(foto's: Jan Smets)
We zijn haast vergeten dat het spuuglelijke Euroshoppingscomplex zo manifest en dwingend aanwezig was in één van die oudste en boeiendste plekjes van de binnenstad. Het Clarenhof nadert z'n finale fase. Maar tussen afbraak en opbouw konden archeologen de ondergrond omwoelen, op zoek naar de verborgen geschiedenis van deze stadswijk. Maandenlang werd hier gegraven, gezocht, gevonden en verzameld... Nu zijn de vondsten die ons heel wat leren over het leven in deze oude wijk netjes gecatalogeerd, en wie interesse heeft in deze bodemschatten, moet het zeker niet nalaten om eens een kijkje te nemen op een kleine, maar leerrijke expo in het Paardenstraatje. In het huis waar de Mechelse Vereniging voor Stadsarcheologie haar stek heeft gevonden - boven boekhandel Archaeobook. Je hebt nog effe tijd - Tot en met 30 maart kan je er terecht. Ik liep er gisteren langs, en kreeg deskundige uitleg uit eerste hand van archeologe Liesbeth Troubleyn...
Negen maand lang kregen archeologen de kans om de ondergrond te onderzoeken. Er werden enorm veel archeolgische vondsten bovengehaald, en heel wat informatie kwam hier 'boven water'. In de mini-expo in het Paardenstraatje wordt nu door middel van het gevonden materiaal de oudste bewoningsfase van deze site belicht. We kunnen op de tentoonstelling aardewerk, metaalvondsten en andere kleine objecten uit de 13de eeuw en het begin van de 14de eeuw bekijken. De expo opende gisteren haar deuren, en sluit die pas op 30 maart. Je kan er gratis binnenlopen op dinsdag, woensdag, vrijdag en zaterdag, en dat telkens van 10 u tot 18 u.
(Wim Tiri, Liesbeth Troubleyn en Guido de Coninck)
Ik deed het gisteren al. Archaeobook heeft hier een schitterend decor voor een boekhandel. Zaakvoerder Wim Tiri, die voorzitter is van de MVVS, voelt zich in dit historische pand in dit geschiedkundig al even boeiende Paardenstraatje, als een vis in het water. Bij het binnenkomen valt m'n oog dadelijk op een boek dat nog niet op m'n plank stond, maar dat ik maar al te graag aanschaf: het gaat over de Mechelse aartsbisschop Mathias Hovius ('Verloren schapen, schurftige herders'). Maar daar kom ik in feite niet voor. Ik kom wel degelijk voor de expo op de bovenste verdieping. Toch is het natuurlijk verleidelijk om te snuisteren tussen de rekken met literatuur over geschiedenis en archeologie... Archeologe Liesbeth Troubleyn is ook op het appèl - en hoe kan het ook anders: Guido De Coninck, die z'n passie niet alleen weet te vinden in badkamers en Mecina, maar al jaren bijzonder geboeid is door de geheimen van de Mechelse ondergond...
Wat je hier allemaal kan zien, is dat wat de Euroshopping zo lang verborgen hield. We hadden de kans om hier in de omgeving van de Blaasbalgstraat archeolgisch onderzoek te kunnen doen. De site waarover het gaat is gelegen in de binnenstad op de rechteroever van de Dijle. Meer bepaald in het oude overstromingsgebied van deze rivier die zowat 300 meter ten zuide van de site ligt. De zonde behoort tot de laagstgelegen gedeelten van de binnenstad. De opgraving spitste zich toe op de strook langs de Blaasbalgstraat. De tentoonstelling belicht enkel de oudste vondsten van de opgraving. Deze buurt tussen Blaasbalgstraat, Kapelstraat en Korte en Lange Ridderstraat wordt in historische bronnen vanaf 1269 'de Ham' genoemd. Vanaf 1382 wijzigt deze naam in 'Vettersham' en vanaf 1518 'Huidenvettersham'. De naam 'Ham' slaat op 'land gelegen in een rivierbocht', en duidt dus op natte en laagelegen grond. De evolutie van de naam wijst erop dat zich hier leerlooiers kwamen vestigen. Er zijn aanwijzingen dat er al in de eerste helft van de 14de eeuw leerlooiers woonden. Aangezien de Blaasbalgstraat voordien 'den ouden Ham' werd genoemd, is het aannemelijk dat dit een van de eerste straten is die in deze burt werd aangelegd...
Liesbeth Troubleyn kent de materie maar al te goed. Sinds 2001 is ze al aan de slag op meerdere archeolgische stites in onze stad. Het blijft haar nog steeds fascineren. Ze is blij dat de samenwerking met het stadsbestuur zo vlot verloopt. Het is soms in andere steden veel moeilijker werken. Zo kreeg haar ploeg onlangs nog complimenten van Nederlandse collega's om het schitterende werk dat zij hier kunnen verrichten.
Ik hou vooral van de vondsten uit de periode van de 13de eeuw. Het grijze aardewerk dat we bovenhaalden is erg eenvoudig maar estetisch. Ik vind het erg mooi. Het archeologisch onderzoek legde langs de Blaasbalgstraat op het onderste opgravingsniveau een aantal opmerkelijke sporen bloot. Op verschillende plaatsen werd een afrastering in hout teruggevonden: houten palen met daartussen kleine stukjes gekliefd hout. Hun functie is nog onduidelijk: dienden ze op bijvoorbeeld kleinvee bijeen te houden of zijn het afscheidingen van woonerven? Een radiokoolstofdatering van een van de kleine stukjes hout geeft aan dat ze waarschijnlijk te dateren zijn tussen 1160 en 1215 en in ieder geval tussen 1040 en 1260. Opvallend is het feit dat deze afscheidingen quasi samenvallen met de 19de eeuwse percelering...
De opgravingen leerden de archeologen heel veel over de wijk. Wat leuk was, was het feit dat vele passanten geboeid bleven staan bij het werken van de archeologen. Er werden regelmatig vragen gesteld. Ook een opensleuvendag lokte heel wat belangstellenden. Blijkbaar is er bij vele Mechelaars toch een groeiende interesse voor de vroegste geschiedenis van de stad. De expo speelt in op deze trend. Het is de bedoeling dat in het Paardenstraatje regelmatig wisseltentoonstellingen zullen opgezet worden.... Maar laat ons nu eerst Liesbeth vertellen over de opgravingen:
(tijdens de opgravingen...)
Buiten deze omheiningen werden kuilen en greppels ogegraven. Hierin vond men redelijk wat aardewerk dat terug in mekaar diende gepuzzeld. Veel werd gedateerd in de vroege 13de eeuw tot en met het begin van de 14de eeuw. Het gaat voornamelijk om lokaal geproduceerd grijs aardewerk, zoals kommen, potten en kruiken. Een aantal stukken zijn echter geïmporteerd. Verder werden er in de meeste kuilen leersnippers aangetroffen. Er werd een leerspecialist bijgehaald die dit materiaal verder onder de loupe nam. Het gaat hier niet om gebruiksafval zals van schoenmakers, maar eerder om productieafval van nieuw leer. Speentjes in het leer wijzen daar onderandere op. Het metaal omvat munten, gespen en een oorring, naast wat klein gereedschap (zoals een priem die de schoenmakers gebruikten), een belletje, een koperen en een loden plaatje, en verder nog wat onduidelijke objecten. Een leuke vondst is een fragment van een pelgrimsinsigne uit het begin van de 14de eeuw. Ook vinden we tussen de kleine vondsten wetstenen en spinschijfjes, een dobbelsteen en wat textielfragmenten. Het glas dat we terugvonden op de site is nu nog in behandeling...
Ook uit jongere periodes werden vondsten gedaan. Zo verzamelden we maar liefst 50 dozen aardewerkscherven! Er werden leerlooierskuipen aangetroffen en ook de huizen en beerputten van de leerlooiers werden opgegraven. Deze info en de vele mooie vondsten dienen we nog allemaal te verwerken. Toch zijn we blij dat we al heel wat van het gevondene nu kunnen tonen aan de Mechelaars...
De oude leerlooierswijk van de stad... Wie woonde er tussen 1250 en 1300? Wat toont ons de ondergrond? Wat leren vondsten over werkwijzen, arbeid en wonen in deze buurt? De antwoorden op deze vragen krijg je in het Paardenstraatje....
Genoteerd in onze agenda. Zodra het een beetje te bestappen is, ik ben benieuwd.
't Is daarbinnen niet zo erg groot, maar dat huisje in't Paardenstraatje herbergt vele interessante vondsten. In 2010 was het zelf haast nog een archeologische vondst.
foto's R. Kokken
Hier nog een item van uit den tijd dat de dieren nog spraken, want de wijk Ham was meer dan enkel leerlooiers / Huidevetters (zie o.a. Goudleer).
Vernikkelaar Louis Genis uit de Mechelse Lange Ridderstraat
Hier de Blaasbalgstraat in de Jaren '50
Wat is er, in de Jaren '50, allemaal niet verloren gegaan in de wijk Ham door bovenstaande werkzaamheden ? Waren er toen daar al archeologen actief ?
En welke vervuiling heeft die vernikkelaar niet achtergelaten aan afval in de Mechelse grond (brownfield) ?
Ik vermoed dat ze daar rioleringswerken aan het doen waren met het doel om achteraf een nieuwe bestrating te leggen want ik meen dat de wijk Ham zowat een van de eerste wijken was waar geasfalteerd werd. Maar dat zal Jos wel beter weten.
@Gimycko: Een 'brownfield' betekent niet dat er geen bewoning zou toegestaan of gewenst zijn. Herbestemming als 'woonzone' kan zelfs een oplossing bieden. Op talloze locaties met historische bewoning is er wat na een bodemonderzoek 'historische verontreiniging' heet. In de meeste van die gevallen is het echter niet nodig die ondergrond te saneren en kan een woonst bijvoorbeeld zonder probleem doorverkocht of heropgebouwd en verder bewoond worden.
In de tuin plant je allicht beter viooltjes dan aardbeien.
@SomeHuman: Dat kan inderdaad, maar het kan toch wat 'voeten in de aarde' kosten om de nodige bodemattesten te krijgen. Ik woon op een site met een historische zwaar metaalvervuiling in Mechelen. Het moest om allerlei redenen niet gesaneerd worden, maar we kweken hier beter geen groenten.
Voor het vollen van wol weten we wat de Mechelaars gebruikten (lees hier).
Maar wat voor chemische brol gebruikte de leerlooiers / huidevetters om het leer te looien / huiden te vetten ?
Leerlooien in Fes
Eikenschors, vollersklei.
Inderdaad Eikenschors wordt nog steeds gebruikt in Grootbritanie voor het looien van hoogwaardig leer.
Tim Severin heeft ooit in een boot de St. Berendans de Atlantische oceaan overgestoken een ledere boot waarvan de naden werden gedicht met wolvet.
in de middeleeuwen waren chemische producten haast onbekend. De wolververs gebruikte urine. Vandaar de benaming Kanne zijkers.
Maar maak je geen zorgen in de middeleeuwen gingen ze ook dood zondervervuiling ;)
Francis
@ Francis :
Kun je de leerlooi-of huidevetterswerkzaamheden in het Mechelen van Toen een beetje vergelijken met de link hierboven (Het leerlooien in Fes) ?
Ja dat klopt.
Toen ik in de Papschool zat in den Ham bij zuster Marie Mathilde en zuster Ernestine waren daar bouwwerken aan de gang voor een nieuwe vleugel. Tijdens de graafwerken werden er daar een hele reeks leerlooiers kuipen blootgelegd.
Mischien hebben ze daar nog foto's van.
Het beeld van toen kwam terug toen ik de leerlooiers zag in het oosten en in noord Afrika.
Als ik op de centrale markt van Tunis rondliep herinner ik mij de verhalen van de pensen kraampjes in Mechelen van mijn vader.
Voor de gezondheids Freeks ik heb altijd,in de lokale restaurants gegeten en NOOIT de schijtterei gehad. Daarentegen voor de toeristen was het Imodium bid voor ons.
Francis
@ Francis :
Kwamen daar, in Afrika, ook de nodige geuren bij ?
Lang geleden verhuisde ons Margrietje de toenmalige vismarkt van de IJzerenleen naar wat nu de Vismarkt is omwille van de geur, maar hield ze misschien de leerlooiers - achter haar paleis - liever te vriend omwille van hun excellente eindprodukten.
Margrietje zal, net zoals Vespasianus, gedacht hebben: "pecunia non olet"...
Ja dat zal wel!
Vespasianus had ook al ontdekt " where there is muck there is brass!
Francis
@ Verbeeck Francis.
In welk jaar zat u in de papschool v/d Ham, bij zuster Ernestine en zuster Marie Mathilde?
Oh. Ik dacht 1955 en 1956. Ik moet het eens opzoeken ik heb daar nog foto's van.
zelfs foto's die ik zelf gemaakt heb met mijnen eerst Kodak. Ja die microbe heeft mij zéér vroeg te pakken gehad.
Ik zal al het materiaal eens bij een zoeken dat wordt zeker voor veel mensen een plezant artikel voor Mechelen Bogt.
Francis
Dikke pret bij de Britse archeologen die Richard III hebben opgegraven en
dikke droefenis bij de Mechelse archeologen die
Richards zus nog altijd niet hebben gevonden.
Mechelse zus nog altijd ontvindbaar
Hoog tijd dus voor een Stadszoektocht !
;-)