Huis De Belle Paardenstraatje 13

 

Het late avondlicht valt door het raam op haar handwerk.

”Net op tijd af voor het te donker wordt.” zucht Margareta

Vingervlug hecht ze met een paar steken de draad af en knipt hem door. Het fijn geciseleerde zilveren schaartje hangt ze aan haar sleutelriem. Naald, draad en porseleinen vingerhoed legt ze zorgvuldig terug in het met hout ingelegde naaikistje.

Joos, haar tweede echtgenoot, bracht het voor haar mee van een van zijn vele reizen naar het buitenland. Ja, hij was weinig thuis geweest de vijftien jaar van hun huwelijk. Zijn zaakjes liepen dan ook goed. Hij liet haar niet onbemiddeld achter. Niet lang na zijn dood, twee jaar geleden, kocht ze dit pand in het Paardenstraatje.

 

Ze schudt de plooien uit de mantel waar ze net een hermelijnen randje heeft aangenaaid. Ze liefkoost het bont en legt het kledingstuk voorzichtig in de klerenkist.

Koud zal ze het niet hebben de komende winter. Ook niet in huis, daar zorgt ze wel voor. In elke kamer is er een haard, waarin Berend de knecht de vuren brandend houdt. Zo blijft het huis niet alleen warm, maar ook droog.

Geen luxe in een stad als Mechelen met zijn  vele vlietjes, die regelmatig overlopen.

Ze mag zeker niet vergeten het lederen winterschoeisel na te kijken en zo nodig  naar de schoenlapper te brengen.

Zij legt vlug nog een blok hout op het vuur en hangt de ketel met de avondpap in de haard.

Blij toe dat ze de kippen zo vroeg al gevoerd heeft daarstraks toen het nog redelijk licht was. Het wordt stilaan erg mistig en nu kan ze knusjes binnen blijven.

 

Ze schrikt op uit haar gemijmer. Een harde roffel op de deur.

 ”Tante, tante, kom vlug!!!”

Barbertje, het dochtertje van haar broer Laureys staat in het deurgat met een bang en wit gezichtje.

“Hoe kom jij zo laat nog op straat? En helemaal alleen?”

“Tante , vader, vader, er is iets mis. Je moet komen. Vlug, vlug als het u blieft, tante kom dan.”

Margareta trekt haastig een mantel om en steekt haar voeten in slechte laarzen.

“Berend zorg jij voor de vuren, ik moet nog weg!” roept ze en loopt haar nichtje achterna. Vuur in alle kamers goed en wel, maar gevaarlijk in een huis waar enkel zij en achtergevels in steen zijn opgetrokken.

Op straat moeten ze oppassen dat ze niet struikelen of uitglijden.

Barbertje rent zo snel dat Margareta haar nauwelijks kan bij houden, laat staan de kans krijgt te achterhalen wat er mis is met haar broer.

Allerlei wilde veronderstellingen gaan door haar hoofd.

Laureys durft sinds de dood van zijn vrouw wel eens te diep in het glaasje kijken.

Isabella stierf twee jaar geleden tijdens de pestepidemie, een kleine veertien dagen na Joos.

“Neen, God, laat het niet waar zijn! Laureys zal toch ook niet?” ze verdringt de gedachte. Het gerucht doet de ronde dat er opnieuw enkele sporadische gevallen gesignaleerd zijn.

Natuurlijk kan het best, gezien de lakse manier waarop de huishouding van haar broer de laatste tijd gevoerd word.

Zeven kleine kinderen waarvan de oudste net tien geworden, begin er maar eens aan als man alleen. Daarbij komt nog dat hij een na een de meiden en de knechten heeft ontslagen, in zoverre ze niet uit eigen beweging zijn weggegaan. Alleen Annechien blijft de man van haar meesteres trouw, al was het maar om de kinderen.

Ondertussen zijn ze bijna aan de Haverwerf, waar Laureys woont. Het huis ligt dicht bij de Dijle, wat Margareta’s angst voor de ziekte heel reëel maakt. Ze blijft erbij dat de ratten die vrij spel hebben in het pakhuis, wel eens de grote boosdoeners kunnen zijn bij het verspreiden van de ziekte.

 

De poort van het pakhuis staat wijd open. Tonnetjes gepekelde vis zijn hoog opgestapeld. De geur is doordringend.

Een gangetje mondt uit in de woonkamer waar een ijzige kou Margareta en Barbertje tegemoet waait.

Eleonoor van amper drie zit op de vloer, haar duimpje in de mond, wezenloos voor zich uit te staren, haar armpje rond de hals van een bruinwit gevlekt hondje.

De deur van de alkoof staat op een kier. Margareta aait het kleintje in het voorbijgaan over het hoofd.

 

schrijfoefening voor een schrijfcursus een paar jaar geleden. huis de belle maakte deel uit van de thesis die ik mocht lezen, mijn fantasie sloeg dadelijk op hol en ik zag zo wie er allemaal geleefd had ...

 

dat is straf dat ik niet in mijn eigen artikel mag komen verbeteren: ik heb volgens de pc geen toegangsrecht........dus, ik wou nog vertellen dat de mvsa haar stekje heeft in huis de belle heden ten dage

Ik moet zeggen dat ik onmiddellijk in de "slipstream" van het verhaal kwam. Ga verder Malenie (lacht)

mooi geschreven Malenie, ik zit vol spanning te wachten op 't vervolg!