(foto's: Jan Smets)
Met de primeur ging de Gazet van Mechelen reeds lopen... Het was dan ook bijzonder nieuws om te melden! Lang, lang voordat er hier sprake was van 'stad Mechelen' liepen ook al mensen rond binnen wat nu het historische stadscentrum wordt genoemd. Meer precies: 6000 jaar voor Christus! Het onomstootbare bewijs hiervoor werd vorige week opgespit in de archeologische opgraving aan de Stompaertshoek. Deze namiddag liep ik er - nieuwsgierig als ik ben - langs. En omdat ik het nieuws, dat reeds in alle kranten stond, niet dunnetjes wou overdoen op deze blog, wou ik een andere invalshoek. Terwijl ik hiernaar op zoek was, stond hij plots voor mij - die bijzondere 'invalshoek': in de persoon van de goedlachse Johan Dils...
Op het vandaag wat slijkerige terrein lopen heel wat mensen bedrijvig te wezen: vier archeologen, twee arbeiders, één stagiair en ... één vrijwilliger. Johan Dils. En dat intrigeert me: wat drijft deze man om mee in de ondergrond van onze stad te ploeteren op zoek naar restanten van een ver en grijs verleden...
Johan is 47 jaar, en woont al zo'n 25 jaar in Muizen. In feite is hij dierenoppasser in Planckendael. Hij werkt 4/5, en de rest van zijn tijd gaat uit naar zijn grote passie: archeologie!
Het boeit me al véle jaren. Ik denk dat ik er zo'n twintig jaar mee zoet ben. De steentijd sprak tot mijn verbeelding, en met een metaaldetector ging ik aan de slag om te zoeken in de bodem. Af en toe wist ik een ouwe munt boven te halen. Eerst deed ik dat alleen, maar langzamerhand leerde ik ook wel wat archeologen kennen bij mijn zoekwerk. Ik heb zo ook mijn diensten aangeboden. En zo heb ik als vrijwillig meegeholpen op heel wat archeologische terreinen in deze stad. Ik mocht meehelpen op het Sint-Romboutskerkhof, aan het Hof van Busleyden, het Arresthuis, aan de Euroshopping, aan de Winketkaai... Boeiend!! Op het Sint-Romboutskerkhof diepte ik een pauselijke bul op! En daar ben ik trots op. Ik voel me - ondanks het feit dat mijn roots niet in Mechelen liggen - hoe langer hoe meer verbonden met deze stad en zijn geschiedenis...
Zijn ogen glinsteren. Je merkt het: dit is méér dan louter interessie: dit is een passie. Hij poseert voor de foto's. In de 'put' zijn de 'échte" archeologen aan de slag. Johan is blij dat hij mee kan helpen aan dit opzoekingswerk. Ik vraag hem of hij niet vindt dat hij zijn beroep - 'zijn ware roeping' heeft gemist...
Nee, toch niet. Nu is het een hobby. Het is geen verplichting voor mij. Ik ben zo ongeveer één dag per werkweek bezig op een archeologisch terrein. En dat is mijn lang leven. Bovendien is het prettig samenwerken met de beroepskrachten. Het is echt een plezant gezelschap. Ik leer ook veel van hen. Maar ik zoek zélf ook heel wat op. En zo wordt je vanzelf ook zo'n beetje 'expert'...
Archeologe Liesbeth Troubleyn is er bij komen staan. Ze glimlacht bevestigend. Zij mocht de laatste dagen ook al een paar keer op de foto door de unieke vondst die haar ploeg hier op de Stompaertshoek naar boven toverde...
Wat hier gevonden is, is misschien wel dé belangrijkste archeologische vondst van de laatste jaren. Ook al is het opgegravene beslist 'nietig' qua grootte. Liesbeth houdt de vondsten in haar ene handpalm vast: enkele kleine prehistorische artefacten in silex en wommersom kwartsiet (genoemd naar een Tiens gehucht). Maar deze artefacten en keine schilfers productieafval leren veel over deze plek, en over wie er woonden... De gevonden voorwerpen zijn te dateren in het laat-mesolithicum, en da's zowat 6000 jaar voor Christus...
We kunnen dat zo juist dateren door af te gaan op de vorm van de stenen en de manier van bewerken. We hadden wel een vermoeden dat we in deze bepaalde bodem mogelijk zoiets konden vinden. Een stagiaire vond de voorwerpen. Het was best een opwindende ontdekking. Deze steentjes zijn eigenlijk klein gereedsschap, bedoeld voor de jacht op klein wild. Alles is nu ook netjes gefotografeerd en zal in een Nieuwsbrief worden getoond. Wat er later mee zal gebeuren, of waar of wanneer het tentoon zal worden gesteld voor het groter publiek, is nu nog niet geweten...
Het is een unieke vondst! Het zijn de oudste voorwerpen die ooit in Mechelen werden opgediept. Op Nekkerspoel werd vorige eeuw al wel een prehistorische prauw uitgegraven, maar die dateert van 500-200 voor Christus. Deze dingen zijn nog héél wat ouder dus!
De archeologen zijn op dit terrein aan het graven vanaf 3 september. de werken gaan nog door tot 16 november - of misschien nog nét iets langer. De bouwwerken aan de uitbreiding van het politiekantoor hebben immers een beetje vertraging opgelopen.
Prehistorische vondsten in steden zijn sowieso erg zeldzaam. Er zijn wel prehistorische baggervondsten bekend uit de Binnendijle en het Zennegat. Maar dit is wel uniek binnen de stadsomwalling. De vondsten kunnen gedateerd worden uit de laatste periode dat mensen jaagden en verzamelden. In die tijd deed men nog niet aan landbouw. Het levert ons veel info op. Boeiend is het wel omdat het aantoont dat hier écht mensen hebben gewoond 8000 jaar geleden. We weten zeker dat deze spullen niet zijn aangespoeld.
Johan Dils droomt weg...
In mijn fantasie zie ik ze soms wel zitten bij hun vuren: die kleine jagers en vissers... Ik voel me zo verbonden met die mensen die zoveel eeuwen geleden hier rondliepen. Dat doet je toch wel wat... Het is tegelijkertijd fascinerend en ook wel wat ontroerend...
(de middeleeuwse houten beschoeïngmet hierboven de verharding in natuursteen)
Maar er is méér gevonden op het archeolgische terrein aan de Stompaertshoek. Ook uit meer recente tijden werden interessante archeolgische sporen gevonden. Het terrein werd immers sinds de veertiende eeuw gebruikt voor de middeleeuwse laken- of wolnijverheid. Vanaf de zeventiende eeuw nam een bleekweide hier de plaats in van de lakenindustrie. Op de bleekweide werd linnen gewassen en gebleekt. uit de middeleeuwse of postmiddeleeuwse periode werd een goed bewaard grachtensysteem in hout teruggevonden. Twee grote waterbekkens met houten beschoeïng stonden met elkaar in verbinding door middel van een houten kanaaltje. Het grootste bekken had een verharding in natuursteen rondom de gacht en was vermoedelijk verbonden met de nabijgelegen Lange Heergracht. Op deze manier kon men water naar het perceel leiden.
(natuurstenen verharding)
(grachtensysteem in hout)
Ook hier mocht Johan mee in de grond 'wroeten'.
Met mijn metaaldetector ging ik aan de slag op de afgebakende perceeltjes. Ik vond vanalles: zo'n 380 metalen voorwerpjes zoals munten en lakenloodjes. Dat zijn 'kwaliteitsloodjes' die aan het textiel bevestigd waren...
Archeologe Liesbeth vult aan:
Wat we hier allemaal vinden kunnen we zowat dateren in de middeleeuwen of de post-middeleeuwen. We zoeken de juiste datering nog uit. Hiervoor gaan we de houten bekisting verzagen, en zullen specialisten hierop zoeken naar een nauwkeuriger tijdbepaling.
(de genummerde kwadranten worden nauwkeurig in laagjes afgegraven...)
(de afgegraven grond wordt afgespoten en gezeefd...)
Het is even droog op de site. Vandaag vielen al stevige buien. Maar het stoort deze werkers niet. Ze zijn geboeid door het zoekwerk: de professionelen en de vrijwilliger. Ieder met zijn eigen achtergrond of opleiding: maar allen gepassioneerd door één ding: het graven naar het wanneer, hoe en waarom van lang voorbije dingen, tijden en mensen. En die passie: die voel je ook. Ik heb er bewondering voor. Deze mensen brengen de geschiedenis tot leven...
Welke krant zou je deze reportage niet benijden Jan? Mechelse Blog = toppie!
En terwijl de Louis uit L. zo ontzettend tegen stadsarcheologie is. :-)
Knap werk mensen !
Dat verdient een medaille !
:-)
AVOM
Wat een geweldig stukje! Jammer genoeg kan ik op korte termijn niet meer langs komen. Maar ik zou die plek nu graag met eigen ogen willen zien!
De eerste site waar ik kennis mee maakt was die aan de Ziekenliedenstraat en Moensstraat, waar nu de nieuwe bibliotheek staat. Ik vond het toch raar dat het SRC ineens zoveel verder stond voor onze jongste, dan indertijd voor de twee ouderen. Nochtans de lesuren bleven hetzelfde.
Tot hij ermee afkwam dat hij toch graag zou meegraven met de archeologen die daar bezig waren, hij de snotaap van dertien. Zoals alle moeders niet echt gerust in de zaak toch maar eens gaan horen of die mensen dat niet vervelend vonden, maar neen. En dat jongetje dat nooit kon stilzitten in de klas dat kon nu het geduld opbrengen om met een schopje en een zeefje uren bezig te zijn...
Ik vind het nog altijd spannend als de archeologen ergens in de stad bezig zijn. En nu weer deze vondst. Een mens zou denken dat de ondergrond in de binnenstad al menig keer ondersteboven is gehaald, maar toch vindt men altijd weer iets belangrijks.
Ik heb niet meer gevolgd, maar ik vraag me toch af of er van die leren sandalen die ooit gevonden zijn iets geworden is. Kan het resultaat van opgravingen ergens bezichtigd worden buiten soms met bepaalde dagen, vraag ik me af.
Vinden die archeologen dat zelf niet spijtig als ze iets vinden dat het dan weggebracht wordt om gecatalogeerd te worden?
Zomaar wat bedenkingen. Soms toch spijt dat ik toch geen geschiedenis gedaan heb
Toen ik en ons Blauwbartje nog in het SRC zaten was Geschiedenis ons lievelingsvak, want Geschiedenis is cool.
En natuurlijk ook omdat we toen de beste en meest gedreven geschiedenisleraar hadden : Aloïs Jans.
Emile Poumon - 1968
Mooi stukje werk en Johan je staat er weer mooi op, maar dat mag ook wel na al die uren hard werken.
en ik heb heel lang gedacht dat Jans de A. Jans was, maar dat kon niet...
Dag beste collega-archeologen,
eerst en vooral proficiat met jullie interessante en belangrijke vondsten! Wat betreft de middeleeuwse of postmiddeleeuwse houten beschoeiing, dat doet me denken aan gelijkaardige infrastuctuur uit de 15de eeuw, die we de voorbije jaren in twee opgravingscampagnes aantroffen in het Antwerpse Schipperskwartier. Ook hier brachten we de aangetroffen structuren in verband met textielverkwering. De veronderstelling dat 'onze' beschoeide, grote kuilen wel eens vlasrootputten konden zijn, kon niet bevestigd worden door paleobotanisch onderzoek. In elk geval was het Schipperkwartier sinds de late middeleeuwen dé plek waar veel textielnijverheid plaatsvond, getuige de straatnamen Verversrui, Blauwbroekstraat, etc.
Misschien interessant om de Mechelse en Antwerpse opgravingsgegevens eens te vergelijken?
Veel succes nog en hou het goede werk vol!
Groeten,
Tim Bellens
Dag collega Tim van de stadsarcheologische dienst Antwerpen,
Hartelijk dank voor de info. We zullen na afloop van de opgraving onze resultaten eens naast elkaar leggen. Zelf zag ik qua constructie ook al opvallende gelijkenissen met de oude publieke wasplaatsen die je vooral in het zuiden nog wel eens ziet (in het Frans: lavoirs, in het Spaans: lavaderos). In essentie gaat het om een bak water, vaak met rondom een naar het water aflopende stenen boord. Het water moest voortdurend worden ververst en dus vind je ze haast altijd in de nabijheid van stromend water. Ergens las ik dat het wassen zelf meestal thuis gebeurde en dat men enkel naar de wasplaats kwam om het linnen na het wassen uit te spoelen, net voor het te drogen werd gehangen of gelegd. En aangezien we weten dat het terrein aan de Stompaertshoek na de middeleeuwen gebruikt werd als bleekweide ...
Zie je ze al zitten, de wasvrouwen van weleer? Hoe ze zich voorovergebogen in het zweet werken en ondertussen de nieuwste roddels uitwisselen, samen een liedje zingen en de kinderen in het oog houden die in de buurt aan het spelen zijn. Een pittoresk volks tafereeltje!
Bij deze meteen ook een oproep aan lezers die ons meer kunnen vertellen over dit oude gebruik. Alle info is welkom op Mechelen Blogt en op archeologie@mechelen.be.
Met vriendelijke groet,
Bart Robberechts
@ Bart : Vermoedelijk is deze prent U bekend...
@ gim : Da's een mooie! Dat we ons hier in Mechelen bevinden is duidelijk, maar weet je ook waar precies? Afgaand op de skyline kom ik ergens in het zuidoosten van de stad uit.
Ik vroeg me trouwens af of er geen Mechelse kunstenaars bekend zijn die zich door eerder aangehaalde tafereeltje lieten inspireren. Lijkt me bijvoorbeeld iets voor een vroege Ost.
en ging daar dan nooit was "verloren"? Ik herinner me dat mijn gootmoeder de was ook te bleken legde in de tijd. Bleek dat er af en toe een onderhemdje verdween. Tot mijn grootvader afkwam met een heel grote rat: de dievegge was gevonden.
De Stompaertshoek zegt mij niet veel.-) Enkel het kroegske op de hoek van de Merodestraat. " DEN BURTON bij Lily uit Leve ". Roger Kokken zal nu wel wakker zijn sé. 1956 -)
@ Bart: de blijk op de foto hierboven is die van de Zandpoortvest.
@ G.L. Het soldatencafé "Burton" werd opengehouden door de grootmoeder van de Mechelse orkestzangeres Maria Liekens. Lily was de serveuse en in 1956 was ik nog wel iéts te jong om zo'n drankhol te bezoeken.
En zo zag de "Stoempersoek" en 80 jaar geleden uit. Links ziet men de bomen van de Zwartzustersvest en waar de blinde muur is, staat thans het politiegebouw.