(foto's: Jan Smets)
Ik ben nog niet lang terug van 5 dagen heerlijk uitwaaien in zonnig Zeeland, waar de zee 't groene land innig omhelst - dat platte land met verre einders waartegen 'n eenzame boerderij en windmolen contouren tekenen... En de boer: hij ploegde voort. De zee striemde en zalfde dit land. Meeuwen schrijven sierlijke lijnen in de strakblauw gewassen lucht. Daar ligt ook dat alleraardigste stadje Zierikzee - op Schouwen Duiveland: historisch stadje op mensenmaat - oude huisjes en mosselboten op 't water. Een stadje op het ritme van seizoenen en klanken van het carrillon. En daar staat ook die toren - de Dikke Toren, noemen ze hem: de Sint-Lievensmonstertoren. Bij de aanblik gaat zo'n schok van herkenning door deze Maneblusser. Deze gotische toren die niet tot 'wasdom' is gekomen, lijkt héél erg sprekend op onze Sint-Rombout... Té veel om zomaar toeval te kunnen zijn...
Dit is dan ook géén toeval! Hier is méér aan de hand!
In 1454 werd aangevangen met de bouw van deze Sint-Lievenstoren die 130 meter had moeten worden (sommige 'overdrijvers' beweren zelfs dat hij de hoogte van 207 had moeten bereiken, maar dat wil ik catalogeren onder 'fantasie'...).
De bouwmeester is niemand minder dan Andries Keldermans. Jawel: die Mechelaar..., telg van een beroemde familie van bouwmeesters. En, jawel: ook de man die Sint-Rombouts tekende! (voor diegenen die niet Wouter Coolman betitelen als architect van onze Trots).
De eerstesteenlegging van de Zierikse toren kwam er twee jaar na de start van de bouw van Sint-Rombout.
Dit rustige stadje had duidelijk het geld en de middelen om een toren-van-formaat neer te poten. Het was dan ook een belangrijke stad in die tijd.
De Zierikse toren vertoont meer dan opvallende gelijkenissen met zijn Mechelse voorbeeld. Het heeft een zelfde geprofileerd portaal in de westgevel, vierkante identieke onderbouw met een grondvlak van 24,50 m zijde, trappen in de noord-en zuiderfrijt, een klein poortje in de zuiderfrijt, met aan de oostzijde een grote hoge spitsboog geopend naar de in 1838 verdwenen kerk. Ik kan het allemaal lezen in het boeiende boek 'Mechelen, Sint-Romboutstoren en zijn beiaarden' van Frans Vermoortel. En die kon het weten.
Daar de werken aan deze Zeelandse toren in 1531 werden stilgelegd, bereikt hij momenteel slechts een hoogte van 58 meter, en dat blijft dus flink onder de hoogte van de onze. De onvoltooide romp werd netjes afgedekt met een plat dak.
Twee torens - heel gelijkend. Met een tussentijd van slechts 5 jaar gebouwd, in eenzelfde cultuurgebied: beslist merkwaardig.
Vermoortel vraagt zich in zijn boek af waarom de magistraten van Zierikzee beroep deden op onze Andries Keldermans... Hadden zij kennis van zijn plannen voor onze Sint-Romboutstoren? Hebben ze deze zo bewonderd dat ze ook zo'n mooie toren wilden voor hun stad? (ze hadden beslist gelijk - dat moet ik ze nageven. Géén toren is immers mooier dan de onze...)
En waarom kopieerde Andries de plannen van onze Mechelse toren zo getrouw in Zierikzee? (waarom zou hij dat doen, als de Mechelse plannen zouden getekend zijn door Coolman, aan wie sommigen Sint-Rombout toeschrijven? Hij zou toch niet zomaar andermans werk plagieëren denk ik dan...)
Andries Keldermans is trouwens erg actief geweest op Nederlandse bodem. Zo had hij de hand in de bouw van de Sint-Laureinskerk in Alkmaar, en de stadhuizen van Middelburg en Gouda... Verder was hij ook actief in Haarlem, Vere, Axel, Bergen-op-Zoom, enz... Zoveel zal hij niet in eigen stad aanwezig geweest zijn om de werken aan 'onze' toren op te volgen, bedenk ik mij.. (Misschien vertrouwde hij de leiding van de bouwwerken in Mechelen wel toe aan meester-metser Wouter Coolman? wie weet?)
Maar goed; We vertoeven nu in Zierikzee, waar ik verrassend aankijk tegen de Sint-Lievenstoren. Dit is werkelijk de 'kleine broer van Rombout'! Duidelijk. Méér dan duidelijk.
De 'Dikke Toren' bepaalt met zijn forse gestalte het silhouet van het stadje. Net zoals de Mechelaars, voelen de Zeelanders van Zierikzee een grote verbondenheid met 'hun' toren. Ze komen pas écht 'thuis' als ze hem van ver zien opdoemen...
Nooit is hij voltooid. Net zoals dat in Mechelen niet het geval was. Maar hier is hij nog in een vroeger stadium blijven 'steken'. Andries Keldermans begon er aan (25 jaar alleen al werd er aan de fundamenten gewerkt!), en later zette zijn broer Anthonis de werken verder. En na hem deed zijn zoon Rombout dat. Een grote stadsbrand legde in 1466 de werken voor lange tijd stil. De kerk werd niet met de toren verbonden, omdat men geen schade wou veroorzaken aan de bouwput van deze toren. Er werd wel rekening gehouden met een latere eventuele verbinding.
De versieringen van de toren zijn typisch voor de Keldermansstijl. Het is Brabantse gotiek van de bovenste plank.
De bakstenen voor de toren kwamen uit de omgeving van Dordrecht, Rotterdam en Gouda. De buitenkant werd bekleed met duurdere natuursteen (witte arduin) uit de streek rond Brussel.
De toren werd dus nooit voltooid...
Voor het stadsbestuur was hij een zware last. Regelmatig gingen stemmen op om hem af te breken. Maar gelukkig voerde men de plannen nooit uit. Na een aantal restauraties staat hij dus nu nog steeds te schitteren boven de huizen van Zierikzee.
Graag had ik de 281 trappen beklommen (en met de regelmatige bestijging van Sint-Romboutstoren in de kuiten zou dit maar een peulschil zijn...). Maar..., het toeristisch seizoen was nog niet van start gegaan... Dus: dit moet ik later maar eens overdoen. Graag zelfs. Het uitzicht op de omgeving moet érg de moeite zijn. Ik geloof het graag.
Mijmerend loop ik verder door de gezellige straatjes van het historische centrum van Zierikzee...
...tot ik oog in oog kom te staan met de Maecht van Mechelen....
Zierikzee had dus niet enkel een grote broer in Mechelen, maar duidelijk ook een maagdelijk vriendinnetje...
Een kleine aanvulling : achter de toren stond destijds een klooster (monastère), maar vermits Hollanders niet erg uitblinken in de taal van Molière, werd dat in de volksmond "monster", vandaar de St-Lievensmonstertoren.
En dat het 25 jaar duurde alvorens de funderingen voltooid waren kwam omdat de bouwput steeds met grondwater vol liep. Met een schroef van Archimedes werd het water in de bouwput jarenlang afgevoerd.
En net zoals bij ons werd de verdere bouw om economische redenen gestaakt.
Hadden de werken aan de funderingen niet zo lang geduurd dan was hij wellicht een stuk hoger geworden....
De eerste keer dat ik de "dikke toren" beklom was in 1988. Ik had toen net het boek van Frans Vermoortel gekocht en mijn mond viel bijna open toen ik op één van de pagina's een foto van een half afgewerkte St Romboutstoren zag staan. Enfin, het werd me vlug duidelijk en het week-end daarop stonden wij in Zierikzee. Daarna volgden nog een enkele keren. In de zomer van 1999 ben ik er 2x met de moto naartoe geweest. Prachtige streek en een pitoresk stadje (waar tijdens de overstroming in februari 1953 het water 2,10 hoog in de straten stond)
Op het dak van de "dikke toren" in 1988.
hoe hij ooit had moeten worden ??
@ Kokken & Jan Smets
Mooi reisverslag en prachtige aanvulling van Roger i.v.m. de naam van die Sint-Lievensmonstertoren. Ik ben er ook al een drietal keer geweest maar kende niet de door Roger sterk gefundeerde uitleg betreffende de naam. We reizen om te leren!
Een zeer mooi verslag, Jan. Ik ben als kind al opgegroeid in Zeeland. Mooi!
Nog een klein detail: het klooster achter de St. Lievensmonstertoren werd afgebroken maar paaltjes in de grond duiden de oorspronkelijke ligging aan. Hierbij valt het op dat de toren, in tegenstelling tot de St Romboutskathedraal, niet aan het klooster vast staat, maar dat hij een tiental meter verder werd gebouwd. Dit was geen fantasietje van een of andere "schieven architek" maar dit werd gedaan om te vermijden dat bouwput schade aan het klooster zou hebben toegebracht.
De doorgang tot het achterliggende kerkgebouw werd dichtgemetseld nadat schip en koor in 1832 afbrandden.
Ter vervollediging. Ook in Mechelen werd de toren apart van de kerk gebouwd. Reden: men wilde de toren zich eerst laten stabiliseren en dat zal ook wel het geval geweest zijn in Zierikzee. Pas veel later werd de laatste travee, die de verbinding maakt tussen toren en kerk gemetst. Maar men maakte een fout. De spitsboog werd slecht berekend ( er staat namelijk een halve zuil tegen de kant van de toren en vermits de punt in principe mooi in het midden moest staan tussen de eerste zuil en die muur van de toren moest men nu gaan mikken op de halve zuil.) En zo kun je een knik zien in de spitsboog van zowel de noordelijke en de zuidelijke eerste travee - de boog is dus niet perfect symmetrisch. Vanuit die knik vertrekt een wat gecamoufleerde scheur die loopt tot onderaan de dorpel van het venster er boven. Een dorpel die duidelijk scheef is. Waarom : een verzakking tijdens de metselwerken van de travee omdat de toren zich zlsnog "zette" en wat verzakte". Onze toren staat dus vermoedelijk een beetje scheef.
Rudi, ik denk dat alle torens een beetje scheef staan en vaak nog het meest scheef na ne goeie Carolus.-) . Dit neemt niet weg dat ge wel zult gelijk hebben.