Het artikel over ons Vlietenmuseum heeft me aan het denken gezet over de situatie van de IJzerenleen in vroegere tijden. Vooral omdat ik altijd aan onze bezoekers vertel dat die fameuze leuningen er pas gekomen zijn nadat de vliet overwelfd werd. Dat laatste gebeurde in 1530 en in 1532 verschenen de leuningen. Hoe dan die schets van de post over het museum verklaren en tegelijkertijd ook de afbeelding die aan de werf wordt getoond met de oude Sint Maartenkapel en een open liggende vliet aan de vismarkt met … leuningen? Wat is nu de waarheid? Ik ben even gaan grasduinen bij twee specialisten ter zake.
In 1997 gaf Henri Installé, eminent oud archivaris van deze stad, een uitermate interessant werk over Mechelen uit in de reeks van historische stedenatlassen van België. (Uitgave Gemeentekrediet) Het betreft hier een beschrijving van de stad Mechelen gebaseerd op het op één na oudste stadsplan van onze stad, het zogenaamde plan van Jan Van Hanswijck. Een schat van informatie. Het plan dateert uit 1576.
Hieronder een detail over de IJzerenleen uit dit plan. Wel even opletten want het plan dat Installé bestudeerde is eigenlijk een kopie van het originele uit 1812 en werd gemaakt door… jawel De Noter.
Je ziet duidelijk dat alles dicht ligt en dat de leuningen staan waar ze nu nog staan. Het lage gebouw voor het vleeshuis is vermoedelijk wat rest ( of in de plaats kwam) van de oude vismarkt.
In de begeleidende tekst schrijft Installé:
“Langsheen de zuidelijke oever van de vliet bij de grootbrug tot aan het vleeshuis, werd in de 12de en 13de eeuw de vismarkt gehouden. Daar die echter te veel overlast veroorzaakte voor de intense circulatie in dat drukke stadsgedeelte, werd rond 1280 een deel van die vliet, tussen even voor het vleeshuis en de plaats waar nu de ijzeren leuningen staan, overwelfd. Men noemde het de visbrug omdat voortaan daar de vismarkt werd gehouden. Tussen deze visbrug en het vleeshuis bleef een deel open en niet overwelfd! Het stuk tussen de visbrug en de grootbrug werd net rond 1530 overwelfd. In 1532 werden de nog bestaande leuningen geplaatst. Na de overkluizing dus en wellicht omdat men wilde verhinderen dat men met te zware lasten op dit toch wel brede welfsel zou komen, daar men meende dat instortingen zouden kunnen gebeuren.”
Ik ben ook te rade gegaan bij dat andere Mechelse monument: Marcel Kocken en die heeft onderstaand schetsje met de situatie vroeger en nu in zijn boek “ gids voor oud Mechelen”afgebeeld met volgende commentaar:
“Langs de vliet kwamen de schepen om in het hart van de stad hun vis te lossen en te verkopen. Daarvoor werd in 1279 een deel van de vliet met een houten vloer toegelegd en in 1380(!) overwelfd. Dit was de zog. visbrug, eigenlijk de vismarkt, die daar bleef tot 1530 om dan naar de zoutwerf te worden overgebracht (en later naar de huidige vismarkt - noot van de blogger). De vliet zelf was afgezet met ijzeren leuningen die er in 1531-1532 geplaatst werden. De vliet zelf werd in 1674 volledig overwelfd !!!
Ja mannen, wat is het nu? Eén ding staat vast : de data van de plaatsing van de ijzeren leuningen : 1531-1532. Maar is er hier sprake van bijkomende overwelving van een open gebleven deel in 1674 en was er dus in 1530 slechts een deel overwelfd? Of was alles toch al dicht sinds 1530?
Wel in dezelfde stedenatlas van Henri Installé, toont men nog twee plattegronden van voor 1674 en die tonen alle twee een volledig overwelfde vliet. Hieronder een detail uit een gravure van 1657, die dan weer gebaseerd is op een plan uit 1581. Duidelijk en toch weer vraagtekens? Moeten die puntjes die ijzeren leuningen voorstellen? En wat zijn dan die constructies voor het vleeshuis? Een slechte interpretatie van het detail op het plan Hanswijk ( dus resten van de oude vismarkt).
De andere ( niet getoonde ) gravure is uit 1649 en ook die toont een volledig overwelfde vliet.
Tenslotte zoals ik al aanhaalde: op het oude straatnamenbord stond wel degelijk “naar de borstweringen aan de overwelfde vliet”.
Eén ding staat vast. Het blijft opletten met de Noter en dus met de schets in de post van het vlietenmuseum en de tekening aan de werf van de IJzerenleen, maar ik blijf trouw aan mijn 30 jaar oude versie van het verhaal.
Prima verduidelijking Rudi.
Maar, "Hieronder een detail uit een gravure van 1657"
Komt dat fragment niet uit het plan van Braun en Hogenberg van 1574?
En inderdaad, het is steeds opletten met De Noter want ik heb al enkele keren vastgesteld dat hij de kijker een ferm oor aannaait. Uiteraard kon hij de toestanden van enkele eeuwen voor zijn tijd niet kennen en diende hij zich te baseren op plannen e.d., maar dat was natuurlijk geen reden om her en der de St. Romboutstoren te laten opdraven op plaatsen waar hij niet stond...
Volgens een tekst uit de Kronieken heeft men in 1532 de Vliet overwelfd tot ter hoogte van de Borzestraat (of de Visbrug) , er zou nog een deel opengelegen hebben tot aan het Vleeshuis , en dit werd pas overwelfd in 1674. Is met de afbraak van de Vismarkt ook de overwelving afgebroken , en lag de Vliet terug open , tussen Vleeshuis en Borzestraat ???
Op het plan van De Venter uit 1550 ligt er idd nog een stuk vliet open langs weerszijden van het vleeshuis.
Roger, die afbeelding is wel degelijk gebaseerd op Braun en Hogenberg. Maar het is niet duidelijk of dit beeld niet komt uit een latere uitgave in Amsterdam uit 1657 of niet. Dat is nogal onduidelijk. Ik heb me mogelijk vergist omdat ik zocht naar afbeeldingen voor 1674 en in de begeleidende tekst verwijst naar een uitgave van Braun en Hogenberg in Keulen uit 1581 en dan verwijst naar vroegere uitgaven in 1574 -"liber primum" (dus je datum van hierboven) maar ook een uitgave uit Amsterdam 1657. Ik had makkelijk 1581 kunnen nemen om mijn grote gelijk te halen, maar dacht met 1657 te vermelden dichter bij 1674 te staan. Die 1574/1581 geschiedenis versterkt alleen maar mijn stelling. Die vliet lag al dicht in 1530.
Bedankt ook voor het plan uit 1649 dat je me op mijn email stuurde -het is wel degelijk het plan Blaeu.
Willy, ik haalde tekst aan van Installé : Tussen deze visbrug en het vleeshuis bleef een deel open en niet overwelfd! en heb je daar een punt net zoals het plan Deventer. Mogelijk bleef dit stukje open en dus ook in 1550 ( Roger kan je me dat plan Deventer bezorgen, ik kan het me niet zo direct herinneren, misschien is dit plan dan weer een kopie van een nog ouder totaal onbekend plan - mooie denkpiste!) maar dan blijft de vraag waarom alle andere plannen ouder dan 1600 wel een volledig gedichte vliet tonen. Ik kan nog aannemen dat De Noter in zijn kopie uit 1812 weer eens een loopje nam met de waarheid en de situatie uit zijn tijd invoegde, maar dat geldt niet voor de twee andere plannen uit 1547/1581 en 1549. Intrigrerend.
sorry lees 1574/1581 natuurlijk en 1649. Ik ben nooit sterk geweest in data en wiskunde hé mannen!
Roger op geen van beide plannen die je me stuurde (dat laatste van 1549, moet dat Deventer voorstellen? Het is dat van Hanswijk volgens mij) zie ik water open liggen. Naast het vleeshuis - dat heeft mijn inziens weinig met de situatie op de IJzerenleen te maken, vrees ik. Ik zie in elk geval geen water, ik zal mijn brilleke nog eens opzetten zenne.
Plan De Venter is onderweg Rudi
Hé Roger - gat in mijne cultuur dat plan De Venter. Al over gelezen, nooit gezien ! Schitterend. Zeer intrigerend, maar eigenlijk bevestigt dit de twee stellingen van hierboven. Er bleef een stuk open liggen zoals Installé schreef en dat werd later overwelfd. Wanneer nu? 1674 zegt Kocken en ik wil daar niet aan twijfelen, ik ga er van uit dat dit in de archieven van 1674 moet terug te vinden zijn. Maar is dat zo? Waarom staat dat dan niet op geen enkele andere tekening?
Feit is dat het grootste deel van de vliet al overkluisd was met name zeker dat deel met de leuningen en dat het verhaal van niet rijden over de gewelven kan kloppen. Aan het nog open liggende deel was dat uiteraard niet nodig!
Thanks voor dat plan maat.
Een bijzonder interessante bijdrage, Rudi! Food for thought !
Dienstmededeling: ik heb de tekst wat gefatsoeneerd voor je, zodat alle vreemde tekens in de inleiding nu naar andere oorden vertrokken zijn ;-)
En het wordt nog gekker want op deze kaart van Tindall Rapin uit 1744 zijn enkele kleine huisjes, met afrastering, te zien op de plaats voor het Vleeshouwershuis.
@Gym: zou kunnen dat deze tekening dan weer terug grijpt naar oudere voorbeelden waarop ook die gebouwen of iets dat er op lijkt voorkomen - dat had ik boven al geopperd.
Maar op die oude tekeningen, net zoals hier (maar na 1674 dus in principe normaal) geen water te zien voor die gebouwtjes.
@Markec : bedankt voor het fatsoeneren. Misschien kan jij me verklaren waarom ik telkens een hele alinea chinees krijg als ik een tekst invoeg ( kopieëren/plakken) vanuit windows. Dat gebeurt telkens en ik vind dat ergerlijk.
Rudi, is je tekst in word gemaakt (voor je knipt en plakt). Zorg dan zeker dat alle layoutkenmerken eruit zijn, (geen onderlijning, vet, cursief, ...)..
Kan misschien helpen...
Of in de 'code'-modus werken (zo werk ik), maar dat is al wat ingewikkelder...
@ Gym: tiens Tindal Rapin?? Ik ken deze plattegrond als de kaart die in 1745 gemaakt is door Basire.
Verschenen in : P. De Rapin-Thoyras, Histoire d'Angleterre ....(?)
Inderdaad merkwaardige bouwsels tussen het Vleeshuis en de leuningen. Maar in hoeverre is die kaart correct? want op diezelfde kaart staat de halletoren van het stadhuis als een ronde dongeon afgebeeld...
Het is niet aan mij om aan de wijze woorden van Installé te twijfelen:' Daar die echter te veel overlast veroorzaakte voor de intense circulatie in dat drukke stadsgedeelte, werd rond 1280 een deel van die vliet, tussen even voor het vleeshuis en de plaats waar nu de ijzeren leuningen staan, overwelfd. Men noemde het de visbrug omdat voortaan daar de vismarkt werd gehouden.'
Nochtans is er een financieel aspect dat zeker zal meegespeeld hebben. De Mechelse bazen van toen ( 1279 ), de Berthouts, waren onbetwist heerser over de mechelse waterlopen. De inkomsten van wat zich daar afspeelde was kassa-kassa voor die familie. Het vleeshuis en de vismarkt werden dus niet naast maar bovenop de vliet gebouwd zodat die inkomsten konden veilig gesteld worden.
Wanneer de Dijle en Melaan versmald werden om grotere diepgang toe te laten werd de ' op het water gewonnen grond ' eigendom van? ... juist, de Berthouts. Zodat nieuwe straten met bouwpercelen ontstonden aan de Lange Schipstraat, Nauwstraat, Dobbelhuizen, Varkenstraat en Huidevetterstraat. Weeral kassa, kassa.
Deze mosterd komt uit het boek ' Het Steen en de burgers ' pag. 67. Veel plezier!
Een heel 'Plezante Bijdrage' Rudi! Oude kaarten zijn naar mijn ervaring altijd (of toch heel vaak) moeilijke bronnen omdat er vroeger schijnbaar veel werd gekopieerd en gefantaseerd door graveurs waarvan je je kan afvragen of die ooit in de stad geweest waren die ze tekenden. Ik heb zo een kaart van het oude hertogdom Brabant door Robert de Vaugondy in mijn bezit waarin volop geïmproviseerd werd met plaatsnamen (Willebroek bv. werd Villebroecht). 'Brugge' ligt op die kaart ergens tussen Boom en Schelle! En dan moet je weten dat Vaugondy en zoon nog een goede reputatie hadden als cartografen en werkten voor Louis XV!
Afgaan op hoe de IJzerenleen (of de leuningen) op oude kaarten werden weergegeven lijkt mij dan ook 'risky buzziness'. Kunnen de archieven van de stad (oude rekeningen of briefwisseling bijvoorbeeld) geen definitieve klaarheid scheppen in dit mysterie?
Nog een andere vraag die ik me stel is hoe schepen op die vliet geraakten. De boogvormige 'onderdoor' richting IJzerenleen lijkt mij wel heel krap om er - al was het maar - een sloep door te jagen...
@Roger: ik heb die kaart thuis hangen en ze is, afgaand op de informatie die ik erover terugvond, getekend door de Engelse graveur Isaac Basire voor een driedelige 'History of England' door auteur Nicolas Tindal - in feite een 'verderzetting' van het werk van de Franse auteur Paul de Rapin. Die Tindal wordt aanzien als een van de eerste grote historici van Engeland en naar ik vermoed was hij familie van de in 1536 in Vilvoorde gewurgde en op de brandstapel gezette Engelse bijbelvertaler William Tyndale (de familie Tindal heette oorsponkelijk Tyndale, maar veranderde volgens verschillende bronnen - en om evidente redenen - de schrijfwijze van haar familienaam). Een mens vraagt zich wel af waarom er in een 'geschiedenis van Engeland' zo per se zo'n gedetailleerde kaart van Mechelen moest komen. Een beeleke van het paleis van Margaretha van York zou men nog kunnen verwachten, maar dat paleis staat dan weer niét op de kaart vermeld (er staat vrij neutraal 'The Court House')... Enfin, dat is natuurlijk weer een heel ander verhaal.
Beste Kevin, goed dat je meedenkt over die leuningenkwestie in inziet dat je verdomd voorzichtig moet zijn met die oude tekeningen. Wat de ijzerenleen betreft heb ik een kaart gekregen die van rond 1550 dateert ( het plan De Venter) van Erkaa. Dat toont wel nog water in de Ijzerenleen Misschien kan hij eens het detail uitvergroten op de blog zetten? Roger, dank bij voorbaat :-). Dit is dus in tegenspraak met het plan van Hanswijk. Verder vermoed ik dat de vermelde data in de werken van Installé en Kocken wel gebaseerd zijn op de archieven.De datum 1674 is toch geen toeval?
Wat betreft die kaart van Nicolas Tindal. Zie ook de reactie van Gymicko die met een gelijkaardige kaart komt. Van welk jaar is die kaart ongeveer. Voor de vermelding van het paleis van MvO als "court house" is de verklaring :indien ze van voor 1616 is court gewoon het hof, is ze van daarna dan kan Court house verwijjzen naar gerechtshof want vanaf dan zetelde de Grote Raad in het voormalige paleis van MvO.
Maar ik zou zeer goed oppassen met die kaart en dit niet als klakkeloos waar aannemen.
Schepen onder de brug?. We weten niet hoe die situatie was in de 14de/16de eeuw natuurlijk. Is het gewelf nu niet lager door de latere overwelving? Wachtte men op een lager tij om door te kunnen? Ik denk verder eerder aan platbodems met "aandrijving" door stokken die zo makkelijk verder de stad in konden. Zo konden de grotere schepen in de haven gelost worden en werd het materiaal op die platbodems de stad in gevoerd.
Rudi, ik zou eens moeten nakijken of er op de tekening zelf iets van datering staat, maar als ik me goed herinner wordt die kaart ergens gesitueerd tussen 1744 en 1747. Beetje buiten de periode waarover we spreken dus (maar hoe dan ook een heel mooie kaart).
Op Google Books kan je die befaamde 'History of England' trouwens terugvinden. Ben er al eens in gaan grasduinen, maar voor zover ik kon nagaan weinig vermeldingen voor Mechelen, Malines of Margereth(a) van York...
Maar nu zijn we echt aan het afdwalen ;-)
De doorvaart richting Visbrug moet alleszins héél smallekes geweest zijn. Maar zelfs héél smallekes kon natuurlijk wel, zie bijvoorbeeld de Bourgogne of de kanaaltjes in Engeland!
Rudi, jij vraagt, ik draai :-)
Hieronder een fragment uit de plattegrond van Deventer uit 1550 met zicht op de IJzerenleen
En op deze kaart is ook de "Vleeshouwersvliet" afgebeeld (die de 4 zijstraten van de IJzerenleen dwarste en achter de huizen van halverwege de Korte Schipstraat aansloot op "de Gracht").
Prachtig hoe hier in stukken en brokken wordt gepuzzeld aan een Mechels verleden... Dit is Mechelenblogt op z'n best!!
En ook de vliet die de koolvliet ( ijzerenleenvliet) verbond onder de huizen van de Ijzerenleen naar de Begijnenstraat. Voor zover ik weet loopt ze er nog steeds.
De Gracht is toch ook die vliet wiens monding we zien recht over 't pleintje?
A propos, nu we het toch nog eens over de Mechelse vlieten hebben: ik merkte onlangs, tijdens een avondlijke wandeling (in niét beschonken toestand, voor wie het zich afvraagt) dat bij de graafwerken die momenteel plaatsvinden aan de Wollemarkt/Stassartstraat, ter hoogte van het 'gruun waterke' een stuk van de overwelving van de Melaan (of een deel van de Ankerbrug?) kwam bloot te liggen. Spijtig genoeg heeft de aannemer niet gewacht op mijn 'fotomoment': de dag erop was het handeltje al snel weer dichtgesmeten :(
(Afbeelding Mechelen Mapt)
De Gracht - monding in de Dijle tegenover 't Plein...
(foto: Jan Smets)
Wat het al dan niet overwelven van de vliet op de IJzeren Leen betreft, dacht ik dat de visbrug (het stukje overwelfde vliet dus), een tijdelijke oplossing was om er vis te kunnen verkopen. Met wat planken was een stuk van de vliet al snel "overbrugd".
Dat zou alvast passen in het verhaal van Luc. De Berthouts kunnen er taksen op heffen de visafval kan meteen in de vliet. Parktisch en proper.
Het zou ook meteen verklaren waarom er soms wel en soms niet een overbrugging te zien is op de afbeeldingen.
Goed opgemerkt van Peter. Als beloning krijgen hij en jullie een fotootje van een stukje opengelegde vliet in de tuin van het ondernemershuis. de foto is genomen van achter de tralies van een deur in het hoekje van het klein begijnhof ( naast die resten van een pomp)
Ter verduidelijking. Dit vlietje is een aftakking van de Heergracht en liep onder schuttevee en het klein begijnhof door. Ik heb ooit de vlietjes min of meer uitgetekend op een oud stadsplan en hierbij een detail:
het volledige plan volgt hier:
En nu we toch aan het speculeren geslagen zijn over de Ijzerenleen. Wat denken jullie van de theorie dat de nieuwe melaan ( dat is dus die nu terug deels open ligt) gegraven is om deel uit te maken van een soort eerste stadswal. Hieronder volgt een schets met de vooropgestelde wal in het rood. Het is een feit dat de nieuwe Melaan gegraven werd en met de Oude Melaan ( die vertrok aan de Winketbrug) terug samenvloeide in de huidige tuin van de aartsbisschop ( het hellegat, wat een plezant toeval ) . Vandaar loopt de Melaan in een halve cirkel verder en de gracht takt af naar de Dijle. Is het een toeval dat er zowel aan de noordkant de monding van de nieuwe Melaan uitkomt pakweg tegenover de Hertshoornstraat, die algemeen beschouwd wordt als een restant van de eerste stadswal rond de oude kern (op de Korenmarkt) en dat de Gracht uitkomt tegenover 't Pleintje een straat die ook deel uitmaakte van die eerste stadswal. Zo bekwam men een wal rond de twee stadskernen. Te situeren ergens rond het jaar 1000? Trouwens sporen van de ouste stadswal zijn opgedoken bij het maken van het appartementscomplex van de site Lamot.
Als Hombekenaar en dusdanig als buitenstaander zou ik er mij niet mogen tussen moeien. Maar ja.
Ik kijk wel met bewondering naar al die vroegere pentekenaars die de stad zo mooi wisten voor te stellen maar anderzijds heb ik toch bedenkingen naar de benadering van de werkelijkheid. Ik moet vaststellen dat de meeste van die tekeningen uit vrij grote hoogte werden gemaakt. Zaten die dan ergens in een luchtballon of hoe ging dat ?
Bij die vismarkt zo kort bij het schepenhuis heb ik ook vragen. Zou dat daar niet eerder een veemarkt geweest zijn, alhoewel twee veemarkten in de stad. Maar als het een veemarkt zou geweest zijn, zouden die afspanningen wel eens kunnen gediend hebben om het vee aan vast te binden. En die kraampjes zo kort tegen het schepenhuis voor de verkoop van " lever en zoom " misschien. En spek zal toen ook al wel op het menu gestaan hebben zeker.
Beste G.L. Die Veemarkt was waar nu nog steeds de Veemarkt te vinden is. Vandaar ook de straatnamen in de buurt. Koestraat (nu Merodestraat) Varkensstraat, Paardenstraatje... Er is nooit een veemarkt geweest op de Ijzerenleen en de ijzeren leuningen dienden niet om beesten aan vast te maken. Dat is wel wat de meeste mensen denken als zij die ijzeren leuningen zien en dat is ook een logische gedachte daar niet van, maar sorry je moet je eigen fantasie niet gaan geloven. Je moet weten dat dat verhaal van de Vismarkt aan het schepenhuis al eeuwen vast staat. Het is zelfs zo dat Margareta van Oostenrijk regelmatig heeft aangedrongen bij de stad om de vismarkt aldaar te verplaatsen wegens stankoverlast. Geen veemarkt dus. Helaas :-)
Er zijn periodieke en / of sporadische 'markten' geweest op verschillende locaties in Mechelen; in 'onze' tijd werden er nog (kleine) beesten, vogels en (andere) kippen verkocht op de Korenmarkt, er is ook (eventjes in de fifties) groente verkoop geweest op de Grote Markt en er was (in het recente verleden) een groentemarkt aan de centjes muur. Wanneer dit kort berichtje toevallig gelezen wordt over 500 jaar, kunnen onze bet achter, achter enz ... kleinkinderen ook achter hun oren krabben en zich afvragen of dit wel klopt. Geschiedenis is begot moeilijk nietwaar?
@ GL : Ge moet niet altijd met uw hoofd in de wolken lopen, zeunne.
;-)
Vermelding vd Vismarkt op de IJzerenleen - Foto Gimycko
Het Hellevlietje waarvan een gedeelte is blootgelegd achter het Ondernemershuis was langer dan op de meeste oude stadsplans is aangeduid.
Op de meeste oude plattegronden houdt het op aan Schuttevee/ St. Katelijnekerkhof.
Het vlietenplan van 1908 leert ons echter dat de Hellevliet een verbinding maakte tussen de Lange Heergracht en de Korte Heergracht. Zo kruiste ze de Heembeemd, liep door Schuttevee, maakte dan een hoek van 90° naar links en liep door het Klein Begijnhof, maakte dan weer een bocht naar links om nog een eind achter de huizen van de Peperstraat (De Deckerstraat) te lopen. Ter hoogte van het huidige Ondernemershuis boog een smalle zijarm 90° af, dwarste de De Deckerstraat om achter de Refugie van Tongerlo in de Korte Heergracht te vloeien.
Maar genoeg blabla... onderstaande maakt het wellicht wat aanschouwelijker :-)
Des Stedes Klokkenluider Nick Vanhaute wist mij te melden dat hij een kijkje is gaan nemen in het in aanbouw zijnde vlietenmuseum. De muren van de overwelving zijn naast de eigenlijke vlietmuren gebouwd. Men zou dus de echte vliet pas zien wanneer deze overwelving zou worden afgebroken. Dit houdt in dat de ijzeren leuningen ongeveer een meter voor de eigenlijke vlietmuren staan, wat de rijbaan van de Ijzerenleen heel wat zou versmallen bij een heraanleg. Verder is er ook een duidelijk verschil tussen de bouwstijl van de overwelving van de Dijle tot de Borzestraat, en die daarna, wat erop duidt dat deze op een verschillend tijdstip werden aangelegd. Het nu misschien eens tijd om daar eens verder onderzoek naar te doen. Misschien weet onze grootste vlietenkenner Paul Temmerman hierover meer?
De Melaan als eerste stadswal ?
Dat hebben we hier al een keer uit de doeken gedaan, meer info hier dus.
De vaststelling van klokkenluider Nick klopt met wat de stadsdiensten mij vertelden en toonden toen Ferre en ik in 2009 mee afdaalden in de vlietenkelder ter inspectie. De vliet was een stuk breder dan de breedte tussen de leuningen van vandaag. Verder : Paul Temmerman, waar zit je, een visie van de enige echte specialist is nodig.
Een specifieke vraag aan Paul Temmerman: in het beeldmateriaal van je vertellingen in september 2010 ' Vlieten rondom de Begijnenstraat ', merk ik nu dat er nog vele stukken vliet vroeger gewoon overwelfd werden en niet gedempt. Wil dat zeggen dat men die oorspronkelijke kaaimuren minstens een meter heeft moeten verlagen om een aanzet van het nieuwe gewelf toe te laten? Of werden de kaaimuren ongemoeid gelaten om daarbinnen nieuwe muren met gewelven te bouwen?
Ik kan mij voorstellen dat bij het eventueel verdwijnen van de tegendruk van het water in de vliet, de kaaimuren gewoon naar binnen zouden klappen.
Luc, de meeste vlieten werden idd niet gedempt en dat is nu nog steeds goed te zien. Als men de loop van de vlieten wat kent is dit eenvoudig vast te stellen. Op de plaats waar ze liepen vindt men bijna steeds ofwel een tuin, een poort of een parking. M.a.w. zo goed als geen gebouwen omdat de ondergrond niet stevig genoeg was om een gebouw te dragen.
Mooie voorbeelden hiervan vindt men naast "De Korenbloem" in de Katelijnestraat, naast de salons Van Dijck in de Merodestraat, de parking aan Stadsheimelijkheid en de grote koer aan de overkant, de poort op Meysbrug, de parking van Dexia in de Befferstraat, de 2 poorten langs weerszijden van de vroegere Mosbrug in de Arme Clarenstraat, het lage linker gedeelte van de vroegere zaadhandel Somers in de Muntsraat, de poorten en de koer in de Kapelstraat (waar een aftakking van "de Klem" de Kapelstraat dwarste), de poort aan de Zakbrug enz...
En waar de vliet ooit liep vindt men nagenoeg steeds een rioolrooster in het wegdek.
We hebben daar samen ooit eens een klikbaar plannetje over gemaakt.
even reactie op Eddy : die groentenmarkt aan de centjesmuur is er in beperkte mate ( enkele kramen nog op maan-woens- en vrijdagen.In de voormiddag.
Ik heb eens vluchtig de stadsrekeningen van 1529-30, 1530-31, 1531-32, 1673-74 en 1674-75 doorgenomen in de rubrieken die gaan over metsel-, straat-, timmer- en smeedwerken. Vreemd genoeg vond ik niet onmiddellijk iets dat te maken had met de bouw van overwelvingen in de huidige IJzerenleen ...
Zaken die mij wel opvielen tijdens mijn snelle raadpleging waren de volgende: vanaf 1531 is er sprake van een "Nyeuwe Vischmerct", aangezien er dat jaar verschillende werkzaamheden plaatsvonden; de werkzaamheden van stedelijk meester-smid Jan De Cuypere, de maker van de ijzeren leuningen, kunnen jaarlijks gedetailleerd gevolgd worden.
Misschien staat de bouw van de overwelvingen in de rekeningen van de jaren 1532-33 en 1675-76 (ik had geen tijd meer om deze te bekijken)? (Volgens Inventaris Onroerend Erfgoed - https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/13728 - werd het grootste deel van de vliet overwelfd in 1532 en het laatste stukje in 1675.)
De sleutel ligt volgens mij in contemporaine geschreven bronnen die te vinden zijn in het stadsarchief. Hopelijk voelen sommigen zich nu geroepen om de zoektocht daar verder te zetten ...
@Roger, dat er bovenop de overwelfde vlieten niet (weinig:-) gebouwd werd, is een gevolg van het stadsreglement dat verbood om boven de overwelfde vlieten vaste constructies te bouwen; Dit werd echter niet steeds in het oog gehouden, met als gevolg bijvoorbeeld planschade van 300.000 eurokes ivm. de appartementen aan het Denijnplein. Een ander gevolg is dat de Lange Heergracht aan de Befferstraat slechts "half" zal kunnen opengelegd worden omwille van tal van al dan niet vergunde bouwsels...Ik heb daar reeds enkele keren over geinterpelleerd tijdens de gemeenteraad!
@ Eddy: van wanneer dateert dat stadsreglement met dat verbod om boven overwelfde vlieten te bouwen?
Ik zou denken ergens van begin 20e eeuw ?
Hoogstwaarschijnlijk nadat de vlieten werden gedempt of overwelfd.
Hierbij een interessante reactie van de specialist ter zaken Paul Temmerman:
Het is inderdaad zo dat de leuningen, kant rijgedeelte autos en bussen, niet exact verticaal boven de kademuur en onderste aanzet van de boog staan.
Vermoedelijk is men dit na het bouwen van de uiteindelijke boog en het plaatsen van blauwe steen en leuningen uit het oog verloren waar de onderkant van de muur exact stond.
Een andere kans is dat stenen + leuningen in de laatste honderden jaren bij wijzigingen aan de straatverharding zijn verschoven, wie weet?
Uiteindelijk dienen de leuningen om de boog te beschermen . Voor de stabiliteit van de bogen is die laatste halve meter waar de leuning staat niet van zo groot belang.
Voor het bouwen van deze gewelven is er ongeveer 2.50 meter van de verticale muur afgebroken. Pas dan is men begonnen met het metsen van de boog.
ik vermoed dat men voor deze boog de oude kaaimuren heeft herbruikt. Een nieuwe funderingszool voor deze boog zou toch snel 6 m diep moeten gaan. Ik denk dat ze daar 500 jaar geleden geen goesting voor hadden.
Kademuren worden zo dik gemaakt zodat door hun eigen gewicht tegendruk vormen tegen omkantelen zelfs zonder water aan de binnenzijde. Kijk maar naar oude foto's van voor 1900, bij laag water in de vlieten.
Ik heb er geen bewijzen van wanneer de 4e boog Grootbrug is toegemetst en daardoor eb en vloed verdween uit vliet Ijzerenleen , maar ik vermoed ook in de tijd +- 1910 bij het dempen van vlieten.
Hierbij een foto van de opengelegde muur van de ijzerenleen - waarop je kan zien dat de muur met daarop de leuningen eigenlijk op de zijkant van de boog van de oorspornkelijke vliet gezet is. Met dank aan Paul Temmerman
@Rudi: bedankt voor die info. Ik zie mijn vraag beantwoord: niet 1 meter maar 2,5 meter werd er van de oorspronkelijke kaaimuur afgeknabbeld. Alleen op die manier kon mende top van het gewelf onder het straatniveau houden.
Ik denk dat we mogen concluderen dat eerst de overwelving er was, en dan pas de leuningen er op werden gezet. Alleen klopt dat niet met de bronnen waar gezegd wordt dat de overwelving dateert van 1674. Veel later dus dan het plaatsen van de leuningen (rond 1531-1532) zoals Rudi in het artikel aangeeft.
Veronderstelling 1: Eerst krijgen we een overwelving en dan de leuningen, om de overwelving te beschermen. Bij de overwelving breekt men enkele meter steen van de kademuur om tot op het niveau van de straat te geraken. Maar dat is in strijd met dat data.
Veronderstelling 2: Eerst worden de leuningen geplaatst, dan pas de overwelving. En de leuningen werden later met een heraanleg van het openbaar domein herplaatst, tot boven op het gewelf. Maar waarom plaatst men leuningen aan een kanaal waarvan de kademuur behoorlijk boven het straatniveau uitsteekt ?!