NEO-RTT

met categorie:  

Als er, buiten alle geschiedkundige gebouwen in de stad Mechelen, één is dat op mij een stevige indruk heeft nagelaten dan is dat het prachtige modernistische naoorlogse gebouw van de RTT, gelegen in het deel van de Stationstraat, tussen de Albertplaats en het kanaal.

 

  

(foto's: Jan Smets)

Na de bombardementen van april en mei 1944 was de schade in de Stationstraat eufemistisch uitgedrukt, tamelijk zwaar te noemen.

De zeven drankgelegenheden en de vroegere gebouwen van de RTT aan die straat gelegen, hadden rijkelijk hun deel van het bommenpakket meegepikt. De cafés werden zo vlug als de wederopbouwfondsen het toelieten terug hersteld en het werd business as usual voor de kroegbazen en hun families. Bij de RTT ging het oprichten van een nieuw gebouw met wat méér voorbereidingen van start in het jaar 1948 of '49 naar ik me meen te herinneren. Zelf was ik amper 9 jaar jong. Ik heb dat gebouw helemaal van uit het niets weten opbouwen in die naoorlogse periode uit mijn leven en misschien komt het daardoor dat het zulk een diepe indruk op mij maakte. Het werd één van de grootste projecten op bouwkundig gebied in onze toenmalige stad!

De eerste graafwerken gaven ons, stationswijkkinderen, alle mogelijkheden tot allerlei leuke spelletjes in de ontstane zandhopen en andere bouwmaterialen. De Galibiers en Tourmalets en de Aspins die we 's avonds, als de werklui de werf hadden verlaten, ijverig opbouwden om er tot zonsondergang bergpaden in aan te leggen waarover we dan onze knikkers lieten naar beneden rollen, waren in die zomerdagen ontelbaar. Die knikkers droegen de namen van de toenmalige renners in de Ronde van Frankrijk. De Coppi's en de Magni's, ockers, Impanis en de Robic’s en de Gino Bartali’s rolden door het aangedamde en van boordsteen voorziene parcours van op de top van zo'n zandhoop tot op de begane grond. We hadden alle soorten bouwmateriaal op die werf ter beschikking om onze kinderfantasie in uit te leven. De rennersprentjes uit de Pachareeks, die men kon verdienen bij een overwinning, werden driftig uitgewisseld en op het einde van onze straatspeeldag opgeteld om de winnaar van die avond te bepalen.

En het gele RTT-gebouw groeide gestadig.

 

Op een mooie zomerdag werd er voor de twee, boven de inkomdeuren uitstekende arduinblokken, een stelling met een overkappinkje opgetrokken. Die stellingen moesten dienen om beeldhouwer Verhasselt toe te laten de twee monumentale bas-reliëfs ter plekke uit het zware gesteente te kappen zonder door de regen gestoord te worden. Uren heb ik tijdens de vakantiedagen naar zijn ijverig kloppen met hamer en beitel zitten kijken. Zeker toen hij de twee dames hun blote borsten begon vorm te geven was ik al eens meer dan anders zijn supporter.

Want ook in mijn kinderlijf groeiden de hormonen gestaag.

 

De beide kunstwerken werden duidelijker met elke kapdag, want de man wist van geen ophouden. Hoe lang ie over die twee werken heeft gedaan kan ik me niet meer herinneren.

 

Na het beëindigen van de ruwbouw van het imposante gebouw en de heraanleg van de wegbedekking van de stationsbuurt, was het de beurt aan de voegers om de laatste hand te leggen aan de façade. Een vader en zoon bevestigden een hangstelling langs de façade en begonnen aan het voegen van het complex. Voor die twee werkkrachten toch een serieuze klus! Enkele dagen na de aanvang van hun werk zijn ze vanop de hoogste etage naar beneden gestort, toen hun stelling losschoot en ze beiden terechtkwamen in de bouwafval die tegen de gevel lag opgetast. Ze waren op slag dood! Zelf zat ik die namiddag op school en heb ik enkel nog hun bloed op de cementafval kunnen waarnemen. Dat is nu ongeveer zestig jaar geleden en telkens ik aan het gebouw voorbij kom denk ik nog steeds aan die onfortuinlijke mensen.

 

Dan kwam de tijd voor de binneninrichting van de zalen, waar al de technische telefooninstallaties en al de relais die men daarvoor nodig had, hun plek kregen. Die zalen moesten allemaal betegeld worden. Zowel de vloeren als de muren tot aan het plafond. Kwestie van die apparatuur zo stofvrij mogelijk te kunnen laten werken. Daarvoor waren in eerste instantie een vader en zoon tegelzetters uit De Haan/aan/Zee aangetrokken. Later kwam ook nog de jongere broer meewerken in die familiezaak. Die mensen die bij ons boven het café als logiesgasten op kamer waren, deden dat soort werk enkel tijdens het winterseizoen, want vader stond vanaf het Paasverlof tot einde augustus met ijskreem op de dijk van De Haan. Ze werkten per vierkante meter die ze op een week afwerkten en enige overuren gingen ze als vlijtige Westvleuten nooit uit de weg. Een frank is een frank! Zeker aan de kust. Ze leefden een ganse week op brood, smout en sirop de Liège die ze van thuis meebrachten. Soms vroegen ze een pan om een stukje zwinnevleisch in te bakken. Mijn grootmoeder liet de jongste zoon van veertien in het geniep al eens een tas soep meedrinken. Tenslotte was dat nog een kind en die moeten nog aansterken vond moeder Virge.

 

Wat die mensen nog meer, tegen betaling dan, meebrachten uit hun kustgemeente, waren wilde konijntjes die de schoonzoon boswachter in de bosjes van De Haan die hij moest bewaken, maar af te knallen of te strikken had. Mijn grootmoeder maakte die steevast - na de diertjes eerlijk te hebben betaald - in een saus van rode wijn en zilveruitjes klaar. Lapin au vin als het ware! Beestig lekkere kost!

De vader-tegelzetter stroopte die knagertjes uit hun vel, met de kop naar beneden hangend aan de deur van ons kolen-en fietsenhok-annex-wasplaats. Wie daarbij steeds op poezenslag lag was onze kater Mickey die sinds de intrede van die konijntjes in de stationsbuurt, de grootste stelende kater van Mechelen is geworden. Tevoren raakte ie nooit aan op tafel staand voedsel van enigerlei aard. De wildgeur van die keuntjes maakte er een geflipte kat van.

 

De opbouwjaren van het complex liepen begin vijftiger jaren ten einde en de zalen - met de toenmalige hoogstandjes van apparatuur voor de telefonie van die dagen erin - liepen stilaan vol met technisch personeel en bedienden. Een deel van die mensen waren matige tot goeie klanten van moeder's cafe dat zij ondertussen van haar ouders had overgenomen.

Nog later, in de jaren zestig, bouwde de RTT de Vaartdijk vol tot tegen het Zegelgebouw met nog eens twee complexen. En tussen wat mijn broer en ik steeds de eerste building van Mechelen noemden - het magazijn van de RTT, (gebouwd in het interbellum) - verrees nog eens een bouwsel voor diezelfde RTT. Tegen het jaar 2.000 waren al deze bouwsels achterhaald door de modernere technologie van het digitaal telefoonverkeer en kwamen ze leeg te staan wegens onnuttig en niet meer van deze tijd. Ondertussen zijn reeds bijna drie van deze gebouwen in luxeflats en bueelruimten met of zonder zicht op het kanaal Leuven-Dijle omgebouwd. Prachtig! Daar niet van. Samen met het afbreken van de hoogspanningsmasten hebben ze de buurt langs het kanaal prettig verbeterd.

Nu zijn ze ook het mooie complex uit mijn kinderjaren langs de Stationstraat gaan renoveren en wordt daar op dit moment de laatste hand aan gelegd om er dan de uitgeverij Sanoma in te verwelkomen. Laten we hopen dat die dan nog bestaan in de maand juli.

 

Meer dan vijfenzestig jaar geleden zijn ze er aan beginnen bouwen. Qua bouwwerk mijn geliefkoosde jeugdherinnering!

In spanning en optimistisch ingesteld, durf ik uitzien naar een uitnodiging van de eerste rijkelui die mij eens willen op de borrel vragen in hun op het nieuwe Mechelse station uitziende loft of standingappartement of burelencomplex. Ik wil ze als ervaringsdeskundige met mijn jeugdherinneringen nog een geschiedkundige verduidelijking bezorgen aan de plek die ze zeker zéér duur zullen betaald hebben. Ik zal hen alle mogelijke plaatsjes aanwijzen, in het tegenoverliggend stationscomplex dat ze nu ook gaan afbreken, waarover ze uitleg willen. Het zal dan ook in mijn leven al de derde sterke ingreep in mijn oude buurt zijn die ik zelf nog kan meemaken. Misschien?

N.B. bij de meegeleverde foto's : De zeven herbergen bevonden zich in het bruine gedeelte dat nu door Grontmij wordt bezet. De zwart-witfoto's laten je de aanbouw van het gebouw zien alsook de heraanleg van de stationsbuurt waar het het wegdek betrof. Het oude station staat er ook nog gedeeltelijk op. De andere vleugels kan je nog steeds van op het viaduct bekijken. Voor de twee gebouwen die men niet van op het viaduct kan bekijken moet men ofwel in de Van Kerckhovenstraat gaan staan ofwel binnenlopen op de bouwwerf waar niemand je lastig valt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zo was het ooit, langs den buitenkant...

... en langs den binnenkant.

BTW :

Prachtige beschrijving, Jevara !  Meer van dat.

:-)

De door Jef beschreven buurt in 1950.

 

@ gimycko

Voor jou die ongeveer alles kan opsnorren wat maar enigszins op te snorren valt, heb ik een vraag.

Heb je soms ergens een foto van de eerstesteenlegging met op die plaque de ganse reutemeteut aan hoovaardigheidsbekleders die zo nodig hun naam in de marmeren of arduinen steen hebben laten konterfeiten? De data zijn voor mij wel van meer belang dan de politici uit die tijd. Alhoewel!

Ik ben reeds meerdere malen bij de bewakingsdienst van die vernieuwde vleugels gaan leuteren om toch maar in het gebouw binnen te geraken. Zonder resultaat!. Maar ik vermoed dat er wel een commemoratieve steen of plaat uit die jaren, in de gang van het gelijkvloers is aangebracht.

Het zou rond 1948/49 geweest zijn dat men aan die vleugel langs de Stationstraat is beginnen werken. Als je dan óók nóg de datum van ingebruikstelling uit de nevelen des tijds moest kunnen opdiepen, is een jarenlange diepe hoofdbuiging met hoofddekselafname in jouw richting je deel. Tenzij je om die egards niet geeft.

Genoeg geslijmd! Ga nu maar aan het uitspitten van je kolossale beeldbank en tekstenverzameling. Met dank bij voorbaat.

:-))

@ Roger

Inderdaad Roger die foto en nog een stelletje andere hadden in wat mijn eerste poging is om op de Blog iets te posten, tussen de tekst en met onderschriten ter verduidelijking, moeten staan. Ik had er enkele klaar, maar de finesse om die lichtdrukmalen op de goeie plaats  in te lassen heb ik duidelijk nog niet onder de versleten knieën.

Mijn onkundigheidsduivel betreffende de ICT vraagstukken van deze tijd, heeft mijn neo-plannen gefnuikt. Jans heeft mijn warboelbericht dan maar met enkele beelden uit zijn imposante archief weten op te smukken. Kwestie van toch enige verluchting in de tekst aan te brengen. Waarvoor dank Jan. Peter Meuris heeft ook zijn duit in het zakje gedaan en aldus nog iets van mijn bijdrage gered. Sorry mensen-bloggers. Mea culpa. Mijn verdiensten zijn in deze dus nul en onbestaande.

Ik maak mij sterk dat als ik terug ben uit verlof, ofwel Peter ofwel Jan mijn handje zullen leiden bij het posten van een volgende  item op de blog. Tweemaal zo'n afgang is voor mijn oud darmstelsel niet aan te raden.

@ Jef / Jevara :

Tik eens "stationsstraat" in op de beeldbank en vink "Mechelen" aan.  Leuke beelden van het Mechelen van Toen.

En deze ( Beeldbank - SME001001982 ) is ook een mooie uit de Jolly Fifties.

Qua Plaque / Plakaat uit die tijd heb ik niks, maar misschien heb je hier wat aan...

Foto's Gimycko

;-)

Nog wat foto's:

Ikke, ik neem toch aan dat er ook ergens telefonieapparatuur ( centrale ) in die gebouwen stond. Hebt ge daar geen beelden van ? Of iemand anders misschien ?

@ Ikke : Heel mooi !  Nieuwe Zakelijkheid ?

@ ikke

Zoveel mooie beelden van de speciale stijl van het gebouw. En toch nergens een herdenkingsplaat te bespeuren. Maar ik kan me indenken dat je er wegens de toen nog niet ter zake doende vraag ernaar, die steen gewoon links hebt laten liggen. Was dat gebouw jouw werkterrein en de fotoreeks een hobby van je?

Bedankt om ze met ons te delen ikke.

die telefoonapparatuur is al jaren weg. Enige apparatuur die er nog overblijft zit in het centrale gebouw waar wij een datacenter hebben...

Ik heb hier zelf een jaartje als magazijnier gewerkt, zalige tijd.

Het gebouw stond enkele jaren geleden open tijdens Open Monumentendag, er moet dus een publikatie rond gemaakt zijn. Wie duikt er in de archieven ?

Inderdaad Peter.  Ik bezocht het gebouw op de Open Monumentendag in 2008.  In de publicatie die toen werd uitgegeven staat er meer info over kantoorgebouw en opslagplaats uit 1937 en van het administratief centrum waarvan de werf  in 1948 is opgestart, en waarover het artikel van Jef gaat.  Er staan géén foto's in van de onthulling e.d.

Nog wat foto's die ik toen schoot op bewuste Open Monumentendag:

De metamorfose van de buurt is veelzeggend...

Foto's Gimycko

@ gimycko en iedereen die herinneringen van een senior wil lezen.

Ik stuurde deze enkele jaren geleden, in een lichtjes andere vorm, al eens aan Denherman. Het is dus mogelijk dat je deze reactie onmiddellijk vertikaal kan klasseren alvorens verkeerdelijk vast te stellen dat je aan één of andere rare afwijking van je geheugen zou lijden.

Op foto 1 & 2 van gimycko zijn fotoreeks betreffende de Van Kerckhovenstraat en Leopoldstraat bemerkt men een soortement parkingplaats voor het thans vernieuwde RTT-magazijn. Foto 3 is een inkijk in diezelfde straat maar dan van op het stationsplein gezien.

 

Op die parking - nú een bouwput voor diepgarages die bijna het gelijkvloers nadert - stond in mijn kinderjaren het met de grond gelijk gemaakte neo-gotische klooster-ouderlingengesticht dat gerund werd door de Zusterkens der Armen. Deze dames beschikten toen ik een kind van vijf was juist na WO II nog over een door één paard getrokken, gesloten, zwarte koets waar binnenin twee banken langs de wanden stonden. In de achterdeur zaten twee piepkleine venstertjes. In de koets konden ruim vier zusters plaats nemen. De koetsier zat op de bok die totaal was afgesloten van de rest van het voertuig. Kwestie van geen zondige contacten tussen de mannelijke voerman en de zusters in de hand te werken zeker? Met deze koets trokken de Zusterkens der Armen wekelijks op bedeltocht langs hun vaste adressen in de stad en daarbuiten. Wat ze ophaalden aan voedsel ging rechtstreeks naar de keuken. Ik vermoed dat speciën meer de richting van het Antwerpse moederhuis uitgingen.
Vermits de Van Kerckhovenstraat in die tijd ons speelterrein was kwamen we geregeld in aanraking en soms ook wel in aanvaring met de nonnetjes. Die straat was door zijn ligging verkeersarm. Behalve de familie Packbiers beschikte niemand daar over een automobiel en de enige leverancier van planken voor de schrijnwerkerij gaf slechts enkele keren per jaar present op het appel, en dan nog met kar en paard. Dus zeker geen overdreven snelheid mogelijk. Een ideale straat om in te voetballen op een groot terrein. Ik was de jongste van de bende en dus steeds gedwongen om op de kinderkopjes van de straat mijn doel te verdedigen. Mijn knieën zaten steevast onder de ontsmettende, rode mercurochroom. Je kon mij een Rode Duivel van het eerste uur noemen. Maar ik heb wel een bal leren stoppen in die tijd. Geregeld ging er toch een slecht gecontroleerde bal over de muur van het godshuis. Dan was het zaak om die zo vlug mogelijk te recupereren want onze wedstrijd was in onze ogen van groter wereldbekerbelang dan de match België - Servië.
Dan werd er sito presto aangebeld aan de enorme kloosterdeur. Het zusterke concierge kwam niet altijd vlug genoeg naar onze zin opendoen. Zij had natuurlijk nog andere taken dan de deur bewaken. En dan moest zij nog de helft van het klooster doorsjokken om tot op de binnenkoer naast de kapel te komen, waar ons leder even lag te verpozen. Het menske had na een drukke namiddag van ons gesjot meer dan haar buik vol van die bende ongeregeld op de straat. Dan kon het zijn dat ze het vertikte om de zoveelste wandeling door de gangen te maken en stonden we tot 's anderendaags morrend tegen een bal te trappen van veel mindere kwaliteit dan degene die we bij sportwinkel Willy Vermeulen in de Hoogstraat, na samenleggen van ons karig zakgeld hadden gekocht. (Willy Vermeulen was een fanionteamspeler bij de Malinois tijdens hun kampioensjaren).

In die Van Kerckhovenstraat was ook een werkplaatsje gevestigd dat aluminium drinkflessen vervaardigde, alsook kookpotten en pannen in dat materiaal. De zaak werd gerund door schoonzoon Packbiers. Hij was van Russische komaf en was een innemend man die ons voetbalspel met veel plezier volgde. Hij nam ons en zijn twee dochters soms mee met de kleine vrachtwagen waarover hij beschikte, om buiten de stad in het groen te gaan voetballen op een echte weide die hij mocht gebruiken van een kennis van hem. Dat waren zalige momenten voor mijn knieën, en ik kon daar 'plongeren' naar de bal zoveel ik wou zonder me pijn te doen. En toch waren de kasseien van de Van Kerckhovenstraat ons liever dan de luxe van de boerenbuiten. Er waren in die straat van de stationsbuurt ook vier cafés. Terwijl we voetbalden klonken in de zomer door de openstaande deuren en vensters ook de klanken van de allereerste juke-boxes waarop de enkele meezingers van die tijd werden grijsgedraaid. Freddy Quinn, Jan Verbraeken, Henk De Bruyn, Ray Franky, Freddy Sunder en andere zoetgevooisden werden op die muziekdozen uitentreuren aangevraagd à rato van 5 BEF/3 nummers. Een 33cl. export kostte toen evenveel. Voor een pils betaalde men 6 BEF. Die muziekdozen zouden meegaan tot in de beginjaren zestig toen elke zichzelf respecterende drankslijter overschakelde op een geluidsinstallatie met pick-up en bandopnames op spoelen met de doormeter van een stevig buitenmaats eetbord.
De tijden waren stilaan aan het veranderen. Meestal ten goede. Gelukkig maar voor de knieën van de aanstormende sportertjes.

 

 

 

Maar één spijtige zaak aan alle opwaardering en herinrichting: dat ongelooflijk mottige en tot niets dienende videoscherm! 

Voor Jef / Jevara :

En hier Jan Verbraeken - Goudblond haar (1955)

@ Marco : Inderdaad !

En de bewoners waren blijkbaar allemaal gepensioneerde treinmachinisten...  :-)

Hier ne kant van de Leopoldstraat naar het station toe in 2010.

Foto Gimycko

Wat is er, in die jaren, allemaal veranderd, Jef ?

:-)

@Marco : Deel je mening volledig over dat videoscherm... Het is al een paar keer stuk geweest maar spijtig genoeg hebben ze het telkens hersteld. En licht dat dat spel geeft!

Tussenvraagje :

Is die mottige Passerelle, daar in de buurt, al weg ?  Just2know

Foto Gimycko

Waarom Gim ? Zoude gij liever trug nen overzet hemme ?

Jef,

Zoals je weet heb ik 38 jaar in dat gebouw gewerkt. De laatste jaren ook in de nieuwe vleugel die dat nu een datacentrum is en dus het enige blok dat nog van Belgacom is. Maar de gedenksteen waar je zo vurig naar verlangt heb ik nooit gezien. De mooie groene mozaikjes met het Mechelse wapenschild des te meer. Deze kon je terugvinden in het prachtige kantoor van het gewesthoofd en ook in de cantine. Daar legde ik mijn eerste examen af wat mij toeliet om 'toevallig telegrambesteller' te worden. Het beging van een lange en interessante carriére, die abrupt eindigde toen Belgacom vond dat ze het ook konden met 10.000 mensen minder. De RTT was een bedrijf dat naast telefonie, ook alles in eigen beheer deed. Er waren schilders, houtbewerkers, metaalbewerkers, smeden, vloerders, automechaniciens, elektriekers enz. Het waren deze, al dan niet geschoolde arbeiders, die het eerst het bedrijf mochten verlaten. Mochten, niet moesten, want allen waren statutaire ambtenaren. En ja, ik zou nu ook graag een vlieg willen zijn om te kijken wat ze met het interieur aangevangen hebben. De buitenzijde is mooi opgesmukt en heeft weinig opvallende veranderingen ondergaan. Goed zo.

 

@ Emile :

In de Gouden Jaren had elk groot bedrijf vakmannen die dingen deden die niet tot de core-business van het bedrijf behoorden.  De komst van de computer was al een eerste reden om te downsizen want dingen konden zelf door de medewerkers gedaan worden (formulieren afdrukken, klassement, enz).  En bij elke kleine of grote crisis vliegt de rest buiten en worden de meest noodzakelijke taken uitbesteed.  Wedden dat morgen het Mechels Bevolkingsregister digitaal wordt gerund vanuit Bangalore, India ?

Het is iets van alle tijden.  Niks nieuws onder de zon.

@Emile

Wat denkt ge dat ze het interieur zo maar bij Beire Van der Kinderen op een hoop hebben gegooid. Waar ik zoveel jaren aan gewerkt heb. Foei . Alle gekheid op een stokje, de uitvinding van de halfgeleider moest vroeg of laat leiden tot massa ontslagen. En het einde van de tunnel is nog niet in zicht. Kunnen we er misschien eens aan denken om ergens wat bossen uit te kappen ten gunste van een echte Mechelse Silicon Valley ? 

@ Mille

Jij die jaren al die plannen van de ondergrondse leidingen van de RTT hebt moeten in kaart brengen zou dus niet bekwaam zijn om een architectenplan met datum van opmaak of uitvoering van dat eigenste gebouw van je werkgever even op te diepen uit de nevelen des tijds!!!???.

Allez Mille! Doe in je vrije tijd even een beroep op je oud collega's, de directie van de RTT, of op het kadaster navraag om mijn bede in juiste data om te zetten. Niet dat dat nu zo levensbelangrijk is maar ik had het toch graag geweten, om vast te kunnen stellen dat de heer Alzheimer nog niet te sterk mijn grijze materie heeft aangetast. Ik dacht dat men met de bouw van dat RTT-gebouw begonnen is in 1948. Jij moet toch de juiste mensen kunnen bevragen betreffende mijn queeste?

:-))

Jef,

Wij hadden twee tekenburelen, één voor de ligging en de schema's van de ondergrondse kabels  en één van de gebouwen. Waar jij naar vraagt hoort dus bij het laatste. We hebben hier in Mechelen een jonge architect, David Driessen, en zijn vader was technicus der gebouwen. Misschien is er via Harry Driessen nog iets op te snorren. Voor de rest is mijn generatie van het toneel verdwenen en van het grote gewest Mechelen is niets gebleven.