(foto's: Jan Smets)
Le sculpteur Wouters a fait mon buste à Bruxelles. C'est bièn fait et je suis content.
Dat zei hij er van: de excentrieke en eigenzinnige, maar zelf zo begaafde Oostendse kunstenaar James Ensor nadat de jonge Rik Wouters een borstbeeld van hem maakte. Rik aanbad de grote schilder. Het is zijn absoluut idool. Ensor weet eerst niet goed wat hij er met deze aanbidding aan moet. Maar uiteindelijk poseert hij voor Rik. Op 18 april 1913 gaat onze Mechelaar aan de slag. James Ensor is uit zijn 'ivoren toren bij de zee' (Eric Min in de biografie over Wouters) afgezakt naar Bosvoorde, waar Rik woont en werkt.
Vandaag - haast honderd jaar later is James Ensor wéér op bezoek bij Rik. Niet in het Brussel van Rik,...en Nel - maar in Mechelen. In het Schepenhuis. Hij blijft er tot 15 november. Dus: je hebt nog heel effe de tijd om op visite te gaan bij de twee vrienden.
In het Schepenhuis kunnen we getuige zijn van de wonderlijke confrontatie tussen een bronzen buste van Ensor en het overige werk van Wouters.
Rik koesterde een diepe bewondering voor de schilderijen van de beroemde Oostendenaar. In 1913 slaagde hij erin om een indrukwekkend borstbeeld van de fors besnorde kunstenaar te vervaardigen. Dat het Wouters lukte om Ensor hiervoor thuis in Bosvoorde te ontvangen mag een klein wonder heten, want Ensor verliet Oostende haast nooit. Herkende de 22-jarige Ensor, die toen reeds bekend was door zijn portretten van maskers, in de jonge Wouters een geestverwant?
Ensor komt dus naar Brussel afgezakt, en bezoekt de hoofdstad én maakt lange wandelingen in het Zoniënwoud. En daar bezoekt hij Rik Wouters. Rik zou maar twee poseersessies nodig gehad hebben om het beeld te maken. Maar dat is twijfelachtig. Nel vertelt in haar mémoires dat haar man Ensor verafgoodt, en het gerust 'bespieden' mag genoemd worden hoe hij naar hem kijkt, wanneer hij in Brussel vertoeft.
"(...) koortsachtig en geconcentreerd kneedt hij het materiaal; zo komt de schetsmatige vorm tot leven. Hij werkt razendsnel voort, alsor hij bang is dat zijn model in rook zal opgaan, en slooft zich uit om Ensor te overtuigen van zijn virtuositeit, opdat hij zou terugkeren als deze sessie niet zou volstaan. De geportretteerde is opgetogen met het resultaat, belooft terug te komen en houdt woord. Omdat hij niet wil dat de trekken van het model vervagen onder de vochtige doeken die na de tweede sessie zouden vervagen onder de vochtige doeken die over de buste gedrapeerd worden, laat Rik ze meteen afgieten. Bij een volgend bezoek van Ensor aan Brussel zal hij verder werken aan het beeld. Jammer genoeg krijgt hij niet de gelegenheid het te voltooien. De oorlog heeft het hem belet. (...)"
(Eric Min in de biografie over Rik Wouters)
Rik en James ontmoeten mekaar die dagen regelmatig in Brussel, in een café bij de Naamse poort: de 'Weinstube'. Nel vergezelt hen vaak. Hier praten de beide mannen over schilderkunst. Hier zal na lang aandringen Ensor toestemmen in het plan van Rik om een buste te maken.
Ensor was blijkbaar opgetogen over het beeld. Nochtans weet Nel te melden in haar bio dat hij toch niet zo tevreden zou zijn over het resultaat? Hij zou het beeld té ruw afgewerkt vinden, en houdt al zeker niet van de jas die volgepropt lijkt met briefjes en portefeuilles. Hij zou niet gewild hebben dat toen Oostende een standbeeld voor hem wilde oprichten, men koos voor het borstbeeld van Wouters. Sommigen zeggen dat hij koos voor een minder sprekend beeld, omdat hij bang zou geweest zijn dat er meer over Wouters zou gepraat zou worden, dan over hemzelf?? Maar ook over deze laatste gedachte bestaan er twijfels.
De buste kan vele critici bekoren. Ary Delen schrijft lovend over de bronzen Ensor: "Dit is het leven zelf, de stof omgezet tot vleesch en bloed. Ook wie het model niet kent, zal getroffen zijn door het sprekende, het echte, het warmlevende dat straalt uit dezen aristocratische kop, met zijn spirituele ogen, zijn zenuwachtigen mond en schuchtere, schuwe expressie. Episch geweld, een lichaam dat trilt van diepe gloedende menschelijkheid..."
Wouters uitte zijn bewondering voor de schilder in enkele schilderijen die in het Schepenhuis te zien zijn. Zo herkennen we stijlfiguren van Ensor in 'de Etstafel', én in "Zicht op de Hoogbrug' (hierboven).
Eric Min schrijt hierover:
"(...) Al even ontstuimig oogt De schilder op de Hoogbrug in Mechelen, dat hij vermoedelijk tijdens een uitstapje naar zijn geboortestad in het begin van 1908 maakt, en waarin de driftige uithalen van Ensors paletmes natrillen."
James Ensor (1860 - 1949) groeide op in Oostende als zoon van een Engelse vader en een Vlaamse moeder. Evenals Rik wilde James als kind niet deugen. Hij viel al jong op met zijn tekeningen en volgde lessen bij plaatselijke schilders. Het talent van de jonge James was evenwel vele malen groter dan dat van zijn leermeesters. De stap naar de Brusselse Academie - 17 jaar oud, lag voor de hand. Daar studeerde hij drie jaren, maar net zoals in Oostende klikt het niet met zijn docenten. Wel leerde hij er verschillende vooraanstaande kunstenaars kennen. Wouters volgde twintig jaar later hetzelfde parcours...
Terug in Oostende richtte Ensor een eigen atelier in en zond hij regelmatig werk in naar verschillende salons, zonder veel succes. Pas veel later zou hij de erkenning krijgen waar hij zijn hele leven zo lang op gehoopt had. In 1929 werd hij zelfs in de adelstand verheven. In 1949 stierf baron Ensor op hoge leeftijd...
Rik Wouters heeft Ensor steeds bewonderd, en liet er zich door inspireren. Het is te merken in de voornoemde werken. Maar hij zal gaandeweg de zware verfpartijen en de klonterende materie van zijn idool achter zich laten, en zijn eigen stijl ontwikkelen...
De buste die Rik Wouters in 1913 van Ensor maakte, vertoont dezelfe expressionistische stijl als zijn buste van Jules Elslander uit het jaar daarvoor, en dat ook in de tentoonstelling staa. Het is in deze buste waarin niet weinig bezoekers ten onrecht Felix Timmermans herkennen. In beide bustes zien we portretten van gearriveerde persoonlijkheden die rust en kalmte uitstralen.
De buste van Ensor is tot en met 15 november te bewonderen in het Schpenhuis. Het borstbeeld werd uitgeleend door Vewood BVBA in Walem. De ontlener wil niet zo graag de aandacht op zicht vestigen. Zijn naam wil ik dan ook niet vermelden. Maar het is een Mechelaar die een groot kunstkenner is, en ook werk heeft van Ernest Wynants en Prosper de Troyer - ook al zo'n bekende Mechelse kunstenaars. Het kan gerust gesteld worden dat deze man, die een houthandel heeft, een echte mecenas is. Zij medewerking aan deze tentoonstelling wordt dan ook erg gewaardeerd. In het verleden kocht de stad reeds twee bustes van Rik Wouters aan, die in zijn bezit waren, en ook in het Schepenhuis te bezichtigen zijn...
bronnen: Mechelse Musea, met dank aan Bart Stroobants en Alexandra Pauwels / Biografie van Eric Min over Rik Wouters.(uitgeverij De Bezige Bij)
Prachtig!
Ensor!! Wéér een reden om nog eens binnen te stappen in het Schepenhuis!! Wat ik eerstdaags dan ook zal doen...op zijn 'twitters': #ensorfan
Toch wel erg blij dat deze Mecenas dit mogelijk maakt.
Eenzelfde buste staat in Mueseum Dhondt-Dhaenens.
Ik denk dat ik weet waarom Elslander zo vaak wordt verward met Timmermans. In Lier staat een beeld van Anne-Marie Volders die er erg op gelijkt.