Mechelaars in Glasgow tijdens de Groote Oorlog

 (foto's: J.Smets)

Gisteren trof ik haar ook op de Collectiedag in het Mechelse Erfgoedcentrum in Lamot.  Hier werden familieherinneringen aan de Eerste Wereldoorlog netjes geregistreerd en ingescand, en konden degenen die het wensten uitleg krijgen van experten over de objecten, en ook tips voor bewaring.  Vele Mechelaars waren op de uitnodiging ingegaan, en de mensen van Erfgoedcel, Mechelse Musea en het Archief hadden er dus hun handen vol mee.  Tal van persoonlijke verhalen en anecdotes konden opgetekend worden.  Het zijn waarschijnlijk de laatste getuigenissen die we nog zélf hoorden van onze voorouders die toen leefden...  Zo is dat ook bij Annemie Lamon.  De dag voordien had ik haar al ontmoet voor  een boeiend gesprek over het gezin van haar grootouders én overgrootouders, die de oorlogsjaren doorbrachten over het Kanaal in het Verenigd Koninkrijk.  In tal van foto's, kaartjes en poëzie-albums tekent zich het leven af van de families Baudot en Alpaert - kanttekening in de marge van de verwoestende Wereldbrand die door Europa raasde met niets ontziende kracht.  Nooit zou het worden als voorheen.  De Groote Oorlog trok een streep onder een voltooid verleden.  Een kogel in Serajevo was de ouverture van een dramatisch schouwspel zonder weerga, dat het leven van tal van mensen overhoop haalde.  Ook in Mechelen. Met de beschieting van Sint-Romboutstoren werd de Mechelse ziel geraakt.  Hiermee was de bezetting van de Dijlestad een feit - Mechelen werd een spookstad met lege straten.  De vlucht: vrees voor de toekomst deed ontelbare Mechelaars kiezen voor een tijdelijk of vier jaar durend verblijf in veiligheid in het buitenland....

 

"Na de beschietingen van Mechelen eind augustus 1914 koos het gros van de inwoners het hazenpad.  De meeste mensen volgden het leger omdat ze in de nabijheid ervan het veiligst waanden..."  schrijft historicus Geert Clerbout in zijn boek 'Oorlog aan de Dijle.'  De vluchtelingen konden in drie landen tercht: Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.  De meesten kozen voor het Verenigd Koninkrijk, omdat burgemeester Dessain hen was voorgegaan.  Nederland was vaak een tussenstop voor de oversteek.  De reden was eenvoudig.  De burgemeester werd door de overheid verzocht om de Mechelse vluchtingen naar ginds de begeleiden en voor hen voor huisvesting te zorgen.  De overtocht was gratis en de vluchtelingen werden in grote centra verzameld en dadien doorgestuurd naar lokale gemeentebesturen die allemaal een eigen vluchtelingencomité hadden opgericht onde het toezicht van het Belgian Refugee Committee.  In het nieuwe thuisland probeerden de Mechelaars een zo normaal leven te leiden...

 

          

 

Kijk: dit zijn mijn grootouders Gabriëlle Baudot en Jozef Alpaert, wandelend over de Fonteinbrug.  Aan de arm van haar vader hangt mijn moeder, Roza....  Ik herinner me mijn grootouders als vrij stuurs, koppig van aard en met weinig woorden.  Het was een overgeërfde familietrek.  Grootvader was deurwaarder, of 'huissier'.  Zo stond het ook op het naamplaatje aan de deur in de Hanswijkstraat 18.  Een beetje een burgerlijk milieu.  Ook erg katholiek.  Grootvader was koster in de OLV-kerk en bij de Jezuïeten in de Bruul.  Nadien was hij ook 'suisse' in de Hanswijkkerk. Een leuke anecdote is deze: het haar van mijn moeder werd als kind gestrikt met de strikken van de kaarsen die in de basiliek stonden... Grootvaders koppigheid kende een hoogtepunt in de Tweede Wereldoorlog, wanneer hij het vertikte om voor de bezetter te werken.  Het gevolg was natuurlijk dat er in die jaren armoede werd geleden, en mijn moeder en haar broer meermaals op zoek moesten naar eten...  Wanneer dit ter plaatse niet meer te vinden was, ging de tocht voor patatten met de fiets naar de boerdeij van de Baudots in Gérin tegen Namen, waarvan de familie van mijn grootmoeders vader afkomstig was...

 

 (J.J Baudot stierf in 1930)

 

De Baudots hadden hun roots inderdaad in NamenJean-Joseph Baudot werd er in 1875 geboren.  Hij huwde met de Mechelse Marie Steurs (°1886).  Deze was de dochter van een boekhandelaar in de Bruul.  (ze was ook een nicht van de in onze stad niet geheel onbekende Vaast Steurs).  Jean-Joseph was chef de bureau in het Arsenaal dat toen reeds 2000 personeelsleden telde.  De man vertikte het om Nederlands te spreken.  Het gezin Baudot-Steurs zou zeven kinderen krijgen, waarvan er enkele vroeg stierven.  (Gabriëlle, Bethe, Josef, Antoine, Rapaëlle en Germaine...).  Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verkiest het gezin te vluchten, en zo komen zij in Glasgow terecht...

 

 

Annemie kijkt mijmerend naar de foto.  Al deze te koesteren familieherinneringen werden door haar broer - de vroegere schepen Jowan Lamon bewaard.  Deze had alles zorgvuldig pgeslagen tot hij ziek werd, en veel te jong stierf.  Nu probeert Annemie wegwijs te geraken in al deze documenten.  Ze vindt het jammer dat ze niet meer achtergrondinfo heeft kunnen vragen aan haar broer...  Al dit materiaal was via moeder Roza Alpaert bij Jowan terechtgekomen.  Zelf had Roza het ooit verkregen van haar tante Germaine Baudot, één van de dochters van Jean-Joseph en Maria Steurs.

 

Germaine was de rijke tante van de familie.  Ook zij was vrij nors.  Ze huwde met een zekere Jacobs, van de bekende Mechelse brouwersfamilie.  Het kinderloze echtpaar woonde op het kasteeltje Vennehof in Muizen.  Mijn moeder heeft haar in haar laatste levensjaren met raad en daad bijgestaan.  Mijn moeder die in 1922 werd geboren, was ook erg geboeid in de familiegeschiedenis - niet zo eigenaardig als je weet dat ze voor historica studeerde.  Ze was haar tijd vooruit.  Ze mocht van haar ouders hoger middelbaar onderwijs doen en studeerde als één van de eerste vrouwelijke studentes geschiedenis af aan de Leuvense universiteit. (jaargenote van haar was oud-minister Rika De Backer).  Zij moest echter na de kandidaturen stoppen.  Ze was een vooruitstrevende vrouw me een open geest. In 1947 huwde ze mijn vader, Romain Lamon.  Maar goed: het gaat hier over de (oorlogs)herinneringen en foto's van Germaine Baudot, die via moeder, en nadien via Jowan, nu in mijn bezit zijn...

 

De familie Baudot-Steurs komt dus in Glasgow terecht.    Op die plaats zitten heel wat Belgen, en inderdaad: ook een flinke groep Mechelaars woont er tijdens de oorlogsjaren.  Ook de familie Alpaert heeft er een stek gevonden.  De grootvader van Annemie - Jozef Alpaert - wordt er verliefd op één van de dochters van de Baudots: Bethe.  Maar Berthe heeft haar hart al verpand aan ene Ernest Verbist, en daarom wordt hem een 'tweede keuze' voorgesteld: een andere dochter uit het gezin: Gabriëlle Baudot.  Na de oorlog zouden ze ook huwen in 1919...

 

(de Belgen verenigen zich in Glasgow.  Op deze ingelijste foto staat overgrootvader Jean-Joseph Baudot derde van rechts...)

 

Uit de kaartjes en andere documenten kunnen we opmaken dat de familie Baudot woonde in de Hamilton Street in Glasgow....   Ik neem één van de postkaartjes in mijn hand:  Op het kaartje schrijft Josef Boudot - één van de zonen van de familie - die onder de wapens zit, aan zijn zus Gabriëlle in Glasgow.  Eén raad wil hij haar geven:  Engeland mag dan wel als een beschermende vader zijn: België blijft uw moeder!  In het Frans uiteraard.  Tijdsgeest en familie-achtergrond...

 

 (kaartje met de foto van Jozef, gestuurd naar zus Gabriëlle...  Lees je even mee op de achterzijde:)

 

Er werd flink wat over en weer geschreven tussen thuisland en Verenigd Koninkrijk.  Maar ook vanuit Frankrijk krijgt Jozef Alpaert post - van een zekere Rombauts, die daar waarschijnlijk als vluchteling verblijft...

 

Het kaartje vertelt het wedervaren van deze familie die aangekomen is in het Franse Lyon...

Soms worden op de kaartjes ook heel grappige doordeweekse dingen gepend...  Getuige hiervan:  'Frans' schrijft aan Josef Alpaert dat hij enkele dagen met 'een dik bakkes' heeft rondgelopen...

 

Het leven kabbelde dus ook gewoon verder - ondanks de ongewone omstandigheden.  Van het vaderland kwam er soms post onder de vorm van tot de verbeelding sprekende postkaarten, waarvan ik er hier een paar toevoeg:

(kaartjes met de situatie in de IJzervlakte en verwoestingen....)

(een kaartje van een verwoeste IJzerenleen doet weinig goed vermoeden over de situatie in de thuisstad.  Bemerk de gebombardeerde woningen, de rookpluimen...en ons torenuurwerk...)

 

Maar ook vanuit het Verenigd Koninkrljk vertrekt er post.  Dit is een kaartje uit Sheffield, waarbij wordt beschreven hoe het daar is...

 

De familie Baudot vond ook werk in Glasgow.  Op deze oude foto zie je de dochters Baudot met andere dames, in werkplunje...

 

Leuk is ook het feit dat in die jaren in Glasgow ook eens een toneelstukje werd opgevoerd tijdens een liefdadigheidsfeest ten voordele van de 'kwijnende kinderen': 'Repelsteeltje'. 

 (fraai uitgedost in toneelkostuums...)

 

Germaine Baudot hield een pracht van een pöeziealbum bij tijdens deze moeilijke jaren: heerlijk nostalgische en met veel vlijt en kunstzinnigheid samengesteld, met tekeningen, delicate aquarellen, gedichten, plakprentjes...  In niets herken je de later nogal nukkige, wispelturige en koppige Tante Germaine die met brouwer Jacobs zou trouwen.  Soms lag haar nichtje Roza, de moeder van Annemie, in de 'bovenste schuif', en op een ander moment sloeg de stemming geheel om...  Maar als jonge vrouw had ze besist een heel pöetische kant.  Het album is een pareltje - artistiek, maar ook erg patriottisch.  Blader je even voorzichtig mee door het album...

 

(een gedicht vol pathos over 'de stervende soldaat'.  Opmerkelijk is de 'Belgische leeuw' in dit stukje poëzie...)

 

(dit door Germaine overgeschreven lied zou een evergreen worden..  'It's a long way to Tipperary'...)

(een nota uit 1916...)

(een niet mis te verstane boodschap uit 1916...  De Belgen mogen dan wel alles verloren hebben: ze behouden hun moed en hun eer...)

 

(ondanks de schoonheid van het gastvrije Verenigde Koninkrijk, is er heimwee naar het thuisland, en de beiaardklanken... van Mechelen...)

(zonder woorden...  pathos en vaderlandsliefde gaan hand in hand...)

('Het Belgische volk zal niet sterven', schrijft moeder Marie Steurs in het poëzie-album van haar dochter Germaine...)

 

Jean-Joseph, Marie, Germaine, Jozef, Berthe, Gabriëlle...  Mensen van lang geleden - verhalen die geschiedenis werden...

 (één van de dochters Baudot...)

 

We bladeren door het album, en bekijken de talloze kaartjes....  Stille getuigenissen van een leven ver van het front...  Afgesneden van de geboortestad - en toch niet helemaal.   Tussen de regels lees je over weemoed en angst, over verdriet en pijn, maar ook over de gewone dingen des levens...  Vier jaar woonden de families Baudot en Alpaert over het Kanaal, net zoals zovele anderen...  Bekende Maneblussers zoals Jef Denyn en anonieme Mechelaars...  In 1918 keerden ze terug naar Mechelen.  Er heerste uitzinnige vreugde, maar men likte ook de wonden.  Er waren letterlijk en figuurlijk littekens geslagen in deze stad en de harten van haar inwoners.  Langzaam maar zeker krabbelde men recht.  Langzaam maar zeker bouwde men terug op: de huizen maar ook het  dagelijkse bestaan.   De herinneringen verdwenen op de zolders of diep in de lade.  Stilzwijgend.  Doodgezwegen verleden soms.  Vandaag wordt het stof van deze collectieve herinneringen geblazen, en komt het leven van onze stad in de Groote Oorlog in brokstukken weer tot ons...  Ingescand, gecatalogeerd :omdat we nooit zouden vergeten. 

 

 

PS: ik verwijs voor een soortgelijk verhaal graag naar een vroeger artikel op Mechelenblogt:   http://www.mechelenblogt.be/2012/12/kaartje-van-tante-lien

 

 

 

 

 

 

 

 

Heel mooi artikel Jan, en een heel goede zaak dat deze documenten en verhalen nu geregistreerd werden, zodat ze bewaard kunnen blijven voor de toekomst.

Top Jan!

Inderdaad nie toevallig Glasgow. Van de iets meer dan 8000 Belgische vluchtelingen die er verbleven, kwamen er 832 uit Mechelen, dat is dus 1 op 10!

Rats vergeten wegens andere dringendere beslommeringen.

Maar hier kan ik niet tegenop met de verlofpaspoorten van mijn grootvader en zijn militair paspoort.

Heel tof relaas, uit het leven gegrepen.

Wist niet dat er toen zoveel Mechelaars in Glasgow verbleven. Mocht er iemand ergens een souvenir hebben met een verwijzing naar de Belgische Frontwanderers die er op 17 november 1917 een wedstrijd tegen de Britten gespeeld hebben dan interesseert me dat natuurlijk.

De Mechelaars Janus Dogaer en Jan Van Cant van Racing Mechelen maakten toen deel uit van de Belgische ploeg en ikzelf heb slechts twee foto's van hen op die bewuste 17 november 1917. De wedstrijd werd met 1-2 gewonnen door de Belgen, weet ik, doch doelpuntenmakers, samenstelling Brits elftal, aantal toeschouwers, etc. voorlopig onbekend... 

832 Mechelaars tijdens de oorlogsjaren verbleven in Glasgow!? Dat is een flinke groep Geert.  Ik hoop voor MarkT dat er nog wat nazaten zijn van die Maneblussers die 'iets' hebben over zijn onderwerp...  Wie weet?  Misschien dat door al de aandacht die er nu uitgaat naar de Groote Oorlog en een iniatief als deze Collectiedag, Mechelaars beginnen neuzen in ouwe schoendozen en op zolders...

Als ze nu eens op de zolders van Cortenbach gingen zoeken. Misschien vinden ze nog wel iets van den boerenkrijg. Dat is toch ook nog niet zo lang geleden.

Net op Canvas gekeken naar "Het verloren land" Annelies Beck vindt samen met haar grootmoeder de sporen van haar overgrootvader in Galsgow terug.

En toen gingen mijn gedachten naar deze bijdrage