Figurentheater was zijn leven...

  (foto's: Jan Smets)

Het huis in de Kadodderstraat wordt leeg.  Meubels moeten verhuisd worden; een bed wordt ontmanteld...  Op de tafel staat een doos vol met foto's en andere documenten.  Zwart-witfoto's vooral...  Een leven is verworden tot een doos met herinneringen... euh? ja?

Zaterdag wordt definitief afscheid genomen van Louis Contryn die stierf op 6 juli na een korte ziekte.  Hij was net 85 jaar geworden. In de aula van de stedelijke begraafplaats zal Mechelen adieu zeggen tegen één van de grootste cultuurmonumenten van zijn generatie.  Zo gemakkelijk wordt iemand opgehemeld en verheven tot monument als hij dit aardse dal verlaat.  En toch: Louis Contryn verdient het écht.  Heel zijn leven heeft hij zich onverdroten en met een enorm enthousiasme ingezet voor het figurentheater.   Die liefde had hij met de paplepel meegekregen van zijn vader Jef.  Op zijn beurt heeft hij de theatermicrobe doorgegeven aan zijn zoon Paul...  Louis legde de lat hoog.  Hij liet de poppen 'uit de kast komen', en maakte ze tot sterren aan het Firmament.  Figurentheater wordt eindelijk ernstig genomen. Terecht.  De familie Contryn heeft hiervoor drie generaties lang aan de weg getimmerd.  Met succes.

Ik zit met Paul rond een tafel waarop de foto's die deze geschiedenis vertellen kriskras verspreid liggen. Maar als ik Paul met liefde over zijn vader en diens werk hoor vertellen, weet ik dat het leven van Louis niet louter te herleiden zal worden tot een doos met herinneringen.  Echt grote mensen - en dan doel ik deze keer niet op zijn imposante gestalte - zullen blijven verder leven over de grens van tijd en ruimte, omdat hun erfenis nu eenmaal te groot is om op te sluiten in een begrensde doos. "Nu pas merk ik hoe sterk onze band was - meer dan ooit...", mijmert Paul...

 

 

Het wordt een lang gesprek - een mooi gesprek ook, met een al even gedreven 'kunstenaar' als zijn vader: Paul Contryn.  Hij is even oud als ik.   We groeiden samen op met het Stadspoppentheater: ik als jong toeschouwertje, hij als getuige op de eerste rij.  Drie generaties Contryn: grootvader Jef, vader Louis en kleinzoon Paul - drie totaal andere karakters - drie andere stijlen.  Maar één ding hebben ze gemeen: hun gedrevenheid, enthousiasme en humor..

 

(Jef Contryn en zijn vrouw met hun kleinkinderen Paul (li) en Filip...)

 

Het waren drukke weken voor Paul - ook emotioneel.  De ziekte en het sterven van vader hebben sporen achter gelaten.  Moeder werd nu ook opgenomen in het rusthuis.  Het zijn aangrijpende scharniermomenten in het leven van een ouder en een 'kind'.  Paul is duidelijk moe, maar hij praat graag over zijn vader en het theater.  Onlosmakelijk zijn ze met mekaar verbonden.  Louis ademde theater.

 

(Louis Contryn)

(naast Jef en zijn vrouw, en Louis, herkennen we ook links van hen Fernand Verreth...)

 

Vorig jaar heb ik hem nog geholpen bij het illustreren van een laatste boekje dat hij aan het samenstellen was: 'Knuffels voor kleuters'.  Ik had in die periode enorm veel werk met de Cavalcade, maar ik zag wel dat hij het enorm graag had dat ik dit zou doen voor hem.  En tussen het maken van de drie koppen van mijn vuurspuwende draak, heb ik dit voor hem gedaan.  Hij waardeerde dit erg.  Het werd een mooi werk, waar ook de uitgeverij heel tevreden mee was.  Vader heeft heel zijn leven geschreven.  Tot het laatste is hij met het figurenheater bezig geweest. Hij kwam ook naar praktisch alle voorstellingen van 'De Maan' kijken.  We bleven ook de stukken van mijn vader spelen.  Soms leek hij wel heimwee te hebben naar de tijd dat hij het ene successtuk na het andere schreef.  Toch heeft hij een twintigtal jaar geleden het theater uit handen kunnen geven.  In Willem Verheyden die tot vorig jaar directeur was, zag hij een waardig opvolger. In zijn mémoires schreef hij "Waar ik vroeger vele uren per dag en tijdens de weekends met poppenspel bezig was, kwam nu een leegte die ik zinvol kon opvullen.  En als ik tijd vrij heb dan schrijf ik verhalen voor mijn kleinkinderen.  Men heeft de plicht, en dit kan men niet loochenen, rekening te houden met zijn leeftijd..."

 

 

Louis Contryn heeft hard gewerkt.  Hij heeft ook gevochten voor 'zijn' theater.  Zo is hij wel eens ontgoocheld geweest in een vroeger stadsbestuur.  Dan kon hij zich scherp uiten in een krantenartikel over het 'kindonvriendelijk' bestuur van de vroede vaderen.  Dan mocht hij het nadien 'komen uitleggen' op het stadhuis.  Gelukkig is dit nu wel anders  Het Figurentheater De Maan krijgt de waardering die het verdient.  Voordat het etiket 'Mechelen Kinderstad' werd 'uitgevonden, was dit theater hier al stevig mee bezig.  Nu krijgt het navolging en echo's in andere iniatieven.

 

(Louis met oud-burgemeester Désiré Van Daele...)

 

We staan nu weer voor een heel nieuwe periode.  We willen met het Figurentheater meer dan ooit een huis zijn waar ook anderen hun ding kunnen doen.  Het mag immers géén hermetisch gezelschap zijn.  Misschien keert dit terug naar de basisfilosofie van mijn grootvader Jef die de kracht van het figurentheater wilde uitdragen en doen groeien.  Wat die man ooit heeft opgezet, is ongelooflijk.  Hij was de organisator en de 'ontsluiter' van het medium.  Hij was ook de man die niet hield van concurrentie, en de lat steeds hoog legde.  Hij dacht soms dat de nulmeridiaan door Mechelen liep, en dat onze toren het centrum was.  Het was Mechelen alom, en de 'rest' mocht er zijn...    Mijn vader die oorspronkelijk wat verlegen was, heeft zijn eigen wereld gecreeërd, waarbij iedereen mee mocht doen.  Ook hij wou beslist kwaliteit, en hij wou de toeschouwer steeds verbazen.  Men mocht geen tijd krijgen om zich te vervelen.  Er moest voldoende afwisseling zijn én een 'komisch element'.  Om dit alles te bereiken had hij soms weinig geduld. 

 

Met de nieuwe directeur, Stef De Paepe, slaat het Figurentheater weer een bladzijde om.  Een nieuwe tijd breekt aan.  Binnenkort huist men ook in een gloednieuw opvallend gebouw in het hart van het Cultuurcentrum.  Het blijft afwachten hoe het gaat lopen met de subsidiëring natuurlijk.   Het wordt ook terug een zoeken hoe men dit soort theater relevant kan maken.  Succesrijk is men - maar men moet het ook blijven.  Stef De Paepe heeft veel ervaring met luisterspelen.  Het maakt de cirkel rond.  Grootvader Jef begon ooit ook op de radio, nadat hij eerst marconist was...

 

  (Jef Contryn)

 

Mijn grootvader hield van communicatie.  Hij was bevriend met ondermeer de kunstenaar Prosper De Troyer, en  met gelijkgestemden speelde hij bij het Vlaams Volkstoneel.  Zo leerde hij ook Michel de Ghelderode kennen, en leerde hij door hem de kracht van het figurentheater ontdekken.  Het boeide hem. Ondertussen was hij bij het NIR het 'jeugduur' beginnen presenteren.  De interesse in het poppentheater deed hem kleine stangpoppen kopen.  Hij dacht hiermee ooit een stuk van de Ghelderode te spelen.  Het is er nooit van gekomen.  Mijn vader werd geîntrigeerd door deze stangpoppen, en zou er later mee aan de slag gaan.  Grootvader zag alles erg groot.  Hij werd dé Vlaamse pionier van het poppenspel.  Hij stichtte het 'Vlaams Verbond van poppenspel' en dat mag je echt wel visionair noemen.  Het moest allemaal professioneel zijn.  Hij ging ervoor. Vaak heel impulsief.  In de Stadschouwburg speelde hij 'het spelleke van ulenspiegel' .  We schrijven jaren veertig, en het is volle oorlogstijd...  Het waren de heerlijke begindagen... Ik heb mijn grootvader nog goed gekend.  Op woensdagnamiddagen hoorde ik hem zoveel jaren vertellen over poppenspel.  In die kleine familie die we waren en zijn, werd haast over niets anders gepraat.  Mijn vader was enig kind.  Hij zag zijn vader steeds bezig met zijn passie.  Hij stond er bij en keek er naar.  Vader vond dat 'Spelleke van Ulenspiegel' nu niet bepaald fantastisch, maar hij wou wel wat doen meet die stangpoppen van zijn vader.., en begon er voorstellingen mee te geven.  Eigenlijk hebben grootvader en vader mekaar wel sterk beïnvloed.  Na de oorlog stopte grootvader met de radio, maar op zijn zestigste zou hij de draad terug opnemen met schoolradio.

 

Het poppentheater van grootvader Jef zou maar twee jaar spelen in die oorlogstijd.  Maar toen was het al wel duidelijk dat 'poppenkast' méér moest zijn dan gratuit plezier voor kinderen.  Het moest ook 'volksverheffend' zijn en estettisch - het moest een verhaal hebben, én het moest kinderen raken!  Het klassieke poppentheater moest een injectie krijgen.  Na die tweede Wereldoorlog gaat het 'familietheater' pas goed van start.  Grootvader Jef schreef de stukken, en ook Louis begon te spelen.  Hij kon ook goed schrijven, en als 17-jarige pent hij al stukjes voor 'Wonderland', een tijdschrift voor kinderen waarvan Jef Contryn hoofdredacteur was.  (het tijdschrift ging  na 2 jaar over de kop).  Het maakte wél dat Louis de smaak van het schrijven te pakken kreeg.

 

(Louis Contryn)

 

Vader is daarna regentaat beginnen volgen in Lier.  Nadien werd hij leraar Nederlands, Duits en Engels.  Maar vooral als leraar moraal is hij hierna verder gegaan.  Hij gaf les aan het RMS en aan het paramedisch instituut in de Augustijnenstraat.  Vader was socialist, maar grootvader was dat nog overtuigender, en was eigenlijk ook antiklerikaal.  Mijn moede die verpleegster was en waarmee hij rond zijn dertigste huwde, kwam uit een gelovige Gentste familie. Ze geloofde ook  heel erg in haar man.  Ze was een sterke vrouw die hem steunde in zijn passie, net zoals mijn oma dat deed bij mijn grootvader.  Het theater groeide en groeide.  'Hopla' kende succes.  Grootmoeder maakte kostuums, 'deed'  vrouwenstemmen - was de ene keer heks en de andere keer klein meisje.  Ze deed dat goed, hoewel ze geen acteerervaring had.  En zo kwam op een bepaald moment 'Hopla' ook op TV, en dat wil wat zeggen! Zeker in die tijd.  Men bestond immers maar pas als men op televisie was geweest.  De stukken waren dikwijls  vernieuwend, en waren soms ook voor volwassenen.  Zo voerde men 'Faust' en 'Reinaert de Vos' in een bewerking van Gerard Walschap op.  Deze laatste vond dit zo geweldig dat hij speciaal een stuk voor 'Hopla' schreef.  Het werd 'Piet met de houten kop', of hoe een oorlogsinvalide de oorlog bekeek met zijn afgeschoten houten kop... Het is nog steeds een geweldig stuk.

 

 

 

Stilaan groeide ook het gezelschap aan.  Louis speelde en 'leerde' spelen.  Dit was zeker de leraar in hem.  Hij voelde erg goed aan hoe het 'moest', en hoe je een voorstelling drive moest geven.  Reinilde Schools en Fernand Verreth waren bij de eerste nieuwe medewerkers.  Het Mechels Stadspoppentheater was geboren. Later kwamen er nog andere medewerkers zoals Imelda Hermans, Pol Meel, Walda Volkaert, enzovoort...  Louis legde zich verder toe op schrijven en regisseren.  Rond 1964 ontstonden de populaire figuren Tijl en Luppe. Gespeeld werd er in het auditorium van het Cultuurcentrum.

 

(Tijl en Luppe...)

 

Vader was een vernieuwer.  Het kon steeds beter.  Naast Tijl en Luppe kwamen er ook andere stukken, zoals ondermeer de 'machtige Inca Kapak', en vele andere...  Er werd geëxperimenteerd met nieuwe spelmanieren en met decors..., er werd overgeschakeld van hand- naar staafpoppen.  We zijn nu in de jaren zeventig aanbeland.  'Alladin en de Wonderlamp' is een nieuw hoogtepunt.  Men besliste om meer van dit soort stukken te spelen.  Het werd allemaal nog artistieker, nog feeërieker en nog professioneler!  Voor de knappe decors die op een 'lopende band' werden gezet, tekende de begaafde Albert Vermeiren die een eigen poppenheater had ('Nele').  Hij heeft zo'n vijftal jaar meegewerkt in ons Stadspoppentheater.  In 1975 werd er verhuisd naar het nieuwe gebouw - in de vroegere Heilige Geestkapel, waar we tot nu toe onze stek vonden...

 

              (Inca Kapak)  

 

Zo kwam ook kleinzoon Paul ook langzaam ten tonele.  Paul maakte tekeningen bij de stukken, en vader Louis vond die wel iets hebben.  Zo zette hij een dertigtal figuren voor 'Tovenaartje Tobias' op papier...

 

Dat jaar ben ik met mijn vader naar een poppenfestival in Tsjechië gegaan.  We hebben er iemand ontmoet die prachtige theaterpoppen maakte op maat.  We overhandigden mijn ontwerpen.  Ik was haast in 'shock' toen wat later in Mechelen dozen toekwamen met 'mijn' poppen - 'mijn' tekeningen uitgewerkt in 3D-poppen!  Langzaamaan werd mijn vader ook mijn 'directeur' in het theater.  Grootvader vond het allemaal fantastisch wat ik deed, en het was heerlijk om samen te werken met mijn vader waarmee ik een hecht team vormde.  Samen maakten we nieuwe stukken.  Hoe langer hoe meer kwamen we uit 'het kader' van de poppenkast.  Zo werd de beleving nog grootser.  Ik ben ook zélf poppen beginnen maken, zoals bij een verhaal van Cyriel Verleyen - en verteld door Francis Verdoodt.  Het werd een echt familiebedrijf.  In onze huiskamer was het steeds hens aan dek.  Mijn jongere broer Filip en ik zaagden decors, moeder naaide... We vergaten soms te eten.  Iedereen had de neus in dezelfde richting, en mijn kamer was eerder een atelier dan een ruimte om te slapen.  Zo ging dat enkele jaren aan een stuk... 

 

(Piet met de houten kop)

 

'de kleine Johannes'  van Frederik Van den Eede,in 1985 was een nieuw hoogtepunt.  Het stuk werd door Louis ontzettend goed bewerkt, en het scoorde fantastisch. Een mijlpaal.  In het stuk werden fantasie en harde realiteit met mekaar geconfronteerd.  Er zaten veel dieren en magische wezens in: een hele uitdaging...  Voor Louis betekende het een enorme stimulans...  Louis was dag en nacht bezig met 'zijn' theater.  Dagelijks schreef hij, en zelfs zijn reizen waren niet weining 'studiereizen'...

 

Grootvader was toen de tachtig voorbij, en liet het stilaan aan hem voorbijgaan.  Mijn vader kende het ene succes na het anderen.  Koningin Fabiola kwam zelfs op bezoek in ons Mechelse theater toen haar stuk 'de Indische waterlelies' door ons werd gespeeld.  Ze had oprechte belangstelling, en tot onvrede van het protocol bleef ze nog meer dan een uur langer...Vader heeft nog gewerkt in het theater tot 1996.  Toen werd hij gevierd.  Hij gaf nog het boek 't Is Poppenspel' uit en is dan gestopt het jaar daarop.  We schrijven 1997.  Het Stadspoppentheater werd Figurentheater De Maan gedoopt.  Willem Verheyden werd de nieuwe directeur, en ik artistiek medewerker of huisscènograafFernand Verreth ging aan de slag als  productieleider.  Hij was een medewerker van het eerst uur en een vriend van mijn vader.  We speelden in die periode veel in scholen - en iets minder in cultuurcentra...  Vader vond niet alles wat ik deed zooo geweldig - hij was kritisch maar bleef me steunen.  Net zoals mijn moeder dat deed.Misschien vond hij soms dat we té poëtische stukken maakten, en misschien vond hij ook wel dat ons ritme te traag was...  Eigenlijk vond hij gewoon dat al wat hij schreef het beste was (lacht).  Alleszins was hij heel fier op zijn levenswerk, en was hij blij dat ik zijn werk heb voortgezet. 

 

 

(Koningin Fabiola op bezoek.  We herkennen Louis en Jef Contryn en oud-burgemeester Jos Vanroy...)

 

De familie Contryn heeft bakens verzet.  Pionier Jef heeft impulsief aan de weg getimmerd, heftig, ongeduldig en met steeds grote plannen...  Louis heeft hierop verder gebouwd, met veel succes... En Paul borduurt verder op zijn manier...

 

Ik ben nu zelf de 'Jef Contryn ' geworden...  We staan voor een nieuw tijdperk.  De stad gelooft in ons, het nieuw gebouw kunnen we binnenkort in gebruik nemen...  De locatie is schitterend.  Het is alleen jammer dat mijn vader dit niet meer kan meemaken...

 

Op 6 juli stierf Louis Contryn en hij laat een leegte na...  Toch is zijn erfenis groot en van onschatbare waarde.  Zijn erfenis is groter dan louter een doos met nostalgische plaatjes. 

 

Zaterdag brengt Mechelen hem de laatste eer.  De uitvaartplechtigheid gaat door in de aula van de Stedelijke begraafplaats in de Ziekebeemdenstraat, om 10u30. Zes sprekers zullen het leven van Louis belichten: zijn vriend Fernand Verreth, zijn opvolger Willem Verheyden, Freek Neyrinck, de nieuwe directeur Stef De Paepe, Karen Van Tendeloo van het Huis van de Mens, én professor Peter Adriaensens, die Jef en Louis erg goed heeft gekend, en heel veel waardering had voor de manier waarop zij met kinderen omgingen...

 

Op de tafel liggen ontelbare mooie foto's die getuigen van pionierstijden en successen... Maar er is méér: hier spreekt een zoon met veel liefde over een vader.  En misschien is dat soms wel het belangrijkste.  Louis toonde niet steeds zijn emoties.  Maar hij was heel zeker emotioneel. 

 

Het is in kleine dingen hoe ik hem herinner.  Misschien is dit wel poëzie...  De wijze waarop hij de paaseieren met veel plezier en creativiteit in huis verstopte.  Ik zie ze liggen op de sleutels van de kasten die spoedig de deur zullen uitgaan; ik zie ze liggen op de rugleuningen van deze stoelen, en hier, en daar...  Ik stond er naar te kijken.  Ik verzamelde de eieren niet om ze te 'hebben', maar uit pure verwondering... In het gebaar van het eieren-verstoppen tekende zich mijn vader ten voete uit... Méér dan ooit besef ik welke sterke band ik met hem had...

 

 

 

Louis Contryn werd geboren op 26 juni 1926.  Hij was medestichter en eredirecteur van DE MAAN en stichter, directeur en docent aan het Firmament (de vroegere Centrale voor Poppenspel en School voor Poppenspel).  Hij was oprichter en redacteur van het tijdschrift Het Poppenspel, en voorzitter van het Vlaams Verbond voor Poppenspel.  Hij was auteur en regisseur van tientallen theaterproducties, en auteur van verschillende publicaties en boeken.  Hij gaf les in de Rijksmiddelbare School van Mechelen en het Paramedisch Instituut Mechelen.  Hij was de echtgenoot van Jacqueline Boeykens.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Poppen in boeken...

... en op affiches.

Een charmante man is van ons heengegaan...

Ik zal me Louis altijd blijven herinneren als de boomlange en schitterende regent moraal die  van  1956 tot 1959 vanaf het 2e tot het 4e middelbaar in de RMS aan mij les gaf en de man die ons rond 1958 tijdens de TV-uitzending "Kom toch eens kijken"  met zijn poppenkast Hopla vergastte op de avonturen van Reinaert de Vos.

We ontmoetten mekaar sporadisch tijdens een receptie in het speelgoedmuseum en tijdens een van onze babbels vertelde hij mij hoe vooruitstrevend zijn vader wel was toen hij in de jaren 30 zijn huis aan de Auwegemvaart liet bouwen: zeer modern en het had toen zelfs al centrale verwarming.

En telkens we elkaar ontmoetten vroeg hij me hoe het met mijn zoon Guy ging, want ook aan hem had Louis les gegeven..

Men heeft helaas niet het eeuwig leven, maar Louis zal onsterfelijk blijven door zijn naam in de Mechelse boeken.  Scripta manent.....

Rust in vrede Louis.   Ik wens zijn familie veel sterkte.

Poppen en kinderen...

Foto Gimycko - Kinderspeeldag 2009

Héél goede herinneringen aan het machtige stuk Inca Kapak, om er één te noemen. Onvergetelijk. Alleen al de indrukwekkende poppen, ik zie ze nog voor mij.

Het stuk kwam tot stand dankzij Reinhilde Schools, echtgenote van dr. Antoon Vollemaere, de wereldwijd gelauwerde Amerikanist die het geschrift van de Maya's ontcijferde.

 

En dan al die stukken met Tijl en Luppe (tiens, dus Luppe lees ik? Ik dacht altijd Fluppe  ).

 

Mechelen is één van zijn Grote Zonen verloren. Afscheid in dankbaarheid. De familie Contryn heeft talloze kinderen én volwassenen vreugde in de harten gebracht. DANK !

Trim, Tram, Trein, zalig toen de kinderen klein waren en wij met hen naar het poppentheater gingen kijken. De lp's liggen hier nog steeds. 

Tijl en de planeet Pi ...???juist of niet?

Nog meer poppen op affiches...

Een grote meneer is heengegaan. Heeft een stuk van onze jeugd vorm gegeven. Om nooit te vergeten. Mercie Louis Contryn.

Louis Contreyn was allesbehalve een amateur, maar een liefhebber!

De passie voor het figurentheater heeft hij doorgegeven aan een onvergetelijke ploeg medewerkers: Fernand Verreth, Pol Meel, Renilde Schhols, Imelda Hermans, Paul Vandeneede en zoveel anderen.

Bedankt voor die mooie momenten, niet alleen voor onze kinderen, maar ook voor ons (bv. met 'Trumpet for Nap'

 

Als jongere broer van één van de speelsters, heb ik als snotter jarenlang ieder stuk gezien - en genoten...

Wij waren op de herdenkingsplechtigheid voor Louis Contryn.  Een zeer smaakvolle en sobere plechtigheid die de figuur van Louis aan alle kanten - en dat waren er vele - in het licht zette.

We zagen Louis - ook letterlijk -  voor onze ogen en herkenden hem. 

Er waren toespraken van Fernand Verreth (als productieleider werkte hij nauw en veel samen met zowel Jef als Louis). We vernamen o.a. dat het poppentheater in die dagen meer dan 350 voorstellingen gaf gedurende het theaterseizoen.

Wim Verheyden sprak als directeur van De Maan en verrijkte zijn tekst met pittige anecdoten.

Freek Neirinck kwam dan met een sonore en luide stem aan het woord.  Wij onthouden speciaal zijn bemerking dat Louis de overgang van poppentheater naar figurentheater op meesterlijke wijze heeft gerealiseerd. 

Professor Adriaensen kwam dan getuigen van de bekommernis van Louis voor de opvoeding en begeleiding van kinderen.. Hij was zich ten zeerste bewust van de grote invloed van het poppentheater op de kinderen - onder meer het leren omgaan met gevoelens - en voelde zich zijn ganse leven daarvoor verantwoordelijk.  Hij verwezenlijkte aldus een coherent en uniek samengaan van kind en kunst.

Tot slot kwam de oudste kleindochter, Jolien, haar herinneringen ophalen aan een opa die altijd klaar stond, honderden verhaaltjes las en vertelde en blijk gaf van een oeverloze fantasie.

Ik  had in de voorbije decennia meermaals de gelegenheid om met Louis samen te werken in een muzikale productie.  Want muziek was er altijd bij en koormuziek - met de aangepaste teksten - kon niet ontbreken. 

Een anecdote is ons altijd bijgebleven: Louis was een gedreven man die zich van elke productie eenn beeld had gevormd en de uitvoering daar zoveel mogelijk wou inpassen. En dus vroeg hij op een bepaald moment aan mijn mannenkoor (De Mechelse Liedertafel) "of we die passage met onze jongensstem konden zingen..." Hoe graag we ook aan zijn wens tegemoet wilden komen, we slaagden er niet in...Het illustreert toch wel duidelijk hoe gedreven Louis was. Die gedrevenheid lag zeker aan de grondslag van het immense werk dat hij realiseerde in de loop van vele decennia. En we mogen stellen dat de dankbaarheid van die vele duizenden kinderen die meegingen in de fantasiewereld van het poppentheater voor altijd zal blijven bestaan.

We mogen als Mechelaar fier zijn op Louis en De Maan en alles wat er rond hangt. Ook dankbaar zijn voor de steun van de Stad Mechelen die de middelen ter beschikking stelde om het poppentheater uit te bouwen tot een echt monument.