Conservator Marc Wellens gepassioneerd over 30 jaar Speelgoedmuseum

met categorie:  

 (foto: Jan Smets)

Het was al heel wat jaren geleden dat ik het Speelgoedmuseum bezocht had. Vanmorgen liep ik er langs. Ik had immers een afspraak met Marc Wellens, conservator. Hij is er praktisch bij van in het prille begin.  Achtentwintig jaar geleden begon hij er zijn loopbaan, eerder bij toeval. Maar na al die jaren is hij nog even gepassioneerd - of misschien nog méér - door dit unieke museum.   "Hier mag je altijd kind blijven. Hier blijf je jong..."    Het wordt een toffe her-kennismaking met het museum. Ik ben aangenaam verrast.  Het Speelgoedmuseum is er kwalitatief sterk op vooruitgegaan. Het was altijd al boeiend om hierdoor te slenteren en je te vergapen aan al wat er te zien was..., maar het is duidelijk dat het museum niet is blijven hangen in die nostalgie en doelbewust toekomstgerichte stappen heeft gezet. Dit museum heeft bij sommigen nog het imago van 'stoffig' en 'oudbollig'. En dat ik volkomen onjuist. Het Speelgoedmuseum is jonger en actueler dan ooit, hen houdt ons eens te meer een 'spiegel van de grote wereld' voor...

 

We zijn niet gestopt met spelen omdat we ouder zijn geworden.  We zijn ouder geworden omdat we gestopt zijn met spelen...

 

 

 

Mechelen mag terecht trots zijn op dit pareltje. En toch beseffen - wij Maneblussers - dit niet steeds voldoende.  Ook al komen ieder jaar zo'n 75 000 bezoekers over de vloer (wat héél wat is!): men is niet altijd sant in eigen land. Dit museum is echter toonaangevend. Van de drie speelgoedmusea in ons land, is het Mechelse het grootste en best onderbouwde. Het Brusselse kan lang niet tippen aan de grootte en educatieve waarde van het onze. In Ferrières bij Luik is er nog een ander in volle expansie - en dit is wél op de goeie weg - maar het komt nog niet aan de enkels van het Mechelse museum...

 

Het begon nochtans allemaal klein en bescheiden. In 1980 was het Mechelse Folklorefestival nog één van de toppers op de evenementenkalender van de stad. Jozef Heylen was één van de bezielende krachten van dit festival. Dat jaar werd 150 jaar België gevierd, en in de marge van het feestelijke gebeuren was er nog wat geld vrij om een randactiviteit op te zetten. Men koos voor een tentoonstelling rond speelgoed, en bouwde een kleine expo op in de Koolstraat waar de organisatie van het festival gevestigd was. Het werd een grandioos succes! Zo groot zelfs, dat van meet af werd gedacht om hier een permanent gegeven van te maken. Maar al snel werd duidelijk dat de lokalen in de Koostraat te klein zouden zijn voor een museum met wat omvang. Er werd op zoek gegaan naar een gebouw dat dit speelgoedmuseum zou kunnen herbergen. Mechelen, dat toen bestuurd werd door burgemeester Jos Vanroy en zijn ploeg, suggereerde bij die zoekocht, de leegstaande NOVA-toren, de teloorgegane meubelgigant op Nekkerspoel ('Nog een toren waar Mechelen fier op is!' - weet je wel...). De onderste verdieping van de toren kon gehuurd worden. En dat werd prompt gedaan.Jozef Heylen werd niet alleen oprichter, maar ook de bezielende en inspirerende directeur. Eén van de allereerste bedrijven dat op de kar sprong was LEGO, dat het nieuwe museum een flinke steun in de rug gaf. Maar er werd spoedig contact gelegd met andere speelgoedbedrijven, om geen wanverhouding in het geëxposeerde te laten onstaan...

 

                                     

 

De eerste twee jaar werd het museum draaiende gehouden met louter vrijwilligers. Men beschikte bij aanvang enkel over de eerste verdieping. Nu is het museum verspreid over de vijf verdiepingen van de toren...

 

Als bij toeval ben ik in het museum terechtgekomen - nu 28 jaar geleden. Mijn grootmoeder had iets over het museum gelezen in de Gazet van Mechelen, en wist zo dat men een conservator zocht. Ze vond het 'iets' voor mij.  Zo ben ik gestart. Eerst in een BTK--project, en nadien nog in andere statuten - maar spoedig in de rol die ik nu nog altijd vervul na al die jaren. Het was liefde op het eerste gezicht. het niet was niet zo dat ik voordien zo'n verschrikkelijk speciaal gevoel had voor speelgoed - ik was zoals zovelen 'ervaringsdeskundige'. E dat is het mooie: als nu volwassenen met hun kinderen of kleinkinderen het museum bezoeken is er zoveel 'herkenning'.  'Herkenning' is écht wel het sleutelwoord hier. Dat is zo van bij aanvang geweest. Zo moest het museum overkomen. Later werden missie en visie duidelijker uitgetekend, maar die basisfilosofie is toch gebleven. Ook moet het duidelijk worden dat speelgoed méé'r is dan louter iets 'om mee te spelen'. Het is onmiskenbaar ook erfgoed!

 

 

Het museum werkt sensibiliserend. Het is een topper in eigen land, maar ook in het buitenland. Met het grote speelgoedmuseum in Nürnberg in Duitsland - het 'Mekka' van het speelgoed - worden goeie contacten onderhouden. Eer is een sterk samenwerkingsverband , dat vroeger zelfs nog intensiever was. Maar door de crisis is ook dat samenwerkingsverband nu ook wat op een lager pitje gezet. Met de drie Nederlandse musea (Oosterhout, Roden bij Groningen en Deventer) onderhoudt Mechelen ook inspirerende contacten.

 

We beseffen het soms te weinig: maar ons museum ligt op een toplocatie.  In de vorige beleidsnota van de stad werd  voor een verhuis naar Technopolis geopteerd, maar ik ben blij dat hier nu geen sprake meer van is. Ons museum mag wel wat serieuze aanpassingen krijgen, maar het is goed dat het hier gelegen is: vlakbij het treinstation en op een boogscheut van de stad. Weet je dat een andere toeristische trekpleister - het Paleis van Margareta van Oostenrijk- maar vijfhonderd stappen ver is? Da's toch schitterend voor toeristen! Zo wordt het mueseum vaak gecombineerd met uitstapjes in het historische centrum - iets wat niet zo voor de hand zou liggen mocht het museum ondergebracht worden bij Technopolis. Bovendien denken we dat ons museum een aantrekkelijke factor is voor de heropwaardering van de wijk Nekkerspoel...

 

                                                  

 

Er mag hier en daar nog wat gerenoveerd en aangepast worden. Dat beseft Marc Wellens ook. Toch heeft het museum al degelijk veel inspanningen geleverd om aantrekkelijkheid en toegankelijkheid te optimaliseren. Zo zijn er meer toegangen gekomen, en is het museum fraaier en ruimer geworden, met drie ruimtes om rustig iets te kunnen eten of drinken. Mar natuurlijk kost verbouwen veel geld. Dat weet men bij het Speelgoedmuseum wel...

 

Het museum trekt ieder jaar tal van bezoekers. Zo'n 75 000 weten jaarlijks de weg te vinden naar het Speelgoedmuseum. Toch streeft men naar een 100 000 bezoekers. Maar dan zou de infrastructuur hier en daar toch nog aangepast moeten worden om evenveel kwaliteit te kunnen bieden. Elke dag komen (deze periode toch)  zo'n 1000 bezoekers over de drempel. Nu is het zelfs bijzonder druk. Daar heeft natuurlijk de Sinterklaasperiode wat mee te maken, en het nu al razend populaire 'depot van de Sint" - een voltreffer van formaat!

 

    

 

 

We hangen als museum ook sterk af van de weersomstandigheden. Als het té mooi weer is in de zomer, kiezen ouders eerder voor buitenactiviteiten, en in een té strenge winter met sneeuw, blijven bezoekers ook weg. Onze thematentoonstellingen kennen véél belangstelling. En dat heeft niet weinig te maken met de aandacht de we dan krijgen in de pers. Ook is het zo dat bezoeken aan musea algemeen achteruit lijken te gaan... Dat zal ook wel met de crisis te maken hebben. De nieuwe musea trekken wel nog veel bezoekers, maar de oudere moeten knokken, en zich steeds opnieuw vernieuwen en waarmaken. Het is ook wel opvallend dat sommigen een museumticketje duur lijken te vinden, terwijl men vaak geen moeite heeft met de prijs van bijvoorbeeld een bioscooptichet. Nochtans is de film ook na twee uur afgelopen, en werkt de beleving van het Speelgoedmuseum nog lang na...

 

Terwijl ik met Marc dit praatje maak in de cafetaria, hoor ik al het gezellige gegons van tientallen kinderstemmetjes,  vol verwachting...

 

    

 

Momenteel loopt er in het museum een bijzondere tentoonstelling rond speelgoedrages, van de de laatste decennia. Ik loop met Marc langs deze expo en herken heel wat uit mijn kinderjaren. En dat is ook het succes van deze thematentoonstelling. 'Herkenning' dus... Het sleutelwoord waar Marc daarstraks op doelde. De expo loopt nog tot het einde van de Kerstvakantie en is een bezoek overwaard! Al de generaties komen er aan hun trekken!

 

We hebben in al die jaren al 95 thematentoonstellingen opgezet. Daar kruipt enorm veel werk in, maar we doen dit graag met onze voltallige ploeg. Elk jaar zetten we zo'n twee thematentoonstellingen op. Deze constante nieuwigheden zijn heel belangrijk om steeds volk naar het museum te lokken. Maar we willen méér bieden dan alleen maar 'kijkstukken'. We bieden rondleidingen aan, en workshops, en mensen kunnen hier ookiets eten. Vroeger kon men alleen maar kijken en een beetje spelen achteraf - en dat was het dan. Nu is het bezoek aan het museum veel gevarieerder en biedt het meer diepgang. We merken ook aan bezoekende klasjes dat die ook méér rond het thema 'speelgoed' werken, en het bezoek aan het museum het slot is van een projectweek. Die eerste rondleidingen dateren uti de tijd van de thematentoonstelling rond 'Koninklijk speelgoed' die liep van april '98 tot maart '99. Sinsdien zijn we het blijven doen...

 

Met veel plezier denken de medewerkers van het museum terug aan het Keizer Kareljaar in 2000. Het Speelgoedmuseum werkte er toen aan mee. Zo zouden ze als 'acterus' meespelen in de themawandeling, waar aan het Sint-Romboutscollege de 'Kinderspelen van Breugel' werden geëvoceerd.  Marc deed ook mee. Sinsdien is er in het museum een bijzonder attractieve afdeling opgezet, waar men letterlijk in het schilderij kan stappen...

 

  

                             

 

 

Ja, we doen veel meer dan louter 'tonen'. Onze rondlleidingen die zowat een uur duren, worden goed ervaren. We geven ook duiding en achtergronden bij al wat we laten zien. Dit geeft toch een meerwaarde. De mensen die denken nog denigrerend te moeten doen over dit museum, kennen het eigenlijk niet.

 

Het museum heeft in die dertig jaar een lange weg afgelegd. Dertig jaar geleden is het gestart onder de naam 'Centrum voor speelgoed en volkskunde'.  Want inderdaad - buiten het speelgoed - herbergde het ook de de collectie van het vroegere folkloremuseum in de Twaalf-Apostelenstraat. Buiten het oude café zijn al die restanten opgeslagen in het stadsdepot. Ook heemkundemusea moeten zich immers herbronnen...  Het is duidelijk: het gaat in dit museum niet 'zo maar over speelgoed'. Speelgoed is immers de spiegel van de grote wereld.  Het toont evenzeer de evoluties in de maatschappij...

 

                          

 

Een mooi voorbeeld is Barbie. In tegenstelling tot wat lang gedacht werd, heeft Barbie heus wat aan de emancipatie van vrouwen gedaan. Barbie deed immers altijd haar goesting.  Ken liep er steeds maar bij. Barbie ging werken, en had vele jobs. Ze werd zakenvrouw, pilote, had haar eigen kantoor,... Leuk om dit allemaal 'af te lezen' in het speelgoed.  Man-vrouwverhoudingen... Ook Lego ging erg mee met zijn tijd.  En zo zijn er zoveel voorbeelden hier...

 

Marc vertelt honderduit. Je merkt dat hij erg gepassioneerd is door zijn werk.  Hij denkt nog lang niet aan zijn pensioen. Da's iets voor later. In dit museum mag hij immers altijd jong blijven...  Hij heeft twee kleinkinderen. De oudste die op het eerste leerjaar zit, is een grote fan van Breugel en zijn kinderspelen...

 

Hij vindt het geweldig tof om in dat schilderij te stappen. M'n jongste kleinkind zit nog in de kleuterschool. Ik kom met hen naar hier - maar ook niet al té vaak. Het moet steeds een ontdekking blijven... Kinderen houden van dit museum. Er is zo veel te beleven. Ook onze verjaardagsfeestjes kennen een groot succes...

 

Dertig mensen werken in het museum - in de uitbating, ontvangst, uitleendienst, shop, cafetaria, bewaking (en Marc zegt dat hij blij is dat het museum gelukkig niet veel vandalisme kent...), het ontwerpen en verbouwen van decors, administratie, onderhoude, rondleidingen.  ook Marc gidst af en toe zelf. Het is een kolfje naar zijn hand. Hij is immers ook stadsgids.       De Speel-o-theek die hier tijdelijk onderdak had, was minder succesvol. Die is afgebouwd. Wel is er nog een uitleendienst, waar je spelen kan lenen met een onderpand, om ter plaatse te spelen...

 

(in de opslagplaats...)

 

Ik heb zovéél moooie herinneringen aan al die jaren. Maar ik denk met plezier terug aan het bezoek van koningin Paola aan de tentoonstelling 'Koninklijk speelgoed'. Ze was erg geboeid - zéker toen ze speelgoed ontdekte van haar eigen echtgenoot! Wat ook fijn was, waren de bezoeken aan het buitenland, waar we tentoonstellingen opzetten, zoals in de VS en China. Deze internationale projecten waren boeiend en leerrijk. We kregen ook veel return. Hoe zette men expo's op in het buitenland, en... met uiteleend materiaal uit de bezochte landen konden we hier mooie tentoonstellingen opzetten. Toch kregen deze projecten wel wat kritiek. Ze zijn dan ook afgebouwd. Ergens is dit wel te verstaan door de hoge kostprijs van die reizen...

 

Marc Wellens zegt dat élke nieuwe deeltentoonstelling een nieuw hoogtepunt is voor hem en het museum.  Elke keer voelt hij dat het beter is dan de vorige keer . Men legt de lat hier duidelijk hoog!

 

Nog acht jaar heb ik te gaan tot mijn pensioen. Maar wellicht zal ik ook nadien nog wel 'iets' doen in het museum. We zullen wel zien. Ik wil me immers niet moeien met de nieuwe ploeg die er dan zal zijn. Niemand is onmisbaar. Ook ik niet. Ik wil niet vervallen in gezeur als 'vroeger deden we dit zo...'

 

                          

 

Het jarige speelgoedmuseum is het levenswerk van Marc. Hij is er dagelijks met veel inzet aan de slag - en vaak ook buiten de werkuren. Terwijl wij rondlopen in het museum spreken vele medewerkers hem aan. In de cafetaria en ook in het depot waar weer een andere mederwerkster binnengekomen speelgoed aan het catalogeren is...

 

Ja, het museum is mijn leven.  Ik geniet er van...

 

...zegt de geboren en getogen Mechelaar, die desondanks al jaren in naburig Sint-Katelijne-Waver woont.

 

Toch blijf ik in mijn hart een échte Mechelaar..!

 

 

Dan nemen we afscheid, want er wacht hem nog een drukke dag;  Het is immers dé topperiode van het museum, zéker nu ook zovelen het 'depot van de Sint' komen bezoeken.  Als Marc verdwenen is, loop ik zelf nog eens rond, stiekem genietend van de wondere fantasiewereld die hier werkelijkheid is geworden.  Ik weet het héél zeker:binnenkort kom ik nog eens terug, om alles rustig te bekijken. Ik ben veel te lang weggebleven.  Het werd een toffe her-ontdekking. Het kind in mij kwam vandaag terug boven...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto Gimycko - Mechels Speelgoedmuseum 2012

Topper bij de kleinkinderen als ze hier zijn tijdens de schoolvakante. De eerste keer was het goed dat het museum zijn deuren sluit rond 17 uur toen toch, want anders hadden ze er nog rondgelopen...En ja, het is telkens toch anders.

Een (privé)museum waar vele stadsmusea een lesje zouden kunnen gaan leren. Genoeg (niet teveel) personeel, vriendelijk in de 'dienstverlening' en ook (als geweldig pluspunt) een cafetaria. In de meeste musea kunt ge, tijdens uw bezoek, niet effkens verpozen bij een 'zjatekke kaffe' en een koekske opbikken. Zeg nu zelf in zo'n kunstkabinet ne ganse dag rond kuieren is toch een zware lichamelijke opdracht nietwaar ...

Reclame

Zicht vanuit het Speelgoedmuseum

Foto's Gimycko

Inderdaad, het Speelgoedmuseum heeft zeer vriendelijke werknemers en Marc Wellens, die ik al enkele keren ontmoette, is een zeer sympatieke bezielende kracht die graag een babbeltje maakt.  Met de vele klasbezoeken van de voorbije weken krijgt het Speelgoedmuseum de aandacht die het zeker en vast verdient.  Op 16 november hoorde ik het schoolvolkje zelfs Frans praten.

En bovendien hebben ze er lekkere Carolus :-)

De testkamer van Sinterklaas

De controlekamer van Sinterklaas

Het bureau van Sinterklaas

De stal van het paard van Sinterklaas

De stock van Sinterklaas

Mijn kleinzoons in de verzendingsruimte

Overal in 't Speelgoedmuseum zijn er hoekjes waar de kinderen creatief kunnen zijn.

En 'edde' nog aod speelgoed gevonnen ôôt aoven joengen taod, Roger ?

:-)

Gim, mutte goa oek mee ne zak oaver de dake kroope ?

Zicht op het Station vanuit het Speelgoedmuseum...

Foto Gimycko

Zeker Gim, vooral dan Meccano waarvan ik voor zowat een klein fortuin bezat.

Toen mijn vader in 1966 voor mijn verhuis zorgde, gaf hij jammer genoeg achter mijn rug alles weg aan een verhuizer.

En op de spoorbanen zag ik veel accessoires van Vollmer, Kibri, Preiser en Faller die ik ooit ook op mijn baan had staan.

Een regiment soldaatjes in papier maché heb ik, nadat ik ze 30 jaar geleden in bruikleen aan het museum gaf, twee weken geleden definitief geschonken..

Allez, hoog tijd dat ik mijn gezelschapspel aan het museum schenk.

:-)

Het speelgoedmuseum verdient een ferme duw in de rug, want ze doen erg goed werk !

Topambassadeur van de stad, en het museum met de meeste bezoekers ? (Of is dat Technopolis ?)

Uit het programmaboekje van het folklorefestival 1982: