Voor de jongerensite supo.be schrijft Pieter Jan Rosiers een reeks artikelen over oude leegstaande gebouwen in Mechelen. Aan de hand van een persoonlijke getuigenis van iemand die een band heeft met dat gebouw, willen ze het verhaal achter het bouwwerk vertellen.
De gebouwen die ze willen behandelen zijn de oude stadsfeestzaal, het fabrieksgebouw Comet, de oude zwemdok en kasteel De Borght aan de Nekkerhal. Zijn vraag aan u is nu of u eventueel enkele mensen weet die iets interessants te vertellen hebben over deze gebouwen en hier een band mee hebben.
Of misschien weet u zelf wel meer ?
Laat het ons weten !
Kasteel De Borght kan toch niet moeilijk zijn, de eigenaar woont er vlak naast, die heeft er zeker een persoonlijke band mee :-)
Vriendelijke man, heeft me ooit de toestemming gegeven om foto's te maken in zijn kasteel... Alle anderen achter mij vingen bot :-)
http://www.digitalviolence.be/Gallery/Urban/chateau/
Proficiat met het iniatief.
Als er binnen 50,100 jaar iemand info zoekt over de geschiedenis van deze gebouwen, gaat hij waarschijnlijk een schat aan informatie hebben.
Telefoonhokjes. Nog zo'n onderwerp. Hoor je de klein mannen al zeggen: bompa, een telefooncel, wa was da?
Zoek persoonlijk foto's van de wijk halfgalg
http://nl.wikipedia.org/wiki/Halfgalg
of kasteel geerdegem
Pieter Jan mag me bellen :-) Voor de gebouwen van Comet kan hij zeker nog terecht bij de huidige werknemers. Het bedrijf is ondertussen gevestigd in Katelijne en met sluiting bedreigd. Ik ken ook nog mensen die ooit in het oud zwembad hebben gewoond.
"De Borcht" is eigendom van dhr Crabeels, je weet wel van de ruitenwassers-schilders.
Hij is de grootvader van Pieter Crabeels, enkele jaren geleden nog voetballer bij KV, nu bij Heist.
Misschien via die weg proberen contact te leggen.
@ peter
HET OUDE ZWEMBAD
Peter. Zoals ik je al in een vroegere mail liet weten kroop onze ganse familie en nog enkele klanten van onze zaak op 19 april 1944 na de tweede laag bommen, rond 19.00 H van onder het puin van onze woning-herberg in de Stationstraat kant Leuvense Vaart. Er stonden toen in dat gedeelte van de Stationstraat zeven handelszaken waarvan er zes kroegen waren. Allen kregen ze door het geallieerde bombardement - dat deel uitmaakte van de voorbereiding van het Normandische D-Day - aanzienlijke schade te verwerken. Mijn grootouders, ouders, tante en mijn broer en ik en logé Louis, hadden plots geen dak meer boven ons hoofd. Maar we leefden nog! We konden echter terecht bij onze familie op de Slachthuisvest; de Guido Gezellelaan.
Daar werden we ondergebracht in een soortement stalling, bestaande uit twee achter elkaar gelegen plaatsen van ongeveer 40 vierkante meter, die mijn broer en ik nog altijd als “het garageke van nonkel Jokke” betitelen. Daarin hadden onze ouders en grootouders een week later al de noodzakelijkste meubeltjes plus de boekpiano overgebracht van uit het gebombardeerde huis aan het station. Slapen deden we in die onzekere tijden in de enorme kelder onder het huis en winkelzaak-beenhouwerij van nonkel Jokke & tante Leen. Daar vonden op sommige nachten wel een klein twintigtal familieleden onderdak. Nonkel had zelf een huishouden van negen plus wij die met acht daklozen de stapelbedden kwamen vullen. En dan waren er nog enkele buren die ook van de faciliteiten van “Jokke den Bienauver” gebruik konden maken. Het moet voor nonkel en tante niet evident geweest zijn, maar ze deden wat ze hun familieplicht en goed buurtschap beschouwden, en verwelkomden de minder fortuinlijken onder hun dak. Zo wás dat! En daar werden niet veel woorden aan vuil gemaakt. Prachtige mensen toch!
En dan was er in de buurt naast het oude slachthuis “den Dok”. Dat was voor ons allen de gedroomde oplossing van onze sanitaire problemen. In de ruimte van “het garageke” was er niet veel plaats voor intieme wasbeurten van zes volwassenen en twee pagadders van vier en zes. Dus gingen broer en ik en de rest van de familie onder begeleiding van nonkel Jokke’s volwassen dochters op zaterdag of andere dagen naar “den Dok”. Ik mag veronderstellen dat tussen 19 april en de ganse oorlogsperiode daarvoor tot de bevrijding in de maand september 1944, de Duitse soldaten ook gebruik maakten van de faciliteiten die het zwembad annex lig-en stortbaden konden bieden. De Britten hebben die gezonde gewoonte verder gezet en het Mechelse plebs mocht ook van al dat propere water genieten. Zwemmen konden mijn broer en ik nog niet – dat kwam pas een jaar later - maar de huwbare dochters van nonkel Jokke en onze jonge tantes en ma schrobden ons in de badkuipen van "den Dok" proper met de Engelse legerzeep dat het een lieve lust was. Het ganse zwembad en badkamers in de omliggende gangen van den ouden Dok roken naar dat speciale ontsmettingsmiddel dat die zeep bevatte. De ouderen noemden dat finic of fenolzeep. Raar genoeg hield ik van die sterke geur en in de jaren zestig kwam ik dank zij een collega bij het merk van zeep “Lifebuoy” terecht. Ik sportte toen nog en gebruikte steeds in de douche die zeep tot on- of genoegen van mijn teamgenoten. Sommige jonge gasten konden die speciale geur wel hebben en gebruikten wat graag mijn penetrant riekende zeepblok die je, meer dan Camay-Rose, liet veronderstellen dat je proper gewassen was. Wash & Go was toen nog niet op de markt en de eau-de-toilettes van vandaag de dag kwamen nog later de geurneus aan het badkamervenster steken.
Voor mij zal “den Ouwen Dok” steeds een geurherinnering van Engelse zeep en chloor blijven. Properder kan je dus op je bezweet lijf niet zijn. Morgen ga ik terug op zoek naar die “Lifebuoy”. En nee het is geen tikfout. En ja, ik mag hopen dat ze goedkoper kost dan al die andere jeannettenproductsjuis. Proper gewassen zal je er alleszins wel mee zijn.
Welriekend Jefke
Speciaal voor Welriekend Jefke... hunne website.
@ gimycko
Bedankt voor de webtip betreffende de "carbolic soap" aan welke gerefereerd wordt in de Britse prachtreeks "You rang Milord?". Zo zie je maar dat goeie dingen raar of zelden verloren gaan. Integendeel nog worden aangevuld met nieuwe, modernere zeepjes van hetzelfde gekende huis Lever. Het stelt me gerust tegen de tijd dat ik in het ouderlingengesticht zal worden worden vertroeteld door een nurse die naar carbolic soap zal geuren, terwijl ze mijn goddelijk lijf wast met dit prachtproduct. Ik zal me terug vier jaar jong voelen!
Is de reklameboodschap zo wat duidelijk overgekomen?
@ Jef : Hier de vermoedelijk nog enige importeur in Europa.
Dag Sven Gazet! Is het mogelijk om ons de gegevens te geven van de mensen die in het oude zwembad hebben gewoond? Mijn e-mailadres is jasminvansan@hotmail.com.
Vriendelijke groetjes,
Jasmin (medestudente/collega van Pieter Jan)