(foto's: Jan Smets)
De zon schijnt gemoedelijk binnen. En buiten plooit de omgeving zich achter de daken in groene stroken tot ver aan de horizon. Aan de andere kant tekenen de torentjes van Waver een opmerkelijke skyline. Aan de tafel is het gezellig babbelen met zes vrouwen, die hier een nieuwe thuis vonden: de Mechelse gasthuisnonnen.
Zuster Myriam vertelt rustig. Ze praat over vroeger, over tijden die voorbij zijn, en wellicht nooit meer zullen terugkomen. Ze vertelt het sereen. Myriam vertelt over de laatste jaren in het 'OLV-gasthuis', waar ze werkte met haar medezusters, en ook over hoe het ziekenhuis langzaam maar zeker moderniseerde en een nieuw tijdperk inging. Het had ook gevolgen voor hen: de laatste zusters.
(schilderij dat zich nu in OLV-Waver bevindt...)
Het klooster moest verdwijnen voor de uitbreiding van het ziekenhuis. De historische vleugel aan de Keizerstraat bleef behouden. Maar wat hierachter stond moest weg. Ook het klooster. Het is een tikkeltje pijnlijk geweest hoe het allemaal gelopen is. Wellicht had het anders, en tactvoller gekund. Maar Zuster Myriam dekt het met mildheid toe. Er is géén bitterheid in haar stem te horen...
Maar ik kan de aantekeningen van Zuster Gemma inkijken. Zij is nu ook al enkele jaren geleden overleden. Gemma was de laatste directrice van het OLV-Instituut voor verpleegkunde in de Augustijnenstraat - de school die de gasthuiszusters ooit hadden opgericht. Toen waren de wonden nog vers:
"27 maart 1996: de toelating tot het bouwen van de tweede fase nieuwbouw van het ziekenhuis is toegekomen. Na deze vreugdevolle toekenning volgde in de grote gang een receptie. Na enkele dagen wordt het bericht van verhuizen bij onze algemene overste en raadzusters besproken. We krijgen drie weken tijd. Het OCMW-bestuur zal de firma Dockx van Antwerpen bestellen en de kosten dragen voor de verhuis. Na ongeveer 150 jaren hier in dit ziekenhuis ingeburgerd te zijn geweest, is het een enorm zware last. Maar gasthuiszusters houden zich stoer en sterk en voelen zich gesteund en bemoedigd. We worden enorm goed geholpen en danken iedereen die een steentje heeft bijgedragen. Materiaal verhuizen vraagt krachten, maar mensen verhuizen vraagt inzet en pijn... En dat we dit moesten meemaken, twee jaartjes voor de viering '8 eeuwen gasthuiszusters'... Onze voorgangers die er zich steeds voor inspanden het ziekenhuis nooit te verlaten mogen ons hier niet met de vinger wijzen (zo hopen we toch). Ja, wij gasthuiszusters zijn altijd graag hier in het ziekenhuis geweest, en hebben er graag gewerkt. We proberen nu in al onze herinneringen van goede en minder goede dagen verder te leven. Iedereen onze hartelijke dank..."
Zo schreef die sterke Zuster Gemma het neer. Gemma, die ik me herinner als een rots in de branding, intelligent, leidersfiguur, maar ook humoristisch... Die dag in 1996 toonde ze haar gevoeligste kant...
De overgebleven gasthuiszusters zochten een onderkomen in hun oude school, die enkele jaren voordien, in 1992 was ontbonden. Daar zouden ze nog enkele jaren wonen, in dit 'nieuwe klooster'.
Het ziekenhuis was verleden tijd, en ja, ook 'hun' school... Deze school was in 1954 opgericht in de Augustijnenstraat nummer 9. Het was het huis van advokaat Olbrechts geweest, en was het vroegere 'Hof van Duffel'. De school wordt uitgebreid met de voormalige woning van Kannunik Dessain in de Bleekstraat. Hier komen de nieuwbouw met klaslokalen. Een tuin scheidt de beide delen. Vanaf de jaren 1965 telde de school zo'n 120 tot 140 studenten. Nadat pogingen tot fusie mislukten in 1987 werd een punt gezet achter dit verhaal. Na veertig jaar stopt de school waarvoor kardinaal Van Roey opdracht had gegeven, en waarvoor de in onze stad bekende Jw. Hellemans zich ten volle had ingezet.... Het gebouw werd verkocht - mocht even 'opdraven' als decor voor het TV-programma 'The Block', en werd omgebouwd tot appartementen. Het gebouw in de Bleekstraat waar de zusters woonden na de verhuis uit het gasthuis, werd na de nieuwe verhuis na OLV-Waver, eigendom van het BIM-SEM-instituut....
(artikel over de school in de Kerjeuze Mecheleir)
Ik wil toch nog even de rol vermelden die de voormalige Sint-Romboutskliniek vervulde in het verhaal van de gasthuiszusters. Dit ziekenhuis in de Kanunnik De Deckerstraat, werd door dokter De Schepper opgericht in 1936. Dat jaar besloten zes zusters om daar de zieken te gaan verzorgen. Als in 1969 de dokter sterft, erven de gasthuisnonnen dit kleine ziekenhuis. Maar aangezien de normen van Volksgezondheid zo hoog werden, en vernieuwingen praktisch moeilijk lagen voor hen, zou het Bonheidense Imeldaziekenhuis de kliniek nog jaren overnemen.
Allemaal aflopende verhalen... Eén voor één sneuvelen de zekerheden. De geschiedenis loopt op haar einde...
Zuster Angèle die in die jaren van afbouw de laatste moeder was, schreef het zo neer:
"Met pijn in het hart doch voor beter comfort en verzorging van onze zieken, die dan toch voor alles voorrang genieten, stopt het hier voor ons. Wij allen hebben gedurende acht eeuwen het doel van onze roeping mogen verwezelijken en daar zijn wij dankbaar voor. Vele arme en grote sukkelaars hebben wij mogen helpen... "
Dit was de menselijke kant van het verhaal. Maar er was ook nog een keerzijde: er waren ook nog heel wat kunstschatten daterend uit die acht eeuwen. En dat was beslist niet min. Ook hierover volgden nog wat schermutselingen, die we niet tot in detail willen oprakelen. Maar uiteindelijk is er dan een overeenkomst: al de voorwerpen die in het ziekenhuis zelf staan of hangen, zijn voor het Mechelse OCMW. De kunstschatten die aanwezig waren in het klooster, waaronder de overbekende Besloten Hofjes zijn voor de zusters. Nu bevinden de Hofjes zich tijdelijk in De Zalm op de Zoutwerf (nadat het Schepenhuis ze herbergde na de verhuis uit het klooster in de Keizerstraat...). Toch zijn deze Besloten Hofjes nog steeds eigendom van de nonnen, en heeft de stad ze slechts in bruikleen...
(detail Besloten Hofje)
In het rusthuis De Pauw in OLV-Waver waar de resterende zusters nu wonen, hangen nog mooie historische schilderijen die ze meenamen uit Mechelen. Dit rusthuis is in 1895 gebouwd op gronden van de gebroeders, burgemeester Edward en Isidoor De Pauw. Bij hun overlijden schonken ze hun eigendommen aan de Mechelse gasthuiszusters.
De circel is rond.
Wat een rijke geschiedenis.
(Antoinette Haesendonckx)
Aan de tafel waar we allen zitten om dit verhaal op te tekenen en te filmen, zit ook Antoinette Haesendoncx. Deze kwieke oudere dame komt regelmatig op bezoek bij de zusters. Antoinette was leerkracht in de Waverse normaalschool. Als jonge vrouw werd ze op de Leuvensesteenweg aangereden, en zwaargewond met een dubbele open beenbreuk naar het gasthuis gebracht. Daar heeft ze acht maanden verbleven. Omdat haar familie ver woonde, werd ze vertroeteld door de zusters. Zo ontstond een bijzondere band - tot op de dag van vandaag.... Vooral met die kleine, maar dappere Zuster Gerarda had ze een goeie relatie:
"Zuster Gerarda was een aparte hoor. Ze was een handige, bekwame verpleegster. Maar bovendien had ze een groot en goed hart. Mijn ouders die in Herentals woonden, konden niet zoveel op bezoek komen in het ziekenhuis. Die lieve sterke Gerarda heeft zich toen erg om mij bekommerd. Ze was een vrouw met veel visie op het leven. Ook was ze beslist heldhaftig. En wat ze deed voor het joodse meisje Emilie Fresco is een verhaal om in te kaderen. Over dat verhaal werd een aantal jaar geleden, bij 'Stad in Vrouwenhanden' een tentoonstelling opgezet in de Noker. Emilie verbleef met haar joodse familie in de Dossinkazerne, wachtend op deportatie. Maar Zuster Gerarda heeft haar het leven gered. Ze verzorgde het meisje in het ziekenhuis, en wist de bezetter steeds om de tuin te leiden. Het verblijf van het meisje werd steeds verlengd, en ze lukte er in om Emilie te laten ontsnappen. Daar kwam een ladder bij te pas... Ook heeft de moedige non hiervoor een korte tijd in de gevangenis gezeten. Maar zonder angst smokkelde ze brieven van gevangenen voor de buitenwereld onder haar kap mee. Emilie is het nooit vergeten. Zij zou haar verloving afbreken, en ze werd gasthuiszuster - uit dankbaarheid.... Ze nam de naam Zuster Andrea aan. Haar familie kwam om in de concentratiekampen. Zuster Andrea zou de tentoonstelling die rond haar leven en uitzonderlijke verhaal werd opgezet, nooit zélf zien...Ze stierf voor de opening..."
Ik luister geboeid naar wat ik te horen krijg. Ondertussen legt Rudi Van Poele de getuigenissen vast op film...
Nog één keer wil ik de schijnwerpers richten op hen. Nog één keer - in een laatste deeltje. Dan vertellen de zusters hun eigenste persoonlijke levensverhaal....
(Rudi Van Poele met de zusters Theresia, Agnes en Myriam, de opgenomen beelden bekijkend...)
Het grappige was dat de meeste nonnen zichzelf nog nooit op film hadden gezien. Het zal bijzonder leuk zijn hen de beelden op groot scherm te laten zien. Misschien een tip voor een Mechelen Blogt happening?
Met genoegen las ik het verslag van het gesprek met de weinige overblijvende Gasthuiszusters. De Augustinessen waren onder die naam algemeen gekend in Mechelen.
Zelf heb ik 25 jaar met mijn ouders gewoond in de woning die aan de Zwartzustersberg lag. Mijn vader reed met de ziekenwagen van de toenmalige COO, jarenlang als enige ambulance in Mechelen. Ik leefde dus letterlijk samen met de nonnen. Zij maakten deel uit van ons familieleven en waren van dicht betrokken met alles wat in onze familie gebeurde. Het is pas veel later dat ik mij bewust werd van het geweldige werk dat de Gasthuiszusters gedaan hebben. Kunnen wij ons vandaag nog voorstellen dat jonge vrouwen zich kleedden in alles bedekkende gewaden, met schapulier en grote gesteven kap. Geen pijltje haar mocht zichtbaar blijven, enkel de handen en het gelaat waren "blootgesteld" aan het zicht. Roept dit geen paralel op met sommige beelden in onze samenleving?
Het klooster was voor ons altijd verboden terrein en het is slechts enkele jaren geleden dat ik bij een open monumentendag in het klooster ben geweest. De kapel kende ik beter want ik heb er jarenlang de uitvaartdiensten gespeeld op het historische orgel. Telkens momenten om nooit te vergeten, die sfeer van rust en stilte, die stille aanwezigheid van de knielende en biddende nonnen op "hun" hoogzaal...Maar dit alles is onherroepelijk voorbij , misschien toch wel een verarming.
Maar nog even over het geweldige werk van de Gasthuiszusters die allen een eigen taak opgelegd kregen. Zo bijvoorbeeld verantwoordelijke voor een ziekenzaal, een grote zaal met twee rijen bedden open naast elkaar. Veel privacy was er niet behalve bij stervenden waar men dan een scherm rond het bed plaatste. De zuster was permanent van dienst,geen vacantieperiode, geen vacantiegeld, geen vaste werkuren, en uiteindelijk ook geen rechten maar wel veel plichten. Dat was een vanzelfsprekende zaak, geen discussie, geen tegenstand, volop dienen. Ik herinner mij zo o.a. zuster Berchmans die zich gespecialiseerd had in het maken "smyrna"-tapijten. Wkeregen er zo enkele als huwelijksgeschenk en een ervan is nog altijd in gebruik. Ook zuster Andrea (waarvan sprake in uw verslag) herinner ik mij als een toegewijde maar ook zeer strenge zuster. En dan was er natuurlijk Moeder Overste die voor mij zo onbereikbaar hoog stond dat ik als enige herinnering heb de enkele zeldzame bezoeken die ik aan haar "bureau" bracht. Ik zie ook nog de besloten hofjes daar staan die ik trouwens als knaap helemaal niet mooi vond.
Andere zusters die ik mij goed herinner waren zuster Odrada en zuter Louisa. De eerste was verantwoordelijk voor de keuken en verzorgde dus alle dagen, weekend inbegrepen voor de maaltijden van de patiënten en de zusters zelf. Met vrij primitieve middelen moest alles klaar gemaakt en ook bewaard worden. Daarvoor beschikten ze over de kelderruimte waar nu de ondergrondse parking is gemaakt. Die kelder was voor mij en mijn kameraden een verboden en dus aantrekkelijk speelterrein. We verbonden allerlei gefantaseerde details aan afgesloten ruimten, aan de immens grote chauffageketels (met kolen gestookt) en aan de opslagruimten van de keuken waar de grote biervaten een ideale schuilplaats boden voor onze fantasierijke spelletjes. Het gebeurde meermaals dat we zuster Odrada de daver op het lijf joegen door plotse geluiden te maken waar zij een volledige stilte verwachtte. Op het moment zelf gaf dit aanleiding tot dreigende straffen en verbodsbepalingen, achteraf zijn het pittige anecdotische herinneringen.
Zuster Louisa was bazin van de wasserij en zwaaide de plak over meerdere "meiden" (zo werden ze genoemd). Een niet aflatende stroom van wasgoed werd dagelijks aangevoerd en gekookt en gewassen in grote kuipen en daarna gestreken. Mijn vader heeft menigmaal kleine reparaties uitgevoerd aan de machines zodat het werk door kon gaan. Wat op mij de grootste indruk maakte waren de grote droogkassen, in de middelste van de drie ruimten van de wasserij. Grote panelen, vertikale schuiven, werden uit de droogkast getrokken om het gedroogde wasgoed te vervangen door "nat". In de zomer was de hitte in deze ruimte nauwelijks te harden. De derde ruimte werd gevuld door een immens grote strijkmachine. Deze bestond uit een met doek bedekte rol van bijna 1 meter doormeter en ruim twee meter lang die elektrisch verhit werd. Het wasgoed werd dan door twee "meiden" ongeplooid onder de rol geschoven en daarna opgeplooid. Ook hier was de hitte, winter en zomer haast ondraaglijk. Maar zuster Louisa en haar helpsters waren altijd aanwezig en aan het werk, zonder verluchting, zonder airco, zonder bonussen en zonder premies.
In het midden van de grote tuin was een rond vijvertje aangelegd Het eilandje in het midden was verbonden met de oever door een bruggetje. Een meer aantrekkelijk speelterrein is moeilijk denkbaar en ook hier reikte onze fantasie tot olympische hoogten. Mijn moeder vertelde mij een incident dat ik mij niet herinner omdat ik te jong was. In volle zomer had ik mij helemaal ontkleed en ging zo in het water. Toen een zuster (ik weet spijtig genoeg niet meer welke) dit in het oog kreeg werd de aanblik van mannelijk naakt haar teveel en kwam ze in paniek, en met de armen in de lucht naar mijn moeder gelopen om haar deze inbreuk op de zedelijkheid te melden. Mijn moeder sloeg de angst om het hart omdat ze dacht aan een echt ongeluk. Ik kreeg wel de strenge instructie om mijn neigingen naar nudisme te onderdrukken en in het vervolg alleen nog zedig gekleed in de tuin te spelen.
Een andere zuster waaraan ik herinneringen heb - zij het heel werinig - is zuster Theresa. Ook een verantwoordelijke voor een ziekenzaal maar die regelmatig met de ambulance meereed. Zo ook op 5 mei 1945. Het werd haar laatste rit want de ziekenwagen werd door twee engelse jagers verkeerdelijk ingeschat als vluchtauto voor duitse soldaten en gemitrailleerd. De wagen vloog in brand, de patient op de draagberrie was op slag door en de zuster was dodelijk gewond. Mijn vader, zelf ook gewond aan het been, heeft haar uit het brandende voertuig gehaald en ze is in zijn armen gestorven. Dit gebeurde aan het kruispunt "de quatres verres" in Sint-Katelijne-Waver. Nergens is er enige vermelding van te vinden want onze "bevrijders" konden natuurlijk geen kwaad doen! De ziekenwagen (een Chevrolet uit 1932) werd door de garage Festraets terug opgebouwd en bleef nog in dienst tot 1949. De tijd van de herstelling was het behelpen met het ziekenvervoer met een oud legervoertuig (Morris bestelwagen van het Engels leger). Ik heb mij altijd - en de laatste tijd meer en meer - afgevraagd waarom deze gebeurtenis zo volledig uit de geschiedenis is verdwenen. Twee mensenlevens, een gewonde en een uitgebrande ziekenwagen (enige in de stad) is toch niet niks?
Mijn besluit is dat men de Gasthuiszusters van de laatste generatie niet genoeg kan eren en ook in de belangstelling brengen. ZIj hebben in alle stilte en bescheidenheid, plichtsgetrouw en zonder morren in onze stad een cruciale rol gespeeld in de ziekenzorg. Laten we dit nooit vergeten.
Prachtig verhaal met heel veel waarheden. Mooi.
prachtig weer een beetje mechelse geschiedenis geleerd!
Bedankt voor deze meer dan waardevolle bijdrage aan deze post Urbain!