(foto's: Jan Smets)
Ik ben verzot op oude familiefoto's. Ik heb het geluk dat m'n ouders en grootouders veel belang hechtten aan deze waardevolle stukjes verleden, en ze niet achteloos hebben meegegeven met het 'oud papier'. Stuk voor stuk vertellen al deze foto's een verhaal, en leren ze me wat over het dagdagelijkse leven van mijn voorouders. Deze foto die vermoedelijk dateert uit de vroege jaren twintig van vorige eeuw, is bijzonder boeiend. Het toont de 'Zondagsschool oep Coloma', en werpt een licht op een flard geschiedenis van den Hanswijkenhoek. Eén van de personen op het groepsportret is mijn overgrootmoeder Barbara Verboomen, die ik in de kleine uitsnede heb uitvergroot. Ze zit er op met haar donkere haar opgestoken, en een 'koek' (?) in de hand...
Barbara Verboomen moet een bijzondere vrouw geweest zijn. Ze komt uit een landbouwersfamilie in Sint-Katelijne-Waver, en is erg schrander. Zo dringen de zusters Ursulinen er sterk op aan dat ze bij hen in Torekenswaver de opleiding tot onderwijzeres zou volgen... Maar ze verkiest te trouwen met haar jeugdliefde - en verhuist naar de Hanswijkenhoek. Haar man werkt aan de Statie. Het jonge koppel start beloftevol het nieuwe leven... Barbara wordt zwanger, maar het noodlot slaat toe, en bij een tragisch ongeval zou haar jonge echtgenoot gegrepen worden door een trein. Hij is op slag dood. Barbara verneemt het als ze op weg is naar de vroegmis in OLV-van Hanswijk (de Hanswijkenhoek heeft toen nog geen eigen parochiekerk). Het dramatische ongeval wordt druk becommentarieerd door een bijeengetroepte menigte.
Barbara verliest haar ongeboren kind en toekomstdromen.
Na lang aandringen gaat ze na een periode van rouw in op het huwelijksaanzoek van de beste vriend van haar verongelukte man - Jaak Lauwers, die als seinwachter werkt bij het Mechelse station - aan de Leuvense vaart. Ze trouwen en krijgen een kroostrijk gezin, en gaan wonen in een huisje in de Sint-Jozefstraat. Barbara overleeft ook haar tweede man - mijn overgrootvader - die slechts vooraan de zestig was als hij sterft aan de gevolgen van een hersenbloeding. Barbara zou over de tachtig jaar worden, en overlijden in de jaren vijftig van vorige eeuw....
Ze was een sterke vrouw - verstandig en wijs, en de spil van het grote gezin, dat de nodige tegenslagen kende. Maar de sterke persoonlijkheid die ze was, wist dit alles te dragen.
Op de foto zit ze tussen een groep andere vrouwen. Op het hoofdeinde zitten een paar priesters, en rechts staan - ietwat wazig - een paar nonnen... De foto toont de 'Zondagsschool' in Coloma, en daarover schreef wijkgenoot Hendrik Diddens in zijn boekje 'Mijn kinderjaren in den Hanswijkenhoek' (1960) het volgende:
Buiten de naschoolse 'classe ménagère' voor de meisjes, bestond er in Coloma ook een Kongregatie ofte zondagsschool voor gehuwde vrouwen. Die 'school' moet weliswaar niet te wijsneuzig worden opgenomen. Rond 14 uur kwamen de kristelijke moeders in 't feestzaaltje bijeen onder de hoede van Madame Eugénie en van mijheer de aalmoezenier van de Zusters.(de Dames de Marie). Wat deze brave man hun daar allemaal vertelde scheen niet van zo'n enorm belang. Ik peins dat hij een soort katechismus-van-volharding hield. Maar de bijeenkomst was voor vele huismoeders de énige gelegenheid van de week om het nieuws en de kleine schandaaltjes eens grondig onder mekaar te bespreken. Na de 'school' zagen wij ze dan ook in kakelende groepjes de brugberg komen afzakken om zich naar het lof van halfvier in de parochiekerk te begeven. De zondagse ontspanning voor de miesjes werd eveneens in en door Coloma georganiseerd. Beter dan het 'kranske' voor de jongens, boden deze samenkomsten van de zondagnamiddag aan de meisjes een grote verscheidenheid van vermaak in een gezonde atmosfeer. Aan de jaarlijkse 'koopdag' voor de punten van regelmatige bijwoning behouden vele hedendaagse huismoeders uit de Hanswijkenhoek stellig nog een prettige herinnering. Veertig jaar geleden was onze Hoek zonder Coloma niet denkbaar. Uit zijn puin van de 2de WO is het dierbare kloosterpand helaas niet meer herrezen. Alleen de parochiale meisjesschool heeft op haar oude plek weer kunnen aanknopen met een stukje traditie en is, in de loop van de jongste vier jaren, tot een modelschool uitgegroeid. (...) Maar de 'adem' van voorheen is er niet meer. En dat stemt mij droef te moede telkens wanneer ik langsheen de vervallen afsluitingen voorbij de oude grillen stap en even stilhoud bij de sterk aangewreten monumentale toeganspoort, waarachter het onkruid alles overwoekert wat vroeger mede tot de uiterlijke distinktie van 'Les Dames de Marie' behoorde. Zelfs de schim van de 'Spaanse graaf' Coloma word ik er sinds de recente afbraak van het aloude jachtpaviljoen niet meer gewaar. Alleen de gedachte dat de Dames onze parochie zo lang hebben bemoederd tot ze sterk op eigen benen kon staan, doet me filosofisch aan de gang-van-het-leven denken. Maar dan met een opwelling van dankbare gevoelens voor het Coloma uit mijn kinderjaren...
Zo schreef de man van het Mechels dialectwoordenboek, Hendrik Diddens in 1960 over 'Coloma'. Ondertussen is dit ook alweer bijna 53 jaar geleden, en is er sinsdien nog méér water door de nabijgelegen Leuvense vaart gestroomd, en is alles nog véél meer gewijzigd... Maar foto's als deze doen deze tijd toch een tikkeltje herleven. De 'Zondagsschool' van de kristelijke moeders van de Hanswijkenhoek: een herinnering aan een stukje sociale geschiedenis van deze wijk, dat een licht werpt op de schaarse vrije tijd, ontvoogding, en ontspanning van gewone vrouwen uit die tijd...
"...De religieuzen van het pensionaat openden ook een école des pauvres, naast een “classe ménagère” (huishoudklas) en een zondagsschool voor de vrouwen uit de buurt (Hanswijkenhoek), die voornamelijk bestonden uit de echtgenotes van arbeiders, die o.a. werkten in de Centrale Werkplaats van de Belgische Spoorwegen en de verwante metaalverwerkende industrie. De Colomakerk is eigenlijk een verlengstuk van het pensionaat..."
Bron
'De Colomakerk is eigenlijk een verlengstuk van het pensionaat' is wat eigenaardig uitgedrukt. De Sint-Jozef-Colomakerk is vanaf het begin een volwaardige parochiekerk geweest - weliswaar gebouwd op de gronden van het Colomadomein, waardoor de naam 'Coloma' (als dank) in de naam van de kerk werd opgenomen.
Le Pensionnat des Dames de Marie...
Ik ben als kind op zondagschool vele jaren in Brussel geweest, maar ik denk dat die foto's niet van toepassing zijn aangezien het over hier gaat. ( al zijn er bij de kerken hier die me al van kindsafaan kennen)
@ Hanna :
Hebt ge daar geen feauteautje van ?
Ik bedoel van Hanna met haar vlechtjes op die Zondagsschool.
;-)
Zo'n foto doen mijn "Coloma-roots-gevoel" weer helemaal bovenkomen.Ik vraag mij af of
mijn grootmoeder wellicht tussen die vrouwen gezeten heeft. "Fien van den Died" (Diedens)
getrouwd met "Jang"Muyldermans, muzikant bij de harmonie van 't Arsenaal. Ze bouwden één
van de allereerste huizen in de Kruisveldstraat. De zoons Jan(mijn vader) en Jef hebben zich
in het zweet gespit om van een stuk beemd aan de vaartkant een moestuin te maken.
Ikzelf begon de kleuterklas direct na de oorlog in het stokje Coloma-gebouw, uiterst rechts,
dat niet weggebombardeerd was. Ik zie nog het piepkleine speelplaatsje waar we in de goede
handen waren bij Zuster Margriet, een kleine rossige "gedegradeerde Mère". Ze leerde ons
matjes vlechten met strookjes glanzend kleurpapier , prikken,met een griffel op een lei
schrijven en een sjaal breien op een balk met nageltjes en een gleuf erin....
Bijna niet te geloven...de rook van het oorlogspuin was amper verdwenen.
Uit het Pensionaat - Jaar onbekend
Leuke herinneringen Denherman!
PS: tenzij je om en bij de 120 jaar of ouder zou zijn Hanna, lijkt me 'jouw zondagsschool' toch wel iets heel anders geweest te zijn, durf ik veronderstellen ;-)
Was dit vrouwenkransje een voorloper van Femma (vroeger KAV) of KVLV (vroeger Boerinnenbond) ?
Ik ben ooit ook nog een Coloma leerling geweest, zij het alleen in de kleuterklas, want daarna verhuisde ik, zoals het hoorde, naar de jongensschool in de Vredestraat.
Ik herinner me nog dat we vooraan de Tervuursesteenweg de poort binnenstapten en dat er dan een (voor een kleuter) behoorlijk lange aardeweg volgde, met op een gegeven moment aan de linkerkant een klas, waarnaast de toegang tot de koer van de kleuters was.
Ik herinner me ook nog de grot van Coloma, waarvan ik vermoed dat ze door de jaren verloren is gegaan en, hoewel het ondertussen al een halve eeuw geleden is, herinner ik me ook nog de juffen van toen : Juffrouw Renilde en Juffrouw Gaby :-)
Voor de jongeren onder ons toch even vermelden dat wij niet met de wagen naar school gevoerd werden, maar dat onze Peter (grootvader) ons vanuit de Geerdegemstraat, door de Lindestraat, die toen tot in de Acaciastraat liep, alle dagen te voet naar school bracht en ook weer op kwam halen.
Dat het bij de Dames de Marie gene krot was, bewijzen onderstaande foto's :
Kapel
Koer
Rode brug in park
Salle de recreation
Studiezaal
Studio
Studio
@ Denherman
Zoals jij, werden ook mijn broer en ikzelf aan de toen nog onbesproken geestelijke elementen van de vrije school Coloma toevertrouwd. Het was de winter van 1944-45. De bevrijders waren in de stad sinds begin september. Rond Kerst speelde zich in Bastogne de laatste grote veldslag af aan het westelijk front in die ijzige winter van dat jaar '44.
Aan juffrouw Margriet, (jij denkt dat ze een gedegradeerde mère was) een ongetrouwde, licht mankende kleuterjuffrouw uit de Merodestraat, hebben mijn broer en ik de beste herinneringen. Zij was in die periode al een dame van bij de zestig jaar jong. Bij ons thuis in het café aan het station hadden mijn grootouders en ouders zelf k niets dan lof voor deze zachtaardige jonggezellin. Dat ongehuwd zijn was toen nog een 'kerkgebod' 'waar rigoureus de 'roomse hand' werd aan gehouden. Eigenlijk was die ganse schoolstaf & personeel een 'congregatie van de droge moeders';
Tijdens mijn eerste jaar in de kleutertuin werden broer Karel en ik steeds opgehaald door juffrouw Margriet en juffrouw Annie die ook uit het stadscentrum kwam. Terwijl wij in de gezellig warme keuken nog halverwege waren tussen het gewassen worden en gestreken zijn, kregen de de burgerdames van de Dames de Marie, een stevige tas gloeiendhete koffie aangeboden. Meestal met nog een brokje toen nog gerantsoeneerde chocolade als toemaatje. De vrouwen uit ons huishouden en onze chaperonnedames-leerkrachten keuvelden ondertussen over de laatste oorlogsberichten waaronder het Von Rundstedtoffensief en de V1 en V2-bommen die zo gretig op Antwerpen werden afgeschote en die daar honderden slachtoffers maakten. Ook Mechelen kreeg toen geregeld af te rekenen met zonder brandstof vallende Werner Von Braunraketten die in de binnenstad voor enorme ravages zorgden. Dusdanig werden wij in de handen van onze leerkrachten geacht veilig in de school aan te komen. 's Avonds werden wij door die beschermengelen terug naar het station gebracht. En weer was een dag van angsten en vrieskou voorbijgegaan zonder noemenswaardig leed. Kinderleed niet te na gesproken. Maar buiten een volgescheten of geplasttte, gebreide kinderbroek viel dat allemaal nogal mee, gezien in het licht van die toch wel zware oorlogsjaren die toen nog gaande waren.
Ook het feit dat het houten Colomabruggetje die winter van 44-45 en ook die van het jaar daarna (even barkoud) geregeld vastvroor, en ons noopte om een ommetoer te maken langs de Plaisancebrug, is me tot vandaag goed bijgebleven. Weer méér dan een kilometer om door de vrieskou. Maar mijn handjes waren in de warme knuisten van de juffen goed beschermd tegen de stevige vrieskou. De nu afgebroken 'passerel' lag er nog lange niet.
Gelukkig was er de door onze huisdokter Louveau (ook wetsdokter en man van de wetenschap waaraan ik veel te danken heb. Maar dat is een ander verhaal) voorgeschreven levertraan, die maakte dat onze beentjes later geen rachitische verschijnselen zouden vertonen. Levertraan!!! Mijn gans lichaam komt nog in opstand tegen dit visproduct.! Mijn grootmoe Virge trachtte mij steeds met één of andere smoes het ondrinkbare spul op te voederen. Ik moest dan proberen met een lepel suiker die vissmurrie door mijn strot te laten glijden. Toen dat niet meer hielp en die misselijk makende smaak terug de bovenhand nam, praamde ze mij, met het na die lepel ondrinkbaars, een lepel portowijn te drinken. Toen ook dat niet bleek te helpen kreeg ik suiker en porto als zoetmaker-verzachter voor het geledene. Het bleef braaklust opwekken. Hoezeer men ook die weesmakende vloeistof trachtte te camoufleren. Maar blijkbaar hielp het menig, door de oorlogsjaren verzwakte kleuter of puber zijn gebrek aan vitamines terug op peil te brengen. Dus steeds naar de ouders luisteren is geen kwaad idee ... Bweikes!!!
En toen kwam op een middag een Engelse soldaat met een Jeep de speelplaats opgereden. Hij installeerde in het grootste lokaal waarover de school nog beschikte na de bombardementen van 19 april 1944, een cinemascherm en draaide daar de ganse namiddag tekenfilms. Als toemaatje had ie een kist bananen mee voor al de peuters. Ieder kreeg een exemplaar van dit voor ons 'oorlogsjoengenen' totaal onbekend fruit. We speelden er thuis,dat gele ding op elkaar richtend, cowboy & indiaantje mee tot ons ma 's anderdaags vond dat we ze dan tóch maar eens moesten opeten. Weer een hoop gezonde vitamientjes die naast de van de Engelse soldaten gekregen Life Savers en chewing gum een welkome aanvulling was op ons winterdieet van 1944.
En onze kleuterjuffrouwen bleven ons op alle leuke bezigheden zoals het figuurtjes uitprikke en op een leeg garenbobijntje met spijkers beslagen, woldraad tot een sierlijke koord te vlechten. En mooie tekeningen binnen de lijntjes op te vullen en leuke kinderrijmpjes op te zeggen of te zingen. Indien, zoals bij de laatste geldinzameling van Studio Brussel beweerd werd, de teksten die men in zijn jeugd opslaat in zijn grijze materie, diegene zijn die men het langst kan memoriseren als men dement wordt, dan zijn ze in mijn toekomstige home met mij nog bijlange niet aan 'de klein patatjes'!
:-))
@ Jef
Ik woonde toen "in de raut, vlak veu de goas". Naast ons woonde o.a.Nelly, die later Juffrouw Nelly zou worden in Coloma-bos. Samen met enkele andere meisjes van de Hanswijckvaart werd ik als kleuter meegenomen van en naar school. Op een keer toen de houten Coloma-brug voor de zoveelste keer door Armand gedraaid werd, trok Nelly mij nog vlug mee onder de metalen slagboom over de brug die reeds langzaam wegdraaide. Vlug,vlug naar de overkant en net op tijd om onder de andere slagboom door te duiken...tenminste dat dedn de oudere meisjes. Ikzelf als kleuter was net zo groot als de hoogte van de neerliggende slagboom. Ik had nog niet de snelle bukreflex en bleef met mijn oogkas aan een van de haken op de slagboom hangen. Gelukkig was mijn oog niet geraakt. Uitgekafferd door een razende Brugdraaier Armand brachten de meisjes mij thuis waar mijn moeder zowat een appelflauwte kreeg bij het aanschouwen van haar bloedende eerstgeborene. 't Is gelukkig goed gekomen,het zag er veel erger uit dan het was. Vanaf toen bleven we altijd wachten als Armand zijn brug draaide.
Het oude Colomabrugske... (of Withuisbrug). Ik herinner me ze ook nog. In de jaren zestig lag ze daar nog over de Leuvense vaart. (en het was er beslist nog veel rustiger dan deze dagen nu er grote files staan op de spitsuren door de werken op de parking achter het station...)
@ Jan Smets & Denherman
Deze namiddag heb ik een tijdje de lichten aan de Colomabrug in het oog kunnen houden terwijl mijn echtgenote haar dochters boodschappen afleverde. Je krijgt bij groen licht als je van de Mottestraat richting Colomabrug rijdt maximum 25 seconden om richting Colomalaan of richting station de brug voorbij of over te rijden. Dan blijft het minstens 1 minuut 30 seconden rood. De file die zich op de Hanswijkvaart opbouwt is tijdens de niet spitsuren (het was 14 u 15 en er was zelfs geen brug gedraaid om het scheepvaartverkeer door te laten) al indrukwekkend lang tot zelfs voorbij de Bautersemstraat richting Muizen en men stond dan al zo ver aan te schuiven. Ik durf er niet aan te denken vanaf waar men dan tijdens het spitsuur staat aan te schuiven. Misschien moet hier toch eens oom-wijkagent een verslagje bij zijn diensthoofd op de tafel laten belanden.
Ik denk dat indien brugdraaier 'zotten Armand' deze toestand zou moeten meemaken, hij zijn draaiboom in die groen-oranje-rood lichten zou meppen. Met stenen wierp ie in onze jeugd al naar ons, pestkopperige tieners, als we te dicht in de buurt van zijn 'kippenbruggetje' durfden te zwemmen
Hehe, ik herinner me nog die brugdraaier. Heb nooit geweten hoe hij heette, maar heb hem wel dikwijls als een ezel rond die kaapstander zien draaien. Toen ik in 1963 met de schuit van mijn vader (Chevrolet Bel Air) soms mijn lief in Coloma ging afhalen, was het zelfs geen kunst om hiermee over dat "brugske van éne man" te geraken. Aanschuiven hoefde toen nog niet en tegenliggers waren er nauwelijks.
Nu is het wel anders...