Malines Terrace, Belgian Square in Monaghan - Ireland

 

Het land ademt melancholie uit, en als een nevelsliert slingert het zich over de sappig-natte groene heuvels waar de klaver bloeit.  Het land plooit zich open met eigenzinnige schoonheid.  In dat land ligt een stadje.  Monaghan.  Niet groot, maar wel de hoofdstad van een County die haar naam draagt.  Monaghan is één van de drie graafschappen die deel uitmaken van Ulster, maar wel niet behorend tot Noord-Ierland.  Het Ierse Monaghan ligt een wat men al eens het 'land van de kleine heuvels' noemt'...  In dat stadje staat een oud  U-vormig militair kazernecomplex waarvan de eerste steen werd gelegd in 1790.  Een groot poortgebouw en twee identieke huizenrijen - als uitnodigende armen: eenvoudige, ambachtelijk gebouwde huisjes...  Er hangt een stenen plaat - waarin gebeiteld staat: 'Belgian Square - 1914'.  Het rechtse gedeelte werd in de Eerste Wereldoorlog herdoopt tot 'Malines Terrace'... Honderd jaar later staat dit merkwaardige complex er nog.  Nog steeds hangt op een muur de plaat met 'Belgian Square'...

 

Over de plas, in het Oude Continent, bloeien geen klavers in die dagen - maar kleuren papavers bloedrood de weiden.  In dat land heerst het spook van angst en onzekerheid nu Duitsland de grens is overgestoken en steeds verder oprukt.  Het doet mensen op de vlucht slaan...  Vlucht naar de vrijheid?  Deze angst verlamt ook Mechelen.  De stad loopt leeg. Inwoners zwermen uit naar Nederland, Frankrijk, Engeland... 

 

"Met de vlucht in 1914 waren wij reeds tot Gent gesukkeld en verbleven er enkele dagen in een klooster.  Voor het stadhuis hebben wij de eerste Duitse soldaten gezien te paard - bijna stadnbeelden, maar ook hogere officieren per auto die onderhandelen met raadsleden van de stad.  Wij vertrokken naar Oostende en kwamen aldaar op een boot terecht. Hoewel die boot voorbestemd was voor Belgische soldaten, mochten wij er toch ook op langs een smalle plank.  Iedereen wou op deze boot, al was hij vuil en zwart aangezien hij normaal steenkolen vervoerde.  Het was de laatste boot die uit Oostende vertrok.  Veel mensen die nog mee wilden vielen in het water...  Echter niemand hielp ze verder...  Nog maar pas vertrokken en 'ons schip' liep al vast op een zandbank.  Er werd om hulp geseind, maar er kwam geen antwoord.  Daar het water zakte, ging de boot schuin hellen gedurende de hele nacht.  Wij zaten boven op het dek; het was koud, donker en het regende.  In de vroege ochtend kwam men ons helpen en voeren we verder naar Engeland.  We hadden honger, niets gegeten...  We waren met zeven: mijn moeder, ik, de zuster van mijn moeder met haar echtgenoot, en hun drie dochters.  De familie Bodot, eveneens uit Mechelen, was ook op onze boot, en deelden hun laatste brood uit.  Wij kregen ook een hapje...  Dat is iets dat mij nooit zal ontgaan hoe goed deze mensen waren..."

 

Dit schrijft de 22-jarige August (Staf) Gillé neer.  De jonge Mechelaar is op de vlucht met z'n moeder.  Zijn jongere broer, Hubert, vecht ondertussen aan het front.  Het verarmde gezin kent zware jaren.  Het begon al toen vader Gillé in 1906 na een korte ziekte vrij plots stierf.  Het was een drama.  August was amper 14 jaar.  De Gillé's woonden in de wijk Nekkerspoel, waar August geboren werd in herberg 'de Stadspomp'.  Later verhuisde de familie naar de Borchtstraat en nog later naar de Lakenmakerstraat...  Vier jaar voor het uitbarsten van de Groote Oorlog werd de jonge August meubelmaker.  Hij volgde ook academie in z'n geboortestad - mét succes.  Maar vandaag zijn er andere zorgen.....   Het schip met de vluchtelingen dobbert in die natte natte oktoberdagen over een mistroostige noordzee - op weg naar vrijheid?   Er is vooral angst om het onbekende én er zijn vragen zonder antwoord om de toekomst die onzeker is...

 

  

(Sir John en Lady Leonie varen op Glaslough lake in Monaghan in 1912.  Daarnaast de nog jonge lady Leonie...)

 

Lady Leonie  Blanche Jerome Leslie is een mooie dame, met adellijke flair en flegma.  Ze werd in 1859 geboren in Frankrijk als dochter van Amerikaanse ouders.  Ze heeft nog een zus - de aantrekkelijke Jennie Jerome.  Deze Jennie huwde Randolph Chrchill en werd de moeder van de later legendarische premier van Groot-Brittanië: Winston Churchill.  Ladie Leonie trouwt met Sir John Leslie in 1884.  John Leslie is telg van een prominente Anglo-Ierse familie. Ze gaan wonen op Castle Leslie in het Ierse Monaghan.   Het blauwbloedige echtpaar heeft drie kinderen.  In dat eerste oorlogsjaar moet de familie een zware slag verwerken.  Hun zoon, captain Norman Jerome Beauchamp Leslie sneuvelt bij Armentières.  De jongeman is amper 28 jaar oud.  De oorlog heeft geen mededogen.  Niet voor de eenvoudige boerenknecht in de loopgraven, en niet voor een jonge adelborst.  De Groote Oorlog is onberekenbaar en onbarmhartig en spaart niemand...

 

  (Castle Leslie...)

 

De boot met vluchtelingen bereikt de kust van het nieuwe thuisland.   Wacht hier de vrijheid?

 

"Aan de Engelse kust werden we oppervlakkig gekeurd: de mond openen, e.a.  We kregen er brood en drank.  Dan namen we de trein naar Londen.  Door het zachte rijden voelde het haast aan of we vlogen, en we vielen in een verdiende korte slaap.  Te Londen werden we verzameld in een grote zaal met allemaal mensen uit België.  Men vroeg nog voor vluchtelingen naar Ierland, en we gaven ons op.  De Ierse zee...!  De zee tussen Engeland en Ierland is geweldig.  Bij de overvaart was het storm!  Onze boot kraakte - potten die rolden... we lagen in een hangmat.  Heel de overtocht voelden we ons misselijk.  Zodra we aan wal gingen, ging het iets beter.  Ierland: het bruisende Ierland!  De natte, ruwe, wispelturige natuur, maar ook zo enorm groot en schoon: hoge gebergten, laagland met weiden...  Ieren zijn strijdende en geharde mensen - nietemin vrolijke en levenslustige mensen, en vol stuwende geestdrift.  Na de oorlog had ik graag terug gegaan naar de mensen die we daar leerden kennen.  Maar ik kon geen Engels schrijven, en ik was doodarm...  Ondans ons korte verblijf aldaar, is het mijn tweede thuis geworden.  Toen een droevige, en meteen een gelukkige kennismakeing - nu een zoete herinnering geworden van hartevreugd en vooral harteleed..."

 

  (Monaghan ligt in Monaghan County...)

 

Vijftien Mechelse vluchtelingen komen op vrijdag 30 oktober 1914, na een verre en bewogen reis aan in het stadje Monaghan, hoofdstad van het gelijknamige Graafschap, gelegen aan de grens met Noord-Ierland.  Het is hier dat ze worden opgevangen door de notabele Lady Leonie Lesly en haar comité opgericht om deze vluchtelingen verder te helpen...  Ze worden ondergebracht in een oud militair kazerne complex.  Om alles zo goed mogelijk te laten verlopen, werd er zelfs door de lokale bevolking geld en middelen gedoneerd!  De Belgische vrouwen zouden er te werk worden gesteld in de 'Belbroid lace company' - want de kant was vermaard in die streek...

 

(De Mechelse groep vluchtelingen in Monaghan.  Van links naar rechts: Mevrouw Van Crombruggen, Valerie Nihoul en Hubert De Neve (tante en nonkel van August Gillé), Professor Wallaert, een onbekende man met pet, en de heer en mevrouw Mathilde Loots en hun dochter Francine Van Crombruggen op de voorgrond...  De foto werd geschoten op 1 november 1914 - twee dagen na de aankomst in Ierland)

 

"Men had ons in Monaghan geplaatst.  Madame Lesly en veel andere rijken wilden daar ook Belgische vluchtelingen.  In Richhill - niet ver van Monaghan - heb ik een tijd gewerkt.  Als ik met mijn fiets naar Richhill reed, zag ik eens op een keer langs de kant van de weg een oude vrouw die een dikke aarden pijp rookte.  Ik herinner mij ook nog het kasteel Rossmore te Monaghan, waar ik dikwijls naar toe wandelde...  'Richhill': rijke berg...  Men kweekte er veel fruit en er bevond zich een fabriek om het fruit en de vruchten te verwerken.  In Ierland had men een uitgenomen kennis om smakelijke ongepelde aardappels te bereiden, en men maakte er bijzonder goed brood..."

 

(Monaghan, enkele jaren geleden voordat de eerste wereldoorlog uitbrak...)

(zo zag August Gillé het imposante kasteel Rossmore.  Het werd echter gesloopt in 1974...  Het kasteel was al jaren verlaten, na een ernstig geval van houtrot...)

(de fruitfabriek van Richhill waar August Gillé een tijdje werkte...)

 

August Gillé zal echter maar een jaar verblijven in Monaghan.  Vermoedelijk woonde hij in woning nummer drie op het Belgisch Plein.  Dan moet hij echter zijn gewonde jongere broer Hubert  (hij werd in zijn bil geschoten) vervangen aan het front - eerst in de sector Diksmuide, en daarna in de sector Ramskapelle waar men verder van de vijand verwijderd ligt.  Nietemin wordt hun post vrij vlug gebombardeerd waabij August zwaar gewond geraakt aan zijn rechterhand en arm...

 

(het kleine gezin Gillé in Dunhill bij Londen - waar de familie zich treft - Waarschijnlijk werd broer Hubert hier verzorgd...  vlnr: Hubert, moeder Gillé en August in militair kostuum - voordat hij naar het front vertrekt...)

  

(het huisje waar August woonde in Monaghan, en August als soldaat...)

 

Zo eindigt voor de onfortuinlijke soldaat, August 'zijn' oorlog...  Moeder Gillé keert terug naar Mechelen.  Van het gezin van haar zus - de familie De Neve-Nihoul, blijven er twee dochters in Ierland wonen.  Eén van hen, Sylvia De Neve, werd later de grootmoeder van Alison Begas.  Deze dame bezocht in 2007 nog de vernissage van een overzichtstentoonstelling van haar overgrootnonkel August in  het Blikveld in Bonheiden...  Want na de oorlogsjaren werd August immers kunstenaar...  Maar dat is een ander verhaal...

 

De Mechelse episode is honderd jaar na de feiten niet vergeten in het kleine Ierse stadje.  Integendeel.  Naar aanleiding van de honderste verjaardag van de opvang, probeert de Clogher Historical Society de nakomelingen van de vluchtelingen te traceren.  Deze zoekactie kwam zelfs al nieuwsitem op de nationale Ierse televisie - RTE, tijdens het journaal op maandag 17 februari jongstleden!

 

www.clogherhistory.ie

 

Dat het comité van Lady Leonie Lesly (+ 1943) als eveneens de inwoners van Monaghan, de Mechelse vluchtelingen zo goed opgevangen en geholpen heeft, verdient alleen maar het nodige respect.  Nakomelingen met of zonder foto's kunnen zich altijd melden via:  info@clogherhistory.ie ter attentie van Mevrouw Grace Moloney uit Dublin.

 

Laat ons nog even de foto's bekijken van de Mechelse vluchtelingen voor hun huisjes op Belgian Square...

 

(Mv. Van Crombruggen en haar dochter Francine...)

(Mijnheer en mevrouw Loots...)

(professor Wallaert...)

 

(Met dank voor de foto's aan Alison Begas, Grace Moloney, the Leslie Family - Glaslough, Shane McCann)

Dit artikel kwam tot stand na contact met Dominik Lybaert uit Bonheiden die zich al jaren inzet om de artistieke nalatenschap van August Gillé voor het nageslacht te bewaren..

 

In ben geboren in 1964.  Ik was een jongetje van tien jaar ongeveer, als ik speelde in de Guldensporenlaan waar de toen al oudere kunstenaar woonde.  Hij was toen al in de tachtig. Daar was ook een jeugdatelier ingericht.  Ik vond hem een 'speciale' mens - hij leefde sober, maar zijn tuintje leek wel de Hof van Eden, met zonnebloemen, een witte vlag...  Op zestienjarige leefijd heb ik hem beter leren kennen.  August is meer dan de regionale folklorekunstenaar waarvoor men hem vaak wil verslijten. Hij was een groot kunstenaar, een romanticus ook, een filosoof en natuurmens.  Hij genoot van zijn wandelingen in het Mechels Broek.  Hij heeft een indrukwekkend oeuvre nagelaten.  Hij tekende, schilderde en beeldhouwde.  Op het einde van zijn leven - hij is 97 jaar geworden werd zijn werk eerder repetitief.   In 1980 schonk hij zijn hele oeuvre en bezittingen over aan de gemeentelijke vzw De Krankhoeve, met de bedoeling om z'n werk te propageren.  In 2006 vroeg ik me af wat er met dat legaat gebeurt was...  Het was hallucinant: het lag op zolder van een schoolgebouw in Rijmenam - de Mart - waar hij later woonde - totaal verwaarloosd.  Vanaf toen ben ik me er sterk voor gaan inzetten om dit alles terug eer aan te doen.  Alleen maar uit rechtvaardigheidsgevoel, zonder bedoelingen van winstbejag.  Ik heb alles digitaal gereanimeerd.  Ik kon het niet aanzien dat zijn goedgelovigheid zo misbruikt werd.  Nu zal een selectie van zijn werk terecht komen in het provinciehuis van Antwerpen, een deel zal worden gerestaureerd, en een ander deel zal worden verkocht.  Haast tien jaar ben ik er mee bezig geweest.  Het was een titanenwerk.  Maar August Gillé verdient dat.  Hij was een belangrijk - maar 'vergeten' kunstenaar uit het interbellum; en een goeie vriend van ondermeer Alice Nahon en Prosper De Troyer...  Misschien was hij wel té bescheiden...

 

August was een asceet met een kunstenaarsziel - de mensgeworden eenvoud.  Hij trok zich bewust terug uit alle bekendheid.  Hij ligt nu begraven op het kerkhof van Rijmenam - onder een eenvoudige steen - als oudstrijder

Zowat 10 000 werken heeft hij gemaakt - heel verscheiden.  Van 1919 tot 1989 was hij bedrijvig als kunstenaar.  Nu staat een bronzen beeld van Gillé op het pleintje voor de kerk van Bonheiden.  Toch is hij steeds Mechelaar gebleven.  Officieel woonde hij tot het einde van zijn leven in de Lakenmakersstraat, ook al was hij al van in 1962 verkast naar Bonheiden, waar hij woonde en werkte in een bouwvallige hoeve in de Guldensporenlaan (het hoevetje is weg - nu staat er een nieuwbouw).  Op deze plaats konden kunstenaars elkaar ontmoeten en tentoonstellingen houden.  'De Witte vlag' was een authentieke en gemoedlijke exporuimte.  Het werden succesvolle jaren.  In 1989 verhuisde hij naar Rijmenam.   August is nooit gehuwd, al bleef hij zijn hele leven platonisch verliefd op Maria Knops uit de Lakenmakersstraat...

 

(briefwisseling tijdens de oorlogsjaren...)

 

De oorlogsjaren hebben diepe wonden geslagen bij de jonge August.  Niet alleen zijn rechterarm en hand werden zwaar verminkt, maar ook zijn ziel werd gekwetst.  Hij vecht echter terug.  Al dat lijden zou de mens louteren en er zou een betere wereld komen.  Daarvan was hij overtuigd...  Leerde hij dat er naast de gruwel ook diepe menselijkheid bestaat, in het gastvrije stadje Monaghan in de groene heuvels van Ierland?

 

Méér over deze Mechelse kunstenaar op de website van Dominik Lybaert:  www.august-gille.be

 

Hopelijk levert de vraag van Monaghan iets op, en kunnen de nazaten van de Mechelse vluchtelingen worden opgespoord!   Help je mee dit bericht te verspreiden?  Neem als je hierover iets weet, contact op met  info@clogherhistory.ie    Bedankt, in de naam van Mevrouw Grace Moloney!   Het is ook de stille hoop van Dominiek Lybaert dat er op één of andere manier een soort van eerbetoon of bedanking zou komen vanuit het Mechelse stadsbesuur aan dit gastvrije Ierse stadje...  Wie weet....

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bedankt Jan voor dit prachtig artikel !!, hopelijk wordt het gepubliceerd in de pers en schrijft Burgemeester Bart Somers wel een brief naar de burgemeester van Monaghan om die mensen te bedanken voor wat ze allemaal vrijwillig gegeven en gedaan hebben voor de Mechelaars.

mijn moeder heeft dikwijls de boodschappen in de natuurwinkel van wis pensaert gehaald voor staf gillé, hij was het die vond dat mijn zoon beter uit zichzelf tekende en schilderde dan naar een tekenschool te gaan, ik vond nog kaarten door staf getekend en gedrukt in de paieren van ons moeke

Zo legde August/Staf Gillé zijn impressies aan die oorlogsjaren vast...  Twee voorbeelden:

('de slachtofers van de oorlog eisen vrede')

Het artikel over de kunstenaar August Gillé op Mechelen Mapt werd heden bijgewerkt.

In zijn dagboekjes schrijft August Gillé over een zeer vriendelijke familie 'Bodot' waarschijnlijk is dat 'Baudot', waarover u eveneens een artikel schreef beste Jan... Groet, Dominik.

Hé... dat zou wellicht kunnen dat het over dezelfde Mechelse familie gaat, die omstreeks die tijd ook het Kanaal overstak om uiteindelijk in Glasgow terecht te komen...  

Op verzoek van Jean-Marie Siscot volgende vraag: Ik las op Mechelen blogt een verhaal door Jan samengesteld over de familie Baudot die gevlucht was uit Mechelen in 1914. Mijn grootmoeder en overgrootouders waren toen ook gevlucht. En vermoedelijk zaten zij op dezelfde boot als de familie Baudot die in Glasgow zijn terechtgekomen. Ik ben al een tijdje op zoek naar de dag van vertrek in Oostende, de naam van de boot en de haven van aankomst in Engeland. Alvorens ik mijn zoektocht verder zet in de Engelse archieven (te Kew, etc) wou ik toch maar even nagaan of Annemie hierover een en ander zou hebben in haar familiedocumenten van weleer die ze via haar broer heeft verworven.

Dat moet op te sporen zijn...  Moeilijk misschien, maar toch...

Wie weet meer? 

Hallo Rudi en Jan,

 

spijtig genoeg heb ik van de boot die mijn familie naar Engeland bracht geen enkel gegeven.  Ik heb ook nergens in de kaarten of boekjes een vermelding van die boot gevonden.

Ik wil alles nog wel eens doornemen, de kaarten nog eens proberen te ontcijferen, maar ik vrees dat ik het antwoord hierbij niet kan geven.

Sorry

 

annemie

Ondertussen heb ik het eerste deeltje van de kaarten nog eens doorgenomen en nog niets gevonden van de naam van die boot.

Ik kan nog alleen vermelden dat de familie Baudot voor hun vertrek naar Glasgow op de Grote Nieuwendijk heeft gewoond en dat ze na de oorlog aan de Olivetenvest hebben gewoond.

Ik zoek nog verder...

Jaak Peeters, de broer van mijn grootmoeder werd geboren in Glasgow als jongste uit een gezin van 5. Mijn grootmoeder heeft nooit echt iets verteld over Engeland, ze was slechts 5 jaar en half in september 1914. Toch aangenaam om meer te weten te komen over de vlucht en het leven van toen. Ze wou wel nooit meer van haar leven op een boot.

Ik stel vast dat er vanuit Mechelen redelijk veel inwoners op de vlucht zijn gegaan richting Engeland, ook de broer van mijn grootvader is met zijn vrouw en drie kinderen er terecht gekomen, weliswaar in Manchester.

Ik vraag me af of er in die stad ook gegevens over de Belgische families zouden terug te vinden zijn.

Mijn grootvader had minder geluk, hij werd samen met zijn broer geinterneerd in het Lager Soltau (Neder Saksen) waar zijn broer ook is gestorven.

Zowel mijn opa en mijn grootoom hebben nooit iets verteld over hun medevaren, in het kamp of in Engeland, tijdens de WO I.

 

ook mijn grootmoeder laangs vaders kant is naar Engeland gvlucht in WOI 

waar juist naar toe weet ik niet wat ik wel weet is dat ze de traditie van een tasje thhe in de namiddag vandaar heeft meegebracht

ze zong ook een liedje dat als volgt klonk in haar oren:

sie so madderielo sielinginerbedde en sielong in strouw

later heb ik dat vertaald naar

she saw her mother in law

she lays in her bed en she lays on strow

Voor wie meer wil weten over de Mechelse vluchtelingen in Groot-Brittannië:

aanrader is het boeiende artikel van Geert Clerbout, Guests of the Nation. Mechelse vluchtelingen in het Verenigd Koninkrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog,  in de zopas verschenen Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, deel 117, p. 119-253

Volgens het artikel zouden tussen de 10 à 14.000 Mechelaars naar Engeland gevlucht zijn. Een bijzonder groot aantal, vergeleken met het bevolkingsaantal van 60.000 inwoners in 1914.

In de eindnoten van het artikel vind je ook enkele zoektips naar nuttige bronnen zoals het Central Register of (Belgian) War Refugees uit Londen, dat bewaard wordt in het Algemeen Rijksarchief in Brussel.