Jozef Van Balberghe, boekhouder Mechelse geschiedenis en folklore 100 j. geleden geboren

  (foto's: Luc Van Balberghe)

"Wie schrijft die blijft" , zegt men wel eens.  En dat is misschien wel juist.  Toch is het zo, dat de namen van 'al wie schrijft' vaak in de vergetelheid terecht komen - hoe groot hun verdienste ook moge geweest zijn.  Natuurlijk doe de naam van Jozef Van Balberghe nog wel een belletje rinkelen bij de wat oudere Mechelaars, en bij hen, die geboeid door de geschiedenis van onze stad, veel opzoekwerk doen.  Vroeg of laat kom je dan immers in aanraking met zijn omvangrijke natatenschap.  Want Jozef heeft zijn hele leven zorgvuldig en met een onstuitbare ijver de historie én folklore van Mechelen proberen te vatten in ontelbare boekjes en artikels.  Van Balberghe was een belezen man - intelligent en gepassioneerd door geschiedenis, maar ook een autodidact die met ernst en geduld te werk ging.  Zonder deze - misschien wat oneerbiedeig uitgedrukt - 'boekhouder' van onze Mechelse geschiedenis en folklore, zou veel van dit alles voorgoed in de nevelen der tijd verdwenen zijn.  En dat is dé grootste verdienste van deze bescheiden minnaar van onze stad en zijn verleden.  Iets meer dan honderd jaar geleden werd hij in deze Dijlestad geboren - op 15 december 1913, in een Mechelen waar peis en vree nog heersten en de Groote Oorlog nog veraf leek, als kind in wat men een begoed en gerespecteerd burgergezin pleegt te noemen...

 

 Ik zit met Luc Van Balberghe, zoon van Jozef in 'Het Moment' op de Grote Markt.  Buiten striemt de regen op deze grijze en winderige dag.  Maar dat vergeet je als Luc praat.  Hij vertelt over zijn vader, waarvoor hij grote bewondering heeft, en door wie hij - ongetwijfeld - de smaak te pakken kreeg om met diezelfde schrijfmicrobe iets te doen.  Luc zou de journalistiek instappen, en deze dagen is hij vooral graag aan de slag als schrijver van toneelstukken.  Maar het gaat nu niet over Luc, alswel over zijn vader, die veertien jaar geleden stierf op 22 mei 2000...

 

  (foto: J.Smets: Luc Van Balberghe)

 

Ik had een goeie relatie met mijn vader. Hij had zeker een grote verdienste - en dat probeer ik nuchter te bekijken, maar er zijn een aantal belangrijke feiten die dit staven.  Vader schreef zowat negentig (!) boekwerken bij mekaar. Bovendien publiceerde hij honderden artikels in kranten en tijdschriften.  Verbazend was zijn aanpak en originaliteit.  Zijn werk mag echt wel belangrijk genoemd worden voor een stad als Mechelen.  In 1947 was hij oprichtend lid en secretaris van het 'Comité voor Toren en Beiaard' dat nu nog altijd bestaat.  Van 'Kapel en Beeld' was hij voorzitter, en hij was bovendien oprichter én conservator van het eerste Folkloremuseum van onze stad.  Dat was toen gevestigd in de Magdalenakapel in het Klein-Begijnhof.  Er waren collecties te zien uit Busleyden, maar ook heel wat stukken uit eigen verzameling en die van vrienden.  Ik spreek nu van de jaren tussen 1945 en 1950. ( Pas in het begin van de jaren zestig werd het museum aan de Twaalf Apostelenstraat geopend. ) Jammer genoeg verscheen bij zijn overlijden geen letter in de krant, waarin hij zelf jarenlang gepubliceerd had.  Ik verwijt het niemand.  Bij Gazet van Mechelen verdween juist in die periode een oudere generatie, en trad een nieuwe aan.  Het is zo.  Hij heeft het ook niet meer geweten, en bovendien was dit voor hem niet belangrijk.  Hij deed zijn 'ding'.  Met ijver, maar ook erg bescheiden...

 

(Bij de inhuldiging van de Bevrijdingsklok in 1947 werd speciaal voor die gelegenheid het comité voor Toren en Beiaard opgericht.  Helemaal links staat Louis Van Zeir.  De vijfde van links is stadsbeiaardier Staf Nees.  Tweede van rechts is Jozef Van Balberghe...)

 

De Van Balberghes komen oorspronkelijk uit het Westvlaamse Ingelmunster, en als we naar de wortels van de stamboom op zoek zouden gaan, komen we zelfs in Peene (Frans-Vlaanderen) terecht.  In Ingelmunster hadden Franse ondernemers de vermaarde manufactuur Braquenié opgericht.  De grootvader van Jozef - Frans - was daar een gewaardeerd 'kartonschilder'.  Op een bepaald moment beslist de firma om zicht te vestigen in Mechelen.  In de Stassartstraat, waar een pand werd gekocht, begint een nieuw hoofdstuk voor het bedrijf.  Frans Van Balberghe wordt aangesteld om de Mechelse tapijtweverij te leiden.  (in deze manufactuur werkt ook een zekere Gaspard De Wit - meestergast.  Hij zou later de nu nog gekende manufactuur De Wit oprichten, die momenteel bedrijvig is in het Hof van Tongerlo in de Schoutetstraat...)

 

Frans Van Balberghe was door zijn functie een gerespecteerd Mechelaar geworden, en zijn familie werkte zich op tot de burgerij.  Frans had één zoon: Emile.  Deze trouwde een dienstmeisje, want de familie had huispersoneel, en ging werken voor rentmeester Meester Van Ingelghem.  Het echtpaar kreeg zes kinderen, waarvan Jozef de tweede jongste was.  Emile en zijn echtgenote zorgden goed voor Meester Van Ingelghem die vrijgezel was.  het was ook daarom dat deze later zijn zaak aan hem zou overdragen.  Zo werd Emile Van Balberghe pachtmeester, en geboeid door geschiedenis en door zijn vele contacten met boeren en anderen, kon hij een indrukwekkende verzameling opbouwen van relicten uit een ver en minder ver verleden.  Het gezin woonde in een groot huis aan de Wollemarkt, recht tegenover 'Het Groen Waterke'.  De vliet liep gewoon onder het huis door. Nu is het huis reeds lang verdwenen en staat er een zielloos modern schoolgebouw.  Financieel ging het de familie voor de wind.  Emile kocht veel boeken, handschriften, documenten, voorwerpen...  Het is daar dat zoon Jozef duidelijk de smaak te pakken kreeg - net zoals zijn zoon Luc op zijn beurt jaren later de zin in schrijven kreeg door wat hij ten huize voelde, zag, lees en hoorde...

 

(Het gezin van Emile Van Balberghe in 1924.  De kleine Jozef staat helemaal links)

 

Jozef liep school in het Sint-Romboutscollege.  We schrijven dan jaren dertig van vorige eeuw.  Hij zou later het diploma van landmeter behalen, en samen met zijn broer de zaak van vader voortzetten.  Toch kiest Jozef later voor de job van ambtenaar, eerst bij justitie, later bij de provinciale bouwdienst.  Broer Emile bleef wel landmeter...

Universitaire studies had Jozef dus nooit gedaan.  Hij werd lid van de Oudheidkundige Kring voor Letteren en Kunst van Mechelen in 1942, maar door het elitaire karakter dat de Kring toen had, werd hij daar nooit écht aanvaard.  De Kring was toen nog overwegend franstalig ('Cercle archéologique, littéraire et artistique de Malines').   De familie Van Balberghe behoorde wel tot de Mechelse burgerij, maar haar voertaal was toch wel Nederlands.  Jozef mocht ook niets publiceren bij deze Kring.  Hij werd niet au sérieux genomen.  Zo besloot hij lid te worden van een concurrerende Kring: de 'Mechelse kring voor oudheidkunde, geschiedenis en folklore'.  Deze was Nederlandstalig, zelfs Vlaamsgezind, en werd opgericht door Vaast Steurs en door Jef Uytterhoeven (naast Prosper De Troyer, de andere grootvader van TV-figuur Mark Uytterhoeven).  Hier mocht Jozef wél publiceren.  De Kring gaf een maandblad uit tussen 1938 en 1949: 'Mechelse Bijdragen'.

 

Jozef Van Balberhge huwde in 1939, en in 1944 had het gezin drie kinderen.  Ze woonden in de Stassartstraat.  Toen volgde een onwaarschijnlijk drama...  Door een bombardement met een V1 werd hun huis platgegooid, en hierbij vonden de vrouw van Jozef en het jongste kind de dood.  Al wat hij hiertoe verzameld en zelf bijeen geschreven had, ging reddeloos verloren.  Maar dat was natuurlijk maar een peulschil bij het onnoemelijke menselijke leed dat hem getroffen had.  Jozef was op dat moment slechts 31 jaar en weduwnaar met twee kinderen...

 

Vader heeft nooit verteld over dit drama.  Wel is hij, die voordien toch heel sociaal en spraakzaam was, veel stiller geworden.  Het voorval heeft hem evenwel niet verbitterd.  Hij vond nieuw familiegeluk in 1948 toen hij mijn moeder huwde, en met haar drie kinderen kreeg (eentje stierf wel aan wiegendood...).  Hij besefte op dat moment ook dat hij 'anders' wou leven.  Hij wou er helemaal voor zijn gezin zijn.  Hij trok zich terug uit alle verenigingen waarin hij actief was.  Van dat moment was zijn persoonlijke bib zijn voornaamste werkterrein.  Hij heeft enorm veel gelezen.  We woonden in de Bakelaarstraat en nadien in de Jan Bolstraat.  Bij ons kwamen vele kunstenaars en schrijvers over de drempel.  Vader was véél thuis, en dat was verrijkend.

 

De uitgebreide bilbiotheek van de vader van Jozef - Emile - diende in 1942 openbaar verkocht te worden door diens vrouw om de succesierechten te kunnen betalen.  Jozef heeft nog getracht om zoveel mogelijk op te kopen met de eigen spaarcenten.  Maar de omvangrijke collectie is toch erg verspreid geraakt.  Gelukkig kon hij toch nog wel wat waardevols recupereren.  In die periode schreef Jozef ook een manuscript over heiligenbeelden in Mechelen, dat bovendien rijk geïllustreerd was.  In het bombardement is het helemaal opgebrand.  Na de oorlog heeft hij het terug proberen te schrijven, en het kreeg veel lof van de toenmalige kardinaal Van Roey.  Het boek werd echter nooit uitgegeven, behalve als feuilleton in Gazet van Mechelen.  Luc heeft het handschrift in zijn bezit, maar de tijdsgeest maakt natuurlijk dat het nu moeilijk zou kunnen verkocht worden.

 

(brief van kardinaal Van Roey aan Jozef Van Balberghe...)

 

Voor Gazet van Mechelen schreef Jozef heel veel historische verhalen in afleveringen. Die knipte hij nadien allemaal uit, en bewaarde hij zorgvuldig.

 

Vader was heel actief op het vlak van geschiedenis én folklore.  Het zijn evenwel twee totaal verschillende disciplines.  Folklore komt uit het Engels, en betekent 'volks-leer'.  Niettegenstaande vader een selfmademan was, was hij toch heel onderlegd.  Zo was hij heel erg vertrouwd met het Middeleeuwse Latijn (één van de zeven Latijnvormen).  Veel mensen kennen dat niet.  Zo herinner ik me nog als de dag van gisteren dat hij samen met Jef Uytterhoeven gebogen zat over een middeleeuws document om dit te bestuderen.  Het is zelfs zo dat zélfs Leuvense professoren bij hem te rade kwamen...  Mijn vader deed veel aan zelfstudie.  Zijn grote verdienste bij geschiedschrijving was, dat hij alles verzamelde wat hij kon vinden, en dat netjes en zorgvuldig bij mekaar bracht.  Zo kreeg je overzicht.  Zo ging geschiedschrijving vroeger.  Men schreef over van elkaar.  Bij zijn werken over folklore ging hij op een totaal andere manier te werk.  Hier ging hij 'de boer op'.  Hij noteerde alles wat hij te horen kreeg: over muziek, dialecten, gebruiken, kinderliedjses, hinkelspelen, de torenbrand...  Je kan het zo gek niet bedenken.  Dat veldwerk heeft hem een schat aan informatie opgeleverd.  Op dit moment wordt hier weinig mee 'gedaan', maar het is er wel allemaal!  Drie jaar lang gaf vader een 'tijdschrift over folklore en dialect in Mechelen' uit.  Het was een maandblad.  Door de oorlogsomstandigheden stopte ook dit...

 

 

Zo is Jozef Van Balberghe zijn hele leven aan de slag geweest.  Zo leerde hij Mechelen zijn verleden en folkloren kennen...

 

Op een mooie dag was het voorbij.  "Ik heb alles gezegd", zei hij, en hoe ik ook probeerde: het was genoeg geweest voor hem.  Hij was tevreden over zijn geleverd werk.  Hij had zijn doel bereikt: het zou allemaal bewaard worden voor het nageslacht.  Hij popelde niet meer om het uit te geven.  Het was voor hem voldoende dat het gearchiveerd was.  Hij behoefde geen eer voor dit alles.  Al moet zijn ontvangst op het stadhuis met receptie naar aanleiding van zijn boek over de Torenbrand uit 1987 hem ongetwijfeld veel plezier hebben gedaan.  Vader was bescheiden.  de oorlogssituatie heeft hem getekend maar niet verbitterd gemaakt.  Zijn persoonlijk oorlogsdrama was een afgesloten hoofdstuk.  Hij ging anders leven, werd ingetogenere en bewoog zich niet meer in kringen waar het 'allemaal gebeurde'. Zijn werk is belangrijk.  Hiervan ben ik overtuigd.  Maar vader is wat in de vergeethoek geraakt - net zoals vele anderen die ook nog amper gekend zijn, maar ook grote verdiensten hadden voor deze stad: wie kent immers nog Leopold Godenne, Jef Uytterhoeven, Albert Torfs, Louis Van Zeir, om er maar enkelen te noemen...?

 

Honderd jaar geleden werd Jozef Van Balberghe geboren: een man met vele talenten, en die deze gaven vorm wist te geven.  Klinkt 'boekhouder van de Mechelse geschiedenis en folklore' wat oneerbiedig?  Het kan.  Toch is het voor mij een eretitel.  Zonder Jozef Van Balberghe was veel onherroepelijk verdwenen...

 

  (Jozef op zijn doodsprentje....)

 

Luc besluit ons gesprek nog met een goede raad - uit eigen ervaring - aan alle jonge mensen van vandaag:

 

Stel vragen zolang het kan.  Ik zeg het ook aan mijn eigen kinderen.  Later kan het immers niet meer.  Elke mens die sterft, is een bibliotheek die afbrandt.  Ik heb mijn vader nog beter leren kennen na zijn overlijden door wat ik heb teruggevonden.  Jammer genoeg kan ik niks meer vragen.  Ik wil hier niet te sentimenteel over doen.  Maar 'bewaren voor later' kan je ook familiaal vertalen...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Misschien hoog tijd om een 'verzameld werk' uit te brengen. Kwestie van de geschiedenis levend te houden én beschikbaar voor de geïnteresseerde Mechelaar. 

Blogger Gimycko maakte anderhalf jaar geleden voor Mechelen Mapt een beknopt artikeltje aan over Jozef Van Balberghe (als 'schrijver'), met daarin vooral een bibliografie.

@Hvl: mijn vader besteedde de laatste jaren van zijn leven aan het compileren e, schrijven van een 'Encyclopedie van de Mechelse Folklore'. Dit unieke werk is helemaal uitgetypt op honderden (!) pagina's en zelfs voorzien van foto's.

De tekst moet echter volledig herschreven worden om in deze tijd nog iemand aan te spreken, zelfs om nog leesbaar en begrijpelijk te zijn. De eindredactie is echter een ongelooflijk zwaar en langdurig werk.

Bovendien ben ik ervan overtuigd, dat er onvoldoende 'markt' is om een uitgever hiervoor warm te maken. Zelfs louter kostendekkend, is een zo omvangrijk boekwerk niet uit te geven aan een prijs die geïnteresseerden ervoor willen betalen.

Ik heb wel maatregelen getroffen dat zijn overgebleven manuscripten en andere memorabilia, ook later zullen bewaard worden.