Coppens,Smits,Vermeulen,Laureins, Van Hazendonck.
Aangepast. Bedankt Louis.
Drie maal is scheepsrecht. Dit keer is het mijn schuld Jan. Laureyns met een y, als u nog eens zou willen sleutelen.