(foto's: Jan Smets)
Na de ellendige natte herfstperiode kregen we vandaag met Sinte-Mette een zalig najaarsweertje cadeau! Was het daarom dat we opvallend veel meer zangertjes konden spotten in de straten? Of is er écht méér aan de hand? Het lijkt wel dat Sinte-Mette aan een opwaartse tred is begonnen. Het authentieke van dit complexloze kinderfeest lijkt terug meer tot de verbeelding te spreken. Nostalgie? Besef dat we dit immaterieële Mechelse erfgoed moeten koesteren? Sympathie voor dit niet-commerciële ongedwongen gebeuren? Of is het een optelsom van al deze factoren? Nu kan je natuurlijk ook zeggen dat je in jouw straat amper een zangertje zag passeren. Het kan. Maar dit was zeker niet het beeld dat ik had. Kriskras heb ik deze morgen samen met Stef Van Malderen Mechelen doorkruist. Waar we sommige jaren lang moesten zoeken om Sinte-Mettekes te ontdekken, zagen we ze nu overal opduiken. Willekeurig volgden we een route door Mechelen en zijn dorpen om zangertjes te 'vangen' voor de micro van Radio Reflex. Zo bezochten we vandaag wijk Galgenberg, Kauwendaal, Walem... We maakten een zijsprongetje langs de naburige Elzenstraat, buurt Papenhofke, Begijnhof, en eindigden in de wijk Coloma... Het was hartverwarmend en deugddoend om te zien dat alle inspanningen die men doet om deze traditie te bewaren, niet voor niets zijn geweest. Sinte-Mette is springlevend!
Ook het aloude Sinte-Mette 'van de ruggenuchte'-lied (of in Walem '...van de negen huste') is volop in opmars. Lang diende het op te boksen tegen het korte, geïmporteerde 'De koeien hebben staarten'. Maar we merken een kentering. In scholen, wijkhuizen en jeugdbewegingen leert men het liedje in Mechels dialect aan. En dat is mooi te noemen. Stad en Erfgoedcel doen ook hun duit in het zakje, met extra promotie en educatieve paketten Dit jaar konden de liedjes zelfs aangeleerd worden met Tom Kestens!
Gisteren zette Hombeek zijn patroonheilige al in de schijnwerpers. En met recht en rede mag de Martinusgemeente het een geslaagde dag noemen. Battel en de Heihoek volgden het goede voorbeeld en met een lichtstoet vierden zij Sinte-Mette op de vooravond van zijn échte feestdag. Zaterdagavond trok de 'Groete Sinte-Mette' van het Sinte-Mettegenootschap langs de café's in het centrum om al zingend speculazen aan de man of de vrouw te brengen (en dit om het grote kinderfeest van vandaag mee te helpen bekostigen)...
Veel volk kwam in de namiddag afgezakt naar het Cultuurcentrum voor het grote gratis kinderfeest. Méér dan zeventig groepjes zongen, begeleid door de muziekgroep Schuppezot, op het podium voor een jury, die was samengesteld uit kinderburgemeester Salma Abraray, Tom Kestens en mezelf...
Iedereen gaf het beste van zichzelf. Daarom was er voor elk deelnemend kind ook een prijs. Maar toch mogen de 'Keldermanskes' een extra pluim op hun hoed of mijter steken. Hun zangtalent en de wijze waarop ze als groep verkleed waren (met alle tradionele attributen tot pllepel en 'kruk' toe) werd sterk gewaardeerd. Ze mochten dan ook uit de handen van schepen Koen Anciaux de eerste prijs ontvangen!
Veel persbelangstelling was er ook. En dat is een teken aan de wand dat er niet langer meer naast het fenomeen 'Sinte-Mette in Mechelen' kan gekeken worden. De trotse genootschap-voorzitter Rudi De Mets mocht zelfs tot op Radio 2 de traditie van onze Maneblussersstad uit de doeken doen!
De aanwezigen waren enthousiast. Ook mogen we een dankwoordje uitspreken voor de Mechelse Jeugddienst die de handen uit de mouwen heeft gestoken om het Sinte-Mettegenootschap te helpen bij deze organisatie.
Sinte-Mette 2013 is voorbij. Maar het was mooi... Héél mooi.
Het aantal zangers bij ons was even hoog als de andere jaren
0
Hangt duidelijk van wijk tot wijk af.
Dit artikel is heel slecht geschreven. Doe er iets aan!
Jan,
Ik ben een uitgeweken Muizenaar die nu in Rijmenam woont. Vroeger als kind heb ik ook altijd Sinte Mette gaan zingen. Wat me nu zo vreemd lijkt dat is dat hier in Rijmenam ook een Sint Martinusparochie is, en hier wordt absoluut geen Sint Mette gezongen. Welk elk jaar een lichtjestocht met uitgeholde bieten en een kaarsje 's avonds, maar geen liedjes. Dat gebeurt op 31 december (oudjaarzingen). Toch vreemd dat op zo'n korte afstand, en met die patroonheilige in de parochie, deze traditie hier helemaal niet bestaat.
Ja, het blijft toch een (redelijk) uniek gebeuren voor Mechelen. Alhoewel hier ook in een paar Mechelse dorpen niet wordt gezongen. In Leest en Heffen gaan de kinderen niet zingen aan de deuren. Maar in de wijk Elzestraat (Sint-Katelijne-Waver) dan weer wel... Sint-Maarten wordt op veel plaatsen gevierd. Maar zeker niet overal zoals hier in onze Maneblussersstrad. Lichtstoeten zie je wel op verschillende plaatsen (ook in Nederland...); Sint-Maartensvuren ook. En in Oost-Vlaanderen onderandere is Sint-Maarten een 'geef-heilige' (equivalent van Sinkterklaas). Het vrij unieke karakter met het eeuwenoude Sintemette-lied maakt dat we dit erfgoed moeten koesteren en trachten te bewaren.
In Muizen was het héél druk, zeker in het dorp. Zelf met mijn twee zoontjes gaan zingen in het dorp en zoals elk jaar was dat weer héél leuk.
Wat ik minder leuk vond zijn de lege snoepverpakkingen die in het dorp rondvlogen.
En toen ik thuis kwam vertelde mijn vrouw me dat terwijl ze mijn dochter aan het verschonen was er aangebeld werd. Mijn dochtertje huilde, en dat kan je tot aan de voordeur horen. Mijn vrouw had geen handen vrij dus opende de deur niet. Waarop er opnieuw aangebeld werd, en opnieuw en opnieuw. Uiteindelijk na al dat aanbellen werd er dan maar een paar keer op onze voordeur gestampt... Moest ik thuis geweest zijn, het was niet waar geweest, kinderen of niet, lopen zouden ze gedaan hebben... En bleiten...
Waarschijnlijk zijn deze twee minder aangename feiten te danken aan een bende jeugdige vlaams belangers, die zien we als maar meer met Sint Maarten in Muizen. :-)
Sinte Mètte, het feest van de nestbevuilers, dat hadden we nog niet. Geeuw.
@ yve
Waar ergens kunnen we van jouw literair hoogstaande schrijfels genieten?
Misschien interessant voor de "die-hard" Sinte-Mette-fanaten: ook in Portugal is Sint-Maarten (São Martinho of ook wel "Magusto") een populair volksfeest. Er worden vuurtjes aangestoken om kastanjes klaar te maken, en de wijn vloeit rijkelijk. Dit jaar zat er in het stadje Marvão, niet ver van de Spaanse grens, een recordpoging aan vast, ze willen het Guinness Book of Records halen met het grooste "Magusto"-feest ooit. Er werden o.a. 6 ton kastanjes en 3000 liter wijn besteld...
Een sfeerbeeld van "Magusto" in Portugal: http://www.youtube.com/watch?v=QcUxYM_yWJ4
Ik dacht dat in Rijmenam rond Sint Maarten een soort markt wordt gehouden, ik kan nu toch nioet dadelijk op de juiste naam komen. Een soortement veemarkt?
Ach ja en aan de sympathieke mens die vindt dat het artikel niet goed geschreven is: wanneer hebben we van u al eens iets gelezen op de blog?
Ik lees Jan graag en ben telkens benieuwd met wat hij nu weer uit de hoek gaat komen.
Tenslotte is Jan geen beroepsjournalist of romanschrijver, tenzij hij naast fotograferen ook nog een verborgen talent moest bezitten. ;-)
Ik vernam dat men op een bepaalde plaats in Nederland ook zingt (verwijzend naar de grote hoeveelheid opgehaald snoepgoed):
"En 12 november is een dag,
waarop de tandarts boren mag..."
Wel leuk gevonden.
http://www.youtube.com/watch?list=UUt8sORzqiTdkXbWax6PRyjQ&feature=playerdetailpage&v=oieTILfJVSs
Dit is de reportage die Bert Vannoten van TV-Mechelen maakte in Hombeek. Hij stuurde ze me net door met de vraag om ze hier te plaatsen.
Mooie reportage over het origineel. Ook maandag was in heel ons dorp het een drukte van jewelste. Zingende kinderen allom. Mijn dorpsgenoot Ward moet me wel eens uitleggen waar die eeuwenoude traditie van Sinte Mète kermis naartoe was. Hebben ze die naar de Griekse kalender verbannen ?
@Tommy G. Ge bedoelde waarschijnlijk een groepje blonde Zwitsers met een Marokkaans horloge:-)
Dat ik de Sinte Mettetraditie in Mechelen en elders een warm hart toedraag staat buiten kijf (hoop ik). Toch wil ik enkele kanttekeningen plaatsen. Dat het uitdrukkelijk een kinderfeest is, is vermoedelijk relatief recent. Het bedelen naar aanleiding van een (al dan niet religieuze) lokale feestdag was een wijd verspreid fenomeen, het was voor vele sukkelaars een manier om de winter te overleven in tijden zonder sociale zekerheid of ocmw. Denk maar aan het Driekoningenzingen in "Waar de Ster bleef Stille Staan".
Het verhaal van de Romeinse legionair, afkomstig uit Hongarije, die bisschop van Tours werd (vaststaand historisch feit) en de geschiedenis met de mantel die werd doorgesneden (niet onmogelijk, maar ook niet bewezen) vormen de "bovenlaag" van de traditie, maar er zitten allicht oudere elementen onder. De Roomse kerk was er, vooral het eerste millenium van haar bestaan, heel sterk in om haar verhaal zo te brengen dat reeds bestaande, veel oudere tradities, konden overgenomen worden. Dat gebeurde zowel globaal als lokaal. De lampionstoeten die her en der aan Sint Maarten gekoppeld worden, gaan, net als het oorspronkelijke Halloween (niet de pompoencommerce) terug op heidense rites om in de late herfst en de winter de oogst te beschermen, en boze geesten, die hem zouden laten rotten, te verjagen. Lichtjes en/of afschrikwekkende maskers of kostumeringen speelden daarbij een rol. Overblijfsels daarvan vind je ook in heel Europa, en waarschijnlijk is hier ook één van de bronnen (niet de enige) waaruit later zwarte piet zou ontstaan, maar dat is dan weer een ander verhaal.
Het erkennen van die gemeenschappelijke, heidense oorsprong, doet niets af van de waarde van de hedendaagse verscheidenheid van het erfgoed, integendeel.
@Eddy Luyten : ook ja, maar ook een heleboel "finnen" :-)
tevergeefs gewacht, dit jaar ook weer geen enkele Sinte Mette zangertje aan de deur gehad... (Mechelen zuid, maar die wijk is wel groot natuurlijk ..)
ik herinner me dat ik zelf 2 keer ben gaan sint maarten zingen, toen we nog in Alkmaar woonden. Daar was het - 30 jaar geleden - nog héél levend, en volgens mij doen ze dat daar nog altijd.
Eens van de basisschool af was het gedaan met het zingen, maar dan was het om ter eerst naar de voordeur om open te doen als er gezongen werd ;-)
Slopt ma oep oale twie oere, de kermis is gariveerd en de euro's van Sinte Mètte kunne rolle.Tommy G, als ge met uw kinderen moest komen, de papiertjes in de vuilbak hé.
En kent iemand de oudste versie van het Sinte-Mettelied? In de Mechelse Kerjeuze las ik onlangs een versie, maar die scheelde nogal van die welke ik had geleerd, inzake "want a-j-ust, a-j-eid een valling; geft 'm e pastilleke en 't zal ouver gaan" stond niet zo afgedrukt. Spijtig genoeg voel ik me nu heel erg sinte-mettenachtig, 'k em 't goo zitte. :-((
Zouden vooral de "[J]uffra, wil de ons kabaske is vulle; en, leut ons, ni lank ni mi staan" gevolgd door voormelde zin, duidelijk een tamelijk moderne inlas in het grotendeels klassieke lied, verscheidene versies kennen naargelang bepaalde wijken? De tekst die ik ken, staat op Mechelen Mapt (in een wat eigenzinnige schrijfwijze van het Mechels, zie de link erbij). Wie het artikel aandachtig leest, zal merken dat wat Sinte-Mette betreft, elf november van voor de Wapenstilstand in 1918 dateert. Maar sinds wanneer wordt het te Mechelen gevierd en op welke dag was dit eventueel vóór de Franse tijd?
Sint Martinus heeft zijn naamdag al eeuwen op 11 november. Dat dat een wettelijke feestdag is (Wapenstilstand) is maar relevant sinds de invoering van de schoolplicht. In de (al bij al niet zo lange) periode tussen de invoering van de leerplicht en de erkenning van Wapenstilstand als wettelijke feestdag werd vermoedelijk 's avonds gezongen, na de school - of gebrost?
Beste SomeHuman. Zoals op een andere post beschreven is het boekje van Perckmans een zeer interessante bron van informatie. In die uitgave van 1925-1930 kan je lezen dat toen al zelfs het AN lied "Sint maarten reed door weer en wind" gekend was( blz 30) en een versie (blz 31) die anders is dan onze huidige ruggenuchte versie:
Sinte Mette van de ruggenuchte, Ha me zane grijzen baard
Juffrake wilde me kabaske is vulle en leut ons ni lang ni mi staan
En ha lust en ha lust is vuule, houwe tot de vrouwe tot te neuste jaar
He -j-ei zenne mantel doorgesneeje oem an den erreme te geeve
dat ieder oat zi'n oege zag wat dat hem aan den erreme gaf ( bis)
Op blz 35 verschijnt dan plots:
Juffrake wilde me kabaske is vulle en leut ons ni lang ni mi staan
en ha hust, ha hust, ha hei 'n valling, geeft hem e pastilleke ' t zal wel over gaan.
Op blz 37 :
had ik een appel ik gaf u een stuk
had ik een peir ik gaf u een smeir
Sinte Mette den babbeleir ( dit wordt op blz 38 wel den beideleir!!!!)
Op blz 53 verschijnt er een oudere versie van het door ons Genootschap vemalledijde koeien/staarten liedje !!!!!!!!
Meest opvallend is een versie die in het Begijnhof wordt gezongen. Ik krijg nu al zin om dat daar de kinderen dat extra aan te laten leren. Op het eerste gezicht kan dat gezongen worden op de wijs van "Sinte Mette den ouve" dat in Hombeek populair is Hou je vast.
De kindere van 't Begijnhof, oh burgers van de stad
die koeme oem Sinte Mette, ast Sinte Mette was.
Hout, hout, burgers, hout
men voetjes zen zoe koud
'k zou zoe geire vuureke stooke, ma'k en zie gien hout
Gien gelang, gien gelang oat de gouwe leire mand, oat de gouwe leire kist
da'k wist, da'k wist dat het Sinte Mette is
Tenslotte het bij vele gekende maar ( nogal logisch) niet te veel gezongen
Sinte Mette kan nie kakke, want ze gat is toegebakke
Trekt er ma aan, trekt er ma aan , 't zal wel open gaan :-)
Conclusie. De liedjes van vandaag zijn gebaseerd op veel en veel oudere versies en die zijn door de loop der tijden hier en daar aangepast, veranderd, verbasterd, zoals dat gaat met een mondelinge traditie. Wat de link met wapenstilstand betreft : je zegt hezelf op Wikipedia. Al lang voor WOI vierde men Sinte Mette. Het is wel een gelukkig toeval dat dit nog steeds een vrije dag is, wat wel heeft meegeholpen deze traditie te bewaren.
En wat de datum betreft, Some Human, de 11ste november is traditioneel al eeuwenlang de feestdag van Sint Maarten. Lichtstoeten ( vroeger ook in Mechelen, maar wegens brandgevaar altijd met een scheef oog bekeken) waren dan op 11 november ofwel de zondag er voor (nu Hombeek) ofwel de avond van 10/11 of 11/11
In weer een ander boekje schrijft de al vaak vernoemde Perckmans weer een aantal andere versies neer:
"Martinus had goei vrinde, oem dat hem beirmeitig was; Ha beloofde an z'n vrou, dat hem koekebakke zou, In 't feu, in 't feu... enz."
En verder:
"We laten onzen iever blake as oep Sinte Mettedag; 't Is na da waa onze ronde make, dat oek iens oep 't jaar geschiede mag. Da waa ba onze hieren gaan; We mutte veur de deur ni staan; want waa, die weüre ingelate, Ze hoere ons zoe geire prate; Ze nemen da veu gien affront, dat men oem Sinte Mette komt. Kreupt al gaa, al in de schaa, Leût wat d'appele, peire vliege, Ga zult d'ons ni bedriege." (... en zo gaat dat nog enkele coupletten verder...)
Blijkbaar werd er vanalles gezongen:
"Oat, oat Borgerhaat, man voetjes zen zoe kaat; 'k Zou geire vurke stoke, mar ik hem gien haat; gien gelang, gien gelang, oat de gâve leire mand, oat de gâve leire kist; Da 'k wist, da'k wist, dat het Sinte Mette is; da 'k wist, da'k wist dat het Sinte Mette is..."
"We kome van straat tot straat, en w'hemme nog niks ghad; en we kome oem Sinte Mette wâ; want ha was nokt en blôet, en z'hemme nog gin kompasse, mè zane grôeten hoed. En wild'ons wâ koekskes geve, en ne grôeten ponnekoek bâ. We kome oem Sinte Mette, wez steûn oep ien râ, oep ien râ..."
Dit zijn maar enkele uittreksels uit al wat Perckmans bijeen sprokkelde. Of dit alles frequent werd gezongen of eerder gelegenheidsliedjes waren kan ik niet opmaken uit zijn schrijfsels. Wel een leuk iets is het volgende dat hij neerpent:
"Het grappigste van deze Sint-Martinusronde, is het verloten van de kruk. Ieder heeft er het zijne toe bijgebracht, dus wordt de draagstoel verloot. Hij die het hoogste nummer trekt, komt in het bezit van den stoel, die hij zorgvuldig tot het volgende jaar bewaart en waarop hij dans als 'Sinte Mette' zal mogen plaatsnemen"
@Wieland Volkaert & Rudi: Dat samenvallen met de heiligendag, is me al lang duidelijk; wat ik echter niet naging was, of de heiligendag eventueel ooit verschoven werd, zoals enkele van Sint Maartens posthume lotgenoten wel overkwam. Lichtstoeten op Sint-Maarten is voor mij nieuw, interessant.
@ Rudi: Ik schreef niets over Sint-Maarten op Wikipedia (en op de Nederlandstalige nauwelijks meer voor andere artikels) maar wel op Mechelen Mapt. Mijn visie is: ofwel op zeer gerichte lokale schaal, ofwel op zo breed en groot mogelijke en dat is tegenwoordig in het Engels. De gratis open source software voor die wiki's is wel dezelfde (op de versie na), MediaWiki, zodat er ogenschijnlijk nogal wat overeenkomsten zijn, maar de inhoud staat los van mekaar; ik meen dat de servers waarop Mechelen Mapt draait, ook dit Mechelen Blogt draaien.
Het oudere AN lied (of ABN toen), is slechts geschikt voor Mechelen Mapt indien zou blijken dat dit een typisch (geografisch) Mechels lied is en aldaar geregeld gezongen werd.
De zin "da-d-eedɘr oat z'n oegɘ zag wat dat ɘm a[a]n dɘn εrmɘ gaf" is me zeker niet onbekend; met wel een verschil in uitspraak van de 'arme': meer als εrmɘ in de voormelde zin doch duidelijk εrrɘmɘ in de zin uit het lied op Mechelen Mapt, vermoedelijk omwille van het ritme. Ik denk dat die extra zin meteen volgde en herhaald werd, maar gezien de cadans hoorde tot de strofe van de koeke[ ]bakke. Als iemand me dit zou kunnen bevestigen, zou ik die aldus op Mechelen Mapt wel willen inlassen. Het is trouwens een wiki, ook jullie kunnen er aan werken.
Mijn Mechels is steeds het 'Burgermechels' geweest (een soort van ABM maar even authentiek als het Mechels dat nog lang overleefde binnen de sociaal laagst ingeschatte klassen); de toevoeging "Sinte Mette kan nie kakke" enz, kan uitsluitend in Platmechels ontstaan zijn en omwille van het contrast ook door andere sprekers die het opvingen, doorgegeven maar niet zo gemakkelijk publiekelijk gezongen. Zo ken ik ook nog wel een paar uitdrukkingen die ik zelden zal herhalen.
Sech hiere, et is bekanst Sint Niklaas en goale zei nog bezig over Sinte mètte. e Zondag is't kermis in Hoembeik, kom ma af mé eulese poen hé . Ik ben kerieus wie den ieste ronde ga geve.
Tsjei', Œmbεk Kermis, zou da na bɘkanst zu intressant zaon as van zɘ leivɘ nɘ Vlomsɘ in 't Kollεεzjɘ? Me Possɘ Liest kan 't tɘnminstɘ al is goo wεεr zaon. Da tεεge koum ɘk oat simpatee wel af as Paasɘ ni tɘ vreug valt.
Seg Gεε-j-εl, wistɘ ga-j-al da 'k ik van 't Stad zen?
Awel Some, in 't stad da zitte goa goe paosek. Ma assek ie lees da ge af en toe al es na oave vrind Roger trekt dan rikt da toch oek 'n bitje na stadsvlucht. Seg zoa z'r in Bootmeerbèk oek zoene lap oep geve veu eulesse vôlleghèd ? Amaai Bart, wa gadde tege de mense noa wé vertelle? Da ze hèt mé ne korrel zout mutte neme zekers. 54 euro ? Zen ze zot ?
Somehuman, ik vrees dat je je bezondigt aan wat veel dialectaanhangers doen. Wie heeft er nu gelijk? Wat is de juiste uitspraak? Je zit hier grotendeels met een mondelinge overlevering en die wijzigt dus permanent. De meningen over hoe "den arme" uit te spreken is dus irrelevant. Verder is het moeilijk om dat Mechels exact te schrijven. En over bijvoorbeeld onderstaand zinnetje heb ik ook zo mijn mening:
En ha lust en ha lust is vuule, houwe tot de vrouwe tot te neuste jaar. Ik heb andere versies gehoord die daar bij aanleunen maar verstaanbaarder zijn dat wat hierboven staat.
Dit alles laat me relatief koud. Ik wil gewoon dat het traditionele liedje blijft bestaan. Liefst in het dialect, maar het dialect van vandaag is al lang niet meer hertzelfde van dat in de tijd van Perckmans. Dus mag dat ook in het AN. Als die traditie maar bewaard blijft. Tom Kestens, die een heel plezante nieuwe versie heeft ingezongen- in alles behalve perfect Mechels voor de diehards ( hij heeft nochtans zijn best gedaan) - vind ik een teken dat ook jongere mensen nog met die traditie begaan zijn en dat kan alleen maar toegejuicht worden en niet afgekraakt door pakweg een vitter als Opsinjoorke in de Streekkrant.
I rest my case
@Rudi:
Herlees eens. Er is een verschil in uitspraak tussen twee vermoedelijk krak op mekaar volgende zinnen binnen eenzelfde versie van het lied, door eenzelfde zanger gezongen. De reden daartoe zocht ik in de noodzaak tot passen in de bij elke strofe horende cadans.
Ik begrijp zeker niet waarom je je tot mij richt aangaande "En ha lust en ha lust is vuule...". Ik was het niet die naar die versie verwees en had er ook geen commentaar op. Nu je het te berde brengt, hoe vreemd die versie me ook lijkt, het onverstaanbaar zijn is geen reden om een gebrek aan authenticiteit te vermoeden - eerder het tegendeel.
Je wil gewoon dat het traditionele liedje blijft bestaan. Liefst in het dialect, maar [...] dat mag ook in het AN. Hier gaan we het krijgen: Jij gaat ons daartoe eindelijk de ware betekenis van de rüggɘnüchtɘ verduidelijken, want zonder dat woord is het zeker niet "het traditionele liedje" en de groene woordenlijst kent geen rüggɘnüchtɘ, hoe je het ook zou spellen. Tot zover 'verstaanbaarheid' en 'traditie'.
De moeilijkheid om het Mechels 'exact' te schrijven, kan door fonetische tekens overkomen worden; jammer dan dat zeer weinig mensen die juist kunnen lezen. Er is dus een spelling ontworpen voor de Brabantse dialecten, waartoe het Mechels in linguistische zin zeker behoort. Daarbij ziet men een aantal accenten die ook een behoorlijke en gespecialiseerde scholing vergen en me zelfs dan telkens opnieuw om de haverklap doen stokken bij het lezen, omdat ik bijvoorbeeld "háát" tegen beter weten in telkens in gedachten hoor als een heel scherpe 'aa' die men wel hoort in enkele andere dialecten in het woord voor AN 'hout'; ik kan er maar niet toe komen dat vlot te lezen als de typisch Mechelse klinker die gelijkt op die in het Engelse 'raw' en het Franse 'rend'. Dus heb ik zelf een spelling voor het Mechels ontworpen, die vooral wil duidelijk maken hoe iets uitgesproken wordt - zulks is trouwens vrijwel onmisbaar voor een linguistische studie naar de etymologie toe. Ik heb de indruk dat ondanks elk gebrek aan voorafgaande scholing, vrijwel iedereen die ooit wat Mechels hoorde, het met de nagenoeg juiste uitspraak kan lezen en dat Mechelaars het vrijwel zonder haperen want vlot begrijpend lezen, met quasi evenveel gemak als men AN leest - zeker in een wat langere tekst na enige gewenning, maar ook in een simpele geciteerde zin valt het mee. Het is wel minder makkelijk te leren juist schrijven en men heeft daartoe enkele speciale karakters nodig, maar normaal wordt een tekst door meer mensen gelezen dan geschreven, m.i. is het dan aan de schrijvers om de extra moeite te doen. Onder meer ɘt Leed van Sintɘ Mεttɘ en een beperkte Woordenlijst Algemeen Nederlands A-Z - Mechels dialect op Mechelen Mapt, en hierboven mijn goedmenende schimp naar G.L. van 02:44 zijn zo gespeld.
SomeHuman, had ik niet geschreven I rest my case? Dus voor mij is dit geleuter over wel of niet en hoe uit te spreken meer dan voldoende. Wie heeft het er het recht te stellen dat zijn mening de enige juiste is wat dialect betreft. Niemand, er zijn geen vaste regels. Dat geldt wel voor een algemene omgangstaal, niet voor dialect. En dat is één van de redenen dat ik dialect ( welk het ook is) slechts met reserves in mijn hart draag. Maar troost je, je hebt deels gelijk en ik deels ook en God en klein Pierreke deels ook. :-)
@Rudi: Je verwart een algemene omgangstaal met een standaardtaal. Het Nederlands en het Frans zijn zeker het tweede en ook wel het eerste; het Engels is zeker het eerste en ook wel het tweede. Ondanks een minder rigide norm voor het Engels, met bijvoorbeeld gezaghebbende woordenboeken die mekaar durven tegenspreken, is het heden wel de taal waar men het verst mee komt. Mede dankzij de minder rigide norm, wordt ze ook relatief makkelijk geadopteerd.
Er zijn geen regels opgelegd voor de spelling van het Mechels, en er worden er ook door mij geen gesuggereerd; ik bied slechts 1 methode als alternatief voor enkele eerder bestaande die verre van in staat bleken iedereen voor zich te winnen.
Er zijn wel regels voor elk dialect als spreektaal, sommige dingen zijn ronduit fout. Men kan bijvoorbeeld wel "tussentaal" spreken, maar dan niet stellen dat men het dialect spreekt, evenmin als stellen dat men dan AN spreekt.
"I rest my case" is niet bepaald een frase die op evenwaardige geachte meningen wijst, veeleer een van het genre die elke andere 'geleuter' noemt.
Ik bewonder je hardnekkigheid om persé gelijk te willen hebben Somehuman. Echt ... Ik wens je een rustige avond en een goede nacht en ik stop nu met hierover te communiceren, dit is te gel voor woorden.
Correctie: te gek voor woorden.
Seg hiere, persies kloan manne die ie bezig zèn. Geef het toe, ge zeit alle twie maniakken. De joenge mensen lache mé oalle. Gelak ze mé zoeveul andere lache.
@G.L.: waaroem komde goa a dan in "kindereuze" weeral moeie????
@G.L.: Niks van aantrekkɘ, mεnnɘ. Gao waard ee-j-al dɘn ielɘn taod bao. Ma dien œp zɘn... a kon 't wεε ni laatɘ van mεε tɘ koumɘ spεεlɘ, zεεkɘrs!
En nee, hier staat geen dt-fout. Het hoort er te staan zoals men het hoort.
Beste SomeHuman,
kijk eens op www.veldeke.net/Sinte_maert_zien_veugelke.htm
Veel info over Sint Maarten en ook duidelijk dat het al sinds zeker de 15de eeuw op 11 november werd gevierd
E wel, dat zinneke "Dat ieder uit zijn ogen zag, wat dat 'm aan den arme gaf, dat zongen ze bij ons thuis ook, net voor "Hij beloofde aan zijn vrouw". - Ik spreek nu van 50 - 55 jaar geleden.
@Wieland Volkaert: Dus had ik die zin in de tekst op Mechelen Mapt wel degelijk vergeten, ik laste die er zopas in precies waar ik het had gedacht bij het lezen ervan hierboven, namelijk waar ook jij het je herinnert. 't Is ook bij mij al zowat een halve eeuw geleden dat ik het zelf zong en wie jaren later aanbelde liet ik niet eens zo ver komen. ;-)
@Rudi: Héél interessante link. Overigens 11 november al sinds de 13e i.p.v. de 15e eeuw, voordien vanaf de 5e eeuw zou Sint-Maarten een halve week later in november gevierd geweest zijn, veertig dagen voor Kerstmis, indien die toen al op 25 december zou gevallen zijn; vóór de 16e-eeuwse gregoriaanse kalender scheelden de dagen evenwel een dikke week, denk ik, en november had maar 29 dagen. Welke kalenderdag dan jaar na jaar Sint-Maarten was, wil ik niet becijferen.
Je liet een ferme kans liggen om op mijn uitdaging in te gaan tot omzetting naar AN: De aanzet van carnaval met avondlijke vreugdevuren, fakkeltochten doorheen de velden, avondlijk verorberen van het gekregen goed... dan houdt Sintɘ-Mεttɘ van dɘ rüggɘnüchtɘ wellicht geen vergezocht verband met vroegochtendlijke kinderbedelaartjes maar met het volksfeest 'Sint-Maarten van de ruige nacht[en]': nüchtɘ [of nücht] als νύχτα ('nichta'), night, nacht [overigens zijn ook 'ochtend' en 'nuchter' etymologisch gelinkt aan 'nocturnus', nacht] en ruig heette in het Middelnederlands ruuch, rughe.
Het koekenbakken of koeken bakken blijkt ook in Nederland gebruikelijk. Het zaadje dat de bisschop in zijn getijdenboek had gevonden en tot een plant uitgroeide, kan dit gebruik gemakkelijk verklaren: zoals heden nog de bekende galettes bretonnes ofte crêpes au sarrasin bakte men ook hier boekweit[panne]koeken. Dan is "dat ɘm kœkɘ bakkɘ zou" er niet met de haren bij gesleurd (en in bisschop Maartens tijd was er nog lang geen celibaat, maar ik weet niet wat hij zijn vrouw zoal beloofd had toen ze hem op zijn knieën het zaadje in de grond zag stoppen).
Dan vraag ik me nog af waar "Ie vou!" of "Ievou!" op slaat. In het Mechels wordt geen 'h' uitgesproken aan het begin van een woord; dit deeltje kan dus ook "Hie" (een uitroep als Ju! of hede?) zijn. "Vout" is wel Mechels voor 'voort' (vgl. Vort!) maar normaal wordt dan een 't' gehoord.
Hou er mee op. Den diene van Oembeik es al lang weg en teneuste jaar komt h'm trug. Den echte bedoel ik. En noa het schoentje zette en dan de kesboem. Wa es da toch allemaa goe geregeld oep den boate zonder veul tralala.-)
G.L. print dit uit, ik ga dit nóóit meer zeggen waarschijnlijk: je hebt groot gelijk! ;-)
Bedankt Kathinka. Ik ga het inkaderen en ne mooie strik er rond ;-) De kleur veraad ik niet ;-)))